NL9001448A - Gehoorbeschermende oordop. - Google Patents

Description

Gehoorbescherinende oordop

De uitvinding heeft betrekking op een gehoorbeschermende oordop, voorzien van een deel dat passend in de gehoorgang van een oor kan worden opgenomen, terwijl in de oordop een doorgang is aangebracht, waarin zich een geluiddempende filter bevindt.

Een dergelijke gehoorbeschermer in de vorm van een oordop is bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0 112 594. Hierbij is in de oordop een afzonderlijk passtuk geplaatst, waarin een als filter werkende zeer kleine boring is gevormd, die deel uitmaakt van de genoemde doorgang. Deze zeer kleine boring heeft als nadeel dat deze niet of moeilijk met normale boor- of andere bewerkingstechnieken kan worden gemaakt. Daarom is in de aanvrage voorgesteld het dwarsdoorsnedeoppervlak van een grotere boring te verkleinen door het inbrengen van een draad. Dit maakt de constructie van de oordop echter aanzienlijk ingewikkelder. Verder heeft de nauwe en nauwkeurige boring het bezwaar dat bij een verstopping hiervan, de drager geneigd is de boring door te prikken waarbij een grote kans op verwijding van de boring en derhalve op vermindering van het geluiddempende effect van de boring aanwezig is.

De uitvinding beoogt een gehoorbeschermende oordop van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen waarbij de genoemde bezwaren op doeltreffende wijze zijn opgeheven.

Hiertoe wordt de gehoorbeschermende oordop volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat de doorgang een kamer en daarop aangesloten nauwe doorgangskanalen omvat, waarbij in de kamer een als filter werkende, geluiddempende poreuze materi-aalmassa is aangebracht.

Op deze wijze wordt de geluiddempende werking verkregen met behulp van een geluiddempende materiaalmassa die beschermd in een kamer binnen in de oordop is aangebracht, waardoor weinig kans op vervuiling of beschadiging van de geluiddempende materiaalmassa bestaat. Wanneer één van de doorgangskanalen verstopt raakt, dan kan dit gemakkelijk worden doorgeprikt zonder gevaar van het tenietdoen of verslechtering van de geluiddempende werking.

Alhoewel meerdere soorten van poreuze geluiddempende materiaalmassa's, zoals vezelig materiaal of dergelijke, in aanmerking komen, verdient het volgens de uitvinding de voorkeur, dat de geluiddempende materiaalmasa een korrelig materiaal omvat, dat bijvoorbeeld kan bestaan uit korrels van teflon, acryl, glas, keramiek of dergelijke.

Met dit korrelige materiaal, dat de in de kamer binnentredende geluidsgolven diffuus reflecteert en zo de door de geluidsgolven in de kamer afgelegde weg aanzienlijk vergroot, kan een goede en duurzame geluiddempende werking worden verkregen, waarbij de sterkte van de demping en de dempingskarak-teristiek van de als filter fungerende korrels kunnen worden gevarieerd door de keuze van onder andere het materiaal, de grootte en de vorm van de korrels. Hierbij wordt meestal gestreefd naar een progressieve toename van de demping van een geluidssterkte van 70 a 80 dB, zodat normale spraakgeluiden nog wordt doorgelaten en hardere geluiden sterk worden gedempt.

Door het aanbrengen van een of meer veerkrachtige mater iaaldelen in de kamer wordt het korrelige materiaal onder spanning en daardoor goed op zijn plaats gehouden. Wanneer daarbij het materiaaldeel of de materiaaldelen de doorgang voor het geluid doorkruisen, dan dienen de materiaaldelen uiteraard poreus te zijn, teneinde lucht en geluid te kunnen doorlaten. In dit laatste geval is het zeer gunstig wanneer het veerkrachtige materiaaldeel telkens voor de uitmonding van de doorgangskanalen in de kamer zijn aangebracht, zodat in die opstelling de grootte van de korrels zelfs kleiner kan worden gekozen dan de dwarsdoorsnede van de doorgangskanalen, zonder dat het gevaar bestaat dat korrels de kanalen verstoppen of zelfs hierdoor naar buiten treden.

Bij voorkeur is de oordop volgens de uitvinding vervaardigd van een relatief stijf materiaal in een vorm die in hoofdzaak overeenkomt met het conchagedeelte van het oor, waaraan het in de gehoorgang passende deel is gevormd. Hierdoor zijn de voor elk persoon op maat gemaakte oordoppen zeer comfortabel te dragen.

Een eenvoudige uitvoering van deze oordop is daardoor gekenmerkt dat deze is uitgevoerd als een dunwandig huis met een holle ruimte daarin die als kamer dienst doet, terwijl in het dunwandige huis twee als de doorgangskanalen fungerende gaatjes zijn aangebracht, waarbij bij voorkeur het dunwandige huis is opgebouwd uit een schaal en een afdekplaat, die na het vullen van de kamer in de schaal aan deze schaal is bevestigd.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die een uitvoeringsvoorbeeld van de oordop volgens de uitvinding weergeeft.

De enige figuur van de tekening toont schematisch een doorsnede van het uitvoeringsvoorbeeld van de oordop volgens de uitvinding.

De in de tekening weergegeven gehoorbeschermende oordop 1 is voorzien van een schaal 2, die voor elk oor op maat is gemaakt van een relatief stijf materiaal dat in gebruik zijn tijdens de vervaardiging verkregen vorm behoudt. Een voorbeeld voor een toe te passen materiaal is de kunststof acryl, doch vele andere materialen zijn mogelijk. De schaal 2 omvat een deel 3 dat in hoofdzaak overeenkomt met het concha-gedeelte of de oorschelp van het oor en een aanhangend deel 4 dat passend in de gehoorgang van het oor kan worden opgenomen en derhalve deze gehoorgang aan zijn buitenste omtrek in hoofdzaak afsluit.

De schaal is aan de van het deel 4 afgekeerde zijde afgesloten door een vlakke afdekplaat 5, die te zamen met de schaal 2 een dunwandig huis vormt met een holle ruimte 6 daarin die als kamer dienst doet.

De kamer 6 is bedoeld voor het opnemen van een geluidwerende materiaalmassa 7, die in dit uitvoeringsvoorbeeld in hoofdzaak bestaat uit een korrelvormig materiaal, bijvoorbeeld korrels van teflon, acryl, glas, keramiek of dergelijke van ronde, prismatische of andere geschikte vorm. De kamer 6 maakt onderdeel uit van een doorgang door de oordop 1, die in dit geval tevens is voorzien van een gaatje 8 in het deel 4 van de schaal 2, welk gaatje een verbinding vormt tussen de kamer 6 en de gehoorgang van het oor, en een gaatje 9 op een gewenste plaats in de afdekplaat 5, welk gaatje de kamer 6 met de omgeving verbindt. De doorgang 6, 8, 9 zorgt voor een open verbinding tussen de gehoorgang en de omgeving, zodat hiertussen geen onaangename drukverschillen kunnen optreden, terwijl de doorgang er tevens voor zorgt dat geluid in enige, door de geluidwerende massa 7 bepaalde, mate de gehoorgang kan bereiken. De geluidwerende massa 7 kan wel voor een vertraging van het doorgeven van drukverschillen zorgen, zodat snelle drukveranderingen tussen gehoorgang en omgeving kunnen worden opgevangen.

In de kamer 6 zijn verder nog voor de gaatjes 8 en 9 poreuze veerkrachtige materiaaldelen 10 en 11 aangebracht, die de kamer 6 veerkrachtig opvullen en daardoor de materiaalkor-rels 7 onder spanning houden en deze zo op hun plaats houden. In het weergegeven voorbeeld bestaan de materiaaldelen 10 en 11 uit stukjes schuimrubber.

Op de afdekplaat 5 is nog een vingergreep 12 gevormd, waarmede de oordop 1 uit het oor kan worden getrokken. De af-dekplaat 5 is bij voorkeur door lijmen aan de schaal 2 bevestigd, doch ook andere bevestigingsmethoden, zoals lassen of een mechanische verbinding komen in aanmerking.

De geluiddempende werking van de oordop is gelegen in de reflectie van het door het gaatje 9 in de oordop 1 gedrongen geluid door de geluiddempende, korrelvormige materiaal-massa, waardoor het geluid een lange weg door de kamer 6 van oordop 1 naar het gaatje 8 moet afleggen en daar vooral bij hoge geluidsdrukken verzwakt aankomt. Geluid met een lagere geluidssterkte zal minder worden verzwakt, zodat voornamelijk de overmaat aan geluid wordt geweerd en geluiden op normaal geluidsniveau wel doorkomen. Hierdoor is, ondanks het dragen van de oordop, communiceren nog wel mogelijk, doch worden voor het gehoor schadelijke harde geluiden voldoende gedempt.

Aan de gaatjes 8 en 9 worden geen nauwkeurigheidsei-sen gesteld, daar zij nauwelijks invloed op de geluiddempende werking hebben en slechts als functie hebben het in de kamer 6 houden van de geluiddempende materiaalmassa en het zoveel mogelijk buiten de kamer 6 houden van vervuilingen. Door het aanbrengen van de materiaaldelen 10 en 11 voor de gaatjes 8 en 9 kunnen zeer kleine geluiddempende materiaaldeeltjes worden gekozen, zonder dat de gaatjes 8 en 9 overeenkomstig klein moeten worden gekozen. Bij het eventueel verstopt raken van de gaatjes 8 en 9 kunnen deze zeer gemakkelijk worden doorgeprikt zonder kans op het tenietdoen van de geluiddempende werking en/of het beschadigen van het geluiddempende materiaal.

De uitvinding is niet beperkt tot het in de tekening weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoor- beeld, dat op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kan worden gevarieerd.

Claims (9)

1. Gehoorbeschermende oordop (1), voorzien van een deel (4) dat passend in de gehoorgang van een oor kan worden opgenomen, terwijl in de oordop een doorgang (6,8,9) is aangebracht, waarin zich een geluiddempende filter bevindt, met het kenmerk, dat de doorgang een kamer (6) en daarop aangesloten nauwe doorgangskanalen (8,9) omvat, waarbij in de kamer (6) een als filter werkend, geluiddempende poreuze materiaalmassa (7) is aangebracht.

2. Oordop volgens conclusie 1, waarbij de geluiddempende materiaalmasa (7) een korrelig materiaal omvat.

3. Oordop volgens conclusie 2, waarbij het korrelige materiaal (7) bestaat uit korrels van teflon, acryl, glas, keramiek of dergelijke.

4. Oordop volgens conclusie 1 of 2, waarbij in de kamer tevens een veerkrachtig materiaaldeel (10,11) is aangebracht .

5. Oordop volgens conclusie 4, waarbij de doorgang (6,8,9) door het veerkrachtige materiaaldeel (10,11) verloopt, dat poreus is uitgevoerd.

6. Oordop volgens een der voorgaande conclusies vervaardigd van een relatief stijf materiaal en voorzien van een deel (3) met een vorm die in hoofdzaak overeenkomt met het conchagedeelte van het oor, waaraan het in de gehoorgang passende deel (4) is gevormd.

7. Oordop volgens conclusie 6, die is uitgevoerd als een dunwandig huis (2,5) met een holle ruimte daarin die als kamer (6) dienst doet, terwijl in het dunwandige huis twee als de doorgangskanalen fungerende gaatjes (8,9) zijn aangebracht.

8. Oordop volgens conclusie 2, 5 en 7, waarbij voor elk gaatje (8,9) een poreus veerkrachtig materiaaldeel (10,ll) is geplaatst.

9. Oordop volgens conclusies 7 of 8, waarbij het dunwandige huis (2,5) is opgebouwd uit een schaal (2) en een af-dekplaat (5), die na het vullen van de kamer (6) in de schaal (2) aan deze schaal (2) is bevestigd.