NL9002874A - Auto-bagagedrager. - Google Patents

Auto-bagagedrager. Download PDF

Info

Publication number
NL9002874A
NL9002874A NL9002874A NL9002874A NL9002874A NL 9002874 A NL9002874 A NL 9002874A NL 9002874 A NL9002874 A NL 9002874A NL 9002874 A NL9002874 A NL 9002874A NL 9002874 A NL9002874 A NL 9002874A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ball
luggage carrier
handle
clamped
shell
Prior art date
Application number
NL9002874A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Isedore Desire Maria Hubertina
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Isedore Desire Maria Hubertina filed Critical Isedore Desire Maria Hubertina
Priority to NL9002874A priority Critical patent/NL9002874A/nl
Priority to DK92901538T priority patent/DK0564508T3/da
Priority to PCT/EP1991/002467 priority patent/WO1992012027A1/en
Priority to EP92901538A priority patent/EP0564508B1/en
Priority to DE69113481T priority patent/DE69113481T2/de
Publication of NL9002874A publication Critical patent/NL9002874A/nl
Priority to US08/446,017 priority patent/US5549230A/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R9/00Supplementary fittings on vehicle exterior for carrying loads, e.g. luggage, sports gear or the like
    • B60R9/06Supplementary fittings on vehicle exterior for carrying loads, e.g. luggage, sports gear or the like at vehicle front or rear

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Fittings On The Vehicle Exterior For Carrying Loads, And Devices For Holding Or Mounting Articles (AREA)

Description

Auto-bagagedrager
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bevesti¬gen van een bagagedrager op een trekhaak van een motorvoertuig, bevat¬tende een klemstuk, dat geklemd kan worden op het horizontale deel vande trekhaak, dat is voorzien van een onder de trekhaak, zich naar ach¬teren uitstrekkend deel met geleidingsmiddelen die kunnen samenwerkenmet middelen die deel uitmaken van de bagagedrager, zó, dat de bagage¬drager ten opzichte van de trekhaak in verticale richting beweegbaaris, welke beweging in benedenwaartse richting is begrensd doordat eendeel van de bagagedrager stuit op de kogel van de trekhaak.
Bekend is bijvoorbeeld een inrichting voor het bevestigen van eenfietsendrager op een trekhaak van een auto. In een bekende uitvoeringbestaat zo’n inrichting dan uit twee stukken: ten eerste een klemstukdat met behulp van klembeugels om het horizontale deel van de trekhaakwordt geklemd, met daaraan verbonden een houdergedeelte waaraan dedrager wordt bevestigd - en ten tweede een stuk dat vast verbonden ismet de drager en waarmee deze drager aan het houdergedeelte van hetklemstuk en daarmee aan de trekhaak van de auto wordt bevestigd. Hethoudergedeelte bevat dan de geleidingsmiddelen, die ervoor zorgen datwanneer het bagagerek geplaatst wordt, het langs deze middelen naarbeneden kan glijden, tot het stuit. Dit stuiten gebeurt wanneer dekogel van de trekhaak stoot tegen een vast onderdeel van de bagagedra¬ger. De geleidingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld zijn: twee van bovenopen buisvormige delen, waarin met twee pennen een deel van het bagage¬rek kan worden gestoken.
Bij dergelijke bekende constructies wordt de bagagedrager in zijnuiteindelijke stand vastgezet, met behulp van bijvoorbeeld een bout dievan buitenaf door een wand van het bagagedragerdeel wordt geschroefdtot op de achterliggende kogel van de trekhaak. Aldus wordt de bagage¬drager geklemd op de kogel. Het reeds genoemde g'eleidingssysteem zorgtervoor, dat de bagagedrager niet of althans niet gemakkelijk naar opzijkan bewegen.
De bekende bevestigingsconstructies hebben enige nadelen. Zo iseen belangrijk nadeel dat de bagagedrager gemakkelijk op de trekhaak-kogel en/of bij de verticale geleidingen, gaat rammelen. Niet alleengeeft dit een storend geluid, maar bovendien leidt het gemakkelijk tot het lostrillen van de bout waarmee de bagagedrager op de kogel is be¬vestigd.
Een ander nadeel is, dat de bagagedrager relatief gemakkelijk vande trekhaakkogel kan afspringen. Dit is uiteraard nadelig in verbandmet de verkeersveiligheid en het heeft er in sommige landen toe geleiddat de bedoelde constructie niet het officiële, benodigde veiligheids-certificaat heeft gekregen, zodat het daar niet op de markt mag wordengebracht.
De uitvinding betreft nu een constructie die de genoemde nadelenniet vertoont. Daartoe vertoont de inrichting volgens de uitvinding hetkenmerk dat het bagagedragerdeel dat is voorzien van de middelen diesamenwerken met de geleidingsmiddelen, een verticale gootvormige uit¬sparing vertoont die het verticale stuk van de trekhaak, mét de kogel,kan bevatten en die aan zijn bovenkant is voorzien van een mechanisme,waarmee het geklemd kan worden op de kogel, terwijl het in die situatiekan worden gezekerd.
Essentieel voor die inrichting is dus de betere bevestiging van debagagedrager, te weten: met de gootvormige uitsparing op haak en kogel,waardoor ongewenst zijdelings bewegen in hoge mate wordt voorkomen, énde zekering. Losspringen is bij deze inrichting niet meer mogelijk, watdus de veiligheid ervan zeer ten goede komt - en de kans op rammelen isbij de genoemde bevestiging drastisch verkleind.
De genoemde verbeterde bevestiging van de bagagedrager op dekogel, wordt in een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uit¬vinding gerealiseerd met een klemmechanisme, waarmee het dragerdeel opde kogel wordt bevestigd, dat een lichaam met een schaalvormig deelbevat dat in geklemde toestand om een deel van de kogel grijpt. Dekogel wordt dan in geklemde toestand als het ware over een deel vanzijn oppervlak 'beetgepakt’. Dit 'beetpakken’ kan worden gerealiseerdvia een klikmechanisme waarbij, wanneer het betreffende bagagedrager¬deel op de trekhaak wordt geplaatst, dit mechanisme automatisch inwerking treedt en er een hechte koppeling ontstaat.
In een voorkeursuitvoering van een inrichting volgens de uitvin¬ding vertoont deze een klemmechanisme, met een lichaam dat het kantel¬bare, schaalvormige deel bevat, waarmee een veer samenwerkt, zo, datwanneer de trekhaakkogel tegen de bovenbegrenzing van de gootvormige uitsparing aanligt, het schaalvormige deel door de veerkracht tegen dekogel geklemd is, en dat het is voorzien van een hendel, draaibaar omeen as, evenwijdig aan, of samenvallend met de kantelas van het schaal¬vormige deel, die zo samenwerkt met de veer, dat wanneer hij wordtbediend, de veerkracht op dat lichaam wegvalt en het dus vrij kantel¬baar is. In de weggekantelde toestand kan dan het bagagerek op de trek-haakkogel worden geplaatst.
Wanneer de drager op de trekhaak wordt geplaatst, wordt dus eerstde hendel - die in rust een verticale stand inneemt en die aan zijnuiteinde scharnierbaar is - aangetrokken. Daarmee wordt een veer, dieis voorgespannen en die in rust zowel de hendel in de verticale standhoudt als het schaalvormige deel van het lichaam in de klem-positiehoudt, extra aangespannen. De veer is zodanig gekoppeld aan het schaal¬vormige deel, dat bij het aanspannen de veerkracht niet langer werkt ophet schaalvormige deel, en dit dus vrij beweegbaar wordt, wat in ditgeval betekent: kantelbaar wordt. Daarbij komt dan ruimte vrij voor detrekhaakkogel, die bij het plaatsen van het bagagerek tegen de aan hetbagagerek aanwezige stuit komt aan te liggen. Wanneer daarna de hendelweer wordt losgelaten, zal de veer ervoor zorgen dat het schaalvormigedeel klemmend tegen de trekhaakkogel komt aan te liggen en dat de hen¬del zijn verticale positie weer inneemt.
Bij voorkeur is de inrichting volgens de uitvinding zo uitgevoerd,dat hij een hendel bevat, die ter weerszijden is voorzien van nokkendie lopen in slobgaten in de zijwanden van het bagagedrag'erdeel en diesamenwerken met uitsparingen in de wanden van het lichaam, zo, datwanneer de hendel wordt bediend, het lichaam, en daarmee het schaal¬vormige deel, draait. Wanneer de hendel wordt aangetrokken, wordt viadie uitsparingen het lichaam gekanteld en komt het schaalvormige deel’vrij’ om de trekhaakkogel door te laten.
Een verdere voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uit¬vinding is die, waarbij de hendel boven zijn draaiïngsas een uitsteek¬sel heeft, waarmee hij steekt door een opening in de bovenwand van hethuis en dat hij verder een zich onder die bovenwand uitstrekkendeschouder vertoont die, wanneer die schouder tegen de bovenwand van hethuis wordt geduwd, draaiing van de hendel - en daarmee ontgrendeling -onmogelijk maakt. Deze uitvoering leidt tot een zeer veilige en extra zekering van het rek op de trekhaak. Wanneer bijvoorbeeld de veer hetzou begeven, of wanneer de hendel een onverwachte kracht naar achterenzou ondervinden, zal dit niet leiden tot een ontgrendeling van de trek-haakkogel. Immers: de hendel stuit met de schouder tegen de bovenwandvan het huis. In die gearreteerde stand komt het klemmechanisme automa¬tisch, zodra het bagagerek op de trekhaak wordt geklemd.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de teke¬ning, die schematisch een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens deuitvinding weergeeft en waarin:
Figuur 1 in perspectief het klemstuk weergeeft, dat op de trekhaakwordt gemonteerd;
Figuur 2, ook in perspectief, het deel van het bagagerek toont,waarmee dit aan het klemstuk wordt gekoppeld en
Figuur 3 toont met een opengewerkt zijaanzicht aan hoe in het deeldat in Fig.2 is getoond, het klemmechanisme werkt.
In Fig.l is 1 de trekhaak met de trekhaakkogel 2. Op het horizon¬tale deel van de trekhaak is met behulp van klembeugels 3 en 4 hetklemstuk bevestigd. Het deel 5 van het klemstuk, dat met behulp vanbouten 6 en dwarsstrip 7 is bevestigd aan de klembeugels 3 en 4 steektuit onder de trekhaak 1. Het is voorzien van geleidingsmiddelen 8 en 9.Met die geleidingsmiddelen 8 en 9 werken samen de strips 10 en 11, alsgetekend in Fig.2.
In het deel van het bagagerek dat in Fig.2 is weergegeven, is 12de gootvormige uitsparing die, wanneer het deel met de geleidingsstrips10 en 11 in de geleidingsmiddelen 8 en 9 wordt geschoven, het opstaandedeel van de trekhaak 1 met de kogel 2 bevat. De kogel 2 zal stuitenonder tegen de bovenwand 13 van die uitsparing 12. Bij deze constructiewordt de zijdelingse beweging van het bagagedeel ten opzichte van hetklemstuk verregaand tegengegaan.
In Fig.2 is voorts 14 een huis, waarvan in de zijwanden 15 de as16 is gelagerd, waaromheen in het getekende uitvoering'svoorbeeld zowelde hendel 17 als het schaalvormige deel 22 (zie fig.3) draaien. Met 28is aangegeven een slobgat waarin de nokken 19, die zich ter weerszijdenvan de hendel 17 bevinden en daarmee één geheel vormen, heen en weerkunnen schuiven. Wanneer de nokken 19 zich enigszins boven in de slob-gaten 28 bevinden, zal het bovendeel 20 van de hendel 17 door de gleuf¬ vormige opening 18, in de bovenwand van het huis, steken en dan zal eenonder/naast dat bovendeel 20 aanwezige schouder 27 (zie fig'.3) voor eenextra vergrendeling zorgen. In het huis 14 bevinden zich het lichaam 21met het schaalvormige deel 22 en de veer 23 (zie fig.3).
Fig.3 geeft een opengewerkt zijaanzicht van het in Fig.2 getekendedeel van het bagagerek. Het gootvormige deel 12 is over de trekhaak-kogel 2 geschoven, waarbij de strip 10 schuift in het geleidingsmiddel8. De geleidingsmiddelen 8 en 9 (de laatste is niet getekend) makendeel uit van het deel 5 dat via de bouten 6 en het - niet getekende-klemstuk, op het horizontale deel van de trekhaak is geklemd.
De trekhaakkogel 2 ligt aan tegen de onderkant van de boven/zij-wand van het huis, waarmee een verdere beweging van het bagagerek naarbeneden toe, onmogelijk is geworden. De kogel 2 kan in de getekendepositie komen, wanneer bij het op de kogel plaatsen van het bagagerek-deel, de hendel 17 naar rechts wordt bewogen. Die hendel 17 grijpt metklauw 26 om de in het huis 14 gemonteerde as 16. Wanneer de hendel 17naar rechts wordt bewogen, draait hij dus om die as 16. Om die as 16 isook het lichaam 21 draaibaar. Dat lichaam 21 heeft een schaalvormiggedeelte 22 dat min of meer de vorm heeft van het oppervlak van dekogel 2 en dat kan aanliggen tegen dat oppervlak, zodat het dat aldusten dele kan omvatten. Het lichaam 21 is in hoofdzaak een U-vormiggebogen strip, waarvan het grondvlak het schaalvormige deel 22 is.Binnen ’de U’ scharniert de hendel 17. Deze hendel bevat ter weerszij¬den nokken 19, die door een opening 28 (een slobgat - zie fig.2) naarbuiten steken en die ieder worden omvat door een uitsparing 25 in dezijwanden van de U-vormig gebogen strip, die het lichaam 21 vormt, enwel aan de uiteinden daarvan. Wanneer nu de hendel 17 naar rechts wordtbewogen, scharniert hij om de as 16 en neemt hij daarbij via de nokken19 en de uitsparingen 25, het lichaam 21 mee. Dat draait dan ook om deas 16, waarbij het schaalvormige deel 22 ervan en daarmee de punt 29,wegdraaien van de plaats waar de kogel 2 moet komen. Deze kogel 2 kandan ’voorbij’ de punt 29 en kan aldus in de getekende positie komen.
Om de as 16 en met zijn andere uiteinde om de hendel 17, zit eenveer 23. Deze veer 23 is in de ruststand gespannen en wordt nog verdergespannen door een beweging van de hendel 17 naar rechts. Wanneer dusna de beweging naar rechts, de hendel wordt losgelaten, zal deze door de veerkracht weer in de richting van de verticale stand worden getrok¬ken, tót het schaalvormige gedeelte 22 stuit tegen het oppervlak van dekogel 2. De kogel 2 kan slechts ontgrendeld worden door de hendel 17naar rechts te bewegen.
Om te voorkomen dat tóch op de een of andere wijze de vergrende¬ling van het bagagedragerdeel op de kogel 2 wordt verbroken, bijvoor¬beeld doordat de veer breekt, of doordat door een toeval de hendel 17naar rechts wordt bewogen, vertoont de hendel 17 aan zijn bovenkant eendeel 20, waarmee hij door een opening boven in het huis 14 steekt eneen schouder 27. Wanneer nu de hendel 17 naar rechts wordt gebogen, zaldeze slechts een zeer beperkte bewegingsvrijheid hebben. Die wordtnamelijk door de schouder 27, die stuit tegen de binnenkant van debovenwand, zeer beperkt, waarmee de veiligheid van de constructie aan¬zienlijk wordt verhoogd.

Claims (6)

1. Inrichting voor het bevestigen van een bagagedrager op eentrekhaak van een motorvoertuig, bevattende een klemstuk, dat geklemdkan worden op het horizontale deel van de trekhaak, dat is voorzien vaneen onder de trekhaak zich naar achteren uitstrekkend deel met gelei-dingsmiddelen die kunnen samenwerken met middelen die deel uitmaken vande bagagedrager, zó, dat de bagagedrager ten opzichte van de trekhaakin verticale richting beweegbaar is, welke beweging in benedenwaartserichting is begrensd doordat een deel van de bagagedrager stuit op dekogel van de trekhaak, met het kenmerk, dat het bagagedragerdeel dat is voorzien van de mid¬delen die samenwerken met de geleidingsmiddelen, een verticale goot-vormige uitsparing vertoont die het verticale stuk van de trekhaak, métde kogel, kan bevatten en die aan zijn bovenkant is voorzien van eenmechanisme, waarmee het geklemd kan worden op de kogel, terwijl het indie situatie kan worden gezekerd.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het klemmechanisme een lichaam met een schaalvor-mig deel bevat, welk laatste in geklemde toestand een deel van de kogelomvat.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat het klemmechanisme een klikmechanisme is, datwanneer het op de kogel valt, automatisch in werking treedt.
4. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat met het lichaam dat het kantelbare, schaalvormigedeel bevat, een veer samenwerkt, zo, dat wanneer de trekhaakkogel tegende bovenbegrenzing van de gootvormige uitsparing aanligt, het schaal¬vormige deel door de veerkracht tegen de kogel geklemd is, en dat hetis voorzien van een hendel, draaibaar om een as, evenwijdig aan, ofsamenvallend met de kantelas van het schaalvormige deel, die zo samen¬werkt met de veer, dat wanneer hij wordt bediend, de veerkracht op datlichaam wegvalt en het dus vrij kantelbaar is.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de hendel ter weerszijden is voorzien van nokkendie lopen in slobgaten in de zijwanden van het bagagedragerdeel diesamenwerken met uitsparingen in de wanden van het lichaam, zo, dat wanneer de hendel wordt bediend, het lichaam, en daarmee het schaal-vormige deel draait.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de hendel boven zijn draaiïngsas een uitsteekselheeft, waarmee hij steekt door een opening in de bovenwand van het huisen dat hij verder een zich onder die bovenwand uitstrekkende schoudervertoont die, wanneer die schouder tegen de bovenwand van het huiswordt geduwd, draaiing van de hendel - en daarmee ontgrendeling - on¬mogelijk maakt.
NL9002874A 1990-12-27 1990-12-27 Auto-bagagedrager. NL9002874A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9002874A NL9002874A (nl) 1990-12-27 1990-12-27 Auto-bagagedrager.
DK92901538T DK0564508T3 (da) 1990-12-27 1991-12-20 Bagagebærer til bil
PCT/EP1991/002467 WO1992012027A1 (en) 1990-12-27 1991-12-20 Luggage carrier for motorcars
EP92901538A EP0564508B1 (en) 1990-12-27 1991-12-20 Luggage carrier for motorcars
DE69113481T DE69113481T2 (de) 1990-12-27 1991-12-20 Gepäckträger für kraftfahrzeuge.
US08/446,017 US5549230A (en) 1990-12-27 1995-05-19 Luggage carrier for motorcars

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9002874 1990-12-27
NL9002874A NL9002874A (nl) 1990-12-27 1990-12-27 Auto-bagagedrager.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9002874A true NL9002874A (nl) 1992-07-16

Family

ID=19858216

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9002874A NL9002874A (nl) 1990-12-27 1990-12-27 Auto-bagagedrager.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP0564508B1 (nl)
DE (1) DE69113481T2 (nl)
DK (1) DK0564508T3 (nl)
NL (1) NL9002874A (nl)
WO (1) WO1992012027A1 (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9303510U1 (de) * 1993-03-10 1994-07-14 AL-KO Kober AG, 89359 Kötz Heckträger für Fahrzeuge mit einer Anhängerkupplung
NL9301797A (nl) * 1993-10-18 1995-05-16 Vermeulen Hollandia Octrooien Montage-inrichting voor het op een autotrekhaak monteren van een accessoire, zoals een drager voor bijvoorbeeld fietsen.
SE510691C3 (sv) * 1994-11-04 1999-07-12 Thule Ind Ab Anordning foer fastsaettning av en lastbaerare paa ett fordons dragkula
NL194497C (nl) * 1995-03-30 2002-06-04 Metaalbedrijf J Hes Opzetinrichting voor op een trekhaakkogel van een voertuig.
NO302872B1 (no) * 1996-09-06 1998-05-04 Norsk Hydro As Lastholder for montering på et kjöretöy
GB9722337D0 (en) * 1997-10-23 1997-12-17 Wells Edward A A method of attaching a firm work table to the rear of any vehicle using the ball hitch of a normal trailer or caravan
DE1095820T1 (de) * 1999-10-25 2001-10-11 Thule Ind Ab Ladungsträger
DE29922120U1 (de) * 1999-12-16 2001-02-22 Eufab Handelsgesellschaft Fuer Hecklastenträger zur Montage an einem Kraftfahrzeug
DE102013100780A1 (de) 2013-01-25 2014-07-31 Scambia Holdings Cyprus Limited Anhängekupplung und Lastenträgereinrichtung für eine Anhängekupplung
DE102014109134A1 (de) 2014-06-30 2015-12-31 Scambia Holdings Cyprus Limited Anhängekupplung und Lastenträgereinrichtung für eine Anhängekupplung
FR3087707B1 (fr) * 2018-10-25 2021-01-29 Mgts Sa Dispositif de fixation sur boule d'attelage

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8100211A (nl) * 1981-01-16 1982-08-16 Cornelis Gerardus Roordink Kogeldrager.
DE3108294A1 (de) * 1981-03-05 1982-09-23 Wilhelm 7907 Langenau Klingler Kupplungskugel mit kugelstange und halterung
US4412635A (en) * 1982-08-12 1983-11-01 Bateman Franklin B Trailer hitch-mounted utility carrier for vehicles
GB2175859A (en) * 1985-05-10 1986-12-10 Jennifer Jane Hodge Ball hitch attachment
GB8620410D0 (en) * 1986-08-21 1986-10-01 Philpott J Luggage carrier
GB8624854D0 (en) * 1986-10-16 1986-11-19 Adams A N Article carrying device

Also Published As

Publication number Publication date
WO1992012027A1 (en) 1992-07-23
EP0564508A1 (en) 1993-10-13
DK0564508T3 (da) 1996-02-12
DE69113481D1 (de) 1995-11-02
DE69113481T2 (de) 1996-06-05
EP0564508B1 (en) 1995-09-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9002874A (nl) Auto-bagagedrager.
US6793285B1 (en) Safety mechanism for a fold and tumble seat assembly
US8302829B2 (en) Bicycle carrier for vehicle
US8602279B2 (en) Pivoting hitch-mountable bicycle carrier
US5738362A (en) Rotating step for a trailer hitch
US4606577A (en) Automotive folding seat
US6401999B1 (en) Hitch mounted carrier assembly
US5628215A (en) Front seat locking device
US5997052A (en) Locking mechanism for container lid
US5641108A (en) Bicycle and ski carrier for attachment to an automobile receiver hitch
US4573855A (en) Swingable tire carrier
EP1095820B1 (en) Cargo carrier
US5236110A (en) Cycle rack
US6929163B1 (en) Universal mounting bracket for a vehicle-mounted equipment carrier
US5154440A (en) Coupler lock
US20020180180A1 (en) Trailer hitch with trailer hitch accessory mounting assembly
AU613380B2 (en) Device for coupling a bracket, which is provided with a buckle of a seat belt, to a retaining member which is fixed in a vehicle
EP0747244A1 (en) A coupling device suitable for coupling a vehicle and a trailer to be moved by said vehicle, as well as a vehicle part and a trailer part suitable for such a coupling device
CA2368074C (en) Safety mechanism for a fold and tumble seat assembly
US4436323A (en) Locking device for a moving anchor of a seat belt
US4238091A (en) Safety device for retention of a spare-tire cradle
US20080011797A1 (en) Hitch mounted tire carrier support structure
EP3967555A1 (en) Load carrier
JP3942084B2 (ja) 車両用シート
CA2638368C (en) Wheel chock with restraint

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed