NL9001434A

NL9001434A - FIRE TAP WITH CHECK VALVE.

Info

Publication number: NL9001434A
Application number: NL9001434A
Authority: NL
Original assignee: R M I Holland B V
Priority date: 1990-06-22
Filing date: 1990-06-22
Publication date: 1992-01-16
Also published as: EP0463702A1; DE69104275D1; EP0463702B1; DE69104275T2

Description

Brandkraan met terugslagklep.Fire hydrant with non-return valve.

De uitvinding heeft betrekking op een brandkraan, in hoofdzaak bestaande uit een standpijp met afsluitbare bovenuitlaat en met een onderzijde, die in verbinding staat met een drukleiding voor water of dergelijke, een in de standpijp en bij de onderzijde daarvan aangebrachte klepzitting, een hoofdklep, een door de standpijp omhoog gevoerde klepsteel en boven de standpijp aangebrachte bedieningsmiddelen voor het op of neer bewegen van de klepsteel teneinde de hoofdklep van de zitting te lichten respectievelijk aan te drukken.The invention relates to a fire hydrant, mainly consisting of a standpipe with lockable top outlet and with a bottom side, which communicates with a pressure pipe for water or the like, a valve seat arranged in the standpipe and at the bottom thereof, a main valve, a valve stem advanced through the standpipe and actuating means arranged above the standpipe for moving the valve stem up or down to lift or press the main valve of the seat, respectively.

Brandkranen van het in de aanhef beschreven type worden gewoonlijk in de grond aangebracht en sluiten aan op een ondergronds leidingstelsel. Het gevaar, dat hierbij optreedt, is dat zich vuil in de standpijp verzamelt, indien de brandkraan niet wordt gebruikt. Als de hoofdklep van de zitting wordt gelicht en de bovenuitlaat is gesloten of geen afname van water kent, zal eerst vloeistof uit het drukleidingsysteem in de standpijp omhoog worden gedrukt en de lucht in de standpijp samenpersen. Nadat de stroming in het water is gestopt, zal het omhoog gevoerde vuil omlaag zakken en via de openstaande klep in het hoofdleidingnet terecht kunnen komen en zodoende het water verontreinigen, hetgeen een gevaar voor de volksgezondheid inhoudt, indien dit water als drinkwater wordt gebruikt.Fire hydrants of the type described in the preamble are usually installed in the ground and connect to an underground pipe system. The danger that occurs here is that dirt collects in the standpipe if the fire hydrant is not used. If the main valve is lifted from the seat and the top outlet is closed or there is no water draw-off, liquid will first be pushed up from the pressure pipe system into the standpipe and compress the air into the standpipe. After the flow in the water has stopped, the raised dirt will fall down and enter the main mains network through the open valve and thus contaminate the water, which poses a risk to public health if this water is used as drinking water.

De uitvinding beoogt bovengenoemd bezwaar op te heffen en verschaft daartoe een brandkraan, die zich onderscheidt in de doorvoer van de standpijp tussen klepzitting en drukleiding een vrij beweegbare terugslagklep is aangebracht.The object of the invention is to eliminate the above-mentioned drawback and to that end it provides a fire hydrant, which differs in the passage of the standpipe between valve seat and pressure pipe and a freely movable non-return valve is provided.

Dankzij de toepassing van de terugslagklep onder de hoofdklep is het mogelijk dat water in de standpijp stroomt vanuit de drukleiding, maar niet kan terugstromen vanwege de tegendruk, die op de terugslagklep wordt ver oorzaakt door de terugstroming. De terugslagklep zal onmiddellijk de doortocht in de standpijp sluiten. Anderzijds, bij gebrek aan stroming zal de terugslagklep toch ten gevolge van zijn eigen gewicht in de sluitstand terecht komen waardoor ook de doortocht tussen standpijp en drukleiding wordt gesloten. Hiermee wordt voorkomen dat straatvuil of andere verontreinigingen in de drukleiding terechtkomen.The use of the non-return valve under the main valve allows water to flow into the standpipe from the pressure line, but cannot flow back due to the back pressure created on the non-return valve by the backflow. The check valve will immediately close the passage in the standpipe. On the other hand, in the absence of flow, the non-return valve will still enter the closed position due to its own weight, as a result of which the passage between the standpipe and the pressure pipe is also closed. This prevents road dirt or other contaminants from entering the pressure pipe.

Volgens een verdere ontwikkeling is de terugslagklep volgens de uitvinding uitgevoerd als een zich parallel aan de bodem van de hoofdklep uitstrekkende schijf, welke is voorzien van in de doortocht stekende geleidepen-nen. Hiermee wordt een rechtstandige geleiding van de terugslagklep verzekerd en wordt het resoneren van de klep, hetgeen waterslag kan veroorzaken, voorkomen.According to a further development, the non-return valve according to the invention is designed as a disc extending parallel to the bottom of the main valve and provided with guide pins protruding into the passage. This ensures an upright guiding of the non-return valve and prevents resonance of the valve, which can cause water hammer.

In de voorkeursuitvoeringsvorm zijn een drietal geleidepennen aangebracht, die schuifbaar langs de binnenwand van de doortocht zijn.In the preferred embodiment, three guide pins are arranged, which are slidable along the inner wall of the passage.

Teneinde de terugslagklep wrijvingsloos te laten openen, verdient het de voorkeur op de omtreksrand van de schijfvormige klep naar boven toe te verwijden, welke omtreksrand samenwerkt met een complementair ringvormig vlak in de doortocht.In order to allow the check valve to open without friction, it is preferable to widen upward on the peripheral edge of the disc-shaped valve, which peripheral edge cooperates with a complementary annular surface in the passage.

Voor een goede afsluiting verdient het de voorkeur om de omtreksrand van de terugslagklep uit te voeren met een daarin uitgespaarde groef voor het opnemen van een O-ring, die samenwerkt met het ringvormig vlak. Teneinde te voorkomen dat bij half openen van de.terugslagklep een grote stroomsnelheid de O-ring uit de groef zou trekken alsmede voor het verkrijgen van een klein ingesloten vuil water-volume tussen de terugslagklep en de hoofdklep stelt de uitvinding voor om het ringvormig vlak in de doortocht direct aan te laten sluiten op het als klepzitting uitgevoerde kopvlak van die doortocht. Vanwege de relatief scherpe overgang tussen het ringvormig vlak en de klepzitting ontstaat een "dode" ruimte wat betreft stroming langs de O-ring, zodat de daarop inwerkende stromingskrachten gering zijn.For a good seal, it is preferable to design the peripheral edge of the non-return valve with a groove recessed therein for receiving an O-ring which interacts with the annular surface. In order to prevent a large flow velocity from pulling the O-ring out of the groove when the check valve is half opened, and to obtain a small enclosed dirty water volume between the check valve and the main valve, the invention proposes to define the annular surface have the passage connect directly to the end face of the passage designed as a valve seat. Due to the relatively sharp transition between the annular surface and the valve seat, a "dead" space in flow flows along the O-ring, so that the flow forces acting on it are small.

Volgens een verder voorstel van de uitvinding is de hoofdklep bekleed met een mantel van elastisch materiaal. Voorts kan de hoofdklep zijn geleid in in de standpijp aangebrachte ruggen of nokken teneinde de geleiding van de hoofdklep zuiver axiaal te houden, hetgeen bij-draagt tot een betere geleiding van de terugslagklep en daardoor tot het voorkomen van het resonantieverschijnsel bij de "losse" terugslagklep.According to a further proposal of the invention, the main valve is covered with a jacket of elastic material. Furthermore, the main valve can be guided in ridges or cams arranged in the standpipe to keep the main valve guidance purely axial, which contributes to better conductivity of the non-return valve and thereby preventing the resonance phenomenon at the "loose" non-return valve .

Tenslotte stelt de uitvinding voor om de hoofdklep via een alzijdig scharnier met de klepsteel te verbinden.Finally, the invention proposes to connect the main valve to the valve stem via an all-sided hinge.

Bovengenoemde en andere kenmerken zullen nader worden toegelicht in de hieronderstaande figuurbeschrij-ving van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden. In de bijgaande tekening toont: fig. 1 een staande doorsnede door de brandkraan volgens de uitvinding, fig. 2, 3 en 4 telkens een met fig. 1 overeenkomende staande doorsnede van de onderzijde van standpijp met daarin ondergebracht hoofd- en terugslagklep in drie verschillende posities, fig. 5 een alternatieve uitvoeringsvorm van de geleiding van de terugslagklep in de doortocht van de standpijp.The above and other features will be further elucidated in the figure description below of two exemplary embodiments. In the accompanying drawing: Fig. 1 shows a standing section through the fire hydrant according to the invention, Figs. 2, 3 and 4 each show a standing section corresponding to Fig. 1 of the bottom of the standpipe with main and non-return valve housed therein in three different 5, an alternative embodiment of the guide of the non-return valve in the passage of the standpipe.

In de figuren is met het referentiecijfer 1 de standpijp aangegeven, die aan zijn boveneinde is voorzien van een afsluitbare doorlaat 2. Op de doorlaat 2 is een koppeling 3 aangebracht voor het aansluiten van een con-trakoppeling, welke aan een slang of dergelijke is bevestigd. De doorlaat 2 is door middel van een deksel 4 afgesloten.In the figures, reference numeral 1 designates the standpipe, which is provided at its top end with a closable passage 2. On the passage 2 a coupling 3 is arranged for connecting a contra coupling, which is attached to a hose or the like . The passage 2 is closed by means of a cover 4.

De standpijp 1 is aan de onderzijde voorzien van een doortocht 5, en een aansluitflens 6, die middels bouten 7 op een flens 8 van een niet getoonde drukleiding van een leidingnet is te monteren. Aan de bovenzijde van de doortocht 5 strekt zich een ringvormig horizontaal kopvlak 9 uit, dat dient als zitting voor een daarop aan te drukken hoofdklep 10. De hoofklep 10 is via een bedie-ningsstang of klepsteel 11 gekoppeld aan een bedieningsme-chanisiite dat buiten de standpijp 1 aan de bovenzijde naast de doorlaat 2 is aangebracht. Het bedieningsmechanisme kent een stoel 12, waarin draaibaar een draadeind 13 is gelagerd bij 14. Het draadeind 13 is aan het boveneinde voorzien van een koppelpen 15, waarop een bus 16 met vierkante kop klemvast is te bevestigen.The standpipe 1 is provided on the underside with a passage 5, and a connecting flange 6, which can be mounted by means of bolts 7 on a flange 8 of a pressure line of a pipe network (not shown). At the top of the passage 5 an annular horizontal end face 9 extends, which serves as a seat for a main valve 10 to be pressed thereon. The main valve 10 is coupled via an operating rod or valve stem 11 to an operating mechanism outside the standpipe 1 is fitted at the top next to the passage 2. The operating mechanism has a seat 12, in which a threaded end 13 is rotatably mounted at 14. The threaded end 13 is provided at the top end with a coupling pin 15 on which a bush 16 with square head can be clamped.

Het draadeind 13 werkt samen met een moer 17, die onverdraaibaar in het boveneinde van de klepsteel 11 is opgenomen. De klepsteel is bij het boveneinde 18 voorzien van een axiale blinde boring voor het opnemen van het ondereinde van de draadstang 13.The threaded end 13 cooperates with a nut 17, which is rotatably received in the top end of the valve stem 11. The valve stem is provided at the top end 18 with an axial blind bore for receiving the bottom end of the threaded rod 13.

Het zal duidelijk zijn dat de op zichzelf bekende bedieningswijze van de klepsteel 11 het van de zitting 9 lichten van de klep 10 respectievelijk het aandrukken daarop verzorgt, door de draadspil 13 door een passend handgereedschap in draaiing te brengen. Deze verdraaiing verzorgt een op en neer gaande beweging van de moer 17 en derhalve van de klepsteel 11 met de daaraan gekoppelde hoofdklep 10. Op deze wijze is de standpijp 1 door het lichten van de klep 10 te vullen met water uit het leidingnet aan de onderzijde van de flens 8, en anderszins daarvan af te sluiten door de klep 10 op de zitting 9 terug te plaatsen. Het eventueel in de standpijp 1 aanwezige water kan via een ontwateringsopening 19 worden afgevoerd, zodat geen bevriezingsgevaar kan optreden. Er wordt opgemerkt dat de afwateringsopening 19 bij gelichte klep 10 door de zijkant daarvan wordt afgesloten, zie fig. 3, 4, zodat geen lekverliezen ontstaan bij het gebruik van de brandkraan.It will be clear that the per se known operating method of the valve stem 11 takes care of the lifting of the valve 10 from the seat 9, respectively the pressing thereof, by rotating the threaded spindle 13 by a suitable hand tool. This rotation provides an up and down movement of the nut 17 and therefore of the valve stem 11 with the associated main valve 10. In this way, the standpipe 1 can be filled by lifting the valve 10 with water from the pipe network at the bottom. of the flange 8, and otherwise to be closed therefrom by replacing the valve 10 on the seat 9. Any water present in the standpipe 1 can be discharged via a dewatering opening 19, so that no risk of freezing can occur. It is noted that the drainage opening 19 with valve 10 lifted is closed by the side thereof, see fig. 3, 4, so that no leakage losses occur when using the fire hydrant.

De hierboven beschreven brandkraan behoort tot de stand van techniek en de werking en de functie daarvan wordt verder voor een deskundige bekend verondersteld.The fire hydrant described above is part of the prior art and the operation and function thereof is further assumed to be known to a person skilled in the art.

Volgens de uitvinding is onder de hoofdklep 10 een terugslagklep 20 aangebracht, die hier is uitgevoerd als een schijfvormig lichaam met langs de omtrek aan het ondervlak daarvan een drietal geleidepennen 21. Deze geleidepennen liggen vlak tegen de binnenwand van de doortocht 5.According to the invention, a non-return valve 20 is arranged under the main valve 10, which here is designed as a disc-shaped body with three guide pins 21 circumferentially on the bottom surface thereof. These guide pins lie flat against the inner wall of the passage 5.

De omtreksrand van de schijfvormige terugslagklep 20 is naar boven toe verwijdend, met andere woorden enigszins conisch, en sluit aan op een ringvormig naar boven toe verwijdend vlak van de doortocht 5, welk vlak aansluit op het kopvlak 9, dat als zitting voor de hoofdklep 10 dient. In het omtreksvlak 22 van de terugslagklep 20 is een groef uitgespaard, waarin een 0-ring 23 is opgenomen. Deze 0-ring rust in de stand volgens fig. 1 tegen het ringvormig vlak van de doortocht 5.The circumferential edge of the disc-shaped check valve 20 is widened upwards, in other words somewhat conical, and adjoins an annular upwardly widened surface of the passage 5, which plane connects to the end face 9, which serves as a seat for the main valve 10 serves. In the peripheral surface 22 of the non-return valve 20, a groove is recessed, in which an O-ring 23 is received. In the position according to fig. 1 this O-ring rests against the annular surface of the passage 5.

De hoofdklep 10 bestaat uit een kern van stijf materiaal, dat is bekleed met een mantel van elastisch materiaal 25. Opgemerkt wordt dat de kern van de hoofdklep aan de onderzijde is uitgevoerd met een naar buiten uitstekende radiale flens 26, die over de zitting 9 uit-kraagt.The main valve 10 consists of a core of rigid material, which is covered with a jacket of elastic material 25. It is noted that the core of the main valve is made at the bottom with an outwardly projecting radial flange 26, which extends over the seat 9 -collar.

Boven de flens 26 zet de kern zich aanvankelijk voort in een cilindrisch deel, dat zich over een bepaalde hoogte naar boven toe uitstrekt, zodanig dat in samenwerking met de aangrenzende mantel 25 de in de standpijp 1 uitmondende opening van het aflaatkanaal 19 wordt afgesloten indien de klep in de stand volgens fig. 3, 4 staat.Above the flange 26, the core initially continues in a cylindrical part, which extends upwards over a certain height, such that in cooperation with the adjacent jacket 25 the opening of the drain channel 19 opening into the standpipe 1 is closed if the valve is in the position shown in fig. 3, 4.

De kern zet zich verder voort in een afgeknot kegelvormig deel, waarin een blinde boring 27 is opgenomen. De blinde boring heeft op zekere hoogte boven de bodem daarvan een ringvormig kanaal 28, dat dient voor het opnemen van een vering 29.The core continues in a frusto-conical section incorporating a blind bore 27. The blind bore has an annular channel 28 above the bottom thereof, which serves to receive a suspension 29.

De klepsteel 11 is aan de onderzijde voorzien van een verschraald deel 30, eveneens voorzien van een ringvormig kanaal 31, waarin de vering 29 past. Het ondereinde van het verschraalde deel 30 is afgerond en kan op de bodem van de blinde boring 27 drukken, indien de klepsteel in de klep 10 is gemonteerd, zoals getoond in fig. 1.The valve stem 11 is provided on the underside with a braced part 30, also provided with an annular channel 31, into which the suspension 29 fits. The lower end of the scrambled portion 30 is rounded and can press the bottom of the blind bore 27 if the valve stem is mounted in the valve 10 as shown in Fig. 1.

Opgemerkt wordt dat de bekleding van elastisch materiaal 25 aan de naar de borst tussen de overgang van de klepsteel en het verschraalde deel 30 kan zijn voorzien van een integraal aangevormde O-ring 32, teneinde de blinde boring 27 tegen het in de standpijp 1 staande water af te dichten. Tevens fungeert deze o-ring 32 om in de gemonteerde toestand het kleplichaam 10 axiaal gericht te houden ten opzichte van de aslijn van de klepsteel 11.It is noted that the elastic material cover 25 on the chest between the transition of the valve stem and the scrambled part 30 may be provided with an integrally formed O-ring 32, so as to cover the blind bore 27 against the water standing in the stand pipe 1 to seal. This o-ring 32 also functions to keep the valve body 10 axially oriented relative to the axis of the valve stem 11 in the mounted condition.

Voor een goede geleiding van de klep 10 in de standpijp 1 zijn aan de binnenzijde van de standpijp 1 tenminste drie ruggen 33 aangegoten, waarvan het contact-vlak met de klep 10, is bewerkt. De ruggen 33 zijn, zoals getoond, opgenomen in een verwijd deel van de standpijp 1, nodig om een voldoende doortocht voor het door te voeren water te realiseren.For a good guiding of the valve 10 in the standpipe 1, at least three ridges 33 are cast on the inside of the standpipe 1, the contact surface of which is machined with the valve 10. The ridges 33 are, as shown, received in a widened part of the standpipe 1, necessary to realize a sufficient passage for the water to be passed through.

Tenslotte wordt opgemerkt dat het ondervlak van de klep 10, in het bijzonder de bekleding 25 een ringvormige rug 35 heeft, welke samenwerkt met een in het bovenvlak van de terugslagklep 20 uitgespreide ringvormige groef 36.Finally, it is noted that the bottom surface of the valve 10, in particular the cover 25, has an annular back 35, which cooperates with an annular groove 36 spread in the top surface of the non-return valve 20.

De hierboven beschreven brandkraan werkt als volgt.The fire hydrant described above works as follows.

Uitgaande van de stand getekend in fig. 1, kan de gebruiker de hoofdklep 10 lichten door in de juiste richting aan de schroefspil 13 te draaien, waardoor de klepsteel 11 omhoog wordt bewogen onder meeneming van de klep 10. Indien er druk in het leidingnet aan de onderzijde van de terugslagklep 20 staat, wordt deze klep onmiddellijk omhoog bewogen en zal bij voldoende druk tegen de hoofklep 10 aan blijven liggen. De waterstroom is zodanig dat al het vuil dat zich mogelijkerwijze in de. standpijp 1 had verzameld, kan worden meegenomen met de waterstroom via de uitlaatopening 2 van de standpijp 1. Deze positie is in fig. 4 getoond.Starting from the position drawn in fig. 1, the user can lift the main valve 10 by turning the screw spindle 13 in the correct direction, whereby the valve stem 11 is moved upwards while taking the valve 10. If there is pressure in the pipe network the underside of the non-return valve 20, this valve is immediately raised and will remain in contact with the main valve 10 with sufficient pressure. The water flow is such that any debris that may be in the. standpipe 1 can be carried along with the water flow through the outlet 2 of the standpipe 1. This position is shown in fig.

Indien de klep 4 is gesloten en daarmee de uitlaatopening 2, zal de lucht in de standpijp 1 worden samengeperst, en zal de stroming in het water in de doortocht 5 stoppen. Onder invloed van de zwaartekracht zal de terugslagklep 20 terugzakken zodanig dat de omtreksrand 22 in contact komt met het ringvormige vlak in de doortocht 5, waardoor de doortocht wordt afgesloten. Eventueel neerzakkend vuil kan daardoor niet in de drukleiding van het hoofdleidingnet terechtkomen. Hierbij wordt opgemerkt dat het terugzakken van de terugslagklep 5 nauwkeurig kan plaatsvinden dankzij de geleiding van de pennen 21 in de doortocht 5, zodat de afsluiting rondom perfect is.When the valve 4 is closed and with it the outlet opening 2, the air in the standpipe 1 will be compressed, and the flow in the water in the passage 5 will stop. Under the influence of gravity, the non-return valve 20 will drop back such that the peripheral edge 22 comes into contact with the annular surface in the passage 5, thereby closing the passage. As a result, any settling dirt cannot enter the pressure pipe of the mains network. It is noted here that the backflow of the non-return valve 5 can take place accurately thanks to the guiding of the pins 21 in the passage 5, so that the closure is perfect all round.

Zodra er een drukverhoging plaatsvindt in de drukleiding en zodra er enige stroom door de doortocht 5 omhoog plaatsvindt, wordt de terugslaglep 20 gelicht en afhankelijk van de sterkte van de stroming kan deze klep blijven zweven in een tussenstand zoals getoond in fig. 3. De stroom wordt onmiddellijk waaiervormig in het verbrede deel van de standpijp 1 gevoerd, zodat ook dan eventueel verzameld vuil onmiddellijk in turbulentie wordt gebracht en meegenomen naar boven in de standpijp 1.As soon as a pressure increase takes place in the pressure line and as soon as some flow takes place through the passage 5, the non-return valve 20 is lifted and depending on the strength of the flow, this valve can remain floating in an intermediate position as shown in fig. 3. The flow is immediately fed fan-shaped into the widened part of the standpipe 1, so that even then collected dirt is immediately brought into turbulence and carried upwards into the standpipe 1.

Zodra de drukval omkeert of de stroming ophoudt, zakt de terugslagklep 20 sneller dan het zich in de standpijp bevindende vuil weer terug op de zitting en sluit de standpijp van het hoofdleidingnet af.As soon as the pressure drop reverses or the flow stops, the non-return valve 20 sinks back onto the seat faster than the dirt contained in the standpipe and closes the standpipe from the main mains network.

De brandkraan kan weer worden gesloten door de klepsteel 11 omlaag te brengen door de draadspil 13 in tegengestelde zin te verdraaien, waardoor de hoofdklep 10 met zijn ondervlak op het bovenvlak van de terugslagklep 20 wordt gedrukt totdat de rand van de hoofdklep op de zitting 9 rust.The fire hydrant can be closed again by lowering the valve stem 11 by turning the threaded spindle 13 in the opposite direction, whereby the main valve 10 with its bottom surface is pressed onto the top surface of the non-return valve 20 until the edge of the main valve rests on the seat 9 .

De geleiding van de hoofdklep 10 is verzekerd dankzij de ruggen 33, zodat het ondervlak precies parallel aan het bovenvlak van de terugslagklep 20 blijft.Guidance of the main valve 10 is ensured thanks to the ridges 33, so that the bottom surface remains exactly parallel to the top surface of the non-return valve 20.

Dankzij het alzijdig scharnier tussen klepsteel ll en kleplichaam 10 is een zetting van de klep op de zitting zondermeer mogelijk. Hierbij wordt bovendien opgemerkt dat de aandrukkracht van de klepsteel 11 direct op het kleplichaam 10 kan worden overgebracht door het contact tussen ondereinde van de klepsteel en de bodem van de blinde boring in de klep.Thanks to the all-round hinge between valve stem 11 and valve body 10, it is possible to set the valve on the seat. It is furthermore noted here that the contact pressure of the valve stem 11 can be transferred directly to the valve body 10 through the contact between the bottom end of the valve stem and the bottom of the blind bore in the valve.

Fig. 5 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de klepgeleiding voor de terugslagklep 20. Daartoe is het kleplichaam daarvan uitgevoerd met een centrale pen 40, die is opgenomen in een bus 41, welke via radiaal gerichte armen 42 met de wand van de doortocht 5 is verbonden. De pen 40 kan derhalve een rechtstandige geleiding van de terugslagklep 20 verzorgen conform de pennen 21 in de voorgaande uitvoeringsvorm.Fig. 5 shows an alternative embodiment of the valve guide for the non-return valve 20. For this purpose, the valve body thereof is formed with a central pin 40, which is received in a sleeve 41, which is connected to the wall of the passage 5 via radially directed arms 42. The pin 40 can therefore provide an upright guide of the non-return valve 20 in accordance with the pins 21 in the previous embodiment.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm.The invention is not limited to the above-described embodiment.

Claims

1. Fire hydrant, mainly consisting of a standpipe with lockable top outlet and with a bottom side, which communicates with a pressure pipe for water or the like, a valve seat arranged in the standpipe and at the bottom thereof, a main valve, an upward movement through the standpipe padded valve stem and actuating means arranged above the standpipe for moving the valve stem up or down in order to lift or press the main valve of the seat, characterized in that in the passage of the standpipe between valve seat and pressure line there is a freely movable non-return valve applied.

Fire hydrant according to claim 1, characterized in that the non-return valve is designed as a disc extending parallel to the bottom of the main valve and which is provided with one or more guide pins protruding into the passage.

Fire hydrant according to claim 2, characterized in that three guide pins are arranged, which are arranged slidably along the inner wall of the passage.

Fire hydrant according to any one of the preceding claims, characterized in that the disc-shaped non-return valve is designed with an upwardly widening peripheral edge, which cooperates with a complementary annular surface in the passage.

Fire hydrant according to claim 4, characterized in that a groove is recessed in the circumferential edge of the non-return valve for receiving an O-ring.

6. Fire hydrant according to claim 4, characterized in that the annular surface of the passage directly connects to the end face of the passage designed as a valve seat.

Fire hydrant according to any one of the preceding claims, characterized in that the main valve is covered with a jacket of elastic material.

Fire hydrant according to claim 7, characterized in that the jacket at the transition between valve stem and valve body is designed with an O-ring formed integrally thereon.

Fire hydrant according to claim 7 or 8, characterized in that the jacket of elastic material and the top surface of the non-return valve are formed with co-operating complementary guide means, for example an annular groove with fitting annular ribs therein.

Fire hydrant according to any one of the preceding claims, characterized in that the main valve is connected to the valve stem (11) by means of an all-round hinge.

Fire hydrant according to claim 10, characterized in that the all-sided hinge is formed by a suspension, which is accommodated in a groove of the valve stem and an opposite groove in a blind bore of the valve body.

Fire hydrant according to claim 10 or 11, characterized in that the valve body is arranged between three or more inwardly projecting ribs in the standpipe.