NL9002310A - Voederinrichting voor dieren met een door een dier bedienbaar doseerorgaan. - Google Patents
Voederinrichting voor dieren met een door een dier bedienbaar doseerorgaan. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9002310A NL9002310A NL9002310A NL9002310A NL9002310A NL 9002310 A NL9002310 A NL 9002310A NL 9002310 A NL9002310 A NL 9002310A NL 9002310 A NL9002310 A NL 9002310A NL 9002310 A NL9002310 A NL 9002310A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- plate
- shaft
- lever
- feeding device
- animal
- Prior art date
Links
- 241001465754 Metazoa Species 0.000 title claims description 29
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 claims description 5
- 239000000843 powder Substances 0.000 claims description 2
- 238000005192 partition Methods 0.000 description 5
- 238000005054 agglomeration Methods 0.000 description 3
- 230000002776 aggregation Effects 0.000 description 3
- 238000013019 agitation Methods 0.000 description 3
- 238000007790 scraping Methods 0.000 description 3
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 3
- 210000002445 nipple Anatomy 0.000 description 2
- 210000000056 organ Anatomy 0.000 description 2
- 210000004894 snout Anatomy 0.000 description 2
- 240000008042 Zea mays Species 0.000 description 1
- 235000005824 Zea mays ssp. parviglumis Nutrition 0.000 description 1
- 235000002017 Zea mays subsp mays Nutrition 0.000 description 1
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 1
- 238000011109 contamination Methods 0.000 description 1
- 235000005822 corn Nutrition 0.000 description 1
- 230000008878 coupling Effects 0.000 description 1
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 description 1
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 description 1
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 1
- 238000002474 experimental method Methods 0.000 description 1
- 230000002349 favourable effect Effects 0.000 description 1
- 235000013305 food Nutrition 0.000 description 1
- 230000005484 gravity Effects 0.000 description 1
- 210000003128 head Anatomy 0.000 description 1
- 239000000463 material Substances 0.000 description 1
- 230000007246 mechanism Effects 0.000 description 1
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 1
- 239000000203 mixture Substances 0.000 description 1
- 238000012986 modification Methods 0.000 description 1
- 230000004048 modification Effects 0.000 description 1
- 230000007935 neutral effect Effects 0.000 description 1
- 230000002265 prevention Effects 0.000 description 1
- 238000004080 punching Methods 0.000 description 1
- 230000001105 regulatory effect Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K5/00—Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
- A01K5/02—Automatic devices
- A01K5/0275—Automatic devices with mechanisms for delivery of measured doses
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K5/00—Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
- A01K5/02—Automatic devices
- A01K5/0225—Gravity replenishment from a reserve, e.g. a hopper
- A01K5/0233—Gravity replenishment from a reserve, e.g. a hopper dispensing by dosing means actively operated by the animal
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Birds (AREA)
- Animal Husbandry (AREA)
- Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
- Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)
Description
Titel: Voederinrichting voor dieren met een door een dier bedienbaar doseerorgaan
De uitvinding heeft betrekking op een voederinrichting voor dieren met een door een dier bedienbaar doseerorgaan, welke inrichting is voorzien van een boven een voeropvangbak geplaatste voorraadhouder voor stortbaar voer, zoals voer in korrel- of poedervorm, welke voorraadhouder in zijn bodemvlak is voorzien van een afvoeropening met daar hellend naar toe lopende wanden en een op afstand onder de afvoeropening geplaatst element met een de afvoeropening afdekkend en overlappend bovenvlak, boven welk element draaibaar een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende as is gelagerd, die / middels een daarmee verbonden, tot buiten de voorraadhouder reikend deel door een dier aandrijfbaar is en waarop loodrecht een stuwplaat is bevestigd, die in radiale richting een hoogte heeft, die nagenoeg gelijk is aan de loodrechte afstand tussen de as en het bovenvlak van het element.
Een dergelijke voederinrichting is bekend uit het Nederlandse octrooischrift 185597. De as met stuwplaat is hierbij in de nabijheid van en evenwijdig aan de achterwand van de voorraadhouder opgesteld. Een hefboom is met zijn ene uiteinde loodrecht op de as bevestigd, terwijl aan het andere uiteinde van de hefboom een stangvormig orgaan is bevestigd, dat zich in hoofdzaak evenwijdig aan de as uitstrekt. De opstelling is daarbij zodanig, dat als een dier, bijvoorbeeld met zijn snuit, het orgaan omhoog duwt, de hefboom de as met stuwplaat verdraait, waardoor voer van het bovenvlak van het onder de afvoeropening geplaatste element af wordt geduwd en in de voeropvangbak terecht komt. Als het dier vervolgens het orgaan loslaat, keert het orgaan met een loze slag door de zwaartekracht en de voerdruk op de stuwplaat terug in zijn uitgangsstand, waarna het weer gereed is om door omhoog duwen een volgende hoeveelheid voer in de opvangbak terecht te laten komen.
Van belang voor een goede werking van deze bekende inrichting is, dat tijdens het werken daarmee de hefboom steeds de vereiste slag kan blijven maken teneinde de stuw-plaat voer te kunnen laten verschuiven. De lagering van de as zal vrij ongevoelig voor vervuiling dienen te zijn om een automatisch terugkeren van de hefboom in zijn uitgangsstand te verzekeren. Een tweede probleem kan zich voordoen door zich achter de stuwplaat ophopend voer, dat onder de stuwplaat door kan glippen als deze door het dier wordt verzwenkt, waardoor de spleet tussen bovenvlak van het element en de onderrrand van de stuwplaat wordt vergroot. Dit gevaar zal groter zijn bij poedervormig dan bij grof voer.
Met de uitvinding wordt beoogd een voederinrichting van de in de aanhef vermelde soort ongevoelig te maken voor de bovenomschreven problemen.
Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, doordat de as in bovenaanzicht gezien zich uitstrekt volgens een lijn die de afvoeropening verdeelt in twee in hoofdzaak gelijke doorlaten, en de as aan zijn ene uiteinde is verlengd met een daar L-vormig op aansluitend deel, dat zich in hoofdzaak verticaal neerwaarts uitstrekt en door een dier naar links en naar rechts is te zwenken, waarbij het bovenvlak van het element eindigt in twee onderling en aan de as in hoofdzaak evenwijdige, vrije randen, vanwaar voer in de voeropvangbak kan vallen. Door het nemen van deze maatregelen wordt bereikt, dat na een zwenking de stuwplaat niet uit eigener beweging naar de verlaten stand terugkeert doch door het dier daarheen terug wordt geduwd. Omdat zich bovendien voer aan beide zijden van de stuwplaat bevindt, blijft elke door het dier uitgevoerde zwenking van de stuwplaat tot gevolg hebben, dat voer van het bovenvlak van het element af in de voeropvangbak wordt geduwd. Het dier hoeft, ondanks dat het de heen- en de weergaande slag moet bewerkstelligen, geen loze slag te verrichten.
Als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de as aan zijn andere uiteinde is voorzien van een zich naar beide zijden uitstrekkende vleugel, die zich bij het verticaal neerwaarts uitstrekken van het L-vormig aansluitende deel in hoofdzaak horizontaal uitstrekt, waarbij boven de vleugel verstelbaar een blok is aangebracht, waarmee de zich links en rechts van de as uitstrekkende vleugeldelen in contact kunnen komen, is op bijzonder eenvoudige, doch effectieve wijze voorzien in een instelbare zwenkmogelijkheid voor de as met stuwplaat, waarmee de hoeveelheid per slag toegevoerd voer is te regelen.
Een verdere instelmogelijkheid, ook meer gericht op het gebruikte type voer, is overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding te verkrijgen, als de afvoer-opening van de voorraadhouder is voorzien van twee tegenover elkaar gelegen randen, die zich in hoofdzaak evenwijdig aan de as uitstrekken en elk deel uitmaken van telkens een plaat, die een verstelbaar deel van het bodemvlak van de voorraadhouder vormt. Door deze maatregelen is de vrije ruimte tussen de afvoeropening en het bovenvlak van het element optimaal af te stemmen op de bedrijfsomstandigheden.
Ingeval gebruik wordt gemaakt van fijnkorrelig of poedervormig voer kan zich het gevaar op brugvorming in de voorraadhouder voordoen, waardoor de voertoevoer stopt.
Bedoeld gevaar kan worden verminderd, als er overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding in is voorzien, dat zich, vanaf de as naar het inwendige van de voorraadhouder toe gericht, pen-, plaat-, strip- of stangvormige elementen uitstrekken, die vast met de as zijn verbonden. Door deze maatregelen kan van het feit dat de as in direct contact met het voer verkeert op handige wijze gebruik worden gemaakt van de beweging van de as om brugvorming in het gebied boven de as te voorkomen.
Ingeval voer wordt gebruikt met een relatief hoog vochtgehalte, bijvoorbeeld voer waaraan gemalen maïs is toegevoegd, dan kan het de voorkeur verdienen verdere maatregelen ter voorkoming van brugvorming en samenklontering te nemen, waartoe overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt voorgesteld, dat binnen de voorraadhouder boven de as een in hoofdzaak plaatvormig orgaan is opgesteld, dat verplaatsbaar is door een door een dier bedienbaar deel, dat met het plaatvormige orgaan is gekoppeld en tot buiten de voorraadhouder reikt. Met een dergelijk plaatvormig orgaan is een relatief intensieve agitatie in de voorraadhouder te creëren, waarbij dat plaatvormige orgaan op verschillende wijzen is te realiseren.
Zo is het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding mogelijk, dat bedoeld deel de eerdergenoemde, in hoofdzaak neerwaarts reikende, L-vormige verlenging van de as is en het plaatvormige orgaan van openingen is voorzien, in hoofdzaak horizontaal is opgesteld en middels pen-, plaat-, strip- of stangvormige elementen met de as is verbonden. Zwenking van de as met stuwplaat zal in dat geval gepaard gaan met een gelijktijdige beweging van het plaatvormige orgaan en zodoende steeds het in de voorraadhouder aanwezige voer losschudden.
Een andere mogelijke uitvoeringsvorm van het plaatvormige orgaan wordt gerealiseerd, als bedoeld deel een door een dier vanuit een ruststand verplaatsbare hefboom is, die verbonden is met een in de voorraadhouder gelagerde, verdere as en door veerkracht naar de ruststand toe wordt gedrukt, waarbij het door een dier te bedienen deel van de hefboom moei-lijker bereikbaar is dan het eerstbedoelde as aandrijvende deel. Hierbij heeft een gescheiden bediening van stuwplaat en plaatvormig orgaan plaats. Deze bediening is gebaseerd op de waarneming, dat indien het doen zwenken van de stuwplaat niet meer leidt tot voerafgifte, bijvoorbeeld als gevolg van brugvorming, het dier naar verdere bedieningsmogelijkheden zoekt, waarbij het dan de hefboom vindt en bedient. Bediening van de hefboom resulteert in een verstoring van de brugvorming of samenklontering middels het plaatvormige orgaan, waarna de gebruikelijke voerafgifte weer kan plaats hebben.
Teneinde brugvorming te verstoren kan er overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding in voorzien zijn, dat het plaatvormige orgaan een plaat is, die vlaksge-wijs op een naar de afvoeropening toe hellende bodemwand van de voorraadhouder ligt en over deze bodemwand heen en weer schuifbaar is door verplaatsing van de hefboom. Verschuiving van de plaat verstoort aan een zijde de samenhang van een, een brug vormende hoeveelheid materiaal en daarmee die brugvorming. Bovendien kan een dergelijke plaat de doorvoer van de hefboom door de wand van de voorraadhouder afdichten.
Een intensievere agitatie van het zich in de voorraadhouder bevindende voer is te bewerkstelligen, als het plaatvormige orgaan een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende, van openingen voorziene plaat is, die vast met de verdere as is verbonden en door verplaatsing van de hefboom tezamen met de verdere as wordt gekanteld, waarbij de agitatie eventueel nog is te versterken door van de plaat uitgaande pen-, plaat-, strip- of stangvormige elementen.
Uiteraard is het ook mogelijk voorkoming van brugvorming nog verder te optimaliseren door het overeenkomstig een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding toepassen van zowel een plaatvormig orgaan in de vorm van een plaat, die vlaksge-wijs op een naar de afvoeropening toe hellende bodemwand van de voorraadhouder ligt en over deze bodemwand heen en weer schuifbaar is door verplaatsing van de hefboom, als door een plaatvormig orgaan in de vorm van een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende, van openingen voorziene plaat al dan niet voorzien van pen-, plaat-, strip- of stangvormige elementen, welke plaat vast met de verdere as is verbonden en door verplaatsing van de hefboom tezamen met de verdere as wordt gekanteld.
Ingeval gekozen wordt voor een van het normale gebruik van de inrichting gescheiden bediening van de middelen ter voorkoming van brugvorming en samenklontering verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat de hefboom een door een dier vanuit de rust- stand omhoog duwbare hefboom is, die in hoofdzaak in hetzelfde vlak is gelegen als de eerste as met L-vormige verlenging, en dat de verdere as zich dwars op eerstbedoelde as uitstrekt, waarbij de hefboom verlengd is tot voorbij de verdere as en aan het vrije uiteinde van die verlenging een verend orgaan aangrijpt, dat de hefboom steeds naar zijn neerwaartse ruststand drukt, en waarbij het door een dier te bedienen, andere vrije uiteinde van de hefboom op afstand boven het vrije uiteinde van de L-vormige verlenging eindigt en aldaar is voorzien van een zich dwars op de hefboom en in hoofdzaak evenwijdig aan de verdere as uitstrekkend aangrijpdeel.
Onder verwijzing naar in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden zal de voederinrichting volgens de uitvinding thans nader worden toegelicht. Daarbij toont:
Fig. 1 een voederinrichting volgens de uitvinding in dwarsdoorsnede;
Fig. 2 in bovenaanzicht de voederinrichting volgens fig. 1;
Fig. 3 de doorsnede volgens de lijn III-III in fig. 1; en
Fig. 4 schematisch een gewijzigde uitvoeringsvariant van de voederinrichting volgens fig. 1.
In fig. 1 en 2 is een voederinrichting weergegeven, die voorzien is van een U-profieldeel la en een dit U-profiel-deel tussen de vrije uiteinden van de poten afsluitend plaat-deel lb, waardoor een vierkant kokervormig huis 1 is verkregen. In het lijfdeel van het U-profieldeel la is een uitsparing 1c aangebracht voor het doorlaten van de kop van een dier. Aan de onderzijde wordt het kokervormige huis 1 afgesloten door een voeropvangbak 2, waarvan de bovenzijde strookt met de onderrand van de uitsparing lc. Middels tussenwanden 3a-d is in het huis 1 een tussenbodem aangebracht, die het bodemvlak van een voorraadhouder voor voer vormt, die verder wordt begrensd door de boven de tussenbodem 3a-d gelegen wanddelen van het huis 1.
De tussenwanden 3a-d strekken zich alle omlaag hellend naar het midden van het huis 1 uit, waarbij ter plaatse van de samenkomst van de vier tussenwanden een afvoeropening 4 is aangebracht. Op afstand onder de afvoeropening 4 is een plaatvormig element 5 met horizontaal bovenvlak 5a opgesteld (zie ook fig. 3), dat in die stand wordt gehouden door twee plaatvormige delen 6, die elk op een langsrand van enerzijds het plaatvormige element 5 en anderzijds de tussenwand 3a dan wel 3d aansluiten. Aldus is het plaatvormige element 5 langs twee tegenover elkaar gelegen langsranden begrensd door de plaatvormige delen 6, terwijl de twee andere langsranden in de " vrije ruimte eindigen.
De plaatvormige delen 6 doen tevens dienst voor het lageren van een as 7, die centraal boven het plaatvormige element 5 en derhalve centraal in de afvoeropening 4 is geplaatst. De as 7 is aan de zijde van de uitsparing lc voorzien van een L-vormige verlenging 7a, die zich in de neutrale stand verticaal omlaag reikend uitstrekt, zoals in fig. 3 met een streep-puntlijn is weergegeven.
Aan het deel van de as 7 dat zich tussen de beide plaatvormige delen 6 uitstrekt, is een stuwplaat 7b bevestigd, die een hoogte heeft die nagenoeg gelijk is aan de afstand tussen de as 7 en het bovenvlak 5a van het plaatvormige element 5 en die een breedte heeft die nagenoeg gelijk is aan de afstand tussen de beide plaatvormige delen 6. De plaat is zodanig aan de as 7 bevestigd, dat deze zich, zoals getoond in fig. 1 en 3, verticaal omlaag uitstrekt als de verlenging 7 eveneens in die richting grijpt. Verdraaiing van de verlenging 7a resulteert derhalve in evenredige verdraaiing van de stuwplaat 7b.
Nabij de achterwand lb van het huis is de as 7 voorzien van een vleugel 8, die, zoals fig. 3 toont, symmetrisch op de as 7 is geplaatst en zich horizontaal uitstrekt als de verlenging 7a verticaal omlaag reikt. Op afstand boven de vleugel 8 is een blok 9 opgesteld, dat door contact met de vleugel 8 de hoek waarover de as 7 kan zwenken beperkt. Het blok 9 is middels een spil 10, een lagerblok 11 en een knop 12 in hoogte instelbaar aangebracht, waarmee de zwenkhoek van de as 7 instelbaar is. Op de as 7 zijn verder nog een aantal penvormige organen 13 bevestigd, die zich paarsgewijs V-vormig uitstrekken, zoals fig. 3 toont.
Op de tussenwanden 3b en 3d ligt telkens een plaat 14, die een breedte heeft gelijk aan die van de afvoeropening 4.
De platen 14 zijn instelbaar met de tussenwanden verbonden, een en ander zodanig, dat de platen met hun vrije onderrand ver of minder ver in de afvoeropening 4 kunnen reiken om zodoende de vrije doorlaat van de afvoeropening 4 naar wens te kunnen instellen.
Op afstand boven de as 7 en daar dwars op is in de voorraadhouder een verdere as 15 gelagerd, waarop middels een tussenstuk 16 een plaatvormig orgaan 17 voorzien van openingen 18 is bevestigd. Aan de as 15 is verder een twee-armige hefboom 19 bevestigd, waarvan de ene arm reikt door een sleufgat 20 in de tussenwand 3a en aldaar aan zijn vrije uiteinde eindigt in een zich dwars op de arm uitstrekkend aangrijpdeel 19a, dat in fig. 3 met een streep-puntlijn is weergegeven. Aan het vrije uiteinde van de andere am van de hefboom 19 grijpt een trekorgaan 21 aan, waarin een veer 22 is opgenomen, die het plaatvormige orgaan 17 continu naar zijn in fig. 1 getoonde stand tracht te trekken, waarbij die stand mede wordt bepaald door het gaan aanliggen van de hefboom 19 tegen de onderrand van het sleufgat 20. De met de hefboom 19 uit te voeren slag wordt verder bepaald door de bovenrand van het sleufgat 20, dat derhalve een ruime doorbreking van de tussenwand 3a vormt. Om voerdoorval te voorkomen is het sleufgat 20 afgedekt door een plaatvormig orgaan 23, dat voorzien is van een de hefboom 19 nauw omsluitende doorbreking en bij verplaatsing van de hefboom 19 over de tussenwand 3a omhoog en omlaag schuift.
Op het plaatvormige orgaan 17 is nog een aantal schraapvingers 17a aangebracht, die bij kanteling van het plaatvormige orgaan door het gebied tussen het plaatvormige orgaan en de voorwand van het huis 1 worden bewogen. De schraapvingers 17a zijn gerealiseerd door het E-vormig uitstansen van een plaat metaal en het met het lijfdeel van de E-vorm aan het plaatvormige orgaan 17 bevestigen, waarbij de poten van de E-vorm in opwaartse richting zijn omgezet.
Verder is nog voorzien in een waterleiding 24, die buiten langs het huis loopt tot een niveau vlak boven de voeropvangbak, waar de waterleiding 24 door de huiswand la is geleid en eindigt in een nippel 25 met terugslagklep.
De werking van de inrichting is als volgt:
Na het vullen van de voorraadhouder met voer zal een deel daarvan door de afvoeropening 4 zijn gezakt tot op het plaatvormige element 5. Wil een dier voer vanaf het plaatvormige element 5 tot in de voeropvangbak 2 laten vallen, dan dient het, bijvoorbeeld met zijn snuit, de verlenging 7a van de as 7 naar links of naar rechts te duwen. De stuwplaat 7b zal dan naar links of naar rechts zwenken en een bepaalde hoeveelheid voer van het bovenvlak 5a afschuiven, waarna dit voer over de vrije eindranden van het plaatvormige element in de voeropvangbak 2 valt, waar het dier het voer eventueel met water kan mengen door de terugslagklep van de nippel 25 in te drukken. Voor een volgende portie voer dient het dier de verlenging 7a de andere kant op te drukken.
Op deze wijze is een bijzonder betrouwbare voertoevoer gerealiseerd, die niet klem kan gaan zitten door zich aan een zijde van de stuwplaat ophopend voer, dat niet meer weg kan, terwijl de goede werking evenmin afhankelijk is van andere dan door het dier op de verlenging uit geoefende krachten.
Een verdere oorzaak voor storing in de voertoevoer kan brugvorming of samenklontering van het voer binnen de voorraadhouder zijn. Om het gevaar hierop te verminderen kan op voordeelbiedende wijze gebruik worden gemaakt van het feit, dat een deel van de as 7 in direct contact met het voer verkeert. Daartoe zijn op de as 7 de penvormige organen 13 bevestigd, die bij het heen en weer zwenken van de as 7 meebewegen en althans binnen hun bereik brugvorming en samenklontering tegengaan.
Om bedoelde oorzaken voor storing in de voertoevoer nog verder weg te nemen is het op afstand boven de as 7 zwenk-baar opgestelde plaatvormige orgaan 17 aanwezig. Mocht zich bijvoorbeeld brugvorming voordoen buiten het bereik van de penvormige organen 13, dan zal op een gegeven moment bediening van de verlenging 7a niet meer resulteren in voerafgifte. Uit proefnemingen is gebleken, dat het dier dan naar verdere mogelijkheden gaat zoeken. Alsdan stuit het op het aangrijpdeel 19a van de hefboom 19 en drukt deze omhoog met het gevolg, dat het plaatvormige orgaan 17 met schraapvingers 17a al kantelend het voer losschudt en zodoende de brugvorming verstoort. Na het loslaten van de hefboom 19 zal deze door de kracht van de veer 22 weer naar zijn uitgangsstand terug worden gedrukt.
Bij het verplaatsen van de hefboom 19 schuift tevens de plaat 23 over de tussenwand 3a, hetgeen een verder gunstig effect op de verstoring van de brugvorming heeft.
Afhankelijk van de inhoud van de voorraadhouder en de aard van het voer kan ook voorzien zijn in een continue loswoeling van het voer in de voorraadhouder door het plaatvormige orgaan direct te koppelen met de as. Een uitvoeringsvoor-beeld hiervan is gegeven in fig. 4.
Fig. 4 toont wederom een as 7 met verlenging 7a en in de voervoorraad reikende uitsteeksels 13 alsmede een om een verdere as 15 zwenkbaar plaatvormig orgaan 17, dat middels een tussenstuk 16 met die verdere as 15 is verbonden. Thans zijn echter plaatvormig orgaan 17 en een uitsteeksel 13 verbonden door een scharnierstang 26, zodat bij elke verdraaiing van de as 7 tevens het plaatvormige orgaan wordt gekanteld en het voer in de voorraadhouder losgeschud.
Het spreekt vanzelf, dat er binnen het kader van de uitvinding vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo zou de stuwplaat ook bijvoorbeeld centraal om een verticale as kunnen zwenken om bij zowel zwenking naar links als naar rechts van de verlenging voer van het plaatvormige element af te schuiven. Evenzeer zal het duidelijk zijn, dat het huis velerlei andere vormen kan hebben, zoals ovaal of rond, terwijl diverse constructiedetails wat betreft de vorm en uitvoering van de verlenging, de diverse instelmechanismen, de loswoeluitsteeksels, etc. en de configuratie en opstelling van het plaatvormige orgaan en de openingen daarin vrijwel eindeloos kunnen worden gewijzigd.
Claims (12)
1. Voederinrichting voor dieren met een door een dier bedienbaar doseerorgaan, welke inrichting is voorzien van een boven een voeropvangbak geplaatste voorraadhouder voor stort-baar voer, zoals voer in korrel- of poedervorm, welke voorraadhouder in zijn bodemvlak is voorzien van een afvoeropening met daar hellend naar toe lopende wanden en een op afstand ónder de afvoeropening geplaatst element met een de afvoeropening afdekkend en overlappend bovenvlak, boven welk element draaibaar een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende as is gelagerd, die middels een daarmee verbonden, tot buiten de voorraadhouder reikend deel door een dier aandrijfbaar is en waarop loodrecht een stuwplaat is bevestigd, die in radiale richting een hoogte heeft, die nagenoeg gelijk is aan de loodrechte afstand tussen de as en het bovenvlak van het element, met het kenmerk, dat de as in bovenaanzicht gezien zich uitstrekt volgens een lijn die de afvoeropening verdeelt in twee in hoofdzaak gelijke doorlaten, en de as aan zijn ene uiteinde is verlengd met een daar L-vormig op aansluitend deel, dat zich in hoofdzaak verticaal neerwaarts uitstrekt en door een dier naar links en naar rechts is te zwenken, waarbij het bovenvlak van het element eindigt in twee onderling en aan de as in hoofdzaak evenwijdige, vrije randen, vanwaar voer in de voeropvangbak kan vallen.
2. Voederinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de as aan zijn andere uiteinde is voorzien van een zich naar beide zijden uitstrekkende vleugel, die zich bij het verticaal neerwaarts uitstrekken van het L-vormig aansluitende deel in hoofdzaak horizontaal uitstrekt, waarbij boven de vleugel verstelbaar een blok is aangebracht, waarmee de zich links en rechts van de as uitstrekkende vleugeldelen in contact kunnen komen.
3. Voederinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de afvoeropening van de voorraadhouder is voorzien van twee tegenover elkaar gelegen randen, die zich in hoofdzaak evenwijdig aan de as uitstrekken en elk deel uitmaken van telkens een plaat, die een verstelbaar deel van het bodemvlak van de voorraadhouder vormt.
4. Voederinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat zich, vanaf de as naar het inwendige van de voorraadhouder toe gericht, pen-, plaat-, strip- of stangvormige elementen uitstrekken, die vast met de as zijn verbonden.
5. Voederinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat binnen de voorraadhouder boven de as een in hoofdzaak plaatvormig orgaan is opgesteld, dat verplaatsbaar is door een door een dier bedienbaar deel, dat met het plaatvormige orgaan is gekoppeld en tot buiten de voorraadhouder reikt.
6. Voederinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat bedoeld deel een in hoofdzaak neerwaarts reikende, L-vor-mige verlenging van de as is en het plaatvormige orgaan van openingen is voorzien, in hoofdzaak horizontaal is opgesteld en middels pen-, plaat-, strip- of stangvormige elementen met de as is verbonden.
7. Voederinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat bedoeld deel een door een dier vanuit een ruststand verplaatsbare hefboom is, die verbonden is met een in de voorraadhouder gelagerde, verdere as en door veerkracht naar de ruststand toe wordt gedrukt, waarbij het door een dier te bedienen deel van de hefboom moeilijker bereikbaar is dan het eerstbedoelde as aandrijvende deel.
8. Voederinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het plaatvormige orgaan een plaat is, die vlaksgewijs op een naar de afvoeropening toe hellende bodemwand van de voorraadhouder ligt en over deze bodemwand heen en weer schuifbaar is door verplaatsing van de hefboom.
9. Voederinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het plaatvormige orgaan een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende, van openingen voorziene plaat is, die vast met de verdere as is verbonden en door verplaatsing van de hefboom tezamen met de verdere as wordt gekanteld.
10. Voederinrichting volgens conclusie 9, gekenmerkt door van de plaat uitgaande pen-, plaat-, strip- of stangvormige elementen.
11. Voederinrichting volgens conclusie 7, gekenmerkt door zowel een plaatvormig Orgaan in de vorm van een plaat, die vlaksgewijs op een naar de afvoeropening toe hellende bodem-wand van de voorraadhouder ligt en over deze bodemwand heen en weer schuifbaar is door verplaatsing van de hefboom, als door een plaatvormig orgaan in de vorm van een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende, van openingen voorziene plaat al dan niet voorzien van pen-, plaat-, strip- of stangvormige elementen, welke plaat vast met de verdere as is verbonden en door verplaatsing van de hefboom tezamen met de verdere as wordt gekanteld.
12. Voederinrichting volgens een der conclusies 7 - 11, met het kenmerk, dat de hefboom een door een dier vanuit de ruststand omhoog duwbare hefboom is, die in hoofdzaak in hetzelfde vlak is gelegen als de eerste as met L-vormige verlenging, en dat de verdere as zich dwars op eerstbedoelde as uitstrekt, waarbij de hefboom verlengd is tot voorbij de verdere as en aan het vrije uiteinde van die verlenging een verend orgaan aangrijpt, dat de hefboom steeds naar zijn neerwaartse ruststand drukt, en waarbij het door een dier te bedienen, andere vrije uiteinde van de hefboom op afstand boven het vrije uiteinde van de L-vormige verlenging eindigt en aldaar is voorzien van een zich dwars op de hefboom en in hoofdzaak evenwijdig aan de verdere as uitstrekkend aangrijp-deel.
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9002310A NL9002310A (nl) | 1990-10-23 | 1990-10-23 | Voederinrichting voor dieren met een door een dier bedienbaar doseerorgaan. |
EP19910202748 EP0482719B1 (en) | 1990-10-23 | 1991-10-23 | Animal feeding device with dispensing means operable by an animal |
DE1991600476 DE69100476T2 (de) | 1990-10-23 | 1991-10-23 | Tierfütterungsgerät mit einer vom Tier betätigbaren Abgabevorrichtung. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9002310 | 1990-10-23 | ||
NL9002310A NL9002310A (nl) | 1990-10-23 | 1990-10-23 | Voederinrichting voor dieren met een door een dier bedienbaar doseerorgaan. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9002310A true NL9002310A (nl) | 1992-05-18 |
Family
ID=19857867
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9002310A NL9002310A (nl) | 1990-10-23 | 1990-10-23 | Voederinrichting voor dieren met een door een dier bedienbaar doseerorgaan. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0482719B1 (nl) |
DE (1) | DE69100476T2 (nl) |
NL (1) | NL9002310A (nl) |
Families Citing this family (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2276303B (en) * | 1992-05-23 | 1995-02-08 | Ian Brisby | Animal feeding apparatus |
CN103960153A (zh) * | 2014-04-29 | 2014-08-06 | 怀远县荆山湖良种猪养殖场 | 一种新型的自动喂料槽 |
CN110946087B (zh) * | 2019-12-16 | 2024-08-02 | 巨星农牧有限公司 | 一种养猪用自动加料器 |
CN112841057B (zh) * | 2021-01-08 | 2022-12-30 | 安义县利邦绿色农业有限公司 | 一种养殖喂料装置 |
CN114365720B (zh) * | 2022-02-07 | 2022-10-21 | 安徽锦赋生态农业科技有限公司 | 一种用于草地贪夜蛾的定量饲养装置 |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB590285A (en) * | 1945-03-05 | 1947-07-14 | Herbert Clifford Roads | A new or improved combined storage and apportioning appliance for animal foodstuffs |
GB812017A (en) * | 1956-06-08 | 1959-04-15 | Harold Douglas Wakeman | Improvements in or relating to animal feeding devices |
FR2071444A5 (nl) * | 1969-12-30 | 1971-09-17 | Truffert Jean | |
NL185597C (nl) * | 1985-06-11 | 1990-06-01 | Adrianus Cornelius Johannus Ma | Inrichting voor het voeren van dieren, welke door het dier zelf wordt bediend. |
NL8602572A (nl) * | 1986-10-13 | 1988-05-02 | Cornelis Jozef Johannes De Gro | Brijvoederbak. |
-
1990
- 1990-10-23 NL NL9002310A patent/NL9002310A/nl not_active Application Discontinuation
-
1991
- 1991-10-23 DE DE1991600476 patent/DE69100476T2/de not_active Expired - Fee Related
- 1991-10-23 EP EP19910202748 patent/EP0482719B1/en not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE69100476T2 (de) | 1994-01-27 |
EP0482719B1 (en) | 1993-10-06 |
EP0482719A1 (en) | 1992-04-29 |
DE69100476D1 (de) | 1993-11-11 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4176767A (en) | Dog food dispenser | |
US4856681A (en) | Dispenser for granular and powdered dry materials | |
US3625140A (en) | Portable refuse packer | |
US4377130A (en) | Animal actuated feed and water dispensing apparatus | |
NL9002310A (nl) | Voederinrichting voor dieren met een door een dier bedienbaar doseerorgaan. | |
US1869120A (en) | Dispensing device | |
US4031857A (en) | Volumetric accumulating device | |
US3376856A (en) | Automatic stock feeder | |
US3253745A (en) | Delay control switch and hopper for feeding finely divided materials | |
US4974548A (en) | Adjustable feeder for livestock | |
JP7191362B2 (ja) | 流動性固形物の払い出し装置 | |
US4479456A (en) | Animal actuated feed and water dispensing apparatus | |
US5146872A (en) | Animal-actuated feed-dispensing apparatus | |
US20080230557A1 (en) | Bulk feeding system and method | |
US20080230562A1 (en) | Bulk feeding system and method | |
US6293225B1 (en) | Automatic feeding device | |
NL8000695A (nl) | Voederinrichting, in het bijzonder voor varkens. | |
NL9002311A (nl) | Ontstoppingsinrichting voor een door een dier bedienbare voederinrichting. | |
US2743662A (en) | Salt dispenser for hay balers | |
US3223284A (en) | Apparatus for dispensing proportioned amounts of solids and liquids | |
NL8802192A (nl) | Inrichting voor het toedienen van voer aan dieren. | |
US2798645A (en) | Agitator for bins and the like | |
NL8501683A (nl) | Inrichting voor het voeren van dieren. | |
NL8301294A (nl) | Voederinrichting voor het voeren van varkens. | |
US2080993A (en) | Animal trap |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |