NL9101194A - Werkwijze en inrichting voor het tot korrels persen van meel of meelachtige grondstof, in het bijzonder mengvoer. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het tot korrels persen van meel of meelachtige grondstof, in het bijzonder meng-voer.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het tot korrels persen van meel of meelachtige grondstof, in het bijzonder mengvoer, volgens de aanhef van conclusie 1 en een inrichting volgens de aanhef van conclusie 7.

Bij het tot korrels, bijvoorbeeld veevoederpellets, persen van meel of meelachtige grondstof, in het bijzonder mengvoer, is een nauwkeurige regeling van het produktiepro-ces van belang voor de kwaliteit van het eindprodukt en het rendement van de produktie.

In de praktijk wordt bij een dergelijk produktieproces voor het doseren van de grondstof(fen) gebruik gemaakt van een doseerbunker. De hoeveelheid grondstof, die benodigd is voor een "pers-run", wordt uit een grote opslagsilo in een doseerbunker gebracht. Met behulp van een schroeftransporteur wordt dan de grondstof gedoseerd aan een menger toegevoerd. Vervolgens wordt het mengsel in een pers tot korrels geperst. Hierbij ontstaat tevens gruis dat bij een zeefinrichting van de korrels wordt gescheiden. Het gruis wordt teruggevoerd naar de pers.

Voor de regeling van de menger en de pers zijn de toegevoerde hoeveelheid grondstof en de hoeveelheid gruis die ontstaat belangrijke ingangswaarden. Bij de bestaande produktielijnen, wordt de toegevoerde hoeveelheid grondstof echter berekend uit de capaciteit van de schroeftranspor-teur. Hierbij wordt uitgegaan van het aantal omwentelingen van de toevoerschroef, het getransporteerde volume per omwenteling en het soortelijk gewicht van de te persen grondstof. Een dergelijke berekening is echter onnauwkeurig omdat het getransporteerde volume wijzigt door vervuiling van de toevoerschroef, zoals het vastzetten van een laag grondstof op het schroefoppervlak, en omdat het soortelijk gewicht van de grondstof niet nauwkeurig bekend is.

De onderhavige uitvinding beoogt een werkwijze en een inrichting te verschaffen, waarbij de bovengenoemde bezwaren zijn ondervangen en waarbij een nauwkeurige regeling van het produktieproces mogelijk wordt gemaakt.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt door een werkwijze volgens de aanhef van conclusie 1, welke tot kenmerk heeft dat de hoeveelheid grondstof die aan de meng/persinrichting wordt toegevoerd, "in-lijn" wordt gemeten als de per tijdseenheid toegevoerde massa. Hierdoor is de toevoer aan de meng/persinrichting aanzienlijk nauwkeuriger bekend dan bij de bestaande produktielijnen. Verder kan deze meetwaarde dan als stuurgrootheid voor de regeling van het produktieproces worden gebruikt.

Tevens kan volgens de uitvinding de hoeveelheid gruis, die bij het zeven wordt afgescheiden, worden gemeten als de afgescheiden massa. Ook deze nauwkeurige meetwaarde kan als stuurgrootheid voor de regeling van het produktieproces worden gebruikt. Een verdere verbetering kan worden verkregen door het "in-lijn" meten van de per tijdseenheid afgescheiden massa van het gruis.

De inrichting volgens de uitvinding omvat opslagmidde-len voor het tijdelijk opslaan van de grondstof, een meng/-persinrichting voor het mengen van de grondstof met hulp-grondstoffen en het tot korrels persen van de gemengde grondstoffen, en een doseerinrichting voor het vanuit de opslagmiddelen aan de meng/persinrichting toevoeren van de grondstof, welke doseerinrichting een doseerbunker voor het opnemen van een bepaalde hoeveelheid grondstof uit de opslagmiddelen, en een transportinrichting voor het vanuit de doseerbunker naar de meng/persinrichting transporteren van de grondstof omvat. Tevens kan de inrichting voorzien zijn van een weeginrichting voor het meten van de massa van het gruis dat bij het zeven wordt afgescheiden.

Door het toepassen van de hierboven beschreven werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding wordt bereikt dat de kwaliteit van het eindprodukt verbetert, het elektrisch en mechanisch rendement van de gehele produktielijn wordt verhoogd, de stofuitstoot en dus de milieu belasting vermindert door het verminderen van de gruisproduktie en gegevens ter beschikking komen voor het "in bedrijf houden" van de produktielijn.

In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de doseerinrichting volgens de uitvinding, zijn de doseerbun-ker en een schroeftransporteur vast met elkaar verbonden en is dit geheel opgenomen in een weeginrichting. Deze weegin-richting kan als differentiaalweger zijn uitgevoerd die de verandering van de massa grondstof in de doseerinrichting weergeeft. Ook de weeginrichting voor het gruis kan als differentiaalweger zijn uitgevoerd.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin, bij wijze van voorbeeld, schematisch een inrichting voor het tot korrels persen van persmeel is weergegeven.

De grondstof, bijvoorbeeld persmeel, is opgeslagen in de silo's 1 en 2, die afsluitbaar zijn. Voor de opslag van gruis dat bij de produktie ontstaat is een aparte bunker 3 aangebracht, die eveneens afsluitbaar is. Onder de uitvoer-openingen van de silo's 1 en 2 en de gruisbunker 3 is een doseerbunker 4 geplaatst en een vast daarmee verbonden schroeftransporteur 5, die een regelbaar toerental heeft. De doseerbunker 4 en de schroeftransporteur 5 vormen samen een doseerinrichting 10. Voor het bepalen van de massa van het persmeel in de doseerinrichting 10, is de inrichting 10 opgenomen in een differentiaalweeginrichting 6.

De schroeftransporteur 5 transporteert het persmeel uit de doseerbunker 4 naar de meng/persinrichting die in zijn geheel is aangeduid met 11. De doseerinrichting 10 is met flexibele aansluitingen 12 aangesloten op de silo's 1, 2, de gruisbunker 3 en de meng/persinrichting 11.

In de menger 8 wordt het persmeel bij voorkeur gemengd met stoom en melasse en in de pers 9 worden de korrels gevormd. In verband met de mogelijke terugslag van de stoom is op de schroeftransporteur 5 een zogenaamde "Chinese hoed" 13 aangebracht.

Bij de produktie ontstaat naast de korrels ook gruis dat bij de zeefinrichting 14 wordt afgescheiden. Het gruis wordt dan teruggevoerd naar gruisbunker 3. Deze gruisbunker is, tussen twee flexibele aansluitingen 12 en 15, vrij opgehangen in een weeginrichting 7.

Het produktieproces verloopt nu als volgt. Een hoeveelheid persmeel wordt uit de silo 1 (of 2) in de doseer-bunker 4 gebracht. Deze hoeveelheid wordt gemeten door de differentiaalweeginrichting 6. Door het in werking stellen van de regelbare schroeftransporteur 5 wordt het persmeel naar de menginrichting 8 getransporteerd. De differentiaal-weger 6 meet nu nauwkeurig de afname van de massa van het persmeel per tijdseenheid in de doseerinrichting, welke uiteraard overeenkomt met de toevoer aan de menger 8. Met deze meetwaarde kan de toevoer van stoom en melasse aan de menger 8 worden geregeld. Vervolgens worden door de pers 9 korrels geperst. Het gruis dat hierbij ontstaat wordt bij de zeefinrichting 14 uitgezeefd en teruggevoerd in de gruisbunker 3. Met de weeginrichting 7, die als statische weger kan zijn uitgevoerd, wordt de massa van het gruis dat ontstaat, gemeten. De weeginrichting 7 kan ook zijn uitgevoerd als differentiaalweger die "in-lijn" de massa van het gruis dat ontstaat bij het zeven per tijdseenheid meet. Ook deze meetwaarde kan direct worden gebruikt voor de regeling van het proces, zoals de regeling van de toevoer van stoom en melasse.

Indien de persmeelmassa in de doseerbunker 4 een bepaald minimum heeft bereikt, wordt persmeel uit silo 1 (of 2) en gruis uit bunker 3 in de doseerbunker gebracht. Hierbij wordt een bepaalde verhouding tussen gruis en persmeel in acht genomen.

Claims (14)

1. Werkwijze voor het tot korrels persen van meel of meelachtige grondstof, in het bijzonder mengvoer, waarbij in een geregeld proces de grondstof gedoseerd aan een meng/persinrichting wordt toegevoerd, waarin de grondstof wordt gemengd met hulp-grondstoffen en tot korrels worden geperst, en vervolgens de korrels door zeven van het bij de produktie ontstane gruis worden gescheiden, en waarbij tenminste de hoeveelheid grondstof, die aan de meng/persinrichting wordt toegevoerd, wordt gemeten, met het kenmerk, dat de hoeveelheid grondstof die aan de meng/persinrichting (11) wordt toegevoerd, "in-lijn" wordt gemeten als de per tijdseenheid toegevoerde massa.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gemeten waarde, die de per tijdseenheid aan de meng/persinrichting toegevoerde massa grondstof weergeeft, als stuur-grootheid aan de regeling van het proces wordt toegevoerd.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de hoeveelheid gruis, die bij het zeven wordt afgescheiden, eveneens wordt gemeten als de afgescheiden massa.

4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de hoeveelheid gruis, die bij het zeven wordt afgescheiden, eveneens Hin-lijn" wordt gemeten als de per tijdseenheid afgescheiden massa.

5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de gemeten waarde, die de bij het zeven afgescheiden massa gruis weergeeft, eveneens als stuurgrootheid aan de regeling van het proces wordt toegevoerd.

6. Werkwijze volgens conclusie 3-5, met het kenmerk, dat het afgescheiden gruis weer met grondstof wordt gemengd en samen met de grondstof verhoudingsgewijs aan de meng/persinrichting wordt toegevoerd.

7. Inrichting voor het tot korrels persen van meel of meelachtige grondstof, in het bijzonder mengvoer, omvattende opslagmiddelen voor het tijdelijk opslaan van de grondstof, een meng/persinrichting voor het mengen van de grond- stof met hulpgrondstoffen en het tot korrels persen van de gemengde grondstoffen, en een doseerinrichting voor het vanuit de opslagmiddelen aan de meng/persinrichting toevoeren van de grondstof, welke doseerinrichting een doseerbun-ker voor het opnemen van een bepaalde hoeveelheid grondstof uit de opslagmiddelen, en een transportinrichting voor het vanuit de doseerbunker naar de meng/persinrichting transporteren van de grondstof omvat, met het kenmerk, dat weeginrichtingen (6) zijn aangebracht voor het "in-lijn" meten van de totale massa van de doseerbunker (4) , de transportinrichting (5) en de zich hierin bevindende grondstof.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de doseerbunker (4) en de transportinrichting (5) vrij beweegbaar ten opzichte van de opslagmiddelen (1, 2) resp. de meng/persinrichting (11) zijn opgehangen.

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de doseerbunker (4) en de transportinrichting (5) vast met elkaar verbonden zijn.

10. Inrichting volgens één der conclusies 7-9, met het kenmerk, dat de transportinrichting (5) een schroeftransporteur is.

11. Inrichting volgens één der conclusies 7-10, met het kenmerk, dat een weeginrichting (7) is aangebracht voor het meten van de hoeveelheid gruis die bij het zeven wordt afgescheiden.

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de weeginrichting (7) "in-lijn" de massa van het gruis dat bij het zeven wordt afgescheiden per tijdseenheid meet.

13. Inrichting volgens één der conclusies 7-12, met het kenmerk, dat de doseerinrichting (4) is voorzien van middelen voor het gedoseerd aan de grondstof toevoegen van afgescheiden gruis.

14. Doseerinrichting toe te passen bij een inrichting volgens één of meer der conclusies 7-13.