NL9001222A - Wandbord en hulpstukken ten gebruike bij een dergelijk wandbord. - Google Patents

Description

Titel: Wandbord en hulpstukken ten gebruike bij een dergelijk wandbord

De uitvinding heeft betrekking op een wandbord of soortgelijke inrichting, voorzien van omtreksprofielen en deze profielen verbindende hoekstukken, waarbij de omtreksprofielen aan de van het bord afgekeerde zijde zijn voorzien van een insteekmogelijkheid voor hulpstukken.

Dergelijke hulpstukken zijn algemeen bekend, doch hebben het nadeel dat de constructie zodanig is dat de hulpstukken uitsluitend vóór de montage van het geheel in de omtreksprofielen moeten worden aangebracht, dan wel dat daarin voor de montage toegangsopeningen zijn aangebracht.

De uitvinding beoogt dit nadeel op te heffen.

Hiertoe vertoont een wandbord van de in de aanhef genoemde soort het kenmerk, dat de profielen en/of hoekstukken zodanig zijn ingericht, dat ook na de montage van het wandbord zonder meer hulpstukken kunnen worden aangebracht.

Bij voorkeur zijn de hoekstukken voorzien van een door-laatopening, welke aansluit op de binnenomtrek van het corresponderende profielgedeelte, zodanig dat een ingebracht element voortdurend wordt geleid.

De uitvinding heeft verder betrekking op een hulpstuk ten gebruike bij het beschreven wandbord, welk hulpstuk is voorzien van een met het betreffende profielgedeelte complementair gedeelte. Verder kan het hulpstuk zijn voorzien van een zich bovenwaarts uitstrekkend steundeel, dat zich in gemonteerde toestand langs de "achterzijde" van het wandbord in gemonteerde toestand uitstrekt, waardoor de bevestiging van het hulpstuk wordt verstevigd.

Genoemd hulpstuk kan aan de, van genoemd complementair gedeelte afgekeerde zijde, zijn voorzien van een insteek-opening, door middel waarvan van buitenaf gemakkelijk voorwerpen kunnen worden ingebracht.

Om deze voorwerpen gemakkelijk in te kunnen brengen respectievelijk te kunnen verwijderen, kan de insteekopening aan de onderzijde worden begrensd door een elastisch been, uitgerust met een blokkeernok.

In verdere uitwerking van de uitvinding kan het beschreven wandbord aan een wand worden bevestigd door middel van wandbevestigingsorganen die elk in wezen bestaan uit een hoekstuk, waarvan de naar de wand toegekeerde zijde is uitgerust met een slobgat, terwijl de andere wand is voorzien van een binnenwaarts gericht uitsteeksel bestemd voor samenwerking met de corresponderende profielzijde.

Door elk wandbevestigingsorgaan, naast het binnenwaarts gerichte uitsteeksel, te voorzien van openingen voor het doorlaten van een schroef, kan op eenvoudige wijze een goede borging worden bereikt.

Door deze wijze van bevestigen kan het wandbord gemakkelijk worden afgenomen, d.w.z. dat hierin gemakkelijk een of meer hulpstukken, die zich na montage tussen de wandbevestigingsorganen bevinden, kunnen worden aangebracht.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal thans, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van een wandbord met wandbevestigingsorganen alsmede hulpstukken worden beschreven.

In de tekening toont:

Fig. 1 een verkleind vooraanzicht van een gemonteerd wandbord;

Fig. 2 een perspectivisch aanzicht van een bij het wandbord volgens fig. 1 toegepast wandbevestigingsorgaan;

Fig. 3 een schematische dwarsdoorsnede van een wandbord tijdens de bevestiging;

Fig. 4 een aanzicht overeenkomstig Fig. 3 na de bevestiging van het wandbord;

Fig. 5 een perspectivisch aanzicht van een hulpstuk;

Fig. 6 een schematisch aanzicht overeenkomstig Fig. 4 van een toepassing van het hulpstuk volgens Fig. 5 met daarin opgenomen een goot;

Fig. 7 vergroot een detail van de inrichting volgens Fig. 6; en

Fig. 8 een perspectivisch aanzicht van het hoekstuk.

Volgens de tekening is een wandbord 1 voorzien van om-treksprofielen 2 en deze profielen door middel van een eenvoudige klikverbinding verbindende hoekstukken 3.

De bevestiging van een dergelijk wandbord aan een muur 5 vindt plaats met behulp van wandbevestigingsorganen 6. De wandbevestigingsorganen 6 zijn aan de naar de muur 5 toegekeerde zijde voorzien van een slobgat 7, terwijl de naar het wandbord toegekeerde zijde van het wandbevestigingsorgaan is voorzien van een binnenwaarts gericht uitsteeksel 8. Het doel van het slobgat 7 en het uitsteeksel 8 moge blijken uit de fig. 3 en 4. Verder zijn in de naar het wandbord toegekeerde zijde ter weerszijde van het uitsteeksel 8 sleuven 9 aangebracht voor het aanbrengen van schroeven die een verschuiven van het wandbord 1 ten opzichte van de bevestigingsorganen 6 voorkomen.

Fig. 3 toont het wandbord 1 tijdens de bevestiging daarvan tussen een met behulp van een schroef 10 vast aangebracht onderste wandbevestigingsorgaan 6 en een bovenste, eveneens met een schroef 10, doch beweegbaar aangebracht wandbevestigingsorgaan 6 in de omhoog geschoven stand. Nadat het wandbord 1 op de in fig. 3 aangegeven wijze is aangebracht, wordt het bovenste wandbevestigingsorgaan 6 benedenwaarts bewogen, hetgeen mogelijk is dankzij de aanwezigheid van het slobgat 7 in elk wandbevestigingsorgaan.

Doordat het in fig. 8 perspectivisch weergegeven hoekstuk ter plaatse van de hoekpunten is voorzien van een doorlaat-opening 11, waarvan de grootte zodanig is dat de opening aansluit op de binnenomtrek van het corresponderende gedeelte van het profiel 2, bestaat de mogelijkheid om aan het profiel 2 ook na montage daarvan aan de wand, hulpstukken aan te brengen .

De figuren 6 en 7 tonen een hulpstuk 12, dat in wezen een U-vormig lijf heeft waarvan de ene poot 13 aan de buitenzijde is voorzien van een met het betreffende gedeelte van het profiel 2 corresponderend uitsteeksel 14. Het andere been 15, dat elastisch is uitgevoerd, is uitgerust met een grendelnok 16. De rug 17 van het U-vormige hulpstuk is aan de zijde van het uitsteeksel 14 verlengd uitgevoerd, waardoor een goede bevestiging aan het omtreksprofiel van het wandbord mogelijk is.

Aan het hulpstuk 12 kan op haar beurt weer een volgend element, zoals in het onderhavige geval een goot 18, demontabel worden bevestigd.

Zoals blijkt uit de fig. 6 en 7 is de goot 18 voorzien van een met de binnenzijde van het U-vormige hulpstuk 12 complementaire vorm, waarbij de goot 18 verder is voorzien van een U-vormig gedeelte 24 met een tweetal verlengingen 19 respectievelijk 20. De verlenging 19 dient hierbij voor het omgrijpen van de voorzijde van het been 13 en kan dus worden beschouwd als het kantelpunt bij het inbrengen respectievelijk uithalen van de goot.

De andere verlenging 20 vormt de eigenlijke goot die is ingericht voor het opnemen van allerlei voorwerpen en die aan de voorzijde is voorzien van een uitbuiging 21, waardoor de voorwerpen niet zonder meer uit de goot kunnen vallen.

Voor het verkrijgen van een gewaarborgde bevestiging van de goot 18 aan het hulpstuk zijn de beide poten van het U-vormige gedeelte 24 buitenwaarts voorzien van uitsteeksels 22 respectievelijk 23, waarbij het uitsteeksel 22 kan samenwerken met een verder niet aangeduide uitsparing in het been 13, terwijl het andere uitsteeksel 23 kan samenwerken met de blokkeernok 16 van het verende been 15.

Opgemerkt wordt dat na het aanbrengen van het U-vormige gedeelte op de betreffende plaats, geen verticale verplaatsing van het wandbord ten opzichte van de wandbevestigingsorganen 6 meer kan plaatsvinden, d.w.z. dat in een dergelijk geval het aanbrengen van schroeven in de sleuven 9, zoals hiervoor beschreven, achterwege kan blijven, waardoor verder op montagewerk wordt bespaard. (Zie fig. 6, schroef 25).

Het wandbord met hulpstuk volgens de uitvinding maakt een zeer alzijdig gebruik van het wandbord mogelijk, waarbij zeer gemakkelijk wijzigingen kunnen worden aangebracht respectievelijk hulpstukken kunnen worden toegevoegd.

Het zal duidelijk zijn dat binnen het raam van de uitvin-dingsgedachte wijzigingen mogelijk zijn.

Claims (8)

1. Wandbord of soortgelijke inrichting, voorzien van om-treksprofielen en deze profielen verbindende hoekstukken, waarbij de omtreksprofielen aan de van het bord afgekeerde zijde zijn voorzien van een insteekmogelijkheid voor hulpstukken, met het kenmerk, dat de profielen en/of hoekstukken zodanig zijn ingericht, dat ook na de montage van het wandbord zonder meer hulpstukken kunnen worden aangebracht.

2. Wandbord volgens conclusies 1, met het kenmerk, dat de hoekstukken zijn voorzien van een doorlaatopening, welke aansluit op de binnenomtrek van het corresponderende profiel-gedeelte.

3. Hulpstuk ten gebruike bij het wandbord volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het hulpstuk is voorzien van een met het betreffende profielgedeelte complementair gedeelte.

4. Hulpstuk volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het hulpstuk is voorzien van een zich bovenwaarts uitstrekkend steundeel.

5. Hulpstuk volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het hulpstuk aan de, van genoemd complementair gedeelte afgekeerde zijde, een insteekopening omvat.

6. Hulpstuk volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de insteekopening aan de onderzijde wordt begrensd door een elastisch been, uitgerust met een blokkeernok.

7. Wandbord of hulpstuk volgens een of meer van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door wandbevestigingsorganen die elk in wezen bestaan uit een hoekstuk, waarvan de naar de wand toegekeerde zijde is uitgerust met een slobgat, terwijl de andere wand is voorzien van een binnenwaarts gericht uitsteeksel bestemd voor samenwerking met de corresponderende profiel-zijde.

8. Wandbord volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat elk wandbevestigingsorgaan naast het binnenwaarts gerichte uitsteeksel is voorzien van openingen voor het doorlaten van een schroef.