NL9100570A - Werkwijze en inrichting voor groepsvaststelling. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor groepsvaststelling. Download PDF

Info

Publication number
NL9100570A
NL9100570A NL9100570A NL9100570A NL9100570A NL 9100570 A NL9100570 A NL 9100570A NL 9100570 A NL9100570 A NL 9100570A NL 9100570 A NL9100570 A NL 9100570A NL 9100570 A NL9100570 A NL 9100570A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
indication
group
current
groups
Prior art date
Application number
NL9100570A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Cornelis Dingeman Boons
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cornelis Dingeman Boons filed Critical Cornelis Dingeman Boons
Priority to NL9100570A priority Critical patent/NL9100570A/nl
Priority to CA002107573A priority patent/CA2107573A1/en
Priority to DE69203446T priority patent/DE69203446T2/de
Priority to EP92907250A priority patent/EP0578674B1/en
Priority to AT92907250T priority patent/ATE125075T1/de
Priority to PCT/NL1992/000052 priority patent/WO1992017926A1/en
Priority to US08/122,470 priority patent/US5493206A/en
Publication of NL9100570A publication Critical patent/NL9100570A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G1/00Methods or apparatus specially adapted for installing, maintaining, repairing or dismantling electric cables or lines

Landscapes

  • Measurement Of Current Or Voltage (AREA)
  • Road Signs Or Road Markings (AREA)
  • Arrangements For Transmission Of Measured Signals (AREA)

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR GROEPSVASTSTELLING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vaststellen tot welke groep een tot een elektrische installatie behorend aansluitpunt behoort, waarbij de elektrische installatie in ten minste twee groepen is verdeeld, die elk via een zekering op een distributienet zijn aangesloten.
Een dergelijke werkwijze is algemeen bekend. Een dergelijke werkwijze moet worden toegepast, wanneer, bijvoorbeeld in een oudere elektrische installatie, waarvan de configuratie en de groepsindeling onbekend is, werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, of wanneer men over een correcte tekening van de installatie wenst te beschikken, mogelijk in opdracht van de leverancier van elektrische energie.
Volgens de tot nu toe bekende werkwijze, die door ten minste twee personen moet worden uitgevoerd, worden door één persoon de groepenschakelaars stuk voor stuk uiten ingeschakeld, terwijl de andere persoon bij het te controleren aansluitpunt nagaat of de spanning op het desbetreffende aansluitpunt wegvalt. Bij het wegvallen van de spanning, hetgeen geconstateerd wordt door het doven van de lampen, respectievelijk een op de wandcontactdoos tijdelijk aangesloten controlelamp, wordt een mondelinge boodschap aan de eerste persoon bij de aansluitkast overgedragen. Deze stelt vast, op welke groep het desbetreffende aansluitpunt is aangesloten en maakt een desbetreffende aantekening.
Het zal duidelijk zijn dat dit een moeizame en tijdrovende procedure is, waarvoor twee arbeidskrachten noodzakelijk zijn. Tevens is de kans op fouten, mede door de mondelinge communicatie aanzienlijk. Het is weliswaar mogelijk deze werkwijze met één persoon uit te voeren, doch dan moet deze ene persoon wel veel heen en weer lopen, hetgeen wel zeer veel tijd (aanzienlijk meer dan het dubbele) in beslag neemt.
Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een werkwijze, die in een kortere tijdsduur, en die met slechts één persoon kan worden uitgevoerd. Het doel van de onderhavige uitvinding is eveneens het verschaffen van een inrichting, die bij het uitvoeren van een dergelijke werkwijze kan worden toegepast.
Dit doel wordt bereikt door: - het op het aansluitpunt aanleggen van een signaal, dat ter plaatse van de zekering detecteerbaar is; - het detecteren van de ter plaatse van elke tot de installatie behorende zekering vloeiende stroom; en - het aan de gebruiker via een elektrisch indicaties ignaal overdragen van de aanduiding van de groep, waarin een signaal is gedetecteerd.
De onderhavige uitvinding verschaft tevens een inrichting voor het vaststellen tot welke groep een tot een elektrische installatie behorend aansluitpunt behoort, waarbij de installatie tenminste twee groepen omvat, die elk via een zekering op een distributienet zijn aangesloten, waarbij de inrichting omvat: - een detectie- en meetinrichting, die een aantal detectie-eenheden omvat, welk aantal ten minste gelijk is aan het aantal tot de installatie behorende groepen, en waarbij elke detectie-eenheid voorzien is van een detector voor het detecteren van de groep, waarin het op het aansluitpunt aangelegde signaal wordt gedetecteerd, en waarbij de detectie- en meetinrichting voorzien is van een zender voor het uitzenden van een indicatiesignaal, die de groep indiceert, waarin het signaal is gedetecteerd; en - een indicatie-inrichting, die voorzien is van een ontvanger voor het door de zender uitgezonden indica-tiesignaal en van indicatiemiddelen voor het indiceren van een aanduiding van de groep, waarin het signaal is gedetecteerd.
Bij bovengenoemde werkwijze, waarbij bij voorkeur de bovengenoemde inrichting wordt toegepast, wordt het mogelijk met slechts één persoon de volledige groepen-indeling van een elektrische installatie op te nemen, waarbij slechts één persoon noodzakelijk is, en waarbij de ene persoon op de aansluitpunten signalen aanlegt, die bij de meterkast worden gedetecteerd, en waarbij automatisch een terugmelding plaatsvindt naar de opnemende persoon tot welke groep het aansluitpunt behoort, waarop het signaal is aangelegd. Door de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding kan een tijdsbesparing van een factor vier verkregen worden.
Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren, waarin voorstellen: fig. 1: een schematisch perspectivisch aanzicht van een aansluitkast van een elektrische installatie, waarop een detectie- en meetinrichting volgens de onderhavige uitvinding is aangesloten; fig. 2: een schematisch perspectivisch aanzicht van een indicatie-inrichting volgens de uitvinding en een op een wandcontactdoos aangesloten belasting, welke beide inrichtingen door de gebruiker kunnen worden bediend; fig. 3: een schematisch aanzicht van een aansluit-orgaan, dat geschikt is om in de zekeringhouder van een aansluitkast te worden geplaatst; fig. 4: een blokschema van een detectie- en meetinrichting volgens de onderhavige uitvinding; en fig. 5: een blokschema van een indicatie-inrich- 1 ting volgens de onderhavige uitvinding.
In fig. 1 is een aansluitkast 1 afgebeeld, die via een kabel 2 met het openbare distributienet is verbonden.
Aan de bovenzijde van de kast 1 zijn vier afgaande leidingen 3 aangebracht. Elk van deze leidingen 3 voedt een tot de elektrische installatie behorende groep van aansluitpunten. Deze aansluitpunten kunnen gevormd worden door contactdozen, lichtpunten of vast aangesloten apparaten.
De aansluitkast 1 omvat verder een kWh-meter 4, waarin de gezamenlijke, door de kabel 2 heen stromende energie wordt gemeten. Verder is voor elk van de groepen een hoofdschakelaar 5 aangebracht, en is eveneens voor elk van de groepen een houder 6 aangebracht voor daarin aan te brengen schroefzekeringen.
Veelal zijn op een dergelijke kast andere componenten aangebracht, zoals extra hoofdschakelaars en aard-lekschakelaars. Aangezien dergelijke componenten geen functie vervullen bij de onderhavige uitvinding, zijn zij niet nader aangeduid.
Voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding zijn de normaliter in elk van de houders 6 aanwezige schroefzekeringen verwijderd, en zijn in plaats daarvan aansluitorganen 7 aangebracht, die elk via een kabel 8 met een in de nabijheid van de aansluitkast 1 opgestelde meet- en detectie-inrichting 9 zijn verbonden. Hiertoe zijn aan één zijde van de meet- en detectie-inrichting 9 contactdozen 10 aangebracht, waarop door middel van contactstoppen 11 de kabels 8 aansluitbaar zijn.
De meet- en detectie-inrichting 9 omvat tevens een aantal stroominstelorganen 12, waarvan de werking hierna zal worden verklaard. Tenslotte is de meet- en detectie-inrichting 9 van een antenne 13 voorzien, die overigens ook in het huis van de meet- en detectie-inrichting kan zijn aangebracht.
Het bovenstaande uitvoeringsvoorbeeld heeft betrekking op vier verschillende groepen. Het is uiteraard mogelijk meet- en detectie-inrichtingen voor meer dan vier groepen toe te passen of gebruik te maken van meer dan één meet- en detectie-inrichting. Essentieel is dat er tenminste evenveel meet- en detectie-eenheden aanwezig moeten zijn als het aantal groepen. Het is in principe mogelijk met meer meet- en detectie-inrichtingen dan het totaal aantal groepen te werken, doch dan moet de meting herhaald worden voor de overige groepen, en de aansluitpunten, die bij de eerste meting niet aan een groep zijn toegekend.
Bij het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gebruik gemaakt van een inschakelbare belasting. In fig. 2 is een dergelijke belasting 14 afgeheeld. Deze wordt gevormd door een kast, waarin een elektrische weerstand of een andere belasting is opgenomen. Door middel van een snoer 15 en een contactstop 16 is deze op een wandcontactdoos 17 aansluitbaar. Verder is op de belasting 14 een schakelaar 18 aangebracht, waarmee de belasting in- en uitgeschakeld kan worden.
Fig. 2 toont een bij de uitvinding gebruikte indicatie-inrichting 19. Deze indicatie-inrichting 19 wordt gevormd door een huis 20, dat van een antenne 21 is voorzien, en waarop een aantal indicatielampjes 22 is aangebracht. Verder is een meter 23 aangebracht voor het aangeven van de sterkte van het via de antenne 21 ontvangen signaal. Onder de indicatielampjes 22 is een vlak vrijgehouden, waarop een stuk papier kan worden aangebracht, waarop aantekeningen kunnen worden gemaakt tijdens het opnemen van de installatie. Het is tevens mogelijk de indicatie-inrichting zo klein uit te voeren, dat slechts ruimte is voor de indicatielampjes van de meter. In plaats van indicatielampjes kunnen ook alfa-nummerieke displays worden toegepast. Op het huis kan een terugstelknop zijn aangebracht voor het doven van de indicatielampjes.
Vervolgens zal de toegepaste werkwijze worden toegelicht:
Uitgaande van een in bedrijf zijnde elektrische installatie wordt in de nabijheid van de aansluitkast 1 van de installatie de meet- en detectie-inrichting 9 opgesteld. Vervolgens worden de in de aansluitkast 1 aanwezige zekeringen verwijderd, waarbij in de plaats daarvan de aansluitorganen 7 worden aangesloten, waarbij deze van tevoren door middel van de respectievelijke kabels 8, de contactstoppen 11 en de contactdozen 10 met de meet- en detectie-inrichting 9 zijn verbonden, zodat de stroomlevering slechts gedurende een korte tijd wordt onderbroken.
Het zal duidelijk zijn dat om op een effectieve wijze de groepenindeling te kunnen opnemen het aantal tot de meet- en detectie-inrichting behorende afzonderlijke groepenaansluitingen groter dan of gelijk aan het aantal tot de elektrische installatie behorende groepen moet zijn. In sommige gevallen is het dan ook noodzakelijk meer dan één meet- en detectie-inrichting 9 toe te passen. Het is overigens niet per sé noodzakelijk dat het aantal groepsaansluitingen groter is dan het aantal groepen. De meting zal in dat geval moeten worden herhaald met de resterende groepen, hetgeen echter extra tijd vergt.
Wanneer aldus de meet- en detectie-inrichting 9 is aangesloten, moet de gevoeligheid van de stroominstelwaar-deorganen 12 worden ingesteld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de indicatie-inrichting 19. De desbetreffende knop 12 wordt dan zover verdraaid, dat de overeenkomstige indicatielamp 22 op de indicatie-inrichting 19 net niet brandt. Het is tevens mogelijk de meet- en indicatie-inrichting van desbetreffende indicatielampen te voorzien.
Dit betekent dat de door de desbetreffende groep afgenomen stroom slechts weinig verschilt van de door middel van de stroominstelwaardeorganen ingestelde stroom. Een eventuele stroomverandering kan dan ook gemakkelijk worden gedetecteerd.
Deze handeling wordt voor alle groepen uitgevoerd.
Vervolgens kan met de werkelijke opname van de groepenindeling worden aangevangen. Hiertoe maakt de gebruiker gebruik van de veranderbare belasting 14. Deze belasting 14 wordt successievelijk op alle tot de installatie behorende aansluitpunten aangesloten, waarbij met behulp van de schakelaar 18 de belasting wordt gevarieerd. Als gevolg van deze variërende belasting zal in een van de groepen een stroomverandering optreden, en wel in de groep, waarop de desbetreffende belasting is aangesloten.
Deze stroomverandering zal gedetecteerd worden door de meet- en detectie-inrichting 9 en de desbetreffende aanduiding van de groep wordt via een in de meet- en detectie-inrichting 9 aangebrachte zender via de antenne 13 doorgegeven aan antenne van de indicatie-inrichting 19.
De gebruiker draagt deze indicatie-inrichting 19 bij zich, en kan aan de hand van het oplichtende indicatielampje 22 vaststellen in welk van de groepen een stroomverandering heeft plaatsgevonden. Deze groep is dan de groep, waarop het desbetreffende aansluitpunt is aangesloten. Vervolgens kan de gebruiker een desbetreffende aantekening maken, bijvoorbeeld op het stuk papier, dat hij daartoe op de indicatie-inrichting 19 heeft bevestigd.
Bij het vaststellen op welke groep een vast aangebracht lichtpunt is aangesloten, wordt desbetreffend te werk gegaan; hiertoe wordt de verlichting ingeschakeld, wanneer deze gedoofd is, waarna vastgesteld wordt in welke groep een stroomvergroting heeft plaatsgevonden.
Fig. 3 vormt een afbeelding van een aansluitor-gaan, dat in plaats van een gangbare smeltzekering in de daartoe bestemde houder kan worden gedraaid. De houder 7 wordt gevormd door een van isolerend materiaal vervaardigd lichaam 24, waarvan de vorm hoofdzakelijk overeenkomt met die van een gangbare smeltzekering. Op de punt hiervan is een geleidende dop 25 aangebracht, die via een zich door het centrum van het lichaam heen uitstrekkende draad verbinding 26 met een van de aders van de kabel 8 is verbonden. Rondom het lichaam is een van schroefdraad voorziene, van metaal vervaardigde huls 27 aangebracht, die met de andere ader van de kabel 8 verbonden is.
De huls 27 is vast verbonden met een van isolerend materiaal vervaardigde mantel 28, met behulp waarvan de huls 27 geroteerd kan worden ten opzichte van het lichaam 24, zodat aldus het gehele aansluitorgaan 7 in een houder kan worden geschroefd. Voor aansluiting van de kabel 8 op het lichaam 24 wordt gebruik gemaakt van een wartel 29.
Het zal duidelijk zijn dat gebruik gemaakt moet worden van verschillende metalen hulzen 27 om tegemoet te komen aan de diverse maten houders in verband met de diverse waarden van de stroom, waarvoor de zekering geschikt is.
Er zijn situaties, waarin dergelijke aansluitorga-nen niet kunnen worden gebruikt. Een dergelijke situatie doet zich bijvoorbeeld voor, wanneer maximaalautomaten toegepast worden in plaats van smeltzekeringen. Dan wordt gebruik gemaakt van zogenaamde ampèretangen, die rond een van de geleiders van een groepsaansluiting moeten worden aangebracht. Veelal zullen hiervoor enige geleiders tevoorschijn gehaald moeten worden. De ampèretang fungeert overigens ook als stroomtransformator, zodat de ampèretang direkt met de detectieschakeling verbonden kan worden. De smeltveiligheid is niet noodzakelijk; de maximaalautomaat blijft in werking.
Fig. 4 toont een blokschema van een meet- en detectie-inrichting 9. De meet- en detectie-inrichting 9 is voorzien van vier detectie-eenheden, die elk gevormd worden door een stroomtransformator 30, waarvan de primaire wikkeling met de contactdozen 10 is verbonden. In een van de hiertussen aanwezige verbindingen is een smeltzeke-ring 31 opgenomen. Dit houdt verband met het feit, dat uit de aansluitkast 1 bij aansluiting van de meet- en detectie-inrichting 9 de smeltzekering moet worden verwijderd. Aldus moet om onveilige situaties te voorkomen een alternatieve vorm van zekering worden toegepast.
De secundaire wikkeling van de stroomtransformator 30 is verbonden met een de stroomveranderingsindicatie-schakeling 32. Zoals reeds bij de werkwijze is beschreven, wordt met behulp van de instelknoppen 12 van de stroomver-anderingsindicatorschakelingen 32 een grenswaarde van de stroom ingesteld, en de schakelingen 32 geven, wanneer de via de stroomtransformator 30 aan de schakeling 32 toegevoerde stroom groter is dan de ingestelde grenswaarde een signaal af op een uitgangsaansluiting.
Alle uitgangsaansluitingen van de desbetreffende stroomveranderingsindicatieschakelingen 32 zijn verbonden met een zender 33. De zender 33 zendt via de antenne 13 een signaal met een frequentie in het MHz-gebied uit, dat een indicatie is voor de aanduiding van de stroomverande-ringsindicatieschakeling, waarop een stroomverandering is geïndiceerd.
In fig. 5 is de schakeling van de indicatie-in-richting 19 afgeheeld. Het via de antenne 21 ontvangen signaal wordt aan een ontvanger 34 toegevoerd, waarbij in afhankelijkheid van het signaal aan een van de houdschake-lingen 35 een signaal wordt toegevoerd. Hierbij geeft het via de antenne 21 ontvangen signaal de aanduiding van de stroomveranderingsindicatieschakeling 32, waarop een verandering is opgetreden, zodat de desbetreffende houd-schakeling 35 van positie verandert. De op de desbetreffende houdschakeling 35 aangesloten indicatielampen 22 zullen dan gaan branden. Wanneer de meting van het betreffende aansluitpunt voltooid is, kan de terugstelknop 35 worden ingedrukt, waardoor alle houdschakelingen weer in hun oorspronkelijke positie worden gebracht en de desbetreffende indicatorlampen 22 doven.
Aldus wordt een indicatie verkregen van de groep, waarin een stroomverandering is gedetecteerd.
Bij bovenstaande uitvoeringsvorm is sprake van het aanleggen van een belastingsvergroting. In de praktijk zal dit een aantrekkelijke uitvoeringsvorm zijn. Het is tevens mogelijk de inrichting met behulp van belastingsverklei-ning te laten werken. De werking is dan tegengesteld. Dit is bijvoorbeeld aantrekkelijk, wanneer in een ruimte licht brandt en het uitschakelen gedetecteerd kan worden. Vooral in combinatie met de eerste uitvoeringsvorm is dit aantrekkelijk. Dan wordt zowel op de belastingsverkleiningen als -vergrotingen gereageerd.De uitvinding is echter hiertoe niet beperkt? het is immers ook mogelijk op de betreffende contactdoos bijvoorbeeld een hoogfrequent signaal aan te leggen, dat bij de aansluitkast te detecteren is. De frequentie van dit signaal moet echter niet te hoog zijn om overdracht via straling te voorkomen. Tevens moet dan door middel van bijvoorbeeld een filter voorkomen worden dat het signaal via de hoofdaansluiting de andere groepen bereikt.
Verder heeft het bovenstaande uitvoeringsvoorbeeld betrekking op signaaloverdracht van de detectie-inrichting naar de indicatie-inrichting door middel van een zender en een ontvanger? ook hiervoor zijn andere middelen toe te passen, zoals een kabel.
Het is eveneens mogelijk deze signaaloverdracht via de installatie plaats te laten vinden. Hiertoe is dan een hoogfrequent signaal noodzakelijk, dat bij de aan-sluitkast op de installatie wordt aangelegd, en dat bij de indicatie-inrichting via een wandcontactdoos kan worden afgenomen. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm kan de functie van veranderbare belasting in de indicatie-inrichting worden opgenomen.
Het is uiteraard ook mogelijk de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omgekeerd toe te passen. Dan wordt via de aansluitkast een signaal aan een van de groepen van de installatie toegevoerd en wordt nagegaan of dit signaal op een bepaald aansluitpunt, waarvan men de groep wil vaststellen, wordt gedetecteerd. Het toegevoerde signaal zal dan veelal gevormd worden door het uit- en inschakelen van de schakelaar van de groep, waarna op het betreffende aansluitpunt wordt nagegaan of de spanning kortstondig wegvalt of niet. Het wegvallen van de spanning kan gedetecteerd worden door een spanningsmeter of - in het geval van een lichtpunt - door een verlichtingsmeter. Andere vormen van meting zijn denkbaar, bijvoorbeeld geluids- of trillingsmeters, bij bijvoorbeeld vast aangesloten motoren.
Om het aldus opgewekte signaal terug te voeren naar de aansluitkast, waar de gebruiker aanwezig is voor het bedienen van de schakelaars, wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een draadloze verbinding. De componenten, waaruit een dergelijke verbinding is samengesteld, worden gevormd door een desbetreffende spanning- of verlichtingsmeter, en daarmee verbonden detector en een zender. De gebruiker heeft een ontvanger bij zich, die van een indicator is voorzien, die aangeeft of er op het betreffende aansluitpunt een spanningsonderbreking plaatsvindt.
Bij deze werkwijze kan van een specifieke inrichting gebruik worden gemaakt.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm wordt echter gebruik gemaakt van de meet- en detectie-inrichting volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. Hiertoe is de hiertoe behorende zender van een afzonderlijke, naar buiten uitgevoerde aansluiting voorzien, waarop een span-nings- of verlichtingsdetectie-inrichting kan worden aangesloten.
De gebruiker heeft de indicatie-inrichting bij zich bij de aansluitkast. Wanneer bij het bedienen van een van de groepsschakelaars een kortstondige spanningson-derbreking wordt gedetecteerd, wordt dit via de indicatie-inrichting direkt voor de gebruiker zichtbaar gemaakt, zodat de gebruiker de groep kent, waarop het aansluitpunt is aangesloten.

Claims (17)

1. Werkwijze voor het vaststellen tot welke groep een tot een elektrische installatie behorend aansluitpunt behoort, waarbij de elektrische installatie in ten minste twee groepen is verdeeld, die elk via een zekering op een distributienet zijn aangesloten, waarbij de werkwijze omvat: - het op een aansluitpunt of ter plaatse van de aansluitkast op een van de groepen aanleggen van een signaal; - het ter plaatse van de aansluitkast op ten minste een van de groepen of op een aansluitpunt detecteren van het aangelegde signaal; en - het naar de plaats van het aanleggen van het signaal overdragen van een de aanwezigheid van het signaal aangevend indicatiesignaal.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door de volgende stappen; - het op het aansluitpunt aanleggen van een signaal, dat ter plaatse van de zekering detecteerbaar is; - het detecteren van de ter plaatse van elke tot de installatie behorende zekering vloeiende stroom; en - het aan de gebruiker via een elektrisch indicatiesignaal overdragen van de aanduiding van de groep, waarin een signaal is gedetecteerd.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat door middel van de groepenschakelaar de groepen stuk voor stuk afzonderlijk worden uitgeschakeld, en dat op het aansluitpunt een spanningsonderbreking gedetecteerd wordt, en aan de gebruiker een desbetreffend indicatiesignaal wordt overgedragen.
4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3 met het kenmerk, dat het op het aansluitpunt aangelegde signaal door een belastingsverandering gevormd wordt.
5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4 met het kenmerk, dat de belastingsverandering een belastingsver-groting is.
6. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-5 met het kenmerk, dat de overdracht van de aanduiding van de groep tenminste een draadloos traject omvat.
7. Inrichting voor het vaststellen tot welke groep een tot een elektrische installatie behorend aansluitpunt behoort, waarbij de installatie tenminste twee groepen omvat, die elk via een zekering op een distributienet zijn aangesloten, waarbij de inrichting omvat: - een detectie- en meetinrichting, die een aantal detectie-eenheden omvat, welk aantal ten minste gelijk is aan het aantal tot de installatie behorende groepen, en waarbij elke detectie-eenheid voorzien is van een detector voor het detecteren van de groep waarin het op het aansluitpunt aangelegde signaal wordt gedetecteerd, en waarbij de detectie- en meetinrichting voorzien is van een zender voor het uitzenden van een aanduiding van de groep, waarin het signaal is gedetecteerd; en - een indicatie-inrichting, die voorzien is van een ontvanger voor het door de zender uitgezonden signaal en van indicatiemiddelen voor het indiceren van een aanduiding van de groep, waarin het signaal is gedetecteerd.
8. Inrichting volgens conclusie 7 met het kenmerk, dat elke detectie-eenheid gevormd wordt door stroommeet-middelen voor het meten van de ter plaatse van elke zekering vloeiende stroom en door stroomveranderingsdetectie-middelen voor het vaststellen of de gemeten stroom meer dan een vooraf bepaalde waarde verandert.
9. Inrichting volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat de stroommeetmiddelen gevormd worden door een aan-sluitorgaan, waarvan de vorm geschikt is om deze in een houder voor een schroefzekering te bevestigen, en een stroomtransformator, waarvan de primaire wikkeling door middel van een ten minste twee-aderige kabel met de houder is verbonden, en waarbij de secundaire wikkeling van de stroomtransformator met de stroomveranderingsdetectiemid- delen is verbonden.
10. Inrichting volgens conclusie 9 met het kenmerk, dat een zekering met de primaire wikkeling van de stroomtransformator in serie is geschakeld.
11. Inrichting volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat de stroommeetmiddelen gevormd worden door een ampèretang, die direkt met de stroomveranderingsdetectie-middelen is verbonden.
12. Inrichting volgens een van de conclusies 7-11 met het kenmerk, dat de stroomveranderingsdetectiemiddelen gevormd worden door een vergelijkingsschakeling, waarvan één ingangsaansluiting verbonden is met de stroommeetmiddelen, en waarvan de andere ingangsaansluiting verbonden is met een instelbare spannings- of stroombron.
13. Inrichting volgens een van de conclusies 7-12 met het kenmerk, dat de indicatie-inrichting voorzien is van een hoofdschakeling voor het vasthouden van de indicatie van de groep, waarin de laatste stroomverandering is opgetreden.
14. Inrichting volgens een van de conclusies 7-13 met het kenmerk, dat de belastingsveranderingen gevormd worden door belastingsvergrotingen.
15. Inrichting voor het vaststellen tot welke groep een tot een elektrische installatie behorend aan-sluitpunt behoort, waarbij de installatie tenminste twee groepen omvat, die elk via een zekering op een distributienet zijn aangesloten, waarbij de inrichting omvat: - een detectie-inrichting, ingericht voor het detecteren van een spanningsonderbreking, en voor het leveren van een indicatiesignaal, dat indicatief is voor een spanningsonderbreking; en - een indicatie-inrichting voor het ontvangst van het indicatiesignaal, en voor het leveren van een desbetreffende indicatie.
16. Inrichting volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat de detectie-inrichting een verlichtingsmeter omvat.
17. Inrichting volgens een van de conclusies 7-14 met het kenmerk, dat de meet- en detectie-inrichting voorzien is van een aansluiting voor een inrichting voor het detecteren van een spanningsonderbreking.
NL9100570A 1991-04-02 1991-04-02 Werkwijze en inrichting voor groepsvaststelling. NL9100570A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100570A NL9100570A (nl) 1991-04-02 1991-04-02 Werkwijze en inrichting voor groepsvaststelling.
CA002107573A CA2107573A1 (en) 1991-04-02 1992-03-16 Method and device for group determination
DE69203446T DE69203446T2 (de) 1991-04-02 1992-03-16 Verfahren und vorrichtung zur determination von gruppen.
EP92907250A EP0578674B1 (en) 1991-04-02 1992-03-16 Method and device for group determination
AT92907250T ATE125075T1 (de) 1991-04-02 1992-03-16 Verfahren und vorrichtung zur determination von gruppen.
PCT/NL1992/000052 WO1992017926A1 (en) 1991-04-02 1992-03-16 Method and device for group determination
US08/122,470 US5493206A (en) 1991-04-02 1992-03-16 Method and apparatus for determining a group to which a connection point forming part of an electrical installation belongs

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100570 1991-04-02
NL9100570A NL9100570A (nl) 1991-04-02 1991-04-02 Werkwijze en inrichting voor groepsvaststelling.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9100570A true NL9100570A (nl) 1992-11-02

Family

ID=19859084

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9100570A NL9100570A (nl) 1991-04-02 1991-04-02 Werkwijze en inrichting voor groepsvaststelling.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US5493206A (nl)
EP (1) EP0578674B1 (nl)
AT (1) ATE125075T1 (nl)
CA (1) CA2107573A1 (nl)
DE (1) DE69203446T2 (nl)
NL (1) NL9100570A (nl)
WO (1) WO1992017926A1 (nl)

Families Citing this family (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5969516A (en) * 1997-07-25 1999-10-19 Ntc, Inc. Electrical circuit interrupter device locator
US6054931A (en) * 1997-09-11 2000-04-25 Ntc, Inc. Self-identifying circuit breaker
US6166532A (en) * 1998-04-17 2000-12-26 Unique Technologies, Llc Electrical circuit breaker locator with transmitter and receiver
US6154032A (en) * 1998-05-29 2000-11-28 Unique Technologies, Llc Electronic circuit for identifying circuit breaker associated with selected branch circuit
US7049937B1 (en) * 2002-06-11 2006-05-23 Nortel Networks Limited Self-identifying cable for interconnecting electronic devices
US6885180B2 (en) * 2003-03-06 2005-04-26 Emory W. Benson Apparatus and method for electrical cable identification
US8493060B1 (en) * 2003-11-25 2013-07-23 Mark D. Mahoney Electronic circuit tester and method of use
US7057401B2 (en) * 2004-03-23 2006-06-06 Pass & Seymour, Inc. Electrical wiring inspection system
US20090212964A1 (en) * 2008-02-21 2009-08-27 Rodney Hibma Electrical Test Apparatus
US8018219B2 (en) * 2008-05-12 2011-09-13 International Business Machines Corporation Method and apparatus for multiple electrical circuit mapping
US9552446B2 (en) 2008-05-16 2017-01-24 International Business Machines Corporation Mapping circuits
US8076923B2 (en) * 2008-05-23 2011-12-13 Consolidated Edison Company Of New York, Inc. Dead-line phase identification system and method thereof
US8207726B2 (en) 2008-09-05 2012-06-26 Silver Spring Networks, Inc. Determining electric grid endpoint phase connectivity
US8682604B2 (en) * 2011-08-03 2014-03-25 General Electric Company Method and system of phase identification
US20140167735A1 (en) * 2012-12-19 2014-06-19 Elster Solutions, Llc Identifying phase connections in an electric distribution system
US11016128B2 (en) * 2017-12-08 2021-05-25 Jeff R. Magno Method and apparatus for electrical line testing

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4578636A (en) * 1983-11-28 1986-03-25 Bakke John S Apparatus for identifying wires of multiple wire electrical system
US5029274A (en) * 1988-07-14 1991-07-02 Cline Professional Corp. Apparatus and method for testing the integrity of wiring ensembles
US4906938B1 (en) * 1988-08-16 1995-02-14 Zenith Electronics Corp Power circuit locator

Also Published As

Publication number Publication date
DE69203446T2 (de) 1995-12-14
CA2107573A1 (en) 1992-10-03
EP0578674B1 (en) 1995-07-12
ATE125075T1 (de) 1995-07-15
US5493206A (en) 1996-02-20
EP0578674A1 (en) 1994-01-19
WO1992017926A1 (en) 1992-10-15
DE69203446D1 (de) 1995-08-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9100570A (nl) Werkwijze en inrichting voor groepsvaststelling.
US3646438A (en) Apparatus for testing different kinds of electromechanical components using preprogrammed connecting for each of the different components
CA2073289A1 (en) Electrical power distribution device with isolation monitoring
US4186283A (en) Test set
EP2743712B1 (en) Testing device and method of testing
US10241142B2 (en) Systems and methods for locating a circuit
GB2144001A (en) Power supply circuit
JP5167568B2 (ja) 分電盤の分岐回路接続チェック装置
KR890017550A (ko) 매립전기도선의 위치판정 시스템 및 방법
JP2002524743A (ja) 配線ネットワーク用終端装置
KR101896548B1 (ko) 활선 상태의 배선 확인 시스템
GB2034055A (en) Continuity Testing Circuit for Three-wire Electrical Power Systems
US6333625B1 (en) Fault localizing and identifying device for electric systems
CN109725243A (zh) 多芯电缆绝缘性自动测量装置
US4095172A (en) Vehicle antenna tester
US20040174153A1 (en) Apparatus and method for electrical cable identification
GB2076165A (en) Programmable Wiring Tester
USRE31728E (en) Test set
JP2021067530A (ja) 分電盤接続検査装置
WO1987007730A1 (en) Cable continuity checker
JPH02276422A (ja) コンセント回路の表示システム
JP7300372B2 (ja) 分電盤接続検査装置
JP5505887B2 (ja) 分電盤の分岐回路接続チェック装置
US3696291A (en) Equipment for detecting improper wiring in portable installation
GB2257797A (en) Testing electricity supplies

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed