NL9200443A - Inrichting voor de tijdelijke opslag van stortgoed. - Google Patents

Description

Inrichting voor de tiideliike opslag van stortgoed

De uitvinding betreft een inrichting voor het tijdelijk opslaan van stortgoed, zoals een composteringstunnel, omvattende een vloer, wanden en een afdekking, toevoermiddelen voor het toevoeren van het stortgoed op de vloer alsmede afvoermiddelen voor het afvoeren van het stortgoed uit de inrichting. Een dergelijke inrichting is algemeen bekend. Hij kan in het bijzonder worden toegepast voor de bereiding van compost, bij voorbeeld voor het kweken van champignons.

Het stortgoed wordt toegevoerd aan een eind van de vloer, en aan het tegenoverliggende eind afgevoerd. In de periode liggend tussen toevoer en afvoer kan, bij een composteringstunnel, de compost tot ontwikkeling komen. Voor het transport over de vloer is het bekend om allereerst op de vloer een net te leggen, en vervolgens daarop het stortgoed te storten. Dat net wordt langzaam over de vloer getrokken, en ter verlaging van de wrijving kan een aanvullende kunststoflaag tussen vloer en net worden aangebracht.

De bekende inrichtingen bezitten een aantal nadelen. Allereerst verhindert de kunststoflaag een goede beluchting van het stortgoed. Daarom is deze uitvoering minder geschikt voor composttunnels. Verder zijn de afmetingen van de bekende inrichting vrij groot. Voor de opvang van de gerede compost die afkomstig is uit de tunnel is een grote ruimte nodig. Bovendien treden vaak, in het bijzonder bij de bereiding van compost, dampen op die schadelijk zijn voor de gezondheid. In een dergelijke grote ruimte is het niet goed mogelijk om overal een goede afzuiging te verzorgen, waardoor het verrichten van werkzaamheden niet zonder problemen is. .

Doel van de uitvinding is daarom een inrichting van het hiervoor beschreven soort te verschaffen die deze nadelen mist. Dit doel wordt bereikt doordat de vloer een aantal platen omvat ter opname van het stortgoed, welke platen in hun langsrichting verschuifbaar zijn ondersteund, en dat aandrijfmiddelen zijn voorzien bestemd voor het gezamenlijk bewegen van de platen vanuit hun ruststand in de richting van de afvoermiddelen, en voor het terugbewegen van telkens een deel van het aantal platen afzonderlijk naar de ruststand waarbij het stortgoed door de telkens overige, niet bewegende platen wordt verhinderd terug te bewegen.

De platen kunnen op eenvoudige wijze, bij voorbeeld op blokken van beton of kunststof, worden ondersteund. Zij kunnen uit bij voorbeeld kunststof of metaal bestaan, en voorzien zijn van gaten ter beluchting van het stortgoed. De aandrijfmiddelen voor de platen kunnen klein blijven, zodat de afmetingen van de gehele inrichting beperkt kunnen blijven.

Aan de kopkant van de vloer kan zich een dwars verlopende, eerste transportband bevinden waarop het van de vloer afkomstige stortgoed opneembaar is. Deze eerste transportband kan zijn aangesloten op een tweede, schuin omhoog verlopende transportband voor het weer op de vloer storten van het stortgoed. Aldus kan in het bijzonder de grondstof voor compost gelijkmatig verdeeld worden. De gerede compost kan natuurlijk ook via de eerste transportband worden afgevoerd uit de inrichting.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm sluit de tweede transportband aan zijn hoog gelegen eind aan op een derde transportband evenwijdig aan de eerste transportband. Bovendien kan dwars op de derde transportband een telescopische, vierde transportband aansluiten voor het in langsrichting van de vloer regelmatig verdeeld storten van het stortgoed.

Bij de inrichting voor het bereiden van compost kunnen meerdere aantallen platen zijn voorzien die elk zijn opgenomen in een eigen tunnel.

De uitvinding heeft verder betrekking op een aandrijfmiddel voor een de hiervoor beschreven inrichting, omvattende een gestel met een bodem bestaand uit een aantal bodemplaten die elk koppelbaar zijn met een tegenoverliggende, bijbehorende vloerplaat, welke bodemplaten elk in hun langsrichting verschuifbaar zijn in het gestel en waarvan tenminste enkele deelaantallen aandrijfbaar zijn door een eigen aandrijfinrichting. Bij het gezamenlijk aandrijven van alle vloerplaten beweegt het zich daarop bevindende stortgoed, zoals compost, ongehinderd mee. Het weer terugbewegen van een of enkele platen heeft geen effect op het stortgoed, en door achtereenvolgens dit bewegingsverloop te herhalen kan het stortgoed voortbewogen worden.

Bij voorkeur is elke bodemplaat afzonderlijk aandrijfbaar door middel van een bijbehorende zuiger-cilinderinrichting die gekoppeld is met het gestel.

Aan het gestel kan een spitas draaibaar zijn opgehangen boven de bodemplaten, welke spitas een aantal radiaal uitstekende spitschoepen bezit voor het verdelen van het toegevoerde stortgoed op de bodem. Tevens kan zich aan de zijde van de bodem tegenover de koppelzijde een dwars verlopende, horizontale schroefvijzel bevinden voor het homogeniseren van het stortgoed.

Bij een inrichting die een groot vloeroppervlak bezit, bij voorbeeld met meerdere composteringstunnels, kan volstaan worden met een enkel aandrijfmiddel. Daartoe is het gestel verplaatsbaar voor het achtereenvolgens bedienen van afzonderlijke stellen platen.

Vervolgens zal de uitvinding aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht.

Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een composteringsinrichting.

Figuur 2 toont een kopaanzicht op de inrichting volgens figuur 1.

Figuur 3 toont een zijaanzicht van het aandrijfmiddel.

Figuur 4 toont een vooraanzicht van het aandrijfmiddel.

De in figuur 1 en 2 getoonde composteringsinrichting bezit een vloer uit kunststof of metalen platen 1 die op enige afstand boven de grond en heen en weer verschuifbaar in de richting van de pijlen zijn ondersteund door blokken 10 uit bij voorbeeld kunststof of beton. Door middel van het hieronder te beschrijven aandrijfmiddel 3 kunnen de platen aangedreven worden. Zij worden daarbij per stel platen 11 gezamenlijk naar rechts in figuur 1 bewogen, en afzonderlijk of met enkele tegelijk weer terugbewogen.

Bij de gezamenlijke beweging beweegt de compost op de platen ongehinderd mee, terwijl bij de beweging terug van een of enkele platen de compost tegengehouden wordt door de overige, stilstaande platen. Via het aandrijfmiddel komt de compost op de transportband 2. De gerede compost kan vervolgens bij 7 worden afgevoerd.

Als alternatief kan de compost echter omgeleid worden via transportbanden 2' en 2''. Zoals te zien in figuur 2 loopt transportband 2' schuin omhoog. Via het schuin boven transportband 2'' geplaatste afbuigorgaan k wordt de compost vervolgens geleid op de telescopische, vierde transportband 5· Door middel van transportband 5 kan de compost regelmatig verdeeld worden over de stellen platen 11 van de afzonderlijke tunnels. Deze tunnels zijn telkens begrensd door twee wanden 12.Via ruimte 9 kunnen de bij het composteringsproces optredende dampen worden af gezogen.

Onder verwijzing naar figuren 3 en k is te zien dat het aandrijfmiddel 3 een gestel 13 heeft waarop verschuifbaar de bodemplaten zijn ondersteund. De bodemplaten rusten daartoe op liggers 15· Elke bodemplaat is in zijn langsrichting verschuifbaar door middel van een eigen zuiger-cilinderinrichting 17, die bevestigd is aan het gestel. Door een geschikte besturing kunnen de bodemplaten tegelijkertijd naar links worden bewogen in figuur 3. en elk afzonderlijk naar rechts.

Aangezien elke bodemplaat 14 gekoppeld is met een vloerplaat 1 door middel van bij voorbeeld koppelpen 18, bewegen de vloerplaten van elk stel 11 op dezelfde wijze als de bodemplaten l4. De compost komt daarbij op de bodemplaten 14 terecht, en in verband met een gelijkmatige toevoer is de spitas 19 met spitschoepen 20 aangebracht op gestel 13·

Bij verdraaien van de spitas 19 in de richting van de pijl schrapen de spitschoepen steeds een gelijkmatige laag compost af van de composthoop op de vloerplaten 1. Daardoor wordt verhinderd dat teveel compost tegelijk op de bodemplaten 14 zou vallen, hetgeen een goede afvoer zou bemoeilijken.

Door middel van schroefspil 21 wordt de compost gehomogeniseerd, waarna zij op de transportband 2 valt.

Het gestel bezit wielen 22 waarmee hij verrijdbaar is tussen de verschillende vloerplaten-stellen 13· Het aandrijfmiddel kan dus een komplete composteringsinrichting bedienen. Zijn afmetingen zijn beperkt, waardoor in vergelijking met de tot nu toegepaste inrichtingen met netten een aanzienlijke ruimtebesparing kan worden verkregen.

Claims (13)

1. Inrichting voor het tijdelijk opslaan van stortgoed, zoals een composteringstunnel, omvattende een vloer, wanden en een afdekking, toevoermiddelen voor het toevoeren van het stortgoed op de vloer alsmede afvoermiddelen voor het afvoeren van het stortgoed uit de inrichting met het kenmerk dat de vloer een aantal platen ter opname van het stortgoed omvat, welke platen in hun langsrichting verschuifbaar zijn ondersteund, en dat aandrijfmiddelen zijn voorzien bestemd voor het gezamenlijk bewegen van de platen vanuit hun ruststand in de richting van de afvoermiddelen, en voor het terugbewegen van telkens een deel van het aantal platen afzonderlijk naar de ruststand waarbij het stortgoed door de telkens overige, niet bewegende platen wordt verhinderd terug te bewegen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij aan de kopkant van de vloer zich een dwars verlopende, eerste transportband bevindt waarop het van de vloer afkomstige stortgoed opneembaar is.

3· Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de eerste transportband is aangesloten op een tweede, schuin omhoog verlopende transportband voor het weer op de vloer storten van het stortgoed.

4. Inrichting volgens conclusie 3. waarbij de tweede transportband aan zijn hoog gelegen eind aansluit op een derde transportband evenwijdig aan de eerste transportband.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij dwars op de derde transportband een telescopische, vierde transportband aansluit voor het in langsrichting van de vloer regelmatig verdeeld storten van het stortgoed.

6. Inrichting volgens conclusie 5» waarbij de telescopische transportband verschuifbaar is langs de derde transportband voor het regelmatig in dwarsrichting van de vloer verdelen van het stortgoed.

7· Inrichting volgens conclusie 6, waarbij boven de derde transportband een afbuigorgaan is voorzien voor het afbuigen van de bewegingsrichting van het stortgoed op de derde transportband naar de vierde transportband.

8. Inrichting volgens conclusie 7. waarbij het afbuigorgaan een schuin boven de derde transportband verlopende band zonder eind is met vertikaal geplaatste rollen.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies voor het bereiden van compost, waarbij meerdere aantallen platen zijn voorzien die elk zijn opgenomen in een eigen tunnel.

10. Aandrijfmiddel voor een inrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een. gestel met een bodem bestaand uit een aantal bodemplaten die elk koppelbaar zijn met een tegenoverliggende, bijbehorende vloerplaat, welke bodemplaten elk in hun langsrichting verschuifbaar zijn in het gestel en waarvan tenminste enkele deelaantallen aandrijfbaar zijn door een eigen aandrijfinrichting.

11. Aandrijfmiddel volgens conclusie 10, waarbij elke bodemplaat afzonderlijk aandrijfbaar is door middel van een bijbehorende zuiger-cilinderinrichting die gekoppeld is met het gestel.

12. Aandrijfmiddel volgens conclusie 11, waarbij aan het gestel een spitas draaibaar is opgehangen boven de bodemplaten, welke spitas een aantal radiaal uitstekende spitschoepen bezit voor het verdelen van het toegevoerde stortgoed op de bodem.

13. Aandrijfmiddel volgens conclusie 11 of 12, waarbij aan de zijde van de bodem tegenover de koppelzijde zich een dwars verlopende, horizontale schroefvijzel bevindt voor het homogeniseren van het stortgoed. 1^1. Aandrijfmiddel volgens conclusie 10, 11, 12 of 13, waarbij het gestel verplaatsbaar is voor het achtereenvolgens bedienen van afzonderlijke stellen platen.