NL1005708C2 - Scharnier. - Google Patents

Description

Scharnier

De uitvinding heeft betrekking op een scharnier omvattend een geheng en een met het geheng samenwerkend element gekozen uit de groep gevormd door een ophangduim en een scharnierplaat.

5 Een dergelijk scharnier is algemeen bekend uit de praktijk en vindt met name toepassing als buitenbeslag voor zware poorten en deuren. Dergelijke poorten en deuren zijn beslagen met het geheng, dat ofwel kan samenwerken met een ophangduim welke in een vaste muur is aangebracht, of deel 10 uitmaakt van een scharnier waarbij een scharnierplaat wordt toegepast die op een vaste ondersteunende wand is aangebracht .

Een probleem van dergelijk zwaar buitenbeslag is dat deze in de regel niet of onvoldoende beveiligd zijn tegen 15 lichten van het geheng van de ophangduim respectievelijk verwijdering van de scharnierpen waarmee de scharnierplaat en het geheng gekoppeld zijn. De desbetreffende deur of poort kan zodoende in het merendeel der gevallen eenvoudig verwijderd worden.

20 Doelstelling van de uitvinding is nu om deze grote inbraakgevoeligheid terug te dringen. Daartoe is het scharnier volgens de uitvinding zo uitgevoerd dat deze is voorzien van een met het geheng gekoppelde plaat die is voorzien van een in hoofdzaak loodrecht vanaf de plaat zich uitstrekkend 25 uitsteeksel, alsmede doorVoergaten voor verbindingsmiddelen. Deze met het geheng gekoppelde plaat dient dan aan de binnen het deurkozijn vallende zijkant van de deur of poort bevestigd te worden, zodat het uitsteeksel zich in de richting van het deurkozijn uitstrekt. Bij gesloten deur of poort reikt 30 dit uitsteeksel dan in een uitsparing in het deurkozijn, zodat deze de functie van dievenklauw vervult.

Een verder voordeel van deze constructie is dat deze de stijfheid van de gehengconstructie verhoogt, zodat het geheng minder neiging tot knikken heeft in het horizontale 35 vlak.

Een eenvoudige uitvoeringsvorm voor het uitsteeksel 1005708 2 is gevormd door een althans gedeeltelijke omzetting van de plaat. Daarbij kan tevens een gedeelte in een tegenovergestelde richting omgezet worden, zodanig dat daarmee de plaat met de deur of poort vast kan worden verbonden.

5 Een elegante en voordelige uitvoeringsvorm is erdoor gekenmerkt, dat het uitsteeksel een pen is die evenals een opening in de plaat van schroefdraad is voorzien en door verdraaiing in haar lengterichting verplaatsbaar in de opening van de plaat is opgenomen. Op deze wijze kan het uitsteeksel 10 eenvoudigweg aangepast worden aan de beschikbare uitsparing in het deurkozijn.

De plaat kan op diverse manieren aan het geheng gekoppeld worden.

In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm heeft de 15 plaat daartoe een T-vormige uitloper in het vlak van de plaat, en is het geheng voorzien van een sleuf voor opname van de T-vormige uitloper van de plaat.

Een tweede voorkeursuitvoeringsvorm is erdoor gekenmerkt, dat de plaat voorzien is van een sleuf voor opname van 20 het geheng.

In een verdere uitwerking hiervan kan deze plaat tevens eenvoudig worden toegepast bij reeds gemonteerde scharnieren. In geval het gaat om een scharnier waarvan een ophangduim deel uitmaakt en het geheng in verband daarmee aan 25 één uiteinde is voorzien van een ringvormende omzetting die geschikt is voor samenwerking met de ophangduim, dient de sleuf daartoe zodanig groot te zijn dat deze geschikt is voor doorvoer van de ringvormende omzetting van het geheng.

Bij voorkeur omvat het scharnier in alle besproken 30 uitvoeringsvormen een hulpplaat die dient om op het deurkozijn te worden aangebracht, en die voorzien is van een opening voor doorvoer van het uitsteeksel dat zich van de met het geheng gekoppelde plaat af uitstrekt. Met een dergelijke hulpplaat wordt een vergrote weerstand tegen inbraak ver-35 schaft.

Bij de uitvoeringsvorm waarbij het geheng scharnierend met behulp van een scharnierpen met een scharnierplaat is gekoppeld, is de plaat die voorzien is van het zich daarvan loodrecht uitstrekkende uitsteeksel bij voorkeur tevens 1005708 3 voorzien van doorvoerogen voor de scharnierpen.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is er dan door gekenmerkt, dat de hulpplaat haaks is verbonden met de schar-nierplaat.

5 De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van enkele niet-beperkende uitvoeringsvoorbeelden onder verwijzing naar bijgaande tekening, waarin de figuren 1 t/m 7 een aantal uitvoeringsvoorbeelden tonen van het scharnier volgens de uitvinding. In de figuren gebruikte gelijke ver-10 wijzingscijfers verwijzen naar dezelfde onderdelen.

Fig. IA en 1B tonen respectievelijk een vooraanzicht en een bovenaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van het scharnier volgens de uitvinding. Het getoonde scharnier heeft een geheng 1 en een scharnierplaat 2 die door middel van een 15 scharnierpen 3 onderling verbonden zijn. Met deze onderdelen is tevens verbonden een plaat 4 (zie fig. IC) die aan een uiteinde is voorzien van een haaks omgezet deel 5. Dit haaks omgezette deel 5 kan passend worden opgenomen in een uitsparing in een deurkozijn bij gesloten deur of poort, waaraan de 20 plaat 4 onder gebruikmaking van gaten 6 verbonden is.

Fig. 2A en 2B tonen in respectievelijk zijaanzicht en bovenaanzicht eveneens een scharnier welke een geheng 1 omvat alsmede een scharnierplaat 2 en een scharnierpen 3 die het geheng en de scharnierplaat met elkaar verbindt. In het 25 in deze fig. 2A en 2B getoonde geval is de scharnierplaat 2 uitgevoerd met een omgezette hulpplaat 7 (zie ook fig. 2C) welke is voorzien van een centraal gat 8. Deze hulpplaat 7 dient voor plaatsing tegen de binnenzijde van het deurkozijn. Het scharnier omvat tevens een plaat 4 (zie fig. 2D) bestemd 30 voor plaatsing tegen de zijkant van een deur, met een optioneel uitsteeksel 9. De beoogde inbraakwerende functie is in het getoonde geval verkregen met een pen 5 welke zich loodrecht uitstrekt vanaf het oppervlak van plaat 4. Deze pen 5 is bij voorkeur evenals een opening in de plaat 4 van 35 schroefdraad voorzien, zodat de pen 5 door verdraaiing in haar lengterichting verplaatsbaar is in de opening van de plaat 4.

De fig. 3A en 3B tonen weer een geheel andersoortig scharnier, waarbij toepassing is gegeven aan door middel van 1005708 4 een pen 3 met elkaar gekoppelde gehengdelen IA en 1B (zie voor een zijaanzicht fig. 3A en een bovenaanzicht fig. 3B). Met gehengdeel IA is wederom een voor de zijkant van een deur bestemde plaat 4 gekoppeld welke aan één uiteinde is voorzien 5 van een omgezet deel 5 dat past in een uitsparing welke is aan te brengen in een deurkozijn.

De fig. 4A, 4B en 4C tonen een toepassing van een scharnier dat behalve met een geheng 1 is uitgevoerd met een ophangduim 10 (zie het bovenaanzicht van fig. 4A). Getoond is 10 de gemonteerde toestand waarbij een plaat 4 wordt toegepast met een daarop aangebrachte van schroefdraad voorziene pen 5 welke als uitsteeksel dient dat past in een uitsparing in het deurkozijn 11. De plaat 4 is voorzien van een extra grote sleuf respectievelijk opening 12 (zie fig. 4C), zodat deze 15 bij een reeds gemonteerd scharnier over de ringvormende omzetting 13, welke bestemd is voor plaatsing op de ophangduim 10, kan worden geschoven voor bevestiging tegen de zijkant van een deur 14 met behulp van de schroefgaten 6. In het getoonde geval is met de ophangduim 10 een hulpplaat 7 gekop-20 peld welke een gat 8 heeft voor ontvangst van de pen 5 van de plaat 4 voor vergroting van de inbraakwerendheid van het scharnier.

Fig. 5A en 5B tonen in respectievelijk bovenaanzicht en zijaanzicht weer een alternatieve uitvoeringsvorm van het 25 scharnier volgens de uitvinding, waarbij een geheng 1 wordt toegepast die voorzien is van een ringvormende omzetting 13 aan één uiteinde daarvan voor plaatsing op een ophangduim 10. In het getoonde geval wordt een plaat 4 toegepast met aan één uiteinde een haakse omzetting 5 en een relatief smalle sleuf 30 12 welke juist groot genoeg is voor ontvangst van het geheng 1 (zie fig. 5C). In het getoonde geval gaat het om een uitvoeringsvorm welke bij eerste montage van het scharnier op een deur dient te worden aangebracht. Deze uitvoeringsvorm leent zich niet voor plaatsing na de montage van het schar-35 nier, zoals het geval is met de uitvoeringsvorm getoond in de fig. 4A t/m 4C.

De fig. 6A en 6B tonen een variant van de uitvoeringsvorm getoond in de fig. 5A t/m 5C. In de in de fig. 6A en 6B getoonde variant wordt in plaats van een haakse omzet- 1005708 5 ting 5 weer een van schroefdraad voorziene pen 5 toegepast die is opgenomen in een opening in de plaat 4 die tevens van schroefdraad is voorzien, zodat eenvoudig aanpassing van de effectieve lengte van pen 5 kan geschieden door verdraaiing 5 daarvan, teneinde deze af te stemmen op de diepte van de uitsparing in het kozijn 11.

In fig. 7A en 7B wordt nog een geheng 1 getoond, dat bestemd is voor plaatsing op een ophangduim met de aan één uiteinde aangebrachte ringvormende omzetting 13. Het getoonde 10 geheng 1 is voorzien van een sleuf 16 welke dient voor ontvangst van een T-vormige uitloper 17 in het vlak van de plaat 4, die verder voorzien is van gaten 6 voor bevestiging van de plaat 4 aan de zijkant van een deur waarop het geheng 1 is aangebracht, en welke plaat 4 tevens de haakse omzetting 5 15 heeft voor passing in een uitsparing in een deurkozijn.

Binnen het kader van de uitvinding zijn op de hiervoor besproken uitvoeringsvarianten nog weer diverse alternatieven denkbaar zonder verlaten van de uitvindingsgedachte zoals gespecificeerd in de navolgende conclusies.

10 0 5 7 0 8

Claims (9)

1. Scharnier omvattend een geheng en een met het geheng samenwerkend element gekozen uit de groep gevormd door een ophangduim en een scharnierplaat, met het kenmerk, dat het scharnier is voorzien van een met het geheng (1) gekop- 5 pelde plaat (4) die is voorzien van een in hoofdzaak loodrecht vanaf de plaat (4) zich uitstrekkend uitsteeksel (5), alsmede doorvoergaten (6) voor verbindingsmiddelen.

2. Scharnier volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het uitsteeksel (5) is gevormd door een althans gedeelte- 10 lijke omzetting van de plaat.

3. Scharnier volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het uitsteeksel een pen (5) is die evenals een opening in de plaat (4) van schroefdraad is voorzien en door verdraaiing in haar lengterichting verplaatsbaar in de opening van de 15 plaat (4) is opgenomen.

4. Scharnier volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat deze een hulpplaat (7) omvat met een opening (8) voor doorvoer van het zich van de plaat (4) af uitstrekkende uitsteeksel (5) .

5. Scharnier volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de plaat (4) een T-vormige uitloper (17) heeft in het vlak van de plaat, en het geheng (1) is voorzien van een sleuf (16) voor opname van de T-vormige uitloper (17) van de plaat (4).

6. Scharnier volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de plaat (4) voorzien is van een sleuf (12) voor opname van het geheng (1).

7. Scharnier volgens conclusie 6, waarbij het element een ophangduim is, en het geheng aan één uiteinde is 30 voorzien van een ringvormende omzetting die geschikt is voor samenwerking met de ophangduim, met het kenmerk, dat de sleuf (12) geschikt is voor doorvoer van de ringvormende omzetting (13) van het geheng (1).

8. Scharnier volgens een der conclusies 1-4, waarbij 35 het element een scharnierplaat is en het geheng scharnierend door middel van een scharnierpen met de scharnierplaat is 1005708 gekoppeld, met het kenmerk, dat de plaat (4) doorvoerogen heeft voor de scharnierpen (3).

9. Scharnier volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de hulpplaat (7) haaks is verbonden met de scharnierplaat 5 (2) . 1005708