NL9200023A

NL9200023A - Klem.

Info

Publication number: NL9200023A
Application number: NL9200023A
Authority: NL
Original assignee: Remigius Vincent Hendrikx
Priority date: 1992-01-08
Filing date: 1992-01-08
Publication date: 1993-08-02
Also published as: WO1993013948A1; CA2117370A1; EP0620786B1; ATE139489T1; US5479682A; ES2089787T3; DK0620786T3; DE69303270D1; EP0620786A1; AU3368893A; AU662799B2; DE69303270T2; JPH07502701A

Description

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een klem omvattende een U-vormig lichaam voor het daartussen opnemen van voorwerpen, waarbij een van de benen van een verende vergrendelbare lip voorzien is, voor het tussen die lip en het andere been van het U-vormige lichaam klemmen van de voorwerpen.

Een dergelijke klem is bekend uit US-A-4.241.477· Daarbij strekt de vergrendelbare lip zich dwars op de langshartlijn van het lijf van het U-vormige lichaam uit, dat wil zeggen de scharnieras van de lip is in hoofdzaak evenwijdig op de langshartlijn van dat lijf. De lip is volledig ingesloten in het ene been.

De in dit Amerikaanse octrooischrift voorgestelde konstruktie heeft ten eerste als nadeel dat het been waarin de grendellip zich bevindt zich over een verhoudingsgewijs grote afstand naar binnen moet uitstrekken. De funktie van dit naar binnen uitstrekken is geen andere dan het voorzien in voldoende materiaal voor de grendellip. Hierdoor wordt enerzijds niet alleen veel materiaal gebruikt, maar anderzijds is het mogelijk dat een belangrijk deel, dat ingeklemd wordt aan het gezicht onttrokken wordt. Daarbij wordt in het bijzonder gedacht aan de toepassing van de klem voor het opnemen van plano's zoals beschreven vellen papier. Een tweede nadeel is dat de klem een verhoudingsgewijs geringe lengte heeft, dat wil zeggen de lengte van het lijf en de benen verhoudingsgewijs gering is. Hierdoor ontstaat het gevaar van wringen en scheef plaatsen van de in de klem opgenomen voorwerpen. Daardoor ontstaan, bijvoorbeeld in vellen papier, kreukels en/of vouwen. Het doel van dit soort klemmen is juist om ten opzichte van paperclipsen en dergelijke onesthetisch beschadigen en verschuiven van de in de klem opgenomen voorwerpen te vermijden. Als verdere nadelen kunnen gezien worden het moeilijk openen van de klem terwijl deze ergonomisch te wensen overlaat.

Het doel van de onderhavige uitvinding is de hierboven beschreven nadelen te vermijden.

Dit doel wordt verwezenlijkt doordat de scharnieras van de lip in hoofdzaak loodrecht staat op de langshartlijn van het lijf van het U-vormige lichaam.

Door het uitgaande van het Amerikaanse octrooischrift over 90° verdraaien van de scharnierrichting van de lip kan de uitbreiding in dwars-richting van de benen aanzienlijk beperkt worden, terwijl de langsaf metingen noodzakelijkerwijs vergroot moeten worden. Daardoor kan met de- zelfde hoeveelheid of een geringere hoeveelheid materiaal verwezenlijkt worden dat het niet-zichtbare randgebied van de in te klemmen voorwerpen verkleind wordt terwijl eveneens minder beschadiging plaatsvindt doordat het hierboven beschreven kreukeleffekt niet of in verminderde mate op zal treden. Tevens wordt hierdoor scheef plaatsen voorkomen.

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding vormt de lip de gedeeltelijke buitenbegrenzing van het ene been van het U-vor-mige lichaam. Daardoor kan de bediening van de vergrendelbare lip aanzienlijk vereenvoudigd worden, terwijl anderzijds de breedte van de klem verder beperkt kan worden.

Bij de hierboven beschreven uitvoeringen is het U-vormige lichaam bij voorkeur zodanig elastisch deformeerbaar dat de afstand tussen het vrije grendelende uiteinde van de lip en het deel van het ene been dat daarop kan aangrijpen vergroot kan worden. Dat wil zeggen ontgrendelen van de vergrendelbare lip vindt plaats door het doorbuigen van de klem waardoor de afstand tussen het vrije uiteinde van de lip en het daarop aangrijpende deel van het ene been zodanig vergroot wordt, dat ontgrendelen plaatsvindt. Om dit doorbuigen te vergemakkelijken is hetzij het lijf van het U-vormige lichaam hetzij het ene been van een verzwakking voorzien. Bovendien kan doorbuigen vergemakkelijkt worden door aan de onderzijde van het andere been een uitsteeksel aan te brengen. Daardoor is het slechts noodzakelijk op beide uiteinden van de klem te drukken waardoor een boiling ontstaat en de grendelbare lip uit de vergrendelde positie beweegt indien deze op een vlakke ondergrond rust.

Vergrendeling kan op alle in de stand der techniek bekende wijzen verwezenlijkt worden, maar volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding is het grendelende einde van de lip van een verspringend deel voorzien en is het deel van het ene been dat daarop kan aangrijpen van een tegenovergesteld versprongen deel voorzien.

Bovendien kunnen samenwerkende bevestigingsmiddelen, zoals een pen-gatkombinatie, aangebracht zijn op enerzijds de vergrendelbare lip en anderzijds het andere been.

De hierboven beschreven klem kan van ophangmiddelen voorzien zijn om een of meer voorwerpen, die opgenomen zijn in de klem, niet alleen aan de klem te bevestigen maar eveneens op te hangen door middel van de hiergenoemde ophangmiddelen.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van de in de tekening afge-beelde uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij toont:

Fig. 1 in perspektivisch aanzicht de klem volgens de uitvinding in gesloten toestand;

Fig. 2 een zijaanzicht van de klem volgens de uitvinding;

Fig. 3 een zijaanzicht volgens fig. 2 met de klem in de geopende toestand,

Fig. 4 een vooraanzicht van de klem volgens de uitvinding volgens de lijn IV-IV uit fig. 2, fig. 5 een verdere uitvoering van de klem volgens de uitvinding in gesloten toestand en fig. 6 de klem volgens fig. 5 in geopende toestand.

De klem volgens de uitvinding bestaat uit een U-vorraig lichaam 1 met een lijf 7. een been 2 en een ander been 3· Daartussen wordt een U-vormi-ge opname begrensd voor het opnemen van bijvoorbeeld plano's 15. Vanzelfsprekend kunnen eveneens andere voorwerpen met de hier beschreven klem opgenomen worden. Het lijf van de U vormt de aanslag voor de voorwerpen die opgenomen moeten worden.

Het ene been 2 is voorzien van een vergrendelbare lip 4 waarvan de scharnierhartlijn in hoofdzaak loodrecht op de langshartlijn van het lijf 7 staat. De vergrendelbare lip 4 is voorzien van een vrij uiteinde met nokmiddelen 11. Zoals uit fig. 2 blijkt zijn nokmiddelen 11 uitgevoerd om overeen te komen met nokmiddelen 12 van het deel 6 van het ene been 2. Lijf 7 en het ene been 2 zijn van groeven als verzwakking voorzien waarbij de groef in het lijf 7 niet 8 aangegeven is en de groef in het ene been 2 met 9 aangegeven is. De vergrendelbare lip 4 is voorzien van een pen 10 die kan vallen in een overeenkomstige opening 13 in het andere been 3* Met 19 zijn afschuiningen in het ene been 2 weergegeven, die het opnemen van de voorwerpen vergemakkelijken, doordat een aanslag ontstaat.

De hierboven beschreven inrichting werkt als volgt. Uitgaande van de positie getoond in fig. 3 is het noodzakelijk in de opening begrensd door het U-vormige lichaam 1 de betreffende voorwerpen te schuiven en het vrije uiteinde 5 naar beneden te bewegen zodat nokmiddelen 11 en nokmiddelen 12 met elkaar in aangrijping komen en de toestand volgens fig. 2 ontstaat. Voor het weer ontgrendelen is het noodzakelijk op de uiteinden de benen druk uit te oefenen zoals met pijlen weergegeven is. Door het tussen de vingers opnemen van de klem zal een opwaartse kracht in het middendeel van de klem ontstaan en zo zullen de nokmiddelen 11 en 12 uit aangrijping komen. De getoonde bevestigingsmiddelen 10, 13 dienen voor het doorboren van het op te nemen voorwerp en verder vasthouden daarvan. Vasthouden vindt enerzijds plaats door de klemwerking van de vergrendelbare lip 4 en anderzijds door deze bevestigingsmiddelen. Het is vanzelf- sprekend mogelijk de klem zonder de hierboven beschreven bevestigingsmiddelen uit te voeren.

In fig. 5 en 6 is een verdere uitvoering van de klem volgens-de uitvinding weergegeven. Delen die dezelfde functie hebben als delen weergegeven in êén van de voorgaande figuren zijn van dezelfde verwijzingscij-fers voorzien en een verdere bespreking daarvan zal achterwege worden gelaten.

De vergrendelbare lip 4 is bij de uitvoering volgens fig. 4 en 5 van een zich naar beneden uitstrekkend deel 20 voorzien. Doordat de lip 4 uit een verend materiaal bestaat, is het zo mogelijk in een aanpassing aan verschillende dikten van de in de klem op te nemen voorwerpen te voorzien. Deel 20 zal bij deze uitvoering de klemmende werking uitvoeren.

Het andere been 3 is aan de onderzijde daarvan van een zich over de gehele breedte van de klem uitstrekkende dwarsribbe 14 voorzien. Zoals uit fig. 6 blijkt, is het bij het plaatsen van de klem op een vlakke ondergrond mogelijk door het op de uiteinden drukken, zoals met pijlen weergegeven, de lip 4 te ontgrendelen.

Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een voorkeursuitvoering beschreven is, moet begrepen worden, dat daaraan talrijke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder buiten het bereik van de onderhavige aanvrage af te geraken. Zo is het mogelijk in middelen te voorzien waardoor de grendelbare lip niet te ver naar buiten bewogen kan worden om te voorkomen dat de naaldvormig uitgevoerde pen 10 tot verwondingen kan leiden.

Claims

1. Klem omvattende een U-vormig lichaam (1) voor het daartussen opnemen van voorwerpen, waarbij een (2) van de benen van een verende vergrendelbare lip (4) voorzien is, voor het tussen die lip (4) en het andere been (3) van het U-vormige lichaam klemmen van de voorwerpen, met het kenmerk, dat de scharnieras van de lip in hoofdzaak loodrecht staat op de langshartlijn van het lijf (7) van het U-vormige lichaam (1).

2. Klem volgens conclusie 1, waarbij de lip (4) de gedeeltelijke buitenbegrenzing van het ene been (2) van het U-vormige lichaam vormt.

3. Klem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het U-vormige lichaam (1) zodanig elastisch deformeerbaar is, dat de afstand tussen het vrije grendelende uiteinde (5) van de lip en het deel (6) van het ene been (2), dat daarop kan aangrijpen vergroot kan worden.

4. Klem volgens conclusie 3. waarbij het lijf (7) en/of het ene been (2) van het U-vormige lichaam in hoofdzaak halverwege de lengte daarvan van een zich in hoofdzaak op de langshartlijn van het lijf uitstrekkende verzwakking (8;9) voorzien is.

5. Klem volgens conclusie 3 of 4, waarbij het andere been (3) in hoofdzaak halverwege het midden aan de zijde naar het ene been (2) van een uitsteeksel (14) voorzien is.

6. Klem volgens één van de voorgaande conclusie, waarbij het vrije grendelende einde (5) van de lip (4) van een verspringend deel (11) voorzien is en het deel (6) van het ene been (2) dat daarop aan kan grijpen van een tegenovergesteld versprongen deel (12) voorzien is teneinde de grendelwerking te verwezenlijken.

7. Klem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de lip (4) en het andere been (3) van samenwerkende bevestigingsmiddelen (10;13) voorzien zijn.

8. KLem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het vlak van de lip (4) gericht naar de op te nemen voorwerpen met een naar binnen gekromd deel (20) uitgevoerd is voor het verend klemmen van die voorwerpen.

9. Klem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij aan de zijde van het lijf (7) weg van de benen ophangmiddelen aangebracht zijn.