NL9001596A - Werkwijze en inrichting voor het van elkaar scheiden van aan elkaar gehechte lagen van verschillende materialen. - Google Patents

Description

Werkwijze en inrichting voor het van elkaar scheiden van aan elkaar gehechte lagen van verschillende materialen.

De uitvinding op een werkwijze en een inrichting van het van elkaar scheiden van aan elkaar gehechte lagen van verschillende materialen, meer in het bijzonder voor het van blik scheiden van daaraan aangehechte verfresten.

Bij een bekende werkwijze voor het van blik verwijderen van daaraan aangehechte verfresten wordt het blik in open vuur verhit waardoor de verfresten verbranden.

Deze werkwijze heeft het bezwaar, dat bij het verbranden van de verfresten een ernstige luchtverontreinging optreedt. Verder is deze bekende werkwijze betrekkelijk tijdrovend en blijft het blik verontreinigd, doordat de verbrandingsresten van de verf grotendeels aan het blik gehecht blijven.

Tenslotte wordt het blik bij het verbranden van de aangehechte verfresten geoxideerd en gaat de tinlaag van het blik verloren.

De uitvinding beoogt deze bezwaren van de bekende werkwijze te ondervangen.

De werkwijze volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat de te behandelen materialen aan een afkoeling worden onderworpen.

De afkoeling kan in afhankelijkheid van de te behandelen materialen tot beneden bepaalde temperaturen plaats vinden, zoals tot beneden 0°C, of beneden - 50°C, of beneden - 100° C of beneden - 150°C.

Bij een gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding worden voor het afkoelen van de te behandelen materialen deze materialen door een bad van een vloeibaar gemaakt gas, en meer in het bijzonder door een stikstofbad gevoerd.

Daarbij kan op gunstige wijze het bad onder atmosferische druk staan, en zal bij het toepassen van een vloeibaar stikstofgas een afkoeling kunnen plaats vinden tot de kooktemperatuur van stikstofgas bij atmosferische druk, welke - 195,8 C. bedraagt.

Bij het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding bij het van blik verwijderen van aangehechte verfresten, zullen deze verfresten door de lage toepaste temperatuur verharden en verstarren en kunnen dan de bewegingen van het blik door de andere uitzettingscoefficient ervan niet volgen, waardoor deze verstarde verfresten van het blik losspringen, dit in tegenstelling tot de bekende werkwijze en waarbij de verfresten door de verhitting verweken en de bewegingen van het blik goed kunnen blijven volgen, en slechts door verbranding van het blik kunnen worden verwijderd.

Bij een verdere uitwerking van de werkwijze volgens de uitvinding worden na de afkoeling de materialen door een slagmolen gevoerd, vervolgens afgezeefd en tenslotte langs magnetische weg van de ferro-magnetische bestanddelen gescheiden.

Op doelmatige wijze wordt bij een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, het uit het bad ontwijkende gas afgezogen en voor een voorafkoeling op de te behandelen materialen geblazen.

De inrichting voor toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt door een, door een of meer transporteurs gevormde transportbaan, welke naar en door een koelplaats in een koelruimte verloopt.

Bij toepassing van meerdere transporteurs kunnen deze over tussen geschakelde behandelingsinrichtingen op elkaar aansluiten.

Verdere kenmerken en bijzonderheden van de inrichting vvoor toepassing van de uitgevonden werkwijze zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving aan de hand van de tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.

Zoals schematisch in de tekening is weergeven, sluit een lees- of toevoerband 1 aan op een opvoerband 2, met behulp waarvan de te behandelen materialen kunnen worden ingevoerd in een inrichting 3 voor het in kleinere stukken scheuren of verdelen van de te behandelen materialen.

Aan de afvoerzijde van de inrichting 3 sluit een verdere opvoerband 4 aan,welke de te behandelen materialen in de koelruimte 5 brengt en daarin overbrengt op de transporteur 6, welke door het stikstofbad 7 verloopt, en daarin de materialen afkoelt tot omstreeks - 190 C, en bij welke afkoeling de verstarde materiaallagen door het verschil in uitzettingscoefficient van elkaar losspingen.

De afvoerzijde van de transporteur 6 sluit aan op de invoer van de slagmolen 8, waarvan de afvoer weer aansluit opp de trilzeef 9, waardoorheen de kleinere bestanddelen van de materialen kunnen neervallen in de opvangbak 10.

De grovere afgezeefde bestanddelen van de materialen komen terecht op de transportband 11, van waaraf de ferro-magnetische bestanddelen met behulp van de magneetband 12 worden afgescheiden en overgebracht in de opvangbak 13, terwijl het resterende deel van de behandelde materialen kan neervallen in de opvangbak 14.

Met behulp van de ventilatoren 15 kan het uit de geïsoleerde koelruimte ontwijkende koude stikstofgas worden afgezogen, om met behulp van de ventilator 16 naar de opvoerband 4 te worden toegeblazen ter voorafkoeling van de zich daarop bevindende materialen.

Claims (11)

1. Werkwij ze voor het van elkaar scheiden van aan elkaar gehechte lagen van verschillende materialen, meer in het bijzonder voor het van blik scheiden van daaraan aangehechte verfresten, met het kenmerk, dat de te behandelen materialen aan een afkoeling worden onderworpen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afkoeling plaats vindt tot op een temperatuur beneden 0°C., of - 50°C., of -100°C of - 150°C.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat voor het afkoelen van de te behandelen materialen deze door een bad van een vloeibaar gemaakt gas, meer in het bijzonder door een stikstofbad worden gevoerd.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het bad onder atmosferische druk staat.

5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het uit het bad ontwijkende gas wordt afgezogen en voor een voorafkoeling op de te behandelen materialen worden geblazen.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat na de afkoeling de materialen door een slagmolen worden gevoerd, vervolgens worden afgezeefd, en tenslotte langs magnetische weg van de ferro-magnetische bestanddelen worden gescheiden.

7. Inrichting voor toepassing van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een, door een of meer transporteurs gevormde transportbaan welke naar en door een koelplaats in een koelruimte heen verloopt.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de koelplaats gevormd wordt door een bad met een vloeibaar gemaakt gas, meer in het bijzonder stikstof, en waardoor heen de transportbaan verloopt.

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat in de koelruimte en, gezien in de transportrichting, achter de koelplaats een slagmolen is aangebracht, waarvan de afvoer aansluit op een trilzeef voor het afscheiden van de kleinere bestanddelen van de materialen.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de trilzeef aansluit op een transporteur met een daarboven geplaatste magneetband voor het afscheiden van de ferro-magnetische bestanddelen van de materialen.

11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de transportbaan voor de koelruimte middelen zijn opgenomen voor het verkleinen van de afmetingen van de toegevoerde materialen.