NL9001589A - Transportinrichting voor flessen. - Google Patents

Transportinrichting voor flessen. Download PDF

Info

Publication number
NL9001589A
NL9001589A NL9001589A NL9001589A NL9001589A NL 9001589 A NL9001589 A NL 9001589A NL 9001589 A NL9001589 A NL 9001589A NL 9001589 A NL9001589 A NL 9001589A NL 9001589 A NL9001589 A NL 9001589A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
transport
bottles
elements
transport elements
rollers
Prior art date
Application number
NL9001589A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Smit Gerardus
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Smit Gerardus filed Critical Smit Gerardus
Priority to NL9001589A priority Critical patent/NL9001589A/nl
Priority to EP91201836A priority patent/EP0466278A1/en
Publication of NL9001589A publication Critical patent/NL9001589A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G15/00Conveyors having endless load-conveying surfaces, i.e. belts and like continuous members, to which tractive effort is transmitted by means other than endless driving elements of similar configuration
    • B65G15/10Conveyors having endless load-conveying surfaces, i.e. belts and like continuous members, to which tractive effort is transmitted by means other than endless driving elements of similar configuration comprising two or more co-operating endless surfaces with parallel longitudinal axes, or a multiplicity of parallel elements, e.g. ropes defining an endless surface
    • B65G15/105Conveyors having endless load-conveying surfaces, i.e. belts and like continuous members, to which tractive effort is transmitted by means other than endless driving elements of similar configuration comprising two or more co-operating endless surfaces with parallel longitudinal axes, or a multiplicity of parallel elements, e.g. ropes defining an endless surface the surface being formed by two or more ropes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G15/00Conveyors having endless load-conveying surfaces, i.e. belts and like continuous members, to which tractive effort is transmitted by means other than endless driving elements of similar configuration
    • B65G15/10Conveyors having endless load-conveying surfaces, i.e. belts and like continuous members, to which tractive effort is transmitted by means other than endless driving elements of similar configuration comprising two or more co-operating endless surfaces with parallel longitudinal axes, or a multiplicity of parallel elements, e.g. ropes defining an endless surface
    • B65G15/12Conveyors having endless load-conveying surfaces, i.e. belts and like continuous members, to which tractive effort is transmitted by means other than endless driving elements of similar configuration comprising two or more co-operating endless surfaces with parallel longitudinal axes, or a multiplicity of parallel elements, e.g. ropes defining an endless surface with two or more endless belts
    • B65G15/14Conveyors having endless load-conveying surfaces, i.e. belts and like continuous members, to which tractive effort is transmitted by means other than endless driving elements of similar configuration comprising two or more co-operating endless surfaces with parallel longitudinal axes, or a multiplicity of parallel elements, e.g. ropes defining an endless surface with two or more endless belts the load being conveyed between the belts
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G2201/00Indexing codes relating to handling devices, e.g. conveyors, characterised by the type of product or load being conveyed or handled
    • B65G2201/02Articles

Description

Transportinrichting voor flessen
De uitvinding heeft betrekking op een transportinrichting voor flessen, die ter plaatse van hun hals zijn voorzien van een uitstekende kraag, zoals PET-flessen of dergelijke.
Een bekende transportinrichting voor flessen bestaat uit een voortbewogen transportband, waarop de flessen rechtstandig staan. Voor toepassing bij PET-flessen is een dergelijke transportinrichting minder geschikt. Immers, PET-flessen hebben een relatief smalle basis, terwijl het gewicht van de PET-flessen laag is vergeleken bij conventionele glazen flessen. Bovendien bezitten PET-flessen veelvuldig een groot volume, zodat als resultaat een instabiele plaatsing van deze PET-flessen ontstaat. Het op de bekende wijze transporteren van dergelijke flessen is dientengevolge niet of nauwelijks mogelijk, aangezien de flessen snel omvallen en verstoppingen veroorzaken. Een verhoging van de transportsnelheid, zoals in de moderne industrie wordt nagestreefd, is absoluut onmogelijk. Een bijkomende nadelige factor is, dat de kunststof PET-flessen door een onderlinge beweging statisch worden geladen, zodat een onderlinge beweging wordt bemoeilijkt. Tevens zijn hun oppervlakken reeds van nature vrij stroef, zodat ook hierdoor een belemmering van de onderlinge beweging optreedt.
Bij een andere bekende inrichting van de in de aanhef genoemde soort zijn de flessen met de kraag hangend opgenomen in een draagprofiel. Dit draagprofiel kan een hellende baan vormen, waarlangs de flessen onder invloed van de zwaartekracht omlaag bewegen. Anderzijds is het mogelijk, dat het draagprofiel horizontaal loopt en op de flessen meenemers aangrijpen. Evenwel is het nadeel van een dergelijke constructie, dat tengevolge van de door de meenemers op de flessen uitgeoefende kracht een kanteling van deze flessen optreedt, zodat de kraag ter plaatse van het draagprofiel wordt vastgeklemd en het voortbewegen van de flessen wordt bemoeilijkt. Tevens bezit het toepassen van meenemers het bezwaar, dat, wanneer een belemmering voor de voortbeweging van de flessen optreedt, maatregelen moeten worden getroffen om de meenemers te stoppen of buiten aangrijping met de flessen te brengen, aange zien anders de flessen worden beschadigd. Dergelijke maatregelen zijn duur en gecompliceerd.
De uitvinding beoogt een transportinrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij de in het voorgaande genoemde nadelen op effectieve wijze zijn opgeheven.
Hiertoe wordt de transportinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door ten minste één transportsectie, die is voorzien van twee zich op een afstand van elkaar uitstrekkende eindloze aangedreven transportelementen voor het tussen zich in opnemen van de hals van de flessen, waarbij de genoemde afstand kleiner is dan de diameter van de kraag.
Door de toepassing van dergelijke transportelementen wordt bereikt, dat de flessen ver boven hun zwaartepunt worden vastgegrepen. Hierdoor kan ook bij hoge transportsnelheden op effectieve wijze een kanteling van de flessen worden vermeden. Het omvallen van de flessen is in het geheel niet mogelijk. Wanneer de flessen een obstructie ontmoeten, kunnen de transportelementen ten opzichte van de hals van de flessen doorglijden, zodat de flessen niet met brute kracht tegen de obstructie worden gedrukt. Op deze wijze kunnen beschadigingen van de flessen alsmede van de transportinrichting worden vermeden. Bij verwijdering van de obstructie worden de flessen automatisch verder bewogen. In dit verband kan worden opgemerkt, dat de transportelementen in hun geheel, of plaatselijk, kunnen zijn voorzien van een een lage wrijving bezittend oppervlak. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door de transportelementen te besproeien met een zeepachtig mengsel. Hierdoor zal het langs de hals van de flessen doorglijden van de transportelementen aanzienlijk worden vereenvoudigd.
In het algemeen zullen de transportelementen zich onder de kraag van de flessen bevinden, zodat de flessen met deze kraag op de transportelementen rusten. Evenwel is het tevens mogelijk, dat de afstand tussen de transportelementen zodanig is, dat deze de flessen klemmend tussen zich in opnemen. Op deze wijze is het niet noodzakelijk, dat de transportelementen onder de kraag zijn aangebracht. Ook boven de kraag op de hals aangrijpende transportelementen kunnen de flessen, bijvoorbeeld over korte afstanden, op effectieve wijze transporteren.
De transportinrichting is verder gekenmerkt door de transportelementen ondersteunende geleidingen. Deze geleidingen kunnen worden toegepast om te zorgen, dat over de gehele lengte van de transportelementen de vereiste afstand tussen deze transportelementen gehandhaafd blijft, en op de hals van de flessen de vereiste kracht wordt uitgeoefend. Hierbij is het mogelijk, dat de geleidingen bestaan uit geleidingsrollen, geleidingsplaten of dergelijke.
Bij voorkeur geldt, dat de transportelementen bestaan uit snaren. Dergelijke snaren zijn goedkoop te vervaardigen, terwijl hun geleiding op relatief eenvoudige wijze kan worden bewerkstelligd. Tevens bezitten dergelijke snaren een grote soepelheid, zodat de transportsecties eenvoudig verschillende banen kunnen beschrijven.
In een eenvoudige uitvoeringsvorm, die echter een grote maat van effectiviteit vertoont, bezitten de snaren een cirkelvormige dwarsdoorsnede.
In een andere uitvoeringsvorm van de transportinrichting geldt, dat de transportsectie verder is voorzien van een draagvlak voor het aan hun onderzijde ondersteunen van de flessen. In een dergelijke uitvoeringsvorm wordt het dragen van de flessen in hoofdzaak bewerkstelligd door het draagvlak. De transportelementen zorgen slechts voor het voortbewegen van de flessen. Wanneer het draagvlak stationair is, dient dit een glad oppervlak te bezitten, zodat de flessen, voortbewogen door de transportelementen, eenvoudig over het draagvlak kunnen verschuiven.
Evenwel bestaat tevens de mogelijkheid, dat het draagvlak in dezelfde richting als de transportelementen aandrijf baar is. In een dergelijk geval behoeft het draagvlak niet noodzakelijkerwijs een glad oppervlak te bezitten.
Van belang is verder een uitvoeringsvorm van de transportinrichting volgens de uitvinding, waarbij deze ten minste twee op elkaar aansluitende, ter plaatse van de aansluiting in eikaars verlengde gelegen, transportsecties bezit, waarvan de transportelementen aan hun uiteinden rond omkeerrollen zijn geleid, waarbij zich ten minste tussen de transportelementen van de beide transportsecties overbrengorganen bevinden voor het vanaf de ene transportsectie naar de andere transportsectie leiden van de flessen. Een groot voordeel van deze uit voeringsvorm is, dat de flessen ter plaatse van de aansluiting van twee transportsecties rechtdoor kunnen bewegen. Bij een conventionele transportinrichting, waarbij de flessen op transportbanden zijn geplaatst, is een dergelijke beweging niet mogelijk; in het verleden moesten flessen aan het einde van een transportband in dwarsrichting worden verplaatst naar een daarop aansluitende volgende transportband, hetgeen de transportsnelheid aanzienlijk beperkte. Volgens de uitvinding echter is er geen belemmering voor de transportsnelheid, aangezien de richting, waarin de flessen door de transportinrichting worden bewogen, niet verandert. Door de toepassing van de overbrengorganen blijft een ondersteuning van de flessen ter plaatse van de aansluiting gewaarborgd.
In een eenvoudige uitvoeringsvorm van een dergelijke transportinrichting geldt, dat de overbrengorganen stationaire geleidingen omvatten voor het aangrijpen op de onderzijde van de kraag van de flessen. Ter plaatse van de stationaire geleidingen worden de flessen door de daaraan voorafgaande flessen voortgeduwd. Evenwel bezit een dergelijke uitvoeringsvorm het nadeel, dat de laatste fles van een serie ter plaatse van de stationaire geleidingen tot rust kan komen, en aldaar door externe middelen, eventueel handmatig, moet worden verwijderd.
Derhalve bezit een andere uitvoeringsvorm de voorkeur, waarbij de overbrengorganen bestaan uit twee eindloze aangedreven hulptransportelementen, die met hun uiteinden de omkeerrollen van de transportelementen van beide transportsecties overlappen. Met behulp van deze aangedreven hulptransportelementen vindt het overbrengen van de flessen vanaf de ene transportsectie naar de andere transportsectie automatisch plaats. Door de overlapping ter plaatse van de omkeerrollen van de transportelementen is dit overbrengen zeer geleidelijk zonder op de flessen uitgeoefende schokvormige belastingen.
Een gunstige uitvoeringsvorm is gekenmerkt door het feit, dat de hulptransportelementen via geleidingsrollen zijn geleid, waarvan de rotatieassen samenvallen met de rotatieas-sen van de overeenkomstige omkeerrollen van de transportelementen. op deze wijze worden aanzienlijke constructieve voordelen bereikt, aangezien de lagering van de geleidingsrollen van de hulptransportelementen en de omkeerrollen van de transportelementen op een zelfde as kan plaatsvinden.
De plaatsing van de hulptransportelementen ten opzichte van de transportelementen kan op diverse wijzen worden gerealiseerd. In een gunstige uitvoeringsvorm zijn de ge-leidingsrollen in hoofdzaak boven de daarmee corresponderende omkeerrollen geplaatst. Wanneer de flessen bijvoorbeeld door de transportelementen onder de kraag worden gedragen kunnen de hulptransportelementen boven de kraag op de hals van de fles aangrijpen. De achter de hulptransportelementen de flessen opnieuw overnemende volgende transportelementen kunnen dan opnieuw onder de kraag van de flessen aangrijpen.
Bij een in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm is het voor een goed aangrijpen van de flessen gunstig, wanneer de afstand tussen de beide hulptransportelementen kleiner is dan de afstand tussen de transportelementen. Op deze wijze vindt het op de hals van de flessen aangrijpen van de hulptransportelementen met een dusdanige kracht plaats, dat de flessen stevig worden vastgehouden.
In de praktijk kan dit worden gerealiseerd met behulp van een uitvoeringsvorm, waarbij de diameter van de gelei-dingsrollen groter is dan de diameter van de omkeerrollen. Een dergelijke uitvoeringsvorm leidt tot het gewenste resultaat. Wanneer de transportsnelheid van de hulptransportelementen gelijk moet zijn aan de transportsnelheid van de transportelementen betekend dit echter wel, dat de rotatiesnelheid van de geleidingsrollen geringer moet zijn dan de rotatiesnelheid van de omkeerrollen.
Evenwel is ook een uitvoeringsvorm denkbaar, waarbij de, dezelfde rotatieas bezittende, geleidingsrollen en omkeerrollen dezelfde diameter bezitten, waarbij de rotatieas een zodanige schuine stand bezit dat samenwerkende omkeerrollen verder van elkaar liggen dan samenwerkende geleidingsrollen.
In een dergelijke uitvoeringsvorm kan de rotatiesnelheid van de geleidingsrollen en omkeerrollen gelijk worden gehouden, zonder dat een verschil tussen de transportsnelheden optreedt. Het zal evenwel duidelijk zijn, dat afhankelijk van de diverse transportsnelheden diverse variaties in de constructie mogelijk zijn.
Veelal zal gelden, dat de geleidingsrollen van de hulptransportelementen tevens als omkeerrollen voor deze hulptransportelementen fungeren. Dit betekent, dat op de plaats, waar de transportelementen worden afgebogen van de baan van de flessen de hulptransportelementen net hun dragende functie beginnen. Het is echter ook mogelijk, dat de hulptransportelementen ter plaatse van hun voorste uiteinde, als gezien in de transportrichting, over omkeerrollen lopen, die verder uit elkaar zijn gelegen dan de geleidingsrollen. Tussen de omkeer-rollen van de hulptransportelementen en de geleidingsrollen daarvan bewegen de hulptransportelementen geleidelijk naar elkaar toe, zodat een zich versmallende opneembaan voor de aankomende flessehalzen wordt verkregen. Op deze wijze wordt het door de hulptransportelementen overnemen van de flessen vanaf de transportelementen zeer geleidelijk uitgevoerd. Vanzelfsprekend zou het ook mogelijk zijn, om een overeenkomstig zich verwijdend gedeelte van de hulptransportelementen ter plaatse van de tweede transportsectie toe te passen.
In het voorgaande is reeds opgemerkt, dat de trans-portsnelheden van de hulptransportelementen en de transportelementen kunnen verschillen dan wel gelijk kunnen zijn. Afhankelijk van de gekozen vorm en de gekozen verhouding tussen de snelheden is het mogelijk, dat de geleidingsrollen van de hulptransportelementen en de omkeerrollen van de transportelementen integraal zijn uitgevoerd. In een dergelijke uitvoeringsvorm wordt de aandrijving van de hulptransportelementen op deze wijze automatisch afgetapt van de aandrijving van de transportelementen.
Ook de hulptransportelementen kunnen snaren omvatten. De vorm van deze snaren kan overeenkomen met die van de transportelementen zelf.
Ter plaatse van de overgang van de ene transportsectie naar de daarop aansluitende transportsectie kan de trans-portsnelheid van de flessen worden gevarieerd. Een dergelijke overgang vindt dan in twee stappen plaats, waarbij de hulptransportelementen een tussengelegen snelheid bezitten. Vanzelfsprekend is het mogelijk, om de overgang trapsgewijs uit te voeren, waarbij meerdere hulptransportelementen achter elkaar zijn geplaatst. Het wezen van de constructie verandert hierdoor niet.
De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekeningen, waarin een aantal uitvoeringsvormen van de transportinrichting zijn weergegeven.
Fig. 1 toont het principe van de transportinrichting volgens de uitvinding;
Fig. 2 toont schematisch en in bovenaanzicht een uitvoeringsvorm van de transportinrichting volgens de uitvinding;
Fig. 3 toont een doorsnede volgens de lijn I-I in fig. 2; 'Fig. 4 toont een variant van fig. 3;
Fig. 5 toont een uitvoeringsvorm van de transportinrichting met een draagvlak;
Fig. 6 toont twee alternatieven voor de ondersteuning van de transportelementen;
Fig. 7 toont schematisch en in bovenaanzicht een uitvoeringsvorm van de transportinrichting met twee op elkaar aansluitende transportsecties;
Fig. 8 toont een doorsnede volgens de lijn VIII-VIII in fig. 7;
Fig. 9 toont een andere uitvoeringsvorm van de transportinrichting met twee op elkaar aansluitende transportsecties;
Fig. 10 toont een alternatief voor de in fig. 8 getoonde uitvoeringsvorm;
Fig. 11 toont een verder alternatief voor de in fig.
8 getoonde uitvoeringsvorm, en
Fig. 12 toont nog een ander alternatief voor de fig.
8 getoonde uitvoeringsvorm.
De transportinrichting volgens de uitvinding is bedoeld voor flessen 1, die ter plaatse van een hals 2 zijn voorzien van een uitstekende kraag 3, zoals PET-flessen of dergelijke. De transportinrichting kenmerkt zich door twee zich op een afstand van elkaar uitstrekkende eindloze aangedreven transportelementen 4, die tussen zich in de hals 2 van de flessen 1 opnemen. De afstand tussen de transportelementen 4 is hierbij kleiner dan de diameter van de kraag 3.
Zoals zichtbaar is in fig. 2 strekken de transportelementen 4 zich uit om omkeerrollen 5. De aandrijving van de transportelementen 4 kan via deze omkeerrollen 5 plaatsvinden. De combinatie van omkeerrollen 5 en transportelementen 4, zoals getoond in fig. 2, vormt een transportsectie van de transportinrichting. Zoals later zal blijken kan de transportinrichting meerdere op elkaar aansluitende transportsecties be- zitten.
In fig. 1 is getoond, dat de transportelementen 4 aangrijpen onder de kraag 3 van de flessen 1. Evenwel is het tevens mogelijk, dat, zoals is getoond in fig. 3, de transpor-telementen 4 aangrijpen op het bovenste, van schroefdraad voorziene gedeelte van de hals 2. In een dergelijk geval moet de onderlinge afstand tussen de transportelementen 4 zodanig zijn, dat de hals 2 klemmend wordt opgenomen.
De transportelementen 4 bestaan in het algemeen uit snaren met een cirkelvormige dwarsdoorsnede. Evenwel zijn ook alternatieve vormen mogelijk, zoals een snaar met een ovale dwarsdoorsnede als getoond in fig. 4.
Bij de in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm worden de flessen 1 door de snaren 4 getransporteerd alsmede gedragen. Evenwel is het, zoals is getoond in fig. 5, ook mogelijk, dat de snaren 4 slechts zorgen voor het voortbewegen van de flessen 1, terwijl het ondersteunen van de flessen wordt bewerkstelligd door een aan de onderzijde van de flessen aangebracht draagvlak 6. Een dergelijk draagvlak 6 kan stationair zijn en zijn voorzien van een glad oppervlak, zodat de flessen ten opzichte daarvan gemakkelijk kunnen glijden. Evenwel is het ook mogelijk, dat het draagvlak 6 in dezelfde richting als de snaren 4 beweegt. De in fig. 5 getoonde uitvoeringsvorm toont hiervan een speciale variant, waarbij op het draagvlak 6 een ondersteuningssnaar 7 is aangebracht, die wordt aangedreven. Tenslotte is het tevens mogelijk om zijdelings van de fles 1 geleidingssnaren 8 toe te passen.
De zich tussen de omkeerrollen 5 uitstrekkende snaren 4 dragen in het algemeen een groot aantal flessen. Derhalve is het veelal noodzakelijk, dat de snaren 4 tussen de omkeerrollen 5 in worden ondersteund. Fig. 6 toont twee verschillende uitvoeringsvormen, waarbij in fig. 6a schuine ondersteunings-rollen 9 zijn toegepast, en in fig. 6b horizontale ondersteu-ningsrollen 10 zijn toegepast.
In figuur 6a zijn de ondersteuningsrollen 9 opgenomen in een draagconstructie 23, die de (gestippeld weergegeven) flessen aan de bovenzijde nauw omsluit. Hierdoor wordt een kanteling van de flessen voorkomen.
In fig. 7 zijn twee transportsecties 11 en 12 aangeduid, die in eikaars verlengde zijn gelegen. De snaren 4’ van de transportsectie 11 strekken zich uit om omkeerrollen 5', terwijl de snaren 4'1 van de transportsectie 12 zich uitstrekken om omkeerrollen 51'. Tussen de beide transportsecties 11, 12 zijn overbrengorganen aangebracht voor het vanaf de ene transportsectie naar de andere transportsectie leiden van flessen. In de in fig. 7 getoonde uitvoeringsvorm bestaan deze overbrengorganen uit twee eindloze aangedreven hulptransporte-lementen 13, die om de het dichtst bij elkaar gelegen omkeerrollen 5' en 5" van de respectievelijk transportsecties 11 en 12 zijn geleid. De hulptransportelementen 13 kunnen opnieuw snaren omvatten.
Zoals met name duidelijk blijkt uit fig. 8 grijpen de snaren 4· van de transportsectie 11 aan op de onderzijde van de kraag 3 van de te transporteren flessen 1. Ter plaatse van de omkeerrollen 5' komen de snaren 13 in aangrijping met het boven de kraag 3 gelegen gedeelte van de hals 2 van de flessen. Wanneer de flessen l door de snaren 13 verder worden getransporteerd wordt de kraag 3 vrijgemaakt van de snaren 4' van de eerste transportsectie 11 en door de snaren 13 naar de snaren 4'1 van de tweede transportsectie 12 overgebracht. Aangekomen bij de omkeerrollen 511 ontstaat opnieuw een situatie overeenkomstig fig. 8, waarbij de snaren 4'1 onder de kraag 3 van de flessen 1 grijpen, waarna de snaren 13 de hals vrijgeven en de flessen door de tweede-transportsectie 12 verder worden getransporteerd.
Voor het op het boven de kraag 3 gelegen gedeelte van de hals laten aangrijpen van de snaren 13 kan het gunstig zijn, wanneer deze snaren 13 ter plaatse van hun voorste uiteinde, als gezien in de transportrichting (in fig. 7 en fig. 9 aangeduid door pijl 14), om omkeerrollen 15 lopen, die verder uit elkaar zijn gelegen dan de omkeerrollen 5'. Dit is getoond in fig. 9. Op deze wijze vindt het tussen de snaren 13 invoeren van het bovenste gedeelte van de hals 2 van de flessen 1 op geleidelijke wijze plaats.
Voor het schokloos overbrengen van flessen 1 vanaf de ene transportsectie 11 naar de tweede transportsectie 12 is het in ieder geval vereist, dat de hulptransportelementen 13 de omkeerrollen 5' en 5'· overlappen. Met behulp van de in fig. 7 en fig. 8 getoonde uitvoeringsvorm wordt dit zonder meer gerealiseerd. Het is echter niet noodzakelijk, dat de geleiding van de hulptransportelexnenten 13 plaatsvindt met behulp van dezelfde omkeerrollen, die worden toegepast voor de geleiding van de transportelementen 41 en 4'1. Een alternatieve uitvoeringsvorm is getoond in fig. 10. Hierbij worden de transportelementen 4' respectievelijk 4'1 om omkeerrollen 16 geleid, terwijl de hulptransportelementen 13 om omkeerrollen 17 worden geleid. Hierbij is het wel mogelijk dat de as 18 van de omkeerrollen 16 en 17 samenvalt.
Voor het bereiken van een goede klemming van de hals 2 tussen de hulptransportelementen 13 moeten deze hulptransportelementen 13 in het algemeen dichter bij elkaar zijn gelegen dan de transportelementen 4' respectievelijk 4''. Bij een uitvoeringsvorm volgens fig. 8, waarbij de hulptransportelementen 13 worden aangedreven door dezelfde omkeerrol 5 * van de transportelementen 4' zal dit betekenen, dat tengevolge van de dan aanwezige grotere diameter van de omkeerrollen 5' ter plaatse van de hulptransportelementen 13, de hulptransportelementen 13 met een grotere snelheid zouden bewegen dan de transportelementen 4·. Dit kan ongewenst zijn. Bij de uitvoeringsvorm overeenkomstig fig. 10 bezitten de omkeerrollen 17 ook een grotere diameter dan de omkeerrollen 16. Aangezien er echter geen vaste verbinding aanwezig is tussen de omkeerrollen 16 en 17 kan de rotatiesnelheid van de omkeerrollen 17 lager worden gekozen, zodat de hulptransportelementen 13 met dezelfde snelheid worden voortbewogen als de transportelementen 4' respectievelijk 4 * *. Evenwel verschaft een uitvoeringsvorm overeenkomstig fig. 10 ook de mogelijkheid om met opzet snelheidsverschillen tussen de transportelementen 41 respectievelijk 4'1 en de hulptransportelementen 13 te bewerkstelligen.
In fig. 11 is een uitvoeringsvorm getoond, waarbij de hulptransportelementen 13 en de transportelementen 4', 411 door dezelfde omkeerrollen 19 worden gedragen. Deze omkeerrollen 19 bezitten schuine assen 20, zodanig, dat de hulptransportelementen 13 dichterbij elkaar zijn gelegen dan de transportelementen 4·, 4'1. De diameter van de omkeerrollen 19 ter plaatse van hulptransportelementen 13 is echter gelijk aan de diameter ter plaatse van de transportelementen 4', 4 * *. Op deze wijze wordt bereikt, dat de transportsnelheid ter plaatse van hulptransportelementen 13 gelijk is aan de transportsnel- heid ter plaatse van de transportelementen 4' en 4".
Fig. 12 tenslotte toont nog een andere uitvoeringsvorm voor het vanaf één transportsectie naar een andere trans-portsectie overbrengen van flessen. Hierbij zijn de omkeerrol-len 21 van de transportelementen 4', 4'1 alsmede de omkeerrol-len 22 van de hulptransportelementen 13 zodanig geplaatst, dat de transportelementen 4', 41' alsmede de hulptransportelementen 13 onder de kraag 3 van de flessen 1 aangrijpen.
Bij de in het voorgaande getoonde uitvoeringsvormen van de transportinrichting, waarbij de flessen worden getransporteerd van de ene transportsectie naar een daarop aansluitende volgende transportsectie bevinden de hulptransportelementen 13 zich steeds boven de transportelementen 4', 4 * *-Evenwel is het ook mogelijk, dat de transportelementen 4·, 4'* zich boven de kraag 3 van de flessen 1 bevinden en aangrijpen op het bovenste gedeelte van de hals 2. In een dergelijk geval bevinden de hulptransportelementen 13 zich onder de transportelementen 4', 411 en grijpen aan op de onderzijde van de kraag 3. Evenwel bezit een dergelijke uitvoeringsvorm niet de voorkeur, aangezien het transport met behulp van de hulptransportelementen 13 slechts tijdelijk is, terwijl de flessen door middel van de transportelementen 41 en 4" over grote afstanden worden getransporteerd en het transport over dergelijke grote afstanden het best geschiedt wanneer de transportelementen aangrijpen onder de kraag 3 van de flessen 1.
De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen, die binnen het kader der uitvinding op velerlei wijze kunnen worden gevarieerd.

Claims (21)

1. Transportinrichting voor flessen, die ter plaatse van hun hals zijn voorzien van een uitstekende kraag, zoals PET-flessen of dergelijke, gekenmerkt door ten minste één transportsectie, die is voorzien van twee zich op een afstand van elkaar uitstrekkende eindloze aangedreven transportelemen-ten voor het tussen zich in opnemen van de hals van de flessen, waarbij de genoemde afstand kleiner is dan de diameter van de kraag.
2. Transportinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afstand tussen de transportelementen zodanig is dat deze de flessen klemmend tussen zich in opnemen.
3. Transportinrichting volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door de transportelementen ondersteunende geleidingen.
4. Transportinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de geleidingen bestaan uit geleidingsrollen, geleidingsplaten of dergelijke.
5. Transportinrichting volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de transportelementen bestaan uit snaren.
6. Transportinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de snaren een cirkelvormige dwarsdoorsnede bezitten.
7. Transportinrichting volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de transportsectie verder is voorzien van een draagvlak voor het aan hun onderzijde ondersteunen van de flessen.
8. Transportinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het draagvlak in dezelfde richting als de transportelementen aandrijfbaar is.
9. Transportinrichting volgens een der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat deze ten minste twee op elkaar aansluitende, ter plaatse van de aansluiting in eikaars verlengde gelegen, transportsecties bezit, waarvan de transportelementen aan hun uiteinden rond omkeerrollen zijn geleid, waarbij zich ten minste tussen de transportelementen van de beide transportsecties overbrengorganen bevinden voor het vanaf de ene transportsectie naar de andere transportsectie leiden van de flessen.
10. Transportinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de overbrengorganen stationaire geleidingen omvatten voor het aangrijpen op de onderzijde van de kraag van de flessen. 'll. Transportinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de overbrengorganen bestaan uit twee eindloze aangedreven hulptransportelementen, die met hun uiteinden de omkeerrollen van de transportelementen van beide transportsec-ties overlappen.
12. Transportinrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de hulptransportelementen via geleidingsrollen zijn geleid, waarvan de rotatieassen samenvallen met de rota-tieassen van de overeenkomstige omkeerrollen van de transportelementen.
13. Transportinrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de geleidingrollen in hoofdzaak boven de daarmee corresponderende omkeerrollen zijn geplaatst.
14. Transportinrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de afstand tussen de beide hulptransportelementen kleiner is dan de afstand tussen de transportelementen.
15. Transportinrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de diameter van de geleidingsrollen groter is dan de diameter van de omkeerrollen.
16. Transportinrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de, dezelfde rotatieas bezittende, geleidingsrollen en omkeerrollen dezelfde diameter bezitten, waarbij de rotatieas een zodanige schuine stand bezit dat samenwerkende omkeerrollen verder van elkaar liggen dan samenwerkende geleidingsrollen.
17. Transportinrichting volgens een der conclusies 12-16, met het kenmerk, dat de geleidingsrollen van de hulptransportelementen tevens als omkeerrollen voor deze hulptransportelementen fungeren.
18. Transportinrichting volgens een der conclusies 12-16, met het kenmerk, dat de hulptransportelementen ter plaatse van hun voorste uiteinde, als gezien in de transport-richting, over omkeerrollen lopen, die verder uit elkaar zijn gelegen dan de geleidingsrollen.
19. Transportinrichting volgens een der conclusies 12-18, met het kenmerk, dat de geleidingsrollen van de hulp-transportelementen en de omkeerrollen van de transportelemen-ten integraal zijn uitgevoerd.
20. Transportinrichting volgens een der conclusies 9-18, met het kenmerk, dat de transportsnelheden van de trans-portsecties onderling verschillen.
21. Transportinrichting volgens een der conclusies 11-20, met het kenmerk, dat de hulptransportelementen snaren omvatten.
22. Transportinrichting volgens een der conclusies 1-21, met het kenmerk, dat voorzieningen zijn toegepast voor het althans plaatselijk verlagen van de wrijvingscoëfficient van de transportelementen.
NL9001589A 1990-07-12 1990-07-12 Transportinrichting voor flessen. NL9001589A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9001589A NL9001589A (nl) 1990-07-12 1990-07-12 Transportinrichting voor flessen.
EP91201836A EP0466278A1 (en) 1990-07-12 1991-07-12 Conveying apparatus for bottles

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9001589A NL9001589A (nl) 1990-07-12 1990-07-12 Transportinrichting voor flessen.
NL9001589 1990-07-12

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9001589A true NL9001589A (nl) 1992-02-03

Family

ID=19857405

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9001589A NL9001589A (nl) 1990-07-12 1990-07-12 Transportinrichting voor flessen.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0466278A1 (nl)
NL (1) NL9001589A (nl)

Families Citing this family (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4237234C1 (de) * 1992-11-04 1994-04-07 Orthmann & Herbst Fördervorrichtung für mit einem Halskragen versehene Kunststoffflaschen
GB9405819D0 (en) * 1994-03-24 1994-05-11 Royal Doulton Ltd Foot wiping apparatus for ceramic ware
ATE177405T1 (de) * 1995-09-05 1999-03-15 Europool Srl Hängefördervorrichtung für behälter mit flaschenhals
IL118123A0 (en) * 1996-05-02 1996-09-12 Farkas Shmuel Conveyor propulsion system
FR2755679B1 (fr) * 1996-11-13 1999-01-22 Xeda International Dispositif de transport de produits a convoyeurs
US6109426A (en) * 1996-11-13 2000-08-29 Simplimatic Engineering Company Oriented bottle conveyor
DE19702223A1 (de) * 1997-01-23 1998-07-30 Max Kettner Gmbh & Co Kg I K Fördervorrichtung für eine mit einem Halskragen versehene Kunststoffflaschen
FR2767517B1 (fr) 1997-08-25 2001-03-02 Netra Systems Convoyeur pour recipients avec guides permettant de limiter le basculement des recipients par rapport a la verticale dans leur direction de transport
JP2000162215A (ja) * 1998-11-30 2000-06-16 Ids:Kk 検体処理管体およびその搬送システム
DE102004002117B4 (de) * 2004-01-14 2013-08-01 Jostarndt Patentanwalts-Ag Verfahren sowie Vorrichtung zur Förderung von Werkstücken im Bereich von Bearbeitungsmaschinen
EP1559663B1 (de) * 2004-01-28 2008-10-29 Ferag AG Verfahren und Fördervorrichtung zur Förderung von mit einem Kragen versehenen Gegenständen
DE102004009698A1 (de) * 2004-02-27 2005-09-15 Krones Ag Inspektionsmaschine mit einer Vorrichtung zum Transportieren von Hohlkörpern
US7281623B1 (en) 2006-04-18 2007-10-16 Aquest Systems Corporation Transport system including vertical rollers
DE202006012914U1 (de) * 2006-08-22 2007-12-27 Volk, Gundolf Flaschenkopf-Führung bei deren hängendem Transport mittels Trag- und Förderketten
CN102980729B (zh) * 2012-12-31 2016-01-06 中国大冢制药有限公司 塑料瓶输液制剂多种规格同瓶型微孔检查机出口夹瓶机构
CN111115195A (zh) * 2019-12-30 2020-05-08 广州创惠信息科技有限公司 一种导直装置及分拣上架机

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2303738A1 (fr) * 1975-03-14 1976-10-08 Sarre Moise Dispositif de transport, manutention et stockage pour recipients
NL8400294A (nl) * 1984-01-31 1985-08-16 Thomassen & Drijver Inrichting voor het transporteren van ronde, platte voorwerpen.
NL8402700A (nl) * 1984-04-27 1985-11-18 Thomassen & Drijver Inrichting voor het wijzigen van de afstand tussen door een transportband aangevoerde voorwerpen.
DE3515353A1 (de) * 1985-04-27 1986-10-30 Seitz Enzinger Noll Maschinenbau Ag, 6800 Mannheim Vorrichtung zum foerdern von flaschen in haengender lage

Also Published As

Publication number Publication date
EP0466278A1 (en) 1992-01-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9001589A (nl) Transportinrichting voor flessen.
US5009306A (en) Printed circuit board conveyor and method
US6109426A (en) Oriented bottle conveyor
US7775344B2 (en) Device for buffering products and a method of operating this
EP3533733B1 (en) Conveyor system for the transport of packaged food products
NL2002878C2 (en) A conveyor having parallel conveyor members.
CA2224785A1 (en) Article combiner
US4465417A (en) System for handling vehicles of a revolving cableway in a parking station
US5404992A (en) Suspension conveyor system
JPH05286554A (ja) 搬送装置
US5207314A (en) Device for horizontally holding loading bases moving circulatively in vertical plane
US20120325623A1 (en) Method and Device for Selectively Tipping Objects
AU2016354925A1 (en) Conveying system
US6244424B1 (en) System for transporting piece goods
US6029800A (en) Conveyor for articles with wave-shaped rollers
US5040667A (en) Variable-speed pallet conveyor
EP3778437A1 (en) Curved conveyor
US7637366B2 (en) High speed diverter
JPH0729687B2 (ja) 物品分配装置
US20050109579A1 (en) Pallet conveyor
NL9200819A (nl) Transportinrichting.
JPS60148809A (ja) 搬送用チエ−ン
NL8402283A (nl) Transportinrichting.
JPH0637249B2 (ja) 幅寄せコンベヤ−
JP3309059B2 (ja) 物品搬送装置のキャリッジ連結装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed