NL1013057C2 - Inrichting en werkwijze voor het meten van de vochtigheidsgraad van teeltsubstraat zoals potgrond. - Google Patents

Description

5

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET METEN VAN DE VOCHTIGHEIDSGRAAD VAN TEELTSUBSTRAAT ZOALS POTGROND

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze van het vochtgehalte van stortbaar materiaal, in het bijzonder teeltsubstraat, zoals potgrond.

Bij de toegenomen mechanisatie van de tuinbouw 10 is het van belang de procesomstandigheden van de planten zo goed mogelijk te beheersen. Een tot nu slecht beheerste omstandigheid is het vochtgehalte van teeltsubstraat, zoals potgrond. Bij gebruik van volledig kunstmatige substraten, zoals minerale wol en dergelijke, is het 15 mogelijk het vochtgehalte daarvan goed te bepalen en te beheersen. Bij potgrond en mengsels van potgrond is dit echter veel moeilijker; de samenstelling van de potgrond is veel heterogener, varieert bovendien, terwijl de watervasthoudende eigenschappen van potgrond moeilijk 20 vaststelbaar zijn. Bovendien is het watergehalte van potgrond, in het bijzonder wanneer dit enige tijd in de buitenlucht is opgeslagen, sterk variabel.

Er bestaat aldus behoefte aan een werkwijze en een inrichting voor het bepalen van het vochtgehalte van 25 potgrond. Bovendien bestaat er behoefte aan een werkwijze en een inrichting voor het corrigeren van het vochtgehalte, in het bijzonder voor het vergroten van het vochtgehalte tot een voorafbepaalde waarde.

Deze doeleinden worden bereikt door een werk-30 wijze, welke wordt gekenmerkt, doordat het volume van een hoeveelheid stortbaar materiaal, in het bijzonder teeltsubstraat, zoals potgrond, wordt bepaald, het gewicht van de hoeveelheid stortbaar materiaal wordt bepaald, vervolgens uit het volume en het gewicht de soortelijke dicht-35 heid wordt bepaald, en tenslotte door vergelijking met een tabel het vochtgehalte wordt bepaald.

Verder voorziet de onderhavige in een dergelijke werkwijze voor het bereiden van stortbaar materiaal, 1013057 2 in het bijzonder teeltsubstraat, zoals potgrond, met een voorafbepaald vochtgehalte, welke wordt gekenmerkt, doordat het volume van een hoeveelheid stortbaar materiaal wordt bepaald, het gewicht van de hoeveelheid stort-5 baar materiaal wordt bepaald en vervolgens aan de hoeveelheid stortbaar materiaal zoveel water wordt toegevoegd, dat het bij het gewenste vochtgehalte behorende gewicht is verkregen.

De uitvinding verschaft hiertoe tevens een 10 inrichting voor het bepalen van het vochtgehalte van stortbaar materiaal, in het bijzonder potgrond, welke inrichting wordt gekenmerkt, doordat deze omvat: - een op een weegschaal geplaatste voorraadbak; - een toevoerinrichting voor het aan de voor-15 raadbak toevoeren van voorafbepaalde volumina; - een losinrichting voor de voorraadbak; en - een rekentuig voor het uit het toegevoerde volume en het gemeten gewicht bepalen van het vochtgehalte .

20 Tenslotte voorziet de onderhavige in een derge- lijke inrichting, welke wordt gekenmerkt, doordat de toevoerinrichting een transportband omvat, welke van een meetorgaan voor het meten van de hoogte van het op de transportband meegevoerde stortbare materiaal omvat, en 25 waarbij het rekentuig is ingericht voor het uit de gemeten hoogte bepalen van de op de transportband meegevoerde hoeveelheid materiaal.

Andere aantrekkelijke voorkeursuitvoeringsvormen blijken uit de onderconclusies.

30 Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van: figuur 1, waarin een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding is afgebeeld; en 35 figuur 2, waarin een perspectivisch detailaan- zicht van een dergelijke inrichting is weergegeven.

In figuur 1 is een vat 1 afgebeeld dat aan zijn onderzijde van vier uitsteeksels 2 is voorzien. Elk van 1013057 3 de vier uitsteeksels 2 rust door middel van een drukopne-mer 3 op een frame 4. Onder het frame is een transportband 5 aangebracht voor het transporteren van te vullen houders, casu quo kisten 6.

5 In het vat, dat van een kegelvormige bodem 7 is voorzien, is een roerwerk 8 aangebracht. Het roerwerk 8 is aandrijfbaar door middel van een in figuur 2 duidelijk zichtbare elektromotor 9, welke door middel van een tandwieloverbrenging 10 een centrale as 11 van het voor 10 roerwerk 8 aandrijft. Binnen de centrale as 11 van het roerwerk is een niet-roteerbare, doch in verticale richting beweegbare bedieningsas 12 aangebracht, welke de ketelvormige bodem 7 naar boven en naar beneden kan bewegen onder aandrijving van een lineair aandrijfelement 15 13. Het lineaire aandrijfelement 13 is aan de buitenzijde van het vat 1 verbonden door middel van een frame 14. Het naar boven en naar beneden bewegen van de kegelvormige bodem heeft ten doel het vat 1 te lossen.

Voor toevoer van potgrond wordt gebruik gemaakt 20. van een tweede transportband 15 voor los materiaal. De tweede transportband 15 leidt naar een mengvat 16, waar de toegevoerde transportband door middel van een vijzel 17 wordt verkleind en zoveel mogelijk gehomogeniseerd. Vanuit het mengvat 16 komt de potgrond op een derde 25 transportband 18 terecht, welke via een glijbaan 19 leidt naar de bovenzijde van het vat 1. Op de glijbaan 19 is een lasermeetinrichting 20 aangebracht voor het meten van de hoogte van de toegevoerde strook potgrond. Volgens de getoonde uitvoeringsvorm is de laserhoogtemeetinrichting 30 20 voorzien van een laserkop, welke door middel van een zich herhalende zwaaibeweging de hoogte bepaalt van de toegevoerde hoeveelheid grond. Het is mogelijk gebruik te maken van andere soorten lasermeetinrichtingen, welke bijvoorbeeld voorzien zijn van een afstrijkinrichting.

35 Voor het toevoeren van water is een bestuurbare kraan 21 aangebracht, welke door middel van een tuit 22 verbonden is met de inhoud van het vat 1.

1013057 4

Vervolgens zal de werking van de onderhavige inrichting bij het uitvoeren van de werkwijze volgens de onderhavige worden beschreven.

Aannemende dat het vat 1 leeg is, wordt via de 5 transportbanden 15, het mengvat 16, de derde transportband 18 en de goot 19 grond toegevoerd aan het vat 1. Hierbij wordt door middel van de integrerende laserhoog-temeetinrichting het toegevoerde volume grond bepaald. Wanneer een gewenste volumehoeveelheid is toegevoerd, 10 wordt de toevoer van potgrond gestopt, en wordt de weeg-inrichting, welke door de drukopnemers 3 wordt gevormd, geactiveerd. Het hieruit resulterende gewicht wordt naar een niet in de tekeningen weergegeven meetrekentuig gevoerd, waarna het rekentuig aan de hand van het gewicht 15 de soortelijke massa van de hoeveelheid potgrond vaststelt. Hiermede, en onder referentie aan een bijvoorbeeld empirisch opgestelde tabel, is het mogelijk het vochtgehalte van de potgrond te bepalen. Hierbij is het mogelijk voor verschillende soorten potgrond verschillende soorten 20 tabellen toe te passen.

Veelal zal men niet alleen de soortelijke massa van de potgrond willen weten, doch deze tevens corrigeren. Wanneer de potgrond te droog is, is het gemakkelijk water toe te voegen. Hiervoor is de besturingsinrichting 25 verbonden met een kraan 21, waarmee het mogelijk is een voorafbepaald volume water aan het vat 1 toe te voeren. Daarna kan het roerwerk 8 worden geactiveerd voor het maken van een homogeen mengsel. Het zal duidelijk zijn dat het alleen mogelijk is te droge potgrond vochtiger te 30 maken; het omgekeerde is uiteraard niet mogelijk. Wel is het mogelijk de vochtige potgrond te vermengen met van een andere bron afkomstige, droge potgrond. Om dit mogelijk te maken moeten de met de referentiecijfers 15-20 weergegeven positienummers worden gedupliceerd.

35 Nadat door het werken met het roerwerk 8 een homogeen mengsel is verkregen, wordt door middel van de lineaire aandrijfinrichting 13 de bodem 7 naar beneden bewogen, waarna de vrijkomende grond op op zich bekende 1013057 5 wijze in houders 6 kan worden gestort. Wanneer het vat l leeg is, kan het gehele proces worden herhaald.

Het zal duidelijk zijn dat door toepassing van een rekentuig talloze variaties op de beschreven werkwij-5 ze kunnen worden toegepast.

Zo is het bijvoorbeeld mogelijk gebruik te maken van een sleepketting. Een dergelijke ketting strekt zich uit in de lengterichting van de goot. Aan een dergelijke ketting zijn op regelmatige afstanden meenemers 10 bevestigd die elk geschikt zijn voor het meenemen van een voorafbepaalde hoeveelheid stortbaar materiaal bij het langs de goot bewegen van de ketting met de meenemers.

Hierbij wordt er op gewezen dat veelal het rekentuig een functie vervult bij het bepalen van het 15 volume, namelijk door het integreren van de van de laser-hoogtemeetinrichting 20 afkomende signalen.

Verder is het mogelijk op het mengvat een doseerinrichting aan te brengen voor het aan het teelt-substraat toevoegen van toeslagstoffen, zoals kunstmest, 20 bestrijdingsmiddelen, enzovoorts.

1013057

Claims (11)

1. Werkwijze voor het bepalen van het vochtge-5 halte van stortbaar materiaal, in het bijzonder teeltsub-straat, zoals potgrond, met het kenmerk, - dat het volume van een hoeveelheid stortbaar materiaal wordt bepaald, - dat het gewicht van de hoeveelheid stortbaar 10 materiaal wordt bepaald, - dat vervolgens uit het volume en het gewicht de soortelijke dichtheid wordt bepaald, en - dat ten slotte door vergelijking met een tabel het vochtgehalte wordt bepaald.

2. Werkwijze voor het bereiden van stortbaar materiaal, in het bijzonder potgrond met een voorafbe-paald vochtgehalte, met het kenmerk, - dat het volume van een hoeveelheid stortbaar materiaal wordt bepaald, 20. dat het gewicht van de hoeveelheid stortbaar materiaal wordt bepaald, en - dat vervolgens aan de hoeveelheid stortbaar materiaal zoveel water wordt toegevoegd, dat het bij het gewenste vochtgehalte behorende gewicht is verkregen.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat na het toevoegen van water het stortbare materiaal met het water wordt gemengd.

4. Inrichting voor het bepalen van het vochtgehalte van stortbaar materiaal, in het bijzonder potgrond, 30 met het kenmerk, dat de inrichting omvat: - een op een weegschaal geplaatste voorraadbak; - een toevoerinrichting voor het aan de voorraadbak toevoeren van voorafbepaalde volumina; - een losinrichting voor de voorraadbak; en 35. een rekentuig voor het uit het toegevoerde volume en het gemeten gewicht bepalen van het vochtgehalte . 1013057

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de toevoerinrichting een transportband omvat, welke van een meetorgaan voor het meten van de hoogte van het op de transportband meegevoerde stortbare 5 materiaal omvat, en dat het rekentuig is· ingericht voor het uit de gemeten hoogte bepalen van de op de transportband meegevoerde hoeveelheid materiaal.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het meetorgaan een laserbron en een laserde- 10 tector omvat, waarbij deze elementen zijn ingericht voor het bepalen van de hoogte van het op de transportband meegevoerde materiaal.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat boven de transportband, stroomopwaarts van 15 het meetorgaan, een afstrijkinrichting is geplaatst voor het tot een gelijkmatige hoogte afstrijken van het op de transportband meegevoerde materiaal.

8. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de toevoerinrichting een goot omvat, waarin 20 aan een beweegbare ketting bevestigde meenemers zijn geplaatst, welke elk ingericht zijn voor het meenemen van een voorafbepaald volume.

9. Inrichting volgens een van de conclusies 4-8, met het kenmerk, dat de voorraadbak kantelbaar is.

10. Inrichting volgens een van de conclusies 4-9, met het kenmerk, dat de inrichting tevens geschikt is voor het bereiden van stortbaar materiaal met het gewenste vochtgehalte doordat boven de voorraadbak een watertoevoerinrichting is geplaatst voor het aan de 30 voorraadbak toevoeren van water.

11. Inrichting volgens een van de conclusies 4-10, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een doseerinrichting voor het toedienen van toeslagstoffen. ΙΟίουόi