NL9002352A - Vervoermiddel, zoals een vuilniswagen of dergelijke, voorzien van een laad-kipmechanisme voor het hanteren van containers of dergelijke. - Google Patents

Vervoermiddel, zoals een vuilniswagen of dergelijke, voorzien van een laad-kipmechanisme voor het hanteren van containers of dergelijke. Download PDF

Info

Publication number
NL9002352A
NL9002352A NL9002352A NL9002352A NL9002352A NL 9002352 A NL9002352 A NL 9002352A NL 9002352 A NL9002352 A NL 9002352A NL 9002352 A NL9002352 A NL 9002352A NL 9002352 A NL9002352 A NL 9002352A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
auxiliary frame
container
coupling members
load
loading
Prior art date
Application number
NL9002352A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Nuyts Orb Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nuyts Orb Nv filed Critical Nuyts Orb Nv
Priority to NL9002352A priority Critical patent/NL9002352A/nl
Priority to NL9101192A priority patent/NL9101192A/nl
Priority to DE69114671T priority patent/DE69114671T2/de
Priority to EP91202783A priority patent/EP0483922B1/en
Priority to AT91202783T priority patent/ATE130273T1/de
Priority to US07/783,671 priority patent/US5344272A/en
Publication of NL9002352A publication Critical patent/NL9002352A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01GWEIGHING
    • G01G19/00Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups
    • G01G19/08Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups for incorporation in vehicles
    • G01G19/083Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups for incorporation in vehicles lift truck scale
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F3/00Vehicles particularly adapted for collecting refuse
    • B65F3/02Vehicles particularly adapted for collecting refuse with means for discharging refuse receptacles thereinto
    • B65F3/04Linkages, pivoted arms, or pivoted carriers for raising and subsequently tipping receptacles
    • B65F3/041Pivoted arms or pivoted carriers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F3/00Vehicles particularly adapted for collecting refuse
    • B65F3/02Vehicles particularly adapted for collecting refuse with means for discharging refuse receptacles thereinto
    • B65F3/04Linkages, pivoted arms, or pivoted carriers for raising and subsequently tipping receptacles
    • B65F3/041Pivoted arms or pivoted carriers
    • B65F3/043Pivoted arms or pivoted carriers with additional means for keeping the receptacle substantially vertical during raising
    • B65F3/045Four-bar linkages
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F3/00Vehicles particularly adapted for collecting refuse
    • B65F3/02Vehicles particularly adapted for collecting refuse with means for discharging refuse receptacles thereinto
    • B65F2003/022Vehicles particularly adapted for collecting refuse with means for discharging refuse receptacles thereinto the discharging means comprising a device for determining the weight of the content of refuse receptacles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Refuse-Collection Vehicles (AREA)

Description

Vervoermiddel, zoals een vuilniswagen of dergelijke, voorzien van een laad-kipmechanisme voor het hanteren van containers of dergelijke.
De uitvinding heeft betrekking op een vervoermiddel i zoals een vuilniswagen, een heftruck, een wissel-laadbak voor een vrachtwagen of dergelijke, voorzien van een laad-kipmechanisme, dat glijdend, rollend of zwenkbaar is verbonden met het vervoermiddel voor het optillen van een container of dergelijke, het laden of ledigen daarvan in of i op dit of een ander vervoermiddel, waarbij het laad-kipmechanisme aangrijporganen omvat, die samen kunnen werken met zijdelings aan de container aangebrachte aanhechtingsorganen of aanhechtingsvlakken en waarbij er voldoende ruimte aanwezig is in of langs het laad-i kipmechanisme om de container zijdelings te kunnen aangrijpen.
Bij de steeds toenemende hoeveelheid afval is de wens naar voren gekomen de hoeveelheid afval, die door een bepaald bedrijf, persoon of instantie ter verwerking wordt i aangeboden, te wegen zodat voldaan kan worden aan de eis dat de vervuiler betaalt.
Het is daarbij ondoenlijk elke aangeboden container naar een weegbrug te rijden, zodat naar andere mogelijkeden werd gezocht.
; In verband daarmee verschaft de uitvinding nu een voertuig van het bovenbeschreven type, dat daardoor is gekenmerkt, dat de aangrijporganen zijn gemonteerd op een hulpframe dat is verbonden met het hoofdframe door middel van ten minste twee koppelorganen waarin middelen zijn i aangebracht voor het meten van de op de betreffende koppelorganen uitgeoefende, in één richting lopende, belasting zodanig dat het gewicht van een opgetilde container kan worden bepaald en waarbij deze koppelorganen met het hulpframe zijn verbonden buiten de ruimte tussen de krachtlijnen gaande door de aangrijpingspunten van de aangrijporganen, welke krachtlijnen worden veroorzaakt door het gewicht van de last, en waarbij het hulpframe in zijn koppeling aan het hoofdframe de laad-kipfunkties van de er aan bevestigde aangrijporganen waarborgt en waarbij het hulpframe samen met de container de last vormt en het hoofdframe deel kan uitmaken van het voertuig, van het laad-kipmechanisme of van de aangrijporganen.
Op deze wijze kan worden bereikt, dat de container direkt na het optillen daarvan wordt gewogen en uiteraard kunnen middelen aanwezig zijn om het gewicht van de container vast te leggen, tezamen met een eventuele indikatie van de container op zich.
Zoals uit het bovenstaande reeds blijkt, kan een inrichting volgens de uitvinding op diverse vervoermiddelen worden aangebracht. Het begrip "container" moet daarbij ruim worden uitgelegd en kan ook betrekking hebben op diverse andere voorwerpen waarvan het gewicht moet worden vastgesteld. Verder behoeven de aangrijporganen van het laad-kipmechanisme zich niet op een vaste afstand van elkaar te bevinden maar kunnen naar elkaar toe en van elkaar af verplaatsbaar zijn, zoals bijvoorbeeld door middel van hydraulische cilinders. Hierdoor kan de inrichting geschikt worden gemaakt voor containers of dergelijke met verschillende afmetingen.
Volgens de uitvinding wordt dus gebruik gemaakt van een hulpframe dat door middel van koppelorganen is verbonden met een hoofdframe. De verbinding tussen de koppelorganen en de beide frames zal daarbij zodanig zijn, dat de koppelorganen steeds in één bepaalde richting worden belast, zodat de er op uitgeoefende kracht nauwkeurig kan worden gemeten. Uit de gemeten krachten kan dan het gewicht van de container worden afgeleid. Bij het bepalen van het gewicht van de container moet uiteraard rekening worden gehouden met het gewicht van het hulpframe, dat van het totaal vastgestelde gewicht zal moeten worden afgetrokken. Wanneer alleen het gewicht van de inhoud van de container moet worden bepaald, zal uiteraard ook rekening moeten worden gehouden met het gewicht van de container op zich. Wanneer de container direkt wordt geledigd, zoals dit gebeurt in geval dat het vervoermiddel een vuilniswagen is, dan kan bijvoorbeeld weging plaatsvinden vóór en na de lediging van de container, zodat door eenvoudig aftrekken van de verkregen gewichten het gewicht van de inhoud van de container kan worden vastgesteld.
Volgens een uitwerking van de uitvinding kan er in worden voorzien, dat het hulpframe het laad- en kip-mechanisme kan omvatten en door middel van de koppelorganen is verbonden met het hoofdframe, dat de basis van het laad-kipmechanisme of van het vervoermiddel omvat of daar deel van uitmaakt.
Hierdoor kan er in worden voorzien, dat de inrichting volgens de uitvinding kan worden aangepast op de uitvoering van het vervoermiddel. De weging van een container kan daardoor plaatsvinden daar waar dit constructief het beste te verwezenlijken is, dus daar waar constructief gezien het hoofdframe ophoudt en het hulpframe begint.
Volgens een uitwerking van de uitvinding kan er in worden voorzien, dat de koppelorganen niet star zijn verbonden met de te koppelen delen, namelijk het hoofdframe en het hulpframe daar zij een flexibele opbouw hebben of omdat zij in de verbindingspunten met de te koppelen delen een cardanisch vrije aanhechting, contact of ophanging hebben.
Hierdoor wordt bereikt, dat de weging zo nauwkeurig mogelijk plaatsvindt doordat op de koppelorganen geen spanningen of krachten worden uitgeoefend waardoor de werking van de koppelorganen en daardoor de meting van de er op uitgeoefende krachten, nadelig zou worden beïnvloed.
Bij een starre verbinding van de koppelorganen met het hoofdframe en het hulpframe zouden zijdelingse, moeilijk te meten of variabele krachten in kunnen werken, zoals uitzetting of krimping van het hulpframe of het hoofdframe of door kleine onnauwkeurigheden in de constructie ervan. Door een flexibele of cardanische verbinding kan de invloed van dergelijke krachten worden opgeheven.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat het hulpframe uit een U-vormig frame dat om een container heen kan worden gebracht en waarop de aangrijporganen op vooraf bepaalde plaatsen aan de binnenzijde van de U-vorm zijn gemonteerd, welke aangrijporganen zijdelings op een container aan kunnen grijpen.
Een dergelijk U-vormig frame zal noodzakelijk zijn wanneer de container aan beide zijden gelijktijdig dient te worden aangegrepen. Daar hierbij het hulpframe niet van boven af over de container heen kan worden gebracht moet het aan één zijde voorzien zijn van een opening, zodat de container zijdelings in deze opening kan worden gebracht.
Daarbij kan er in worden voorzien, dat het U-vormig hulpframe in de weegbare positie een hoek van 0° tot 45° maakt met de horizontaal.
Daar de container om te beginnen aan twee zijden dient te worden aangegrepen, zal het hulpframe zich hierbij in een ongeveer horizontale stand bevinden. Voor het ledigen van de container, zoals dit in het algemeen zal gebeuren, zal het hulpframe, in de meeste gevallen tezamen met het hoofdframe, worden gekanteld. Zolang de hoek waarover wordt gekanteld binnen een bepaalde waarde blijft kan nog weging van de container plaatsvinden.
Volgens een andere uitwerking van de uitvinding kan er in worden voorzien, dat het hulpframe bestaat uit een nagenoeg rechthoekig frame, dat op zijn buitenzijde is voorzien van de aangrijporganen, die zijdelings op een container aan kunnen grijpen.
Bij deze uitvoeringsvorm zal de container eenzijdig zijdelings worden aangegrepen en behoeft het hulpframe zich niet langs de container uit te strekken maar moet het zich er buiten bevinden. Het frame kan hierdoor volledig gesloten zijn.
Daar de container hierbij aan één zijde wordt aangegrepen en er tussen de aangrijporganen en het laad-kipmechanisme in het horizontale vlak niet voldoende ruimte aanwezig zal zijn, zal er volgens de uitvinding in worden voorzien, dat het rechthoekig hulpframe in de weegpositie een hoek van 0° tot 45° maakt met de vertikaal.
Volgens een uitwerking van de uitvinding zal er in worden voorzien, dat het zwaartepunt van de last zich bevindt binnen de ruimte of het vlak tussen de krachtlijnen van de belasting veroorzaakt door het gewicht van de hangende last en gaande door de verbindingspunten tussen de koppelorganen en het hulpframe, waarbij een contragewicht aanwezig kan zijn om het zwaartepunt binnen de genoemde ruimte te brengen. Als zwaartepunt van de last wordt hierbij beschouwd het zwaartepunt van de massa van het hulpframe en van de aangegrepen container. Wanneer de container balancerend wordt aangegrepen, dan zal het gewicht daarvan zich slechts doen gevoelen in de aangrijpingspunten van de aangri jporganen.
Wanneer om constructieve of praktische redenen de container moet worden aangegrepen buiten de hiervoor genoemde ruimte, dan kan er volgens de uitvinding in worden voorzien, dat het zwaartepunt van de last zich bevindt buiten de ruimte of het vlak tussen de krachtlijnen van de belasting veroorzaakt door de hangende last en gaande door de verbindingspunten tussen de koppelorganen en het hulpframe, waarbij een kantelneiging ontstaat van het hulpframe door inwerking van het gewicht van de last, gesteund in de dichtst bij de last zijnde verbindingspunten tussen de koppelstukken en het hulpframe en tegengehouden in de andere verbindingspunten tussen de tegengesteld gerichte koppelorganen en het hulpframe.
Wanneer hierbij op de zich het dichtst bij de last bevindende koppelorganen een trekkracht wordt uitgeoefend, kan op de andere koppelorganen zowel een drukkracht als een trekkracht worden uitgeoefend. Dit laatste is ook het geval wanneer op de zich het dichtst bij de last bevindende koppelorganen een drukkracht wordt uitgeoefend.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan er in worden voorzien, dat alle aangrijpingspunten nagenoeg op één rechte lijn liggen, waarbij de container in de bepaalde weegbare positie op geen andere wijze wordt ondersteund en balancerend is opgehangen in de aangrijpingspunten.
Hierbij zal dus het zwaartepunt van de container, na het balancerend ophangen daarvan, zich bevinden op een loodlijn, gaande door de hiervoor genoemde rechte lijnen zal het gewicht van de container de ligging van het zwaartepunt van het hulpframe beïnvloeden. De plaats waar het zwaartepunt van het hulpframe na het aangrijpen van de container komt te liggen, wordt dan het eigenlijke zwaartepunt van de last.
Volgens een verdere uitwerking kan er daarbij in worden voorzien, dat alle aangrijpingspunten, alle verbindingspunten tussen koppelorganen en het hulpframe en het zwaartepunt van het hulpframe nagenoeg in één vlak liggen en waarbij slechts de kracht behoeft te worden gemeten in enkele van de koppe1organen, waarbij de som van de gemeten krachten steeds evenredig is met het gewicht van de aangegrepen container voor het bepalen van het gewicht van de container.
Hierdoor kan het vaststellen van het gewicht van de aangegrepen container op eenvoudige wijze plaatsvinden.
Onder bepaalde omstandigheden kan het vaststellen van het gewicht van een aangegrepen container nog verder worden vereenvoudigd door er in te voorzien, dat het zwaartepunt van het hulpframe, alle aangrijpingspunten en de verbindingspunten van ten minste twee koppelorganen met het hulpframe alle nagenoeg op één rechte lijn liggen en waarbij het hulpframe draaibaar is om een as waarvan de hartlijn samenvalt met de hiervoor genoemde rechte lijn zodat het in verschillende standen rondom de genoemde as in weegbare positie kan worden opgesteld en waarbij uitsluitend in de genoemde koppelorganen de kracht wordt gemeten om het gewicht van de aangegrepen container te kunnen bepalen.
Bepaalde koppelorganen kunnen hierbij zodanig zijn uitgevoerd, dat de er op uitgeoefende kracht niet behoeft te worden gemeten, terwijl toch een juiste vaststelling kan worden bereikt van het gewicht van een aangegrepen container.
In het algemeen kan nog worden opgemerkt, dat voor het vaststellen van het gewicht van een aangegrepen container de kracht wordt gemeten, die op elk der koppelorganen in een bepaalde richting wordt uitgeoefend. Daarbij behoeft deze krachtmeting niet te geschieden in de richting van de loodlijn. Wanneer de krachtlijn, volgens welke wordt gemeten, afwijkt van de loodlijn moeten onder bepaalde omstandigheden wel middelen worden toegepast om het gewicht van een aangegrepen container te kunnen vaststellen. Dit kan bijvoorbeeld zijn het meten van de afwijkingsgraad van de lijn gaande door de bevestigingspunten van de koppelorganen aan het hoofdframe en het hulpframe ten opzichte van de loodlijn.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, weergegeven in de tekening, waarin: fig. 1 een schematisch zijaanzicht toont van een vervoermiddel volgens de uitvinding: fig. IA en 1B schematisch bovenaanzicht tonen van twee verschillende wijzen van plaatsing van het hoofdframe ten opzichte van het hulpframe bij de uitvoeringsvorm volgens fig. l; fig. 2 schematisch een zijaanzicht toont overeenkomstig fig. 1 maar van een enigszins gewijzigde uitvoeringsvorm van de uitvinding; fig. 2A en 2B schematisch bovenaanzichten tonen van twee verschillende wijzen van plaatsing van het hoofdframe ten opzichte van het hulpframe bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2; fig. 3 schematisch een zijaanzicht toont van een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding; fig. 3A schematisch een bovenaanzicht toont van de uitvoeringsvorm volgens fig. 3; fig. 4 schematisch een zijaanzicht toont van een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding; fig. 4A en 4B schematische bovenaanzichten tonen van twee verschillende wijzen van plaatsing van het hoofdframe ten opzichte van het hulpframe bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 4; fig. 5 schematisch een achteraanzicht toont van een vuilniswagen voorzien van een laad-kipmechanisme maar met weglating van de weeginrichting; fig. 6 schematisch een zijaanzicht toont van het achterste deel van de vuilniswagen volgens fig. 5; fig. 7 schematisch een zijaanzicht toont overeenkomstig fig. 6 maar waarbij is voorzien in een weeginrichting; fig. 8 schematisch een achteraanzicht toont, op vergrote schaal, van een deel van fig. 7; fig. 9 schematisch een deel toont van een achteraanzicht van fig. 7; fig. 10 schematisch een zijaanzicht toont van een andere uitvoeringsvorm van een vervoermiddel volgens de uitvinding; fig. 10A en 10B schematisch bovenaanzichten tonen van twee verschillende wijzen van plaatsing van het hoofdframe ten opzichte van het hulpframe bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 10; fig. 11 schematisch een zijaanzicht toont van een verdere uitvoeringsvorm van een vervoermiddel volgens de uitvinding; fig. 11A en 11B schematisch bovenaanzichten tonen van twee verschillende wijzen van plaatsing van het hoofdframe ten opzichte van het hulpframe bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 11; fig. 12 t/m 15 schematisch zijaanzichten tonen van vier verdere uitvoeringsvormen van een vervoermiddel volgens de uitvinding; fig. 16 schematisch een zijaanzicht toont van enkele delen van een laad-kipmechanisme voor kleine huisvuilcontainers, waarbij de delen in een aantal standen zijn getoond; fig. 17A, B en C schematisch zijaanzichten tonen van drie verschillende uitvoeringsvormen van een deel van een vervoermiddel waarbij de weeginrichting volgens fig. 16 is toegepast; en fig. 18 schematisch een perspectivisch aanzicht toont van een hoofdframe en een hulpframe met de daarbij behorende koppelorganen, zoals deze kunnen worden toegepast bij de uitvoeringsvormen volgens de fig. 16 en 17.
Fig. 1 toont een deel van een vervoermiddel 1 voorzien van een laad-kipmechanisme 6. Vanaf het met het vervoermiddel 1 verbonden scharnier 15 lopen twee zwenkarmen 21, die het hoofdframe 5 vormen.
Het hoofdframe 5 is door middel van koppelorganen 7 verbonden met het hulpframe 4.
Het hoofdframe 5 kan ten opzichte van het scharnier 15 worden verzwenkt door middel van de drukmediumcilinder 16.
Een container 2 is voorzien van aanhechtingsorganen 11, die samen kunnen werken met de aangrijporganen 9 van het hulpframe 4 in de aangrijpingspunten 10.
Het hulp-kipmechanisme 17 zorgt er voor dat bij de opwaartse verzwenkende beweging van de container 2 aan deze container een extra kantelbeweging wordt gegeven, zodat de inhoud van de container in het vervoermiddel 1 terecht komt.
Door de gebalanceerde ophanging van de container 2 in de aangrijpingspunten 10, die in hetzelfde vlak liggen als het zwaartepunt van het hulpframe 4 en van de bevestigingspunten 71 tussen de koppelorganen 7 en het hulpframe, blijft ook bij schuiner of vlakker stellen van het hulpframe 4 de verdeling van het gewicht van de container 2 over de koppelorganen 7, ter weerszijden van de rechte lijn gaande door de aangrijpingspunten 10, gelijk.
Hierdoor is het voldoende de kracht te meten in de koppelorganen 7 aan slechts één zijde van de hiervoor genoemde rechte lijn voor het op de juiste wijze bepalen van het gewicht.
Daar de container 2 slechts in twee aangrijpingspunten 10 is opgehangen en vrij kan balanceren bij het optillen, ligt het zwaartepunt van de last in weegbare positie steeds in de ruimte tussen de krachtlijnen gaande door de bevestigingspunten 71 tussen de koppelorganen 7 en het hulpframe 4.
Zoals in het bijzonder blijkt uit de fig. IA en 1B is het hulpframe U-vormig, waarbij de poten van de U met elkaar worden verbonden door het verbindingsstuk 18. Het in de figuren 1, IA en 1B weergegeven laad-kipsysteem met ingebouwd weegmechanisme laat een onbelemmerd kantelen van de container 2 en ook het onbelemmerd openvallen van het deksel 3 van de container toe.
De in de fig. 2, 2A en 2B weergegeven uitvoeringsvorm komt in hoge mate overeen met die volgens de fig. 1-1B. Nu liggen echter de aangrijpingspunten 10 op één rechte lijn met de verbindingspunten 71 tussen twee koppelorganen 7 en het hulpframe 4. Hierdoor kan het gewicht van de aangegrepen container 2 direkt worden vastgesteld uit de meting van de krachten uitgeoefend op de koppelorganen 7.
Fig. 3 en 3A tonen een laad-kipmechanisme 6, dat in hoge mate overeenkomt met dat volgens de voorgaande figuren. Overeenkomstige onderdelen zijn dan ook weer met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.
Nu is echter de container 2 balancerend opgehangen in de twee aangrijpingspunten 10, die zich bevinden buiten de ruimte die wordt begrensd door de vier bevestigingspunten 71 van de koppelorganen 7 en het hulpframe 4.
Het hulpframe 4 zal hierdoor de neiging hebben te kantelen onder het gewicht van de aangegrepen container 2 en deze kantelbeweging wordt tegengegaan door de tegengesteld gerichte koppelorganen 8, van welke de bevestigingspunten 71 met het hulpframe 4 zich bevinden boven de bevestigingspunten 72 met het hoofdframe 5.
Het zwaartepunt van de last ligt hierbij dus buiten de ruimte begrensd door de bevestigingspunten 71,
Fig. 4, 4A en 4B tonen een vervoermiddel dat in hoofdzaak overeenkomt met dat beschreven aan de hand van fig. 2. Nu ligt echter het zwaartepunt van het hulpframe 4 op dezelfde rechte lijn als de aangrijpingspunten 10 en de bevestigingspunten 71 van de koppelorganen 7 aan het hulpframe, zodat het hulpframe ter weerszijden van deze rechte lijn in balans is. Hierdoor kan het hulpframe 4 ten opzichte van het hoofdframe 5 zich in elke mogelijke stand bevinden en daarbij in balans zijn ten opzichte van de genoemde rechte lijn, zonder dat hierdoor invloed wordt uitgeoefend op de weging met behulp van de twee koppelorganen 7.
De fig. 5 t/m 9 tonen een installatie zoals deze in de praktijk kan worden toegepast voor het opnemen van een container en het ledigen daarvan in een vuilniswagen.
De fig. 5 en 6 tonen de installatie zonder weeginrichting. Twee aangrijporganen 9 zijn hier verbonden met draaibaar opgestelde assen 19, die zich bevinden aan de uiteinden van de zwenkarmen 21 en welke assen tijdens het omhoog zwenken van een container worden verdraaid door een hulp-kipmechanisme 17 om daardoor de kantelbeweging van de container 2 tot stand te brengen tijdens het omhoog zwenken daarvan.
De zwenkarmen zelf vormen hier niet het hoofdframe 5, daar dit één geheel moet vormen met de genoemde assen 19.
Fig. 9 toont de assen 19 op vergrote schaal. De delen van de as 19 vormen een verbinding tussen een zwenkarm 21 en een aangrijporgaan 9, waarbij de as is onderbroken, zodanig dat het einde van het ene deel zich bevindt aan de kant van de zwenkarmen voor het monteren van het hoofdframe 5, terwijl het einde van het andere deel zich bevindt bij het aangrijporgaan 9 en gemonteerd is aan het hulpframe 4. Het hoofdframe 5 en het hulpframe 4 zijn met elkaar verbonden door de koppelorganen 7.
Het hoofdframe 5, tezamen met het er aan gekoppelde hulpframe 4, draait hierdoor samen met de as 19 van het hulp-kipmechanisme. Daar het aangrijporgaan 9 onvervormbaar is verbonden met het hulpframe 4 draait het tezamen met dit hulpframe mee om er voor te zorgen dat de aangegrepen container 2 bij zijn omhoog gaande zwenkbeweging ook gestimuleerd wordt tot een kantelbeweging, op dezelfde wijze als dit het geval is bij de installatie zonder weeginrichting.
Wanneer de koppelorganen 7 flexibel of cardanisch zijn opgesteld, dan kunnen deze bij de verder gaande kantelbeweging eventueel in een vaste stand worden gebracht.
Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 10, 10A en 10B is de container 2 opgehangen in vier aangrijpingspunten, waardoor hij niet balancerend is opgehangen aan het hulpframe 4. Het zwaartepunt van de last bevindt zich in weegbare toestand wel tussen de krachtlijnen gaande door de aanhechtingspunten 71 van de koppelorganen 7.
Bij het vlakke of enigszins hellend opstellen van het hoofdframe 5 verlegt ook het zwaartepunt van de last zich ten opzichte van de verbindingspunten 71 van de koppelorganen 7. Het is dus noodzakelijk de krachten op te meten, die op alle aanwezige koppelorganen 7 worden uitgeoefend, daar er geen vaste verhouding aanwezig is in de verdeling van het gewicht van de container 2 over de verschillende koppelorganen 7.
De fig. 11, 11A en 11B tonen een uitvoeringsvorm die in hoge mate overeenkomt met die volgens fig. 10, met dit verschil dat het hulpframe 4 slechts met het hoofdframe 5 is verbonden door middel van twee koppelorganen 7, die flexibele of cardanische bevestigingspunten 71 en 72 hebben.
Hierdoor komt de last, dat wil zeggen het totale gewicht van de container 2 en van het hulpframe 4, balancerend te hangen aan het hoofdframe 5. Hierdoor krijgt men hetzelfde effekt als dat bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 4.
De uitvoeringsvorm volgens fig. 12 komt in hoge mate overeen met die volgens fig. 1, maar hierbij is het hulpframe 4 opgelegd in plaats van opgehangen ten opzichte van het hoofdframe 5 door middel van de koppelorganen 7.
De uitvoeringsvorm volgens fig. 13 komt in hoge mate overeen met die volgens fig. 10 maar ook hierbij is weer het hulpframe 4 opgelegd in plaats van opgehangen aan het hoofdframe 5 door middel van de koppelorganen 7.
De uitvoeringsvorm volgens fig. 14 komt in hoge mate overeen met die van fig. 3, maar ook hierbij worden de koppelorganen 7 weer op druk belast door hun opstelling tussen het hulpframe 4 en het hoofdframe 5.
Fig. 15 toont een uitvoeringsvorm, waarbij het weegmechanisme weer op dezelfde wijze werkt als dat volgens fig. 3. Om nu echter de container 2 weegbaar met het laad-kipmechanisme te verbinden is hierbij gebruik gemaakt van het vervoermiddel zelf. Het hoofdframe 5 maakt namelijk deel uit van het vervoermiddel en het hulpframe 4 vormt de basis van het laad-kipsysteem. De zwenkarmen 22 vormen hier de aangrijporganen 9.
Het voordeel van deze uitvoering is, dat er geen ingewikkelde constructies gemaakt behoeven te worden bij een combinatie van een laad-kipsysteem en een weegsysteem, daar het weegsysteem zich hier op een volledig andere plaats bevindt dan het laad-kipsysteem.
Daar bij deze uitvoeringsvorm de aangrijpingspunten 10 en de verbindingspunten 71 van de koppelorganen 7 zich niet steeds op dezelfde plaats ten opzichte van elkaar bevinden, vanwege de zwenkbeweging van de aangrijporganen 9 in het scharnier 15 van het laad-kipsysteem, zal de positie van de zwenkarmen, die hier de aangrijporganen 9 zijn, ten opzichte van de basis van het laadkipmechanisme, in dit geval het hulpframe 4, mede bepalend zijn bij het vaststellen van het juiste gewicht in verband met de verschuiving van de moment-krachten.
Bij de uitvoeringsvorm volgens fig'. 16 is het hoofdframe 5 aangebracht aan het uiteinde van de zwenkarmen van een hijszwenkmechanisme 22. In deze figuur zijn de zwenkarmen niet zichtbaar. De zwenkarmen hebben als enig doel het hoofdframe 5 in een bepaalde positie te brengen en maken deel uit van het laad-kipmechanisme, dat in het bijzonder dient voor het optillen en ledigen van huisvuilcontainers.
Door de vorm van het hoofdframe 5 en de plaats van de verbindingen 72 van de koppelorganen aan het hoofdframe 5, kan het hulpframe 4 in een meer vertikale positie worden gebracht.
Bij verdraaiing van het hoofdframe 5 kan het zwaartepunt van de totale last, dat wil zeggen van het gewicht van het hulpframe 4 en van de container 2, zich verplaatsen binnen of buiten de ruimte tussen de krachtlijnen gaande door de verbindingspunten 71 tussen de koppelorganen 7 en/of 8 en het hulpframe 4. Wanneer het zwaartepunt zich verlegt tot buiten de genoemde ruimte zullen enkele van de koppelorganen tussen het hulpframe 4 en het hoofdframe 5 zich in tegengestelde richting verplaatsen wanneer de koppelorganen een flexibele of cardanische balancerende werking hebben. Verder zijn hierbij alle toepassingen mogelijk zoals deze zijn beschreven aan de hand van voorafgaande figuren.
De fig. 17A, B en C tonen praktische uitvoeringsvormen voor toepassing van fig. 16. Het laad-kipsysteem bestaat hierbij uit een hijszwenkmechanisme 22 dat wordt bestuurd door de drukmediumcilinder 20, die zorgt voor het omhoog zwenken van de container 2 door middel van een zwenkarm-parallelsysteem. Tijdens een deel van de verzwenkende beweging kan de container worden gewogen.
Na het volledig uitvoeren van de verzwenkende beweging treedt het zwenk-kipmechanisme 23 in werking door verzwenking om het scharnier 15, zodat de inhoud van de container in het voertuig wordt gebracht. De in de tekening aangegeven bovenste koppelorganen 7 lopen in de normale richting en de onderste koppelorganen 8 kunnen omgekeerd werkende organen zijn, daar het zwaartepunt van de last, in de weegpositie van het hulpframe 4, zich bevindt buiten de ruimte tussen de krachtlijnen gaande door de aanhechtingspunten 71 van de koppelorganen 7.
Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 17A hangt de container in de weegpositie volledig balancerend aan de aangrijpingspunten 10. Daar hierbij een constante verhouding aanwezig is in de gewichtsverdeling over de diverse koppelorganen behoeft slechts de kracht in de bovenste of de onderste koppelorganen te worden gemeten om het gewicht van de aangegrepen container 2 vast te kunnen stellen.
Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 17B wordt de container 2 aan de onderzijde gesteund door de containersteun 13. Daar bij het schuiner of rechter opstellen van het hoofdframe 5 het zwaartepunt van de last zich verplaatst ten opzichte van het hulpframe, moet de kracht in alle aanwezige koppelorganen worden gemeten om het gewicht van de container 2 vast te kunnen stellen. Hierbij kan worden gewezen op de toelichting bij fig. 10.
De uitvoeringsvorm volgens fig. 17C komt in hoge mate overeen met die volgens fig. 17A. Hierbij is het hulpframe 4 echter voorzien van een contragewicht waardoor het zwaartepunt van de totale last, dat wil zeggen van het gewicht van de container 2 en van het hulpframe 4, binnen de ruimte wordt gehouden van de krachtlijnen gaande door de bevestigingspunten 71 van de koppelorganen 7.
Hierdoor zullen alle koppelorganen 7 in de normale richting worden belast en zullen de onderste koppelorganen niet in tegengestelde richting worden belast zoals de koppelorganen 8 in fig. 17A.
Fig. 18 toont een perspectivisch aanzicht van een hoofdframe 5 met een hulpframe 4, die met elkaar zijn verbonden door middel van de koppelorganen 7. Het hulpframe 4 is voorzien van de aangrijporganen 9, die de aangrijpingspunten 10 voor de niet getoonde container 2 leveren.
Het zal duidelijk zijn, dat het in fig. 18 getoonde stelsel in het bijzonder wordt toegepast bij de uitvoeringsvormen volgens de fig. 16 en 17.

Claims (12)

1. Vervoermiddel (1), zoals een vuilniswagen, een heftruck, een wissellaadbak voor een vrachtwagen of dergelijke, voorzien van een laad-kipmechanisme (6), dat glijdend, rollend of zwenkbaar is verbonden met het vervoermiddel (1) voor het optillen van een container (2) of dergelijke, het laden of ledigen daarvan in of op dit of een ander vervoermiddel, waarbij het laad-kipmechanisme aangrijporganen (9) omvat, die samen kunnen werken met zijdelings aan de container aangebrachte aanhechtingsorganen (11) of aanhechtingsvlakken en waarbij er voldoende ruimte aanwezig is in of langs het laadkip-mechanisme om de container (2) zijdelings te kunnen aangrijpen, met het kenmerk, dat de aangrijporganen (9) zijn gemonteerd op een hulpframe (4) dat is verbonden met het hoofdframe (5) door middel van ten minste twee koppelorganen (7,8) waarin middelen zijn aangebracht voor het meten van de op de betreffende koppelorganen uitgeoefende, in één richting lopende, belasting zodanig dat het gewicht van een opgetilde container (2) kan worden bepaald en waarbij deze koppelorganen (7,8) met het hulpframe (4) zijn verbonden buiten de ruimte tussen de krachtlijnen gaande door de aangrijpingspunten (10) van de aangrijporganen (9), welke krachtlijnen worden veroorzaakt door het gewicht van de last, en waarbij het hulpframe (4) in zijn koppeling aan het hoofdframe (5) de laad-kipfunkties van de er aan bevestigde aangrijporganen (9) waarborgt en waarbij het hulpframe (4) samen met de container (2) de last vormt en het hoofdframe (5) deel kan uitmaken van het voertuig (1), van het laad-kipmechanisme (6) of van de aangrijporganen (9).
2. Vervoermiddel volgens conclusie l,met het kenmerk, dat het hulpframe (4) het laad- en/of kip-mechanisme kan omvatten en door middel van de koppelorganen (7,8) is verbonden met het hoofdframe (5), dat de basis van het laad-kipmechanisme (6) of van het vervoermiddel (1) omvat of daar deel van uitmaakt.
3. Vervoermiddel volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de koppelorganen (7,8) niet star zijn verbonden met de te koppelen delen, namelijk het hoofdframe (5) en het hulpframe (4) daar zij een flexibele opbouw hebben of omdat zij in de verbindingspunten (71,72) met de te koppelen delen een cardanisch vrije aanhechting, contact of ophanging hebben.
4. Vervoermiddel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het hulpframe (4) bestaat uit een ü-vormig frame dat om een container (2) heen kan worden gebracht en waarop de aangrijporganen (9) op vooraf bepaalde plaatsen aan de binnenzijde van de U-vorm zijn gemonteerd, welke aangrijporganen (9) zijdelings op een container (2) aan kunnen grijpen.
5. Vervoermiddel volgens conclusie 4,met het kenmerk, dat het U-vormig hulpframe (4) in de weegbare positie een hoek van 0° tot 45° maakt met de horizontaal.
6. Vervoermiddel volgens één der conclusies 1 - 3, m e t het kenmerk, dat het hulpframe (4) bestaat uit een nagenoeg rechthoekig frame, dat op zijn buitenzijde is voorzien van de aangrijporganen (9), die zijdelings op een container (2) aan kunnen grijpen.
7. Vervoermiddel volgens conclusie 6,met het kenmerk, dat het rechthoekig hulpframe (4) in de weegpositie een hoek van 0° tot 45° maakt met de vertikaal.
8. Vervoermiddel volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het zwaartepunt van de last zich bevindt binnen de ruimte of het vlak tussen de krachtlijnen van de belasting veroorzaakt door het gewicht van de hangende last en gaande door de verbindingspunten (71) tussen de koppelorganen (7) en het hulpframe (4), waarbij een contragewicht aanwezig kan zijn om het zwaartepunt binnen de genoemde ruimte te brengen.
9. Vervoermiddel volgens één der conclusies 1 - 7, met het kenmerk, dat het zwaartepunt van de last zich bevindt buiten de ruimte of het vlak tussen de krachtlijnen van de belasting veroorzaakt door de hangende last en gaande door de verbindingspunten (71) tussen de koppelorganen (7,8) en het hulpframe (4), waarbij een kantelneiging ontstaat van het hulpframe (4) door inwerking van het gewicht van de last, gesteund in de dichtst bij de last zijnde verbindingspunten (71) tussen de koppelstukken (7) en het hulpframe (4) en tegengehouden in de andere verbindingspunten (71) tussen de tegengesteld gerichte koppelorganen (8) en het hulpframe (4).
10. Vervoermiddel volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat alle aangrijpingspunten (10) nagenoeg op één rechte lijn liggen, waarbij de container (2) in de bepaalde weegbare positie op geen andere wijze wordt ondersteund en balancerend is opgehangen in de aangrijpingspunten (10).
11. Vervoermiddel volgens conclusie 10, m e t het kenmerk, dat alle aangrijpingspunten (10), alle verbindingspunten (71) tussen koppelorganen (7,8) en het hulpframe (4) en het zwaartepunt van het hulpframe (4) nagenoeg in één vlak liggen en waarbij slechts de kracht behoeft te worden gemeten in enkele van de koppelorganen (7,8), waarbij de som van de gemeten krachten steeds evenredig is met het gewicht van de aangegrepen container (2) voor het bepalen van het gewicht van de container (2).
12. Vervoermiddel volgens conclusie 10 of 11, m e t het kenmerk, dat het zwaartepunt van het hulpframe (4), alle aangrijpingspunten (10) en de verbindingspunten (71) van ten minste twee koppelorganen (7) met het hulpframe (4) alle nagenoeg op één rechte lijn liggen en waarbij het hulpframe (4) draaibaar is om een as waarvan de hartlijn samenvalt met de hiervoor genoemde rechte lijn zodat het in verschillende standen rondom de genoemde as in weegbare positie kan worden opgesteld en waarbij uitsluitend in de genoemde koppelorganen (7) de kracht wordt gemeten om het gewicht van de aangegrepen container (2) te kunnen bepalen.
NL9002352A 1990-10-30 1990-10-30 Vervoermiddel, zoals een vuilniswagen of dergelijke, voorzien van een laad-kipmechanisme voor het hanteren van containers of dergelijke. NL9002352A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9002352A NL9002352A (nl) 1990-10-30 1990-10-30 Vervoermiddel, zoals een vuilniswagen of dergelijke, voorzien van een laad-kipmechanisme voor het hanteren van containers of dergelijke.
NL9101192A NL9101192A (nl) 1990-10-30 1991-07-08 Vervoermiddel, zoals een vuilniswagen of dergelijke, voorzien van een laad-kipmechanisme voor het hanteren van containers of dergelijke.
DE69114671T DE69114671T2 (de) 1990-10-30 1991-10-28 Transportmittel, z.B. Müllsammelfahrzeug o.dgl. mit einer Vorrichtung zum Heben, Kippen und Wiegen von Behältern.
EP91202783A EP0483922B1 (en) 1990-10-30 1991-10-28 Means of transport, such as garbage truck provided with means for lifting, tilting and weighting containers
AT91202783T ATE130273T1 (de) 1990-10-30 1991-10-28 Transportmittel, z.b. müllsammelfahrzeug o.dgl. mit einer vorrichtung zum heben, kippen und wiegen von behältern.
US07/783,671 US5344272A (en) 1990-10-30 1991-10-29 Means of transport such as a garbage truck or such like, provided with a loading and tilting device for the handling of containers or such like

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9002352A NL9002352A (nl) 1990-10-30 1990-10-30 Vervoermiddel, zoals een vuilniswagen of dergelijke, voorzien van een laad-kipmechanisme voor het hanteren van containers of dergelijke.
NL9002352 1990-10-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9002352A true NL9002352A (nl) 1992-05-18

Family

ID=19857891

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9002352A NL9002352A (nl) 1990-10-30 1990-10-30 Vervoermiddel, zoals een vuilniswagen of dergelijke, voorzien van een laad-kipmechanisme voor het hanteren van containers of dergelijke.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9002352A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9101192A (nl) Vervoermiddel, zoals een vuilniswagen of dergelijke, voorzien van een laad-kipmechanisme voor het hanteren van containers of dergelijke.
US5285860A (en) Container scale
US4635739A (en) Payload monitor
US20030047603A1 (en) Logistics scales
MD866B1 (en) Truck load weighing method and apparatus
NL9100395A (nl) Weeginrichting.
NL9002352A (nl) Vervoermiddel, zoals een vuilniswagen of dergelijke, voorzien van een laad-kipmechanisme voor het hanteren van containers of dergelijke.
WO2002097381A1 (en) Dynamic weighing system
JP3518703B2 (ja) 計量方法、計量装置及び計量装置を備えたごみ収集車
US2706626A (en) Cotton bale scale
NL193798C (nl) Inrichting voor het ledigen en wegen van vuilniscontainers.
DK173004B1 (da) Enhed til vejning af last og anvendelse af sådan enhed
NL1000735C2 (nl) Weeginrichting.
NL1007388C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de massa van een gestorte inhoud van een afvalhouder.
HU212657B (en) Apparatus for emptying containers of large cubic capacity
NL1002399C1 (nl) Weeginrichting voor het wegen van een reactorvat en/of de inhoud daarvan, alsmede werkwijze voor het uitvoeren van een chemische omzetting onder toepassing van die weeginrichting.
NL9402123A (nl) Inrichting voor het tijdens het heffen wegen van een voorwerp.
AU2002308435B2 (en) Dynamic weighing system
JPH08233641A (ja) 計量方法、計量装置及び計量装置を備えたごみ収集車
TWM603107U (zh) 垃圾車之垃圾桶秤重裝置
JP3850779B2 (ja) ロードセル式はかり
RU2008627C1 (ru) Взвешивающее устройство
BE1010320A6 (nl) Meerbereikweegschaal op voertuig.
SU1645851A1 (ru) Весоизмерительное устройство
US399865A (en) friend

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed