NL9001789A - Inrichting voor het op een snelle wijze instellen van de bekken van gereedschap en dergelijke. - Google Patents

Description

Inrichting voor het op een snelle wijze instellen van de bekken van gereedschap en diergelijke.

Beschrijving

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op handgereedschap, en meer in het bijzonder op gereedschap dat gebruik maakt van een paar bekken voor het daartussen ontvangen van een werkstuk.

Bekende elementen van vergrendeltangen, vergrendelsleutels en vergelijkbare gereedschappen die gebruik maken van een zekere vorm van een vergrendelende kniehefboom-aandrijving zijn een paar stilstaande en beweegbare bekken die geschikt zijn om daartussen een werkstuk vast te zetten. Gewoonlijk is een mechanisme aangebracht met een instelelement dat inwerkt op de beweegbare bek voor het instellen van een spleet tussen de bekken en om de bekken in een mogelijk eerste contact te brengen met een werkstuk voordat grote krachten van de kniehefboomwerking worden ontwikkeld en uitgeoefend.

De gereedschappen van het hierboven beschreven soort worden gewoonlijk gebruik in omstandigheden wanneer het snel en efficiënt instellen van de spleet tussen de bekken niet alleen zeer wenselijk is, doch absoluut noodzakelijk is. Een voorbeeld van een dergelijk gebruik is het zogenaamde aan de lopende band lassen, waar een lasser een zeer korte tijd heeft voor het instellen van het gereedschap tussen het aan elkaar lassen van twee aparte stellen elementen met verschillende afmetingen. In deze situatie, is het bijzonder belangrijk om het aanpassen van de spleet tussen de bekken van het vergrendelgereedschap aan de afmetingen van een nieuw stel van elementen zo snel mogelijk uit te voeren.

Een uit de stand der techniek bekende inrichting verzorgt een dergelijke instelling van een spleet tussen de bekken met behulp van het roteren van een van een enkele schroefdraad voorziene, en van een enkele schroef voorziene instelschroef waarmee de beweegbare bek rechtstreeks of indirect is verbonden. Deze instelwerkwijze en dit instelmiddel zijn noodzakelijkerwijze traag en kosten veel tijd en hebben een verlies van kostbare tijd ten gevolge bij het van de ene afmeting naar een andere instellen van de gereedschappen.

Andere voordelen en kenmerken van de onderhavige uitvinding worden beschreven onder verwijzing naar de uitvoeringsvoorbeelden, die slechts ter verduidelijking van de uitvinding worden beschreven en de uitvinding niet beperken, en die worden getoond in de tekeningen, waarin:

Fig. 1 een zij-aanzicht is van een tang met lange bekken die ge- bruik maakt van de uitvinding;

Fig. 2 een zij-aanzicht is in gedeeltelijke dwarsdoorsnede van een tang met kromme bekken die gebruik maakt van de uitvinding; Fig. 3 een gedeeltelijk aanzicht op vergrote schaal is van een van schroefdraad voorzien samenstelsel als getoond in fig. 1 en 2.

Fig. 4 een kops aanzicht is van een schroefelement;

Fig. 5 een gedeeltelijk aanzicht in dwarsdoorsnede is van gangen van het schroefelement.

fig, 6 een deelaanzicht toont van een C-klem met kniehefboomvergrendeling.

Fig. 7 een perspectivisch aanzicht is van een vergrendelende kettingklem.

Fig. 8 een perspectivisch aanzicht is van een vergrendelende lasklem.

Fig. 9 een een perspectivisch aanzicht is van een klein te gebruiken bij metaalplaten.

Hoewel in het hiernavolgende een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding zal worden beschreven onder verwijzing naar de tekeningen, dient het duidelijk te zijn dat de getoonde uitvoering slechts een voorbeeld is en hoofdzakelijk illustratief is voor slechts één van de vele mogelijke specifieke uitvoeringen die toepassingen kunnen bevatten van het principe van de uitvoering. Verschillende wijzigingen en aanpassingen, die voor de hand liggend zullen zijn voor de deskundige op het gebied van de techniek waarop de uitvinding betrekking heeft, behoren tot het karakter, het terrein en de bedoeling van de uitvinding zoals verder gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies.

Zoals het beste wordt getoond in fig. 1, wordt de vergrendeltang met lange neus algemeen aangeduid met verwijzingsnummer 10, en is voorzien van een hanteerorgaan 12, en een beweegbaar klemorgaan of onderste bek 14. Het hanteerorgaan 12 is voorzien van een stilstaand klemelement of bovenste bek 16. Een kniehefboommechanisme is voorzien van een ver-leng-hanteerorgaan 18 en een kniehefboom-verbindingsorgaan 20 dat op de gebruikelijke wijze in aangrijping is met de pen 22 en daaromheen kan scharnieren. Het andere vrije einde (weergegeven met stippellijnen) van het kniehefboom-verbindingsorgaan 20 is in aangrijping met het hanteerorgaan 12 en in het bijzonder met het steuneinde (eveneens weergegeven met stippellijnen) van een instelschroeforgaan 24 dat op geschikte wijze met zijn schroefdraad in aangrijping is met het einde van het hanteerorgaan 12. De werking van het schroeforgaan zal verderop meer in detail worden besproken. Het voorste einde van het hanteerorgaan 18 is bij voorkeur gesplitst of gevorkt, en een hoekdeel van het beweegbare klem-orgaan 14 wordt op geschikte wijze binnenin de vork of tussen de gaffel-armen geplaatst door scharnierpenmiddelen 19. Op dezelfde wijze is het hanteerorgaan 12 bij voorkeur kanaalvormig en ontvangt een ander hoekdeel van het beweegbare klemorgaan 14 dat eveneens met behulp van een scharnierpen 17 op geschikte wijze hieraan is bevestigd.

Een veermiddel 25, bij voorkeur in de vorm van een verlengbare sehroefveer, is bevestigd tussen het hanteerorgaan 12 en het beweegbare klemorgaan of onderste bek 14 om het klemorgaan 14 van het stilstaande klemorgaan weg te drijven wanneer de bekken zijn geopend.

Een langwerpige vrijgeefhefboom 28 is met behulp van een pen 30 aan de binnenzijde van het hanteerorgaan 18 op geschikte wijze schar-nierbaar gemonteerd en is voorzien van een naar voren lopend deel (met stippellijnen weergegeven) en kan in aangrijping komen met een uitsteeksel 32 van het kniehefboomvormige orgaan 20 dat uitloopt in de richting van het hanteerorgaan 18. Wanneer de vrijgeefhefboom 28 wordt gescharnierd rondom de pen 30, wordt het hanteerorgaan 12 wegbewogen van het hanteerorgaan 18.

Beseft wordt dat het hierin beschreven schroef- of bekvergrendel-mechanisme en de kniehefboomconstructie, met enige uitzonderingen, in hoofdzaak overeenkomt met de constructie zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 1.489-458. Bovendien wordt deze constructie, de werking daarvan en de specifieke werking van de vrijgeefhefboom duidelijk uiteengezet in het Amerikaanse octrooischrift 3·192.804. Zoals uiteengezet in deze bekende octrooischriften van Petersen, wordt het sluiten van een vergrendelschroefsleutel of vergrendeltang die is voorzien van een kniehefboominrichting teweeg gebracht door het relatief beweegbare hanteerorgaan 18 naar het relatief vaste hanteerorgaan 12 te bewegen. Deze beweging dwingt het bovenste einde van het kniehefboomvormige orgaan 20 naar binnen te bewegen in de richting van het hanteerorgaan 12. De scharnierpen 22 beweegt eveneens naar binnen, en wanneer een dergelijke scharnierpen door het dode punt beweegt, wordt de tang vergrendeld in een gesloten stand.

Een gereedschap van een andere uitvoering van de uitvinding wordt vertoond in fig. 2 en is voorzien van een vaste arm 15 met een vaste handgreep 12 aan een einde en een vaste bek 16 aan het andere einde. Een beweegbare bek 14 is scharnierbaar bevestigd aan een beweegbaar hanteerorgaan 18. De bekken 14 en 16, zoals getoond in fig. 2, zijn krom en dik. Een kniehefboom-verbindingsorgaan 20 is scharnierbaar in aangrij- ping met een beweegbare handgreep. Het andere vrije einde 44 van de kniehefboom-verbinding is in aangrijping met een contactmakend deel van een schroeforgaan 24. De vaste handgreep is op geschikte wijze gevormd als een U-vormig kanaal. Het einde van de vaste handgreep 30, verwijderd van de vaste bek 16, is uitgevoerd met een ontvangend deel 32 met voorste delen 34 en achterste delen 36. Een van schroefdraad voorziene opening 38 loopt van het deel 34 naar het deel 36 door het ontvangende deel. De schroefdraad van een schroeforgaan 24 is in aangrijping met de schroefdraad van de van schroefdraad voorziene opening. De schroef eindigt aan een einde in een instelknop 40 met bewerkt oppervlak en aan het andere einde in het contact makende deel 42.

Wanneer het schroeforgaan 24 door de gebruiker ter plaatse van de knop wordt gedraaid, heeft de rotatie daarvan binnenin de van schroefdraad voorziene opening een verplaatsing van de schroef in de axiale richting ten gevolge. Een dergelijke verplaatsing in de richting van de vaste bek 16 druk het contactmakende deel 42 tegen de kniehefboom-verbinding 20 en verandert de afstand tussen het einde van de kniehefboom-verbinding 44 en het scharnierpunt 17 van de beweegbare bek 16, waardoor de afstand tussen de stilstaande bek 16 en de beweegbare bek 14 wordt ingesteld om voorwerpen met verschillende afmetingen vast te pakken zonder uitzonderlijk grote krachten uit te oefenen.

Het schroeforgaan 44 en de van schroefdraad voorziene opening 38 worden meer in detail getoond in fig. 3· Een gecombineerd van schroefdraad voorzien deel 44 van het schroeforgaan bestaat uit twee individuele, afzonderlijke en co-axiale schroefdraden 46 en 48 die lopen volgens een langsas A-A. Echter, ook een schroeforgaan met een ander aantal individuele schroefdraden behoort tot het terrein van de uitvinding.

Omdat de spoed van de schroefdraden 46 en 48 zoals getoond in fig. 3 tot 5 identiek zijn, is de afstand tussen overeenkomstige punten op in eikaars nabijheid liggende gangen van de draad 46 gelijk aan de afstand tussen overeenkomstige punten op in eikaars nabijheid gelegen gangen van de draad 48.

Fig. 5 toont voorts dat de diameters van de toppen en de dalen van beide schroefdraden in hoofdzaak dezelfde zijn.

Om ervoor te zorgen dat de schroefdraden van het schroeforgaan 24 en de opening 38 op adequate wijze in aangrijping met elkaar kunnen zijn, bezit de opening 38 een gecombineerde inwendige schroefdraad die bestaat uit twee individuele, afzonderlijke en co-axiale schroefdraden 50 en 52 die geschikt zijn om in aangrijping te komen met de schroefdraden 46 en 48 van het schroeforgaan. De inwendige individuele schroefdra- den 50 en 52 lopen vanaf het voorste deel van het ontvangende deel 34 naar het achterste deel 36 door de lengte van de opening 38.

In de voorkeursuitvoering van de uitvinding, zoals getoond in fig. 4, is voorzien in twee verschillende beginpunten 54 en 56, over een zekere hoek van elkaar gescheiden, voor de individuele schroefdraden van het schroeforgaan. Dit is tevens van toepassing voor de van schroefdraad voorziene opening. Hoewel een dergelijke hoek tussen de twee beginpunten iedere reële waarde kan bezitten, toont fig. 4 een eindaanzicht van het schroeforgaan van de voorkeursuitvoering waarbij de hoek gelijk is aan 180°.

Indien het schroeforgaan is voorzien van drie individuele schroefdraden dan kan de hoek tussen de aangrenzende beginpunten 120° zijn.

Om een foutieve aanvang van het draaien van het schroeforgaaan in de van schroefdraad voorziene opening te voorkomen, beoogt de uitvinding een alternatieve uitvoering (niet getoond in de tekeningen) met een enkele begin- of opdraaigang. Aldus komt een schroefdraad van het schroeforgaan aanvankelijk passend in aangrijping met de overeenkomstige schroefdraad van de van schroefdraad voorziene opening aan het begin van de begin- of opdraai-schroefdraadgang van de aangrijping van de schroefdraden. Op dezelfde wijze komt de tweede schroefdraad van het schroeforgaan aanvankelijk passend in aangrijping met de overeenkomstige schroefdraad van de van schroefdraad voorziene opening aan het begin van dezelfde begin- of opdraaigang. Daarom wordt slechts een beginpunt verschaft voor de twee schroefdraden in een dergelijke alternatieve uitvoering.

De schroefdraden van de uitvinding kunnen metrisch zijn evenals volgens de Amerikaanse standaard.

Wanneer een aangrijping met een enkele schroefdraad wordt verschaft tussen het schroeforgaan en de van schroefdraad voorziene opening, hetgeen bekend is, is de afstand waarover de schroef in axiale richting beweegt bij een omwenteling van de knop gelijk aan de spoed van de enkele schroefdraad. Daarentegen is de voortbeweging in axiale richting van de schroef bij een omwenteling van de knop, indien gebruik gemaakt wordt van een schroef met meervoudige schroefdraad volgens de uitvinding, gelijk aan een gecombineerde spoed van alle gebruikte individuele schroefdraden. Het schroeforgaan 24 heeft twee individuele schroefdraden 46 en 48 met overeenkomstige spoed PI en P2. Wanneer de gebruiker de knop 40 eenmaal volledig ronddraait, is de voortbeweging van de schroef in de axiale richting gelijk aan een gecombineerde spoed PI en P2. Een dergelijke dubbele voortbeweging van de schroef die in- werkt op de kniehefboom-verbinding verhoogt hoofdzakelijk de mate van instelling van de beweegbare bek ten opzichte van de stilstaande bek.

Fig. 6 toont de armen van een C-klem met kniehefboomvergrendeling, waarbij een vast klemorgaan 51 wordt getoond dat samenwerkt met een beweegbaar klemorgaan 52 dat scharniert rondom de pen 53·

Fig. 7 toont een vergrendelende kettingklem, fig. 8 toont een vergrendelende lasklem en fig. 9 toont een gebruikelijk gereedschap voor metaalplaten. Alle gereedschappen zijn bekend en zijn toegevoegd ter verwijzing.

De hierboven beschreven maatregelen voor het verhogen van de mate van instelling van de beweegbare bekken of vergelijkbare beweegbare delen kunnen worden aangebracht op gereedschappen zoals getoond in fig. 6 tot 9·

De hierboven beschreven maatregelen met betrekking tot de instel-schroef kunnen eveneens worden gebruikt voor Stilson schroefsleutels, bankschroeven en andere soorten gereedschap.

Claims (25)

1. Handgereedschap, voorzien van een vaste bek en een beweegbare bek, een vaste handgreep met een ontvangend deel, een schroeforgaan dat in aangrijping is met het ontvangende deel, bekinstelmiddelen voor onderlinge samenwerking tussen de bekken en voor het instellen van de stand van de genoemde beweegbare bek ten opzichte van de stilstaande bek, waarbij het genoemde schroeforgaan een aantal eerste individuele en aparte schroefdraden heeft die over een langsas daarvan lopen, waarbij » het genoemde ontvangende deel dat wordt begrensd door een van schroefdraad voorziene opening zich binnenin de vaste handgreep bevindt, waarbij de van schroefdraad voorziene opening een aantal tweede individuele en aparte schroefdraden heeft die geschikt zijn om schroefbaar in aangrijping te komen met het genoemde aantal eerste schroefdraden van het schroeforgaan, waardoor de toegenomen mate van voortbeweging van het schroeforgaan in de axiale richting ten gevolge van de roterende aangrijping van het aantal eerste schroefdraden van de schroef en het aantal tweede schroefdraden van de van schroefdraad voorziene opening, welke voortbeweging werkzaam is op de instelmiddelen van de bek, in hoofdzaak de mate van instelling van de beweegbare bek ten opzichte van de stilstaande bek verhoogt.

2. Handgereedschap volgens conclusie 1, waarbij het aantal eerste en tweede individuele en aparte schroefdraden van het schroeforgaan en de van schroefdraad voorziene opening ervan beide twee zijn.

3. Handgereedschap volgens conclusie 2, waarbij de twee eerste en de twee tweede schroefdraden een identieke spoed hebben.

4. Handgereedschap volgens conclusie 2 of 3. waarbij de schroefdraden voldoen aan de Amerikaanse normen voor schroefdraden.

5. Handgereedschap volgens conclusie 2 of 3. waarbij de schroefdraden voldoen aan de metrische normen voor schroefdraden.

6. Handgereedschap volgens conclusie 2, 3t 4 of 5 waarbij een omwenteling van de schroef binnenin de van schroefdraad voorziene opening een voortbeweging van de schroef in de axiale richting ten gevolge heeft over een afstand die hoofdzakelijk gelijk is aan een gecombineeer-de spoed van de schroefdraden.

7. Handgereedschap volgens een der conclusies 2-6, waarbij beginpunten van de schroefdraden op de schroef en de van schroefdraad voorziene opening onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn aangebracht.

8. Handgereedschap volgens conclusie 7. waarbij de genoemde hoek 180° is.

9· Handgereedschap volgens conclusie 7. waarbij de beginpunten zich in hetzelfde vlak bevinden dat hoofdzakelijk loodrecht op de langs-as van de schroef is geplaatst.

10. Handgereedschap volgens conclusie 3» waarbij de spoed van de verschillende schroefdraden overeenkomt met spoed 14 volgens de Amerikaanse norm voor schroefdraden.

11. Handgereedschap volgens conclusie 2, waarbij elke schroefdraad een 5/16-18 UNC-2A schroefdraad is volgens de Amerikaanse normen voor schroefdraden.

12. Handgereedschap volgens conclusie 1, waarbij het aantal tweede individuele en aparte schroefdraden zich over de totale lengte van de van schroefdraad voorziene opening uitstrekt.

13· Vergrendelhandgereedschap voorzien van een vaste handgreep met voorste en achterste delen, een vaste bek die is verbonden met het voorste deel, een ontvangend deel dat zich bevindt bij het achterste deel, een beweegbare bek die scharnierend is verbonden met het voorste deel van de vaste handgreep om samen te werken met de vaste bek, een beweegbare handgreep die is verbonden met de beweegbare bek, kniehef-boommiddelen die worden gevormd door ten minste een kniehefboomorgaan met eerste en tweede einden, waarbij het eerste einde van de kniehef-boom-verbinding scharnierend is bevestigd aan de beweegbare handgreep, instelmiddelen voor het instellen van de plaats van de beweegbare bek ten opzichte van de stilstaande bek, waarbij de instelmiddelen zijn voorzien van een van schroefdraad voorziene opening die zich bevindt binnenin het ontvangende deel van de vaste handgreep en een schroefor-gaan waarvan een einde geschikt is om contact te maken met het tweede einde van het kniehefboomorgaan, waarbij het schroeforgaan een aantal eerste individuele en aparte schroefdraden heeft die lopen langs een langsas daarvan, en waarbij de van schroefdraad voorziene opening een aantal tweede individuele en aparte schroefdraden heeft die geschikt zijn om schroefbaar in aangrijping te komen met het aantal eerste schroefdraden van het schroeforgaan, waardoor de toegenomen mate van voortbeweging van het schroeforgaan in de axiale richting ten gevolge van de roterende aangrijping van het aantal eerste schroefdraden van het schroeforgaan met het aantal tweede schroefdraden van de van schroefdraad voorziene opening, en welke voortbeweging werkzaam is op de beweegbare bek via het kniehefboomorgaan en de kniehefboommiddelen, de mate van instelling van de beweegbare bek ten opzichte van de stilstaande bek hoofdzakelijk verhoogd.

14. Handgereedschap volgens conclusie 13, waarbij het aantal eerste en tweede individuele en aparte schroefdraden van het schroefor- gaan en de van schroefdraad voorziene opening er in beide gevallen twee zijn.

15. Handgereedschap volgens conclusie 14, waarbij de twee eerste en tweede schroefdraden een identieke spoed hebben.

16. Handgereedschap volgens conclusie 15, waarbij de genoemde schroefdraden voldoen aan de Amerikaanse normen voor schroefdraden.

17. Handgereedschap volgens conclusie 14, waarbij de schroefdraden voldoen aan de metrische normen voor schroefdraden.

* 18. Handgereedschap volgens conclusie 15, waarbij een omwenteling van de schroef binnenin de van schroefdraad voorziene opening een voortbeweging van de schroef in de axiale richting ten gevolge heeft over een afstand die hoofdzakelijk gelijk is aan een gecombineeerde spoed van de schroefdraden.

19. Handgereedschap volgens conclusie 14, waarbij beginpunten van de schroefdraden op de schroef en de van schroefdraad voorziene opening onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn aangebracht.

20. Handgereedschap volgens conclusie 19, waarbij de hoek 180° is.

21. Handgereedschap volgens conclusie 19, waarbij de beginpunten zich in hetzelfde vlak bevinden dat hoofdzakelijk loodrecht op de langs-as van de schroef is geplaatst.

22. Handgereedschap volgens conclusie 15, waarbij de spoed van de verschillende schroefdraden spoed 14 zijn overeenkomstig de Amerikaanse normen voor schroefdraad.

23. Handgereedschap volgens conclusie 14, waarbij elke schroefdraad een 5/16-18 UNC-2A schroefdraad is volgens de Amerikaanse normen voor schroefdraden.

24. Handgereedschap volgens conclusie 13, waarbij het aantal tweede individuele en aparte schroefdraden zich over de totale lengte van de van schroefdraad voorziene opening uitstrekt.

25. Instelschroef voor gereedschappen en dergelijke, voorzien van een langwerpig metalen lichaam, en een aantal individuele, aparte en coaxiale schroefdraden die lopen langs een langsas van het lichaam.