NL9200209A - Werkwijze voor het verwijderen van verontreinigingen uit gebruikte olie. - Google Patents

Description

WERKWIJZE VOOR HET VERWIJDEREN VAN VERONTREINIGINGEN

UIT GEBRUIKTE OLIE

De uitvinding betreft een werkwijze voor het verwijderen van verontreinigende bestanddelen uit gebruikte olie.

In olie, zoals bijvoorbeeld motorolie, komen na een bepaalde gebruiksperiode verschillende verontreinigingen, zoals zware metalen en water, voor. De zware metalen zijn bijvoorbeeld afkomstig uit het motorblok, van additieven of uit benzine (zoals lood).

Een eis, die, vanwege zijn verwerking, aan bijvoorbeeld gebruikte motorolie gesteld wordt, is dat het asgehalte daarvan, dat wil zeggen het percentage zware metalen dat na verbranding van de olie overblijft, minder dan 0,25% moet bedragen. Het asgehalte van de op dit moment toegepaste oliesoorten varieert na gebruik tussen 0,6 en 1,4%.

Teneinde dit asgehalte te verlagen zijn een aantal methoden voorgesteld. Volgens één van de bekende methoden wordt de olie onder vacuüm verhit tot 80°C teneinde water en lichte fracties te laten verdampen. Aan de op deze wijze gevormde watervrije olie wordt vervolgens tussen 7,5 en 15% zwavelzuur toegevoegd voor het oplossen van zware metalen. Hierdoor wordt het zogeheten zuurteer gevormd. Tenslotte wordt de olie over een zogeheten "China clay"-filter geleid.

Bovenbeschreven methode heeft een aantal nadelen.

Ten eerste is dat de vorming van het zuurteer. Zuurteer is chemisch afval en als zodanig ongewenst. Verder treedt door de vorming van zuurteer tot 10% verlies aan olie op. Daarnaast wordt de gehele procedure door het relatief hoge gehalte aan zwavelzuur uitgevoerd in zuur milieu. Dit zuur werkt onder andere corroderend op de vaten, waarin de procedure wordt uitgevoerd.

Daarnaast worden met deze noch een andere van de bekende methoden echter asgehalten bereikt die voldoen aan de wettelijke vereisten.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het verwijderen van verontreinigende bestanddelen uit gebruikte olie te verschaffen, waarmee bovenge- noemde nadelen vermeden worden en waarmee olie verkregen kan worden, waarvan het asgehalte voldoet aan de wettelijk gestelde eisen.

Dit wordt door de uitvinding bereikt door een werkwijze, omvattende de stappen: a) het verhitten van de gebruikte olie op een verhoogde temperatuur beneden 100°C; b) het toevoegen van water aan de olie; c) het toevoegen van zwavelzuur aan de olie; d) het grondig mengen van de olie en het zwavelzuur; e) het laten rusten van het olie-zwavelzuurmengsel; f) het toevoegen van een demulgator aan het olie-zwavelzuurmengsel ; g) het grondig mengen van het olie-zwavelzuur-demulgatormengsel; h) het laten rusten van het olie-zwavelzuur-demulga-tormengsel voor het laten vormen van een de verontreinigingen bevattende waterfase en een gezuiverde-oliefase; en i) het afscheiden van de waterfase van de gezuiverde-oliefase.

De temperatuur waarop de olie verhit wordt ligt bij voorkeur tussen 50 en 100°C. Een temperatuur beneden 50°C is eveneens mogelijk maar de viscositeit van bepaalde oliesoorten is in dat temperatuurbereik vaak te hoog voor een optimale verwijdering van verontreinigingen. Wanneer de olie boven 100°C verhit wordt zal de waterfase verdampen. De meeste voorkeur gaat uit naar een temperatuur van ongeveer 80°C.

Bij voorkeur wordt aan de olie minimaal 15% water toegevoegd. De aanwezigheid van water is noodzakelijk voor het optimaal functioneren van de werkwijze volgens de uitvinding, omdat daarin de verontreinigende zware metalen en dergelijk terecht komen.

Door de toepassing van zwavelzuur worden de in de olie aanwezige zware metalen opgelost. De opgeloste metalen komen in de waterfase terecht. De hoeveelheid toe te voegen zwavelzuur is afhankelijk van het totale asgehalte van de motorolie. Gebleken is dat een zwavelzuur-eindconcentratie tussen 0,3 en 1% ruim voldoende is voor het effectief verwijderen van de zware metalen.

De tijd gedurende welke men het olie-zwavelzuurmeng-sel laat rusten is bij voorkeur tenminste ongeveer twee uur.

In principe kan iedere geschikte demulgator gebruikt worden. Gebleken is echter dat met name met de demulgator SOT-826 (S&D Oil Technics B.V., Groot-Ammers) optimale resultaten bereikt kunnen worden. SOT-826 is een mengsel van niet-ionische oppervlakte-actieve middelen in een organisch oplosmiddel. Het destabiliseert water-in-olie emulsies.

Het mengen van het olie-zwavelzuur-demulgatormengsel kan op verschillende wijzen uitgevoerd worden. Het is bijvoorbeeld mogelijk het mengsel door het vat te pompen, danwel te roeren of lucht van onderaf het vat in te blazen. Bij voorkeur wordt gedurende tenminste ongeveer twee uur gemengd.

De tijd gedurende welke men het olie-zwavelzuur-demulgatormengsel laat rusten is bij voorkeur tenminste ongeveer 24 uur. In deze tijd zakt de zwaardere waterfase, die de verontreinigingen bevat, naar de bodem van het vat, terwijl de fase met de gezuiverde olie bovenop zal drijven. Nadat gecontroleerd is of de olielaag aan de vereisten voldoet, dat wil zeggen een BS&W (Bottom Sediments & Water)-waarde heeft van minder dan 1%, kan ofwel de gezuiverde olie door middel van pompen van bovenaf verwijderd worden, ofwel de onderstaande waterfase van onderaf afgetapt worden.

Gebleken is dat met de werkwijze volgens de uitvinding asgehalten van minder dan 0,1% bereikt kunnen worden.

Op genoemde wijze gereinigde olie voldoet niet slechts aan de vereisten maar kan indien gewenst eveneens hergebruikt worden voor raffinage-doeleinden.

Claims (11)

1. Werkwijze voor het verwijderen van verontreinigende bestanddelen uit gebruikte olie, omvattende de stappen: a) het verhitten van de gebruikte olie op een verhoogde temperatuur beneden 100°C; b) het toevoegen van water aan de olie; c) het toevoegen van zwavelzuur aan de olie; d) het grondig mengen van de olie en het zwavelzuur; e) het laten rusten van het olie-zwavelzuurmengsel; f) het toevoegen van een demulgator aan het olie-zwavelzuurmengsel ; g) het grondig mengen van het olie-zwavelzuur-demulgatormengsel; h) het laten rusten van het olie-zwavelzuur-demulga-tormengsel voor het laten vormen van een de verontreinigingen bevattende waterfase en een gezuiverde-oliefase; en i) het afscheiden van de waterfase van de gezuiverde-oliefase.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gebruikte olie verhit wordt op een temperatuur tussen 50 en 100°C.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de gebruikte olie verhit wordt op een temperatuur van 80°C.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat aan de gebruikte olie minimaal 15% water wordt toegevoegd.

5. Werkwijze volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat zwavelzuur wordt toegevoegd tot een eindconcen-tratie tussen 0,3 tot 1%.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat zwavelzuur wordt toegevoegd tot een eindconcentratie van 0,5%.

7. Werkwijze volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat men het olie-zwavelzuurmengsel gedurende tenminste 2 uur laat rusten.

8. Werkwijze volgens één der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de demulgator aan het olie-zwavelzuurmengsel wordt toegevoegd tot een eindconcentratie van ten hoogste 0,5%.

9. Werkwijze volgens één der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de demulgator SOT-826 is.

10. Werkwijze volgens één der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het olie-zwavelzuur-demulgatormengsel gedurende tenminste ongeveer 2 uur gemengd wordt.

11. Werkwijze volgens één der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat men het olie-zwavelzuur-demulgatormengsel gedurende tenminste ongeveer 24 uur laat rusten voor het scheiden van de de verontreinigingen bevattende waterfase en de gezuiverde-oliefase.