NL9101072A - Bodemconstructie voor een motorvoertuig. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Bodemconstructie voor een motorvoertuig.

De uitvinding heeft betrekking op een bodemconstructie voor een motorvoertuig, omvattende een als een eerste persdeel uitgevoerd bodemdeel dat is verbonden met tenminste één zich binnen het interieur van het voertuig bevindend, geprofileerd, versterkingselement.

Een dergelijke bodemconstructie is algemeen bekend en bijvoorbeeld onderwerp van EP-A-0 297 057. Deze bekende constructie vergt een groot aantal, aan elkaar te lassen, onderdelen zodat de assemblage ervan tijdrovend en dus duur is, ook wanneer zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van subsamenstellingen.

De uitvinding beoogt een verbeterde bodemconstructie te verschaffen waarbij deze bezwaren zijn ondervangen. Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat het versterkingselement wordt gevormd door een tweede, eveneens uit plaatmateriaal vervaardigd persdeel dat is voorzien van in de voertuiglangs- en voertuigdwarsrichting verlopende profileringen waarvan de eindranden deels met het bodemdeel, en deels met andere in langs- en dwarsrichting verlopende plaatdelen zijn verbonden.

Hoewel dit tweede, in één stuk uitgevoerde, versterkingselement voor de vervaardiging ervan een pers vergt met afmetingen vergelijkbaar met de afmetingen van de pers welke nodig is voor het vervaardigen van het bodemdeel worden ten opzichte van de bekende bodemconstructie toch aanzienlijke voordelen verkregen. Er zijn geen op te lassen kokers, liggers of subsamenstellingen nodig terwijl, daar anders noodzakelijke bodemprofileringen kunnen vervallen, de onderzijde van de bodem nagenoeg vlak kan zijn. Dit leidt tot een lagere luchtweerstand en een verminderde gevoeligheid voor beschadigingen. De profileringen van het tweede persdeel bepalen kanalen voor het opnemen van elec-trische, hydraulische en pneumatische leidingen terwijl deze ruimten ook kunnen worden gevuld met isolatiemateriaal ter verbetering van de geluid- en warmte-isolatie. Bij een geschikte dimensionering heeft het geheel een uitstekende buig- en torsiestijfheid bij een laag gewicht. De assemblage wordt aanmerkelijk versneld? doordat in feite slechts twee elementen met elkaar moeten worden verbonden is bescherming tegen corrosie gemakkelijker uitvoerbaar.

Voorkeursuitvoeringsvormen der uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin is:

Figuur 1 een perspectivische afbeelding, in schuin bovenaanzicht, van een gedeelte van een bodemconstructie volgens de uitvinding, figuur 2 een perspectivische afbeelding, gedeeltelijk doorgesneden getekend, van deze constructie.

In de figuren is met het verwijzingscijfer 2 het bodem-deel aangegeven dat vanaf het, niet. getekend, schutbord tot aan de hielplaat 4 - waarop de achtervloerplaat 6 aansluit - geheel vlak is uitgevoerd, in de getekende uitvoering met uitzondering van een in het middenlangsvlak van het motorvoertuig gelegen U-vormige profilering 8 welke de middentunnel vormt. Aldus wordt ruimte gecreëerd voor het onderbrengen van een cardanas danwel van tussen voor- en achterzijde van het motorvoertuig verlopende leidingen. De bevestiging van het bodemdeel 2 aan de hielplaat 4 geschiedt door het aan laatstgenoemde vastlassen van de omgezette eindrand 10 der bodemplaat 8.

De bodemplaat 2 is verbonden met een uit één stuk uitgevoerd, uit plaatmateriaal vervaardigd persdeel 12 dat is voorzien van een aantal in de voertuiglangsrichting verlopende profileringen welke in figuur 1 zijn aangegeven met de verwi jzingsci jfers 14, 16b, 18a, 18b en 20a, 20b. Voorts is er een aantal in dwarsrichting verlopende profileringen 22a, 22b; 24a, 24b en 26a, 26b. De profileringen 22a, 22b zijn via de opstaande randen 28a, 28b vastgelast aan de hielplaat 4 terwijl alle profileringen eindigen in in één horizontaal vlak gelegen naar buiten omgezette randen, allen aangegeven met hetzelfde verwijzingscijfer 30. Via deze randen is het versterkingselement aan de bodemplaat vastgelast.

Zoals in het bijzonder in het linkergedeelte van figuur 2 zichtbaar is is het versterkingselement aan de beide in de voertuiglangsrichting verlopende eindranden uitgevoerd met een dubbel L-vormige profilering 32a, 32b eindigend in opstaande eindranden 34a, 34b. Deze opstaande eindranden liggen in hoofdzaak in één lijn met de omlaaggerichte eindranden 36a, 36b van de bodemplaat 2 zodat, wanneer de met de streep-puntlijnen 38 schematisch aangegeven zijbe-plating tegen deze eindranden wordt vastgelast drempelko-kers 40a, 40b worden gevormd.

De uitvinding biedt uiteraard ruimte voor vele variaties, zowel in aantal als in vorm der profileringen terwijl ook in de uitvoering van het bodemdeel 2 diverse wijzigingen mogelijk zijn. Zo is het denkbaar de in dit bodemdeel gevormde tunnel 8 plaatselijk in dwarsrichting door één of meer (in de figuren niet getekende) versterkingselementen te overbruggen danwel zelfs geheel af te sluiten door een eventueel losneembare afsluitplaat. Ook in deze gevallen blijven de voordelen van de constructie volgens de uitvinding behouden.

Claims (5)

1. Bodemconstructie voor een motorvoertuig, omvattende een als een eerste persdeel uitgevoerd bodemdeel (2) dat is verbonden met tenminste één zich binnen het interieur van het voertuig bevindend, geprofileerd, versterkingselement, met het kenmerk, dat dit versterkingselement wordt gevormd door een tweede, eveneens uit plaatmateriaal vervaardigd persdeel (12) dat is voorzien van in de voertuiglangs- en voertuigdwarsrichting verlopende profileringen (14; 16a, 16b; 18a, 18b; 20a, 20b? 22a, 22b? 24a, 24 b; 26a, 26b) waarvan de eindranden deels met het bodemdeel, en deels met andere in langs- en dwarsrichting verlopende plaatdelen zijn verbonden.

2. Bodemconstructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opstaande wanddelen der profileringen eindigen in omgezette, aan het bodemdeel vastgelaste eindranden.

3. Bodemconstructie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het bodemdeel (2) is voorzien van een in het middenlangsvlak van het voertuig gelegen en in de voer-tuiglangsrichting tussen het schutbord en de hielplaat verlopende U-vormige profilering (8) die tweezijdig wordt omsloten door een corresponderende profilering (14) van het versterkingselement, van welke profilering tenminste een in de voertuigdwarsrichting verlopende U-vormige profilering (24a, 24b), en een nabij de hielplaat (4) op deze aansluitende dubbel L-vormige profilering (22a, 22b) uitgaat.

4. Bodemconstructie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de dwarsprofileringen (22a, 22b; 24a, 24b; 26a, 26b) overgaan in in de voertuiglangsrichting verlopende en aan de voertuigzijwanden gelegen dubbel L-vormige, op de zijpanelen van het voertuig aansluitende en daarmede de drempel-kokers bepalende profileringen (32a, 32b).

5. Bodemconstructie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de U-vormige profilering (8) in het bodemdeel (2) althans plaatselijk in dwarsrichting door een versterkingselement is overbrugd.