NL9001013A - Ondersteuningsinrichting voor een trommel. - Google Patents

Ondersteuningsinrichting voor een trommel. Download PDF

Info

Publication number
NL9001013A
NL9001013A NL9001013A NL9001013A NL9001013A NL 9001013 A NL9001013 A NL 9001013A NL 9001013 A NL9001013 A NL 9001013A NL 9001013 A NL9001013 A NL 9001013A NL 9001013 A NL9001013 A NL 9001013A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drum
axis
shaft
attached
supporting device
Prior art date
Application number
NL9001013A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL9001013A priority Critical patent/NL9001013A/nl
Priority to DE69112116T priority patent/DE69112116T2/de
Priority to EP91200962A priority patent/EP0454255B1/en
Priority to JP12314091A priority patent/JP3188487B2/ja
Publication of NL9001013A publication Critical patent/NL9001013A/nl
Priority to US07/853,884 priority patent/US5161901A/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16CSHAFTS; FLEXIBLE SHAFTS; ELEMENTS OR CRANKSHAFT MECHANISMS; ROTARY BODIES OTHER THAN GEARING ELEMENTS; BEARINGS
    • F16C23/00Bearings for exclusively rotary movement adjustable for aligning or positioning
    • F16C23/02Sliding-contact bearings
    • F16C23/04Sliding-contact bearings self-adjusting
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16CSHAFTS; FLEXIBLE SHAFTS; ELEMENTS OR CRANKSHAFT MECHANISMS; ROTARY BODIES OTHER THAN GEARING ELEMENTS; BEARINGS
    • F16C13/00Rolls, drums, discs, or the like; Bearings or mountings therefor
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16CSHAFTS; FLEXIBLE SHAFTS; ELEMENTS OR CRANKSHAFT MECHANISMS; ROTARY BODIES OTHER THAN GEARING ELEMENTS; BEARINGS
    • F16C13/00Rolls, drums, discs, or the like; Bearings or mountings therefor
    • F16C13/02Bearings
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T279/00Chucks or sockets
    • Y10T279/10Expanding
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T82/00Turning
    • Y10T82/26Work driver
    • Y10T82/266Mandrel

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Rolls And Other Rotary Bodies (AREA)
  • Support Of The Bearing (AREA)
  • Turning (AREA)

Description

"Ondersteuningsinrichting voor een trommel”
De uitvinding heeft betrekking op een ondersteuningsinrichting voor een trommel die voorzien is van twee astappen waarvan de hartlijnen nagenoeg samenvallen met de hartlijn van de trommel, welke astappen aan weerskanten van de trommel buiten de trommel uitsteken en elk om een, met de genoemde hartlijnen nagenoeg samenvallende, gemeenschappelijke rotatie-as draaibaar zijn gelagerd in een aan een gestel bevestigde bus.
In de praktijk bestaat in vele gevallen de wens, dat een trommel binnen zeer nauwe toleranties om zijn hartlijn kan draaien. Dit is bijvoorbeeld het geval, indien de trommel dient voor het opspannen van een buigzaam plaatvormig werkstuk, dat, nadat het is opgespannen, bewerkt wordt door een aanzetbeweging van een gereedschapshouder met een daarop bevestigd gereedschap in een radiale richting ten opzichte van de hartlijn van de trommel en door een rotatiebeweging van de trommel. Door het werkstuk om een trommel met een grote weerstand tegen doorbuiging te spannen wordt een stijf cilindrisch lichaam verkregen dat een nauwkeurige bewerking van het werkstuk mogelijk maakt. In het bijzonder worden op deze wijze zogenaamde masters vervaardigd voor de fabricage van projectieschermen in de vorm van zogenaamde lineaire fresnellenzen voor projectietelevisie. Hierbij moeten eventuele afwijkingen in de cirkelvorraige beweging, die een punt op de buitenomtrek van de trommel maakt, binnen één micrometer blijven.
Indien aan een dergelijke eis voldaan moet worden, kunnen in het algemeen geen kogellagers worden toegepast, zoals bij gebruikelijke ondersteuningen wordt gedaan, maar moet overgegaan worden tot het toepassen van radiale fluïdumlagers die tussen een buitenomtrek van een astap en een binnenomtrek van een aan het gestel bevestigde lagerbus kunnen werken met kleine spleten in de orde van grootte van ongeveer 12 pm. Bovendien kunnen door toepassing van radiale fluïdumlagers, in _ tegenstelling tot de gebruikelijke kogellagers, eventuele uitzettings-verschillen in axiale richting tussen de trommel en het gestel eenvoudig worden opgevangen doordat de astappen in axiale richting verschuifbaar zijn in de lagerbussen.
Daarbij doet zich vooral bij een ondersteuningsinrichting met een relatief lange trommel een eerste probleem voor, dat de de astappen omgevende bussen zeer nauwkeurig ten opzichte van elkaar dienen te worden uitgericht, opdat de hartlijnen van de genoemde bussen binnen een zeer nauwe tolerantie samenvallen en de beide astappen met een voor een correcte lagerwerking voldoende mate van speling binnen de bussen geplaatst kunnen worden. Daarnaast doet zich bij dergelijk lange trommels een tweede probleem voor, dat de hartlijnen van de beide astappen niet samenvallen. In het algemeen valt in een dergelijk geval de rotatie-as waarom de trommel draaibaar is niet samen met de hartlijn van de trommel, zodat de rotatiebeweging van de trommel onzuiver is, en valt de genoemde rotatie-as ook niet samen met de hartlijnen van de astappen, zodat ook de rotatiebeweging van de astappen ten opzichte van de lagerbussen onzuiver is, hetgeen een niet correcte lagerwerking tot gevolg kan hebben.
Een doel van de uitvinding is een ondersteuningsinrichting te verschaffen waarbij de genoemde problemen worden vermeden.
De ondersteuningsinrichting volgens de uitvinding heeft daartoe tot kenmerk, dat elk van de bussen aan het gestel is bevestigd met behulp van een ringvormig membraan dat in een vlak dwars op de rotatie-as is gelegen.
Indien de ringvormige membranen nauwkeurig genoeg zijn vervaardigd gaat de hartlijn van elk der beide bussen door het middelpunt van het betreffende membraan en is elk der beide bussen ten opzichte van de hartlijn van het betreffende membraan over relatief kleine hoeken zwenkbaar om een scharnierpunt dat samenvalt met het genoemde middelpunt van het membraan. Indien een ideaal gedimensioneerde trommel, waarbij de hartlijnen van de astappen met de hartlijn van de trommel samenvallen, in de betreffende ondersteuningsinrichting om de rotatie-as draait, zal elk der beide bussen onder invloed van de optre dende lagerkrachten zodanig om zijn scharnierpunt verdraaid worden, dat zijn hartlijn nagenoeg samenvalt met de hartlijn van de trommel. Op deze wijze is een automatisch werkende uitrichting van de bussen ten opzichte van de trommel verkregen.
Een bijzondere uitvoeringsvorm van een ondersteuningsinrich-ting volgens de uitvinding, die een nagenoeg wrijvingsloze en een zeer stijve lagering van de trommel in een richting evenwijdig aan de rotatie-as verschaft, heeft tot kenmerk, dat een van de twee astappen in een richting evenwijdig aan de rotatie-as is gelagerd door middel van een axiaal werkend fluïdumlager dat een via een als een kogel-scharnier werkende elastische verbinding met het gestel verbonden deel bevat, waarbij een centrum van de elastische verbinding is gelegen in het middelpunt van het ringvormige membraan waarmee de de betreffende astap omgevende lagerbus is bevestigd aan het gestel. Door toepassing van de genoemde elastische verbinding wordt bereikt, dat het met het gestel verbonden deel van het axiale fluïdumlager draaibaar is om een punt dat nagenoeg samenvalt met het door het ringvormige membraan gevormde scharnierpunt waarom de lagerbus, de daarin geleide astap en het aan de astap bevestigde deel van het axiale fluïdumlager draaibaar zijn. Aldus kan het volledige axiale fluïdumlager een instelbeweging van de lagerbus volgen, waarbij een correcte werking van het axiale fluïdumlager mogelijk blijft.
Een verdere uitvoeringsvorm van een ondersteuningsinrichting volgens de uitvinding, die een compacte bevestiging van het axiale fluïdumlager aan het gestel verschaft, heeft tot kenmerk, dat het axiaal werkend fluïdumlager een in de astap stekende pijp bevat die aan een uiteinde van een aan het gestel bevestigde staaf met een met de rotatie-as nagenoeg samenvallende hartlijn is bevestigd en de genoemde staaf nagenoeg concentrisch omgeeft, terwijl de staaf een de genoemde elastische verbinding vormende doorsnedeverkleining bezit rondom het snijpunt van de hartlijn van de staaf en het vlak door het ringvormig membraan. Hiermee wordt bovendien bereikt, dat het axiale fluïdumlager zich buiten de betreffende astap bevindt, zodat de voor een correcte lagerwerking benodigde afmetingen van het lager niet worden beperkt door de geringe beschikbare ruimte binnen de betreffende astap.
Een nog verdere uitvoeringsvorm van een ondersteuningsinrichting volgens de uitvinding heeft tot kenmerk, dat elk van de twee astappen deel uitmaakt van een as die door middel van een in een vlak dwars op de hartlijn van de trommel gelegen ringvormige plaat is bevestigd aan de trommel, waarbij een in de trommel stekend deel van elke as in ingrijping is met instelmiddelen door middel waarvan de betreffende as zwenkbaar is ten opzichte van de hartlijn van de trommel om een zwenkpunt dat nagenoeg samenvalt met een snijpunt van de hartlijn van de trommel en het vlak door de ringvormige plaat waarmee de betreffende as is bevestigd aan de trommel. Hiermee wordt bereikt, dat de beide assen met de daartoe behorende astappen door middel van de genoemde instelmiddelen zodanig om de genoemde zwenkpunten kunnen worden verdraaid dat de hartlijnen van de assen samenvallen. Indien de ringvormige platen dermate nauwkeurig zijn vervaardigd, dat de zwenkpunten op de hartlijn van de trommel liggen en de hartlijn van elk van de assen door het zwenkpunt gaat van de aan de betreffende as bevestigde ringvormige plaat, vallen de hartlijnen van de beide assen en astappen na een juiste instelling tevens samen met de hartlijn van de trommel. Aldus wordt een zuiver roterende beweging van de trommel en van de in de lagerbussen geplaatste astappen verkregen.
Een bijzondere uitvoeringsvorm van een ondersteuningsinrich-ting volgens de uitvinding, die instelmiddelen bevat met behulp waarvan de assen op eenvoudige wijze in elke gewenste richting ten opzichte van de hartlijn van de trommel zwenkbaar zijn, heeft tot kenmerk, dat een uiteinde van het in de trommel stekend deel van elke as met speling in een aan de trommel bevestigde steunbus is gelegen en ten opzichte van de steunbus verplaatsbaar is door middel van in de steunbus geschroefde op het uiteinde van de as aangrijpende stelhouten.
Een verdere uitvoeringsvorm van een ondersteuningsinrichting volgens de uitvinding, die een doelmatige, nauwkeurige en eenvoudig te verwezenlijken bevestiging van een as aan de trommel verschaft, heeft tot kenmerk, dat de trommel is samengesteld uit in elkaar passende trommeldelen, waarbij tenminste een van de ringvormige platen waarmee de assen zijn bevestigd aan de trommel, wordt gevormd door een bodem van een van de trommeldelen. Bovendien leidt de bedoelde samenstelling van de trommel uit verschillende trommeldelen tot een relatief hoge stijfheid van de trommel en kan door toevoeging of verwijdering van eer of meerdere trommeldelen de lengte van de trommel aangepast worden aan de aftaetingen van het te bewerken werkstuk.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin
Figuur 1 een langsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van een ondersteuningsinrichting volgens de uitvinding toont, en
Figuur 2 een geschematiseerde langsdoorsnede van deze uitvoeringsvorm toont.
De in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm van de ondersteuningsinrichting bevat een trommel 1 uit aluminium die is opgebouwd uit een aantal in elkaar passende komvormige trommeldelen 3· De trommel-delen 3 bezitten een getrapt profiel 5, zodat door in elkaar passende trommeldelen 3 de complete trommel 1 wordt gevormd met een mantel 7. De hartlijnen van de komvormige trommeldelen 3 vallen samen met een hartlijn 9 van de complete trommel 1. Elk van de trommeldelen 3 bevat een bodem 11 in de vorm van een ringvormige plaat die gelegen is in een vlak dwars op de hartlijn 9 van de trommel 1. Gezien ten opzichte van een vlak dwars op de hartlijn 9 door het midden van de trommel 1 zijn de in figuur 1 links en rechts van dat vlak gelegen trommeldelen 3 met hun bodems 11 van elkaar afgekeerd opgesteld. Aan de bodems 11 van de beide buitenste trommeldelen 3 zijn respectievelijk asdelen 13 en 15 van getrapte assen 17 en 19 door middel van schematisch aangegeven schroefverbindingen 21 en 23 bevestigd. Zoals is aangegeven in figuur 2 bezitten de assen 17 en 19 respectievelijk hartlijnen 25 en 27. De beide schroefverbindingen 21 en 23 bevatten elk een concentrisch om de hartlijnen 25 en 27 aangebrachte krans van schroeven, waarbij op regelmatige afstand van elkaar aangebrachte schroefgaten zich bevinden in borsten 29 en 31 van de getrapte assen 17 en 19. De bodems 11 van de betreffende trommeldelen 3 zijn in axiale richting elastisch vervormbaar, zodat de beide assen 17 en 19 over kleine hoeken zwenkbaar zijn ten opzichte van de hartlijn 9 van de trommel 1 om respectievelijk zwenkpunten 33 en 35. De bodems 11 en de schroefverbindingen 21 en 23 zijn dermate nauwkeurig vervaardigd, dat de zwenkpunten 33 en 35 op de hartlijnen 25 en 27 van de assen 17 en 19 liggen en respectievelijk samenvallen met de snijpunten van de hartlijn 9 van de trommel 1 en een middenvlak door de bodems 11 van respectievelijk de aan borsten 29 en 31 bevestigde trommeldelen 3.
De binnen de trommel 1 gelegen uiteinden van de assen 17 en 19 worden, zoals in figuur 1 is te zien, met enige speling en vrijwel concentrisch omgeven door respectievelijk bussen 41 en 43 die met behulp van stijve ringvormige platen 45 en 47 aan de mantel 7 van trommel 1 zijn bevestigd. Elk van de bussen 41 en 43 is in een vlak dwars op de hartlijn 9 van de trommel 1 voorzien van schroefgaten die in omtreksrichting van de bussen 41 en 43 gezien op regelmatige afstand van elkaar zijn gelegen en waarin instelschroeven 49 zijn geschroefd die met hun uiteinde tegen de buitenomtrek van het door de betreffende bus omgeven uiteinde van de as 17, 19 zijn gelegen. Door middel van de instelschroeven 49 kunnen de beide assen 17 en 19 in iedere gewenste richting om respectievelijk de zwenkpunten 33 en 35 gezwenkt worden ten opzichte van de hartlijn 9 van de trommel 1. Op deze wijze is het mogelijk de assen 17 en 19 zodanig ten opzichte van elkaar uit te richten, dat de beide hartlijnen 25 en 27 van de assen samenvallen met de hartlijn 9 van de trommel 1.
Nadat de assen 17 en 19 op de beschreven wijze zijn uitgericht, kunnen zij elk in de verkregen nauwkeurig ingestelde stand geborgd worden met behulp van schroefverbindingen 51 ter plaatse van de bodems 11 van die trommeldelen 3, die tussen respectievelijk de platen 45 en 47 en de buitenste trommeldelen zijn gelegen. De schroefverbindingen 51 bevatten elk een concentrisch om de hartlijn 9 van de trommel 1 aangebrachte regelmatige krans van schroeven, waarbij op regelmatige afstand van elkaar aangebrachte schroefgaten zich bevinden in de borsten 53 en 55 van de assen 17 en 19 nabij de snijpunten van elk van de hartlijnen 25 en 27 van de assen 17, 19 en een middenvlak door de bodems 11 van respectievelijk aan de borsten 53 en 55 bevestigde trommeldelen 3- Door de bodems 11 op de beschreven wijze te verbinden met de assen 17 en 19 wordt tevens de stijfheid van de trommel 1 en daarmee de nauwkeurigheid van de ondersteuningsinrichting vergroot.
Zoals verder in figuur 1 is weergegeven zijn de beide assen 17 en 19 aan hun buiten de trommel 1 stekende uiteinden respectievelijk voorzien van stalen astappen 57 en 59 waarvan de hartlijnen respectievelijk samenvallen met de hartlijnen 25 en 27 van de assen 17, 19. De astappen 57 en 59 zijn om een met hartlijn 9 nagenoeg samenvallende rotatie-as 61 draaibaar geleid in respectievelijk een lagerbus 63 en een lagerbus 65 die elk deel uitmaken van een niet nader weergegeven op zichzelf bekend radiaal werkend statisch fluïdumlager voor respectievelijk de astappen 57 en 59.
Elk van de lagerbussen 63, 65 is aan een gestel 67 van de ondersteuningsinrichting bevestigd met behulp van een ringvormig membraan 69 dat in een vlak dwars op de rotatie-as 61 is gelegen en dat in een ten opzichte van de rotatie-as 61 radiale richting stijf is. De ringvormige membranen 69, die evenals de bodems 11 van de buitenste trommeldelen 3 in axiale richting elastisch vervormbaar zijn, zijn met een zodanige nauwkeurigheid vervaardigd, dat elk der lagerbussen 63, 65 ten opzichte van de hartlijn van het aan de betreffende lagerbus 63, 65 bevestigde membraan 69 over relatief kleine hoeken zwenkbaar is om een scharnierpunt 71 dat nagenoeg samenvalt met het middelpunt van het betreffende membraan 69 en dat gelegen is op de hartlijn van de betreffende lagerbus. Aldus wordt bereikt, dat de beide lagerbussen 63, 65 onder invloed van krachten van de beide radiale statische fluïdumlagers zodanig verdraaid kunnen worden, dat de hartlijn van elke lagerbus 63, 65 onder alle omstandigheden nagenoeg samenvalt met de hartlijn 25, 27 van de astap 57, 59 welke door de betreffende lagerbus 63, 65 wordt ondersteund. De beide lagerbussen 63 en 65 zijn onder invloed van de genoemde lagerkrachten zelfinstellend, zodat altijd een voor een correcte lagerwerking noodzakelijke speling tussen de astappen 57, 59 en de lagerbussen 63, 65 aanwezig is. Indien de assen 17 en 19 optimaal zijn uitgericht, waarbij de hartlijnen 25 en 27 van de assen 17, 19 samenvallen met de hartlijn 9 van de trommel 1, valt de rotatie-as 61 nagenoeg samen met de genoemde hartlijnen 9, 25 en 27 en ontstaat er een zuivere rotatiebeweging van de trommel. Indien de hartlijnen 25 en 27 van de assen 17, 19 niet geheel samenvallen met de hartlijn 9 van de trommel 1, gaat de rotatie-as 61 in het algemeen door de beide scharnierpunten 71 van de membranen 69 en bestaat er een excentriciteit ε van de hartlijn 9 ten opzichte van de rotatie-as 61. In figuur 2 is deze situatie op overdreven wijze getoond. Omdat nu de hartlijn 9 en de beide hartlijnen 25 en 27 niet samenvallen met de rotatie-as 61, is de rotatiebeweging van de trommel 1 en van de astappen 57 en 59 enigszins onzuiver. Door de scharnierende ophanging van de beide lagerbussen 63 en 65 kunnen de lagerbussen 63, 65 de onzuivere rotatiebeweging van de astappen 57, 59 volgen, zodat toch een correcte lagerwerking mogelijk blijft.
In een richting evenwijdig aan de rotatie-as 61 is de trommel 1 gelagerd door middel van een in figuur 1 niet getoond axiaal werkend, met behulp van permanente magneten 73 voorgespannen statisch fluïdumlager 75 van een op zichzelf bekende soort. Het statisch fluïdumlager 75 is nabij een uiteinde van de astap 57 gelegen en bevat, zoals in figuur 1 is weergegeven, een ringvormig deel 77, dat concentrisch om hartlijn 25 is bevestigd aan astap 57, en een ringvormig deel 79, dat eveneens concentrisch om hartlijn 25 is aangebracht en met het gestel 67 is verbonden. Aan het ringvormige deel 79 van het axiaal fluïdumlager 75 is een pijp 81 bevestigd die in de astap 57 steekt en die nabij zijn uiteinde is verbonden met een aan het gestel 67 bevestigde staaf 83· De hartlijn van staaf 83 valt nagenoeg samen met de rotatie-as 61 terwijl de pijp 81 de staaf 83 vrijwel concentrisch omgeeft. De staaf 83 bevat een verjonging 85 die zich rondom een snijpunt bevindt van de hartlijn van de staaf 83 en het vlak door het ringvormig membraan 69 waarmee de lagerbus 63 van astap 57 is bevestigd aan het gestel 67. De verjonging 85 vormt een elastisch deformeerbare verbinding tussen het axiaal werkende statische fluïdumlager 75 en het gestel 67 en werkt als een kogelscharnier, waardoor het ringvormige deel 79 van het fluïdumlager 75 tezamen met de pijp 81 over kleine hoeken draaibaar is om een punt dat in het centrum van de verjonging 85 ligt en vrijwel samenvalt met het middelpunt van het ringvormig membraan 69. Aldus wordt bereikt, dat de beide ringvormige delen 77 en 79 van het fluïdumlager 75 om eenzelfde punt draaibaar zijn, zodat het gehele fluïdumlager 75 een instelbeweging van de lagerbus 63 kan volgen en een correcte werking van het fluïdumlager 75 daarbij mogelijk blijft.
Opgemerkt wordt, dat door toepassing van een bevestigings-constructie van het axiale statische fluïdumlager 75 aan het gestel 67, zoals hiervoor is beschreven, het fluïdumlager 75 buiten de astap 57 wordt aangebracht. In principe kan het fluïdumlager 75 met behulp van een op zichzelf eenvoudigere constructie ook binnen de astap 57 worden aangebracht en bijvoorbeeld aan de astap 57 worden bevestigd ter plaatse van de vlakke wand 87 van de astap 57. Of een dergelijke, eenvoudigere constructie mogelijk is hangt af van de beschikbare ruimte binnen de astap 57. De grootte van deze ruimte wordt mede bepaald door de noodzakelijke draagkracht van het radiale en axiale fluïdumlager.
Verder wordt opgemerkt, dat met de ringvormige membranen 69 bedoeld worden dunne, ringvormige platen die in een radiale richting ten opzichte van de rotatie-as 61 zodanig stijf zijn en in een axiale richting ten opzichte van de rotatie-as 61 zodanig elastisch vervorm- j baar zijn, dat de in het voorgaande genoemde zwenkbeweging van de lagerbussen 63, 65 mogelijk is. In plaats van de toegepaste ringvormige membranen 69, waarmee de lagerbussen 63, 65 aan het gestel 67 zijn bevestigd, of in plaats van de toegepaste ringvormige platen 11 van de j buitenste trommeldelen 3, waarmee de assen 17, 19 aan de trommel 1 zijn j bevestigd, kunnen ook andere bevestigingsmiddelen worden toegepast, die ;
Ibijvoorbeeld opgebouwd kunnen zijn uit in een vlak dwars op de rotatie- i as 61 radiaal aangebrachte en in een richting loodrecht op dit vlak j
Ielastisch vervormbare, spaakvormige delen of uit dunne van vensters | voorziene ringvormige platen.
iZoals in het voorgaande reeds werd opgemerkt, kan een jonzuivere roterende beweging van de astappen 57 en 59 ten gevolge van j het niet geheel samenvallen van de hartlijnen 25 en 27 der assen 17, 19 worden gevolgd door de lagerbussen 63 en 65. De mate waarin dit mogelijk is wordt onder andere bepaald door de afmetingen van de beide membranen 69. De instelmiddelen, waarmee de assen 17 en 19 kunnen wor- j den gezwenkt ten opzichte van de hartlijn 9 van de trommel 1, zijn dan ook in principe overbodig indien voldoende grote membranen 69 toegepast | zouden kunnen worden, hetgeen soms niet of moeilijk uitvoerbaar is in i verband met de toelaatbare afmetingen van de ondersteuningsinrichting, : of indien de hartlijnen 25, 27 van de assen 17, 19 zonder instelmid- i delen binnen zeer nauwe toleranties kunnen samenvallen, hetgeen moeilijk te verwezenlijken is bij grote afmetingen van de trommel 1. j Verder wordt opgemerkt, dat in plaats van de statische fluïdumlagers ook dynamische fluïdumlagers kunnen worden toegepast, die ! zijn voorzien van op zichzelf bekende middelen om het starten eni stoppen van een rotatiebeweging van de trommel 1 mogelijk te maken| izonder beschadiging van lagervlakken. ! iTenslotte wordt opgeraerkt, dat elk van de ringvormige platen j i 45, 47, waarmee de bussen 41, 43 aan de trommel 1 zijn bevestigd, ook ' kan worden gevormd door een bodem 11 van een der trommeldelen 3.
i

Claims (6)

1. Ondersteuningsinrichting voor een trommel die voorzien is van twee astappen waarvan de hartlijnen nagenoeg samenvallen met de hartlijn van de trommel, welke astappen aan weerskanten van de trommel buiten de trommel uitsteken en elk om een, met de genoemde hartlijnen nagenoeg samenvallende, gemeenschappelijke rotatie-as draaibaar zijn gelagerd in een aan een gestel bevestigde bus, met het kenmerk, dat elk van de bussen aan het gestel is bevestigd met behulp van een ringvormig membraan dat in een vlak dwars op de rotatie-as is gelegen.
2. Ondersteuningsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een van de twee astappen in een richting evenwijdig aan de rotatie-as is gelagerd door middel van een axiaal werkend fluïdumlager dat een via een als een kogelscharnier werkende elastische verbinding met het gestel verbonden deel bevat, waarbij een centrum van de elastische verbinding is gelegen in het middelpunt van het ringvormige membraan waarmee de de betreffende astap omgevende lagerbus is bevestigd aan het gestel.
3. Ondersteuningsinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het axiaal werkend fluïdumlager een in de astap stekende pijp bevat die aan een uiteinde van een aan het gestel bevestigde staaf met een met de rotatie-as nagenoeg samenvallende hartlijn is bevestigd en de genoemde staaf nagenoeg concentrisch omgeeft, terwijl de staaf een de genoemde elastische verbinding vormende doorsnedeverkleining bezit rondom het snijpunt van de hartlijn van de staaf en het vlak door het ringvormig membraan.
4. Ondersteuningsinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat elk van de twee astappen deel uitmaakt van een as die door middel van een in een vlak dwars op de hartlijn van de trommel gelegen ringvormige plaat is bevestigd aan de trommel, waarbij een in de trommel stekend deel van elke as in ingrijping is met instelmiddelen door middel waarvan de betreffende as zwenkbaar is ten opzichte van de hartlijn van de trommel om een zwenkpunt dat nagenoeg samenvalt met een snijpunt van de hartlijn van de trommel en het vlak door de ringvormige plaat waarmee de betreffende as is bevestigd aan de trommel.
5. Ondersteuningsinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een uiteinde van het in de trommel stekend deel van elke as met speling in een aan de trommel bevestigde steunbus is gelegen en ten opzichte van de steunbus verplaatsbaar is door middel van in de steunbus geschroefde op het uiteinde van de as aangrijpende stelhouten.
6. Ondersteuningsinrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de trommel is samengesteld uit in elkaar passende trommel-delen, waarbij tenminste een van de ringvormige platen waarmee de assen | izijn bevestigd aan de trommel, wordt gevormd door een bodem van een van j de trommeldelen.
NL9001013A 1990-04-27 1990-04-27 Ondersteuningsinrichting voor een trommel. NL9001013A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9001013A NL9001013A (nl) 1990-04-27 1990-04-27 Ondersteuningsinrichting voor een trommel.
DE69112116T DE69112116T2 (de) 1990-04-27 1991-04-22 Unterstützungsvorrichtung für eine Trommel.
EP91200962A EP0454255B1 (en) 1990-04-27 1991-04-22 Support device for a drum
JP12314091A JP3188487B2 (ja) 1990-04-27 1991-04-26 支持装置
US07/853,884 US5161901A (en) 1990-04-27 1992-03-18 Support device for a drum

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9001013A NL9001013A (nl) 1990-04-27 1990-04-27 Ondersteuningsinrichting voor een trommel.
NL9001013 1990-04-27

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9001013A true NL9001013A (nl) 1991-11-18

Family

ID=19857018

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9001013A NL9001013A (nl) 1990-04-27 1990-04-27 Ondersteuningsinrichting voor een trommel.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US5161901A (nl)
EP (1) EP0454255B1 (nl)
JP (1) JP3188487B2 (nl)
DE (1) DE69112116T2 (nl)
NL (1) NL9001013A (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0524673B1 (en) * 1991-07-05 1997-06-11 Koninklijke Philips Electronics N.V. Bearing arrangement, device with a rotatable disc, and magnetic-tape apparatus
US5397185A (en) * 1992-12-15 1995-03-14 U.S. Philips Corporation Device for the axial support of a rotatable body, and positioning device provided with such a device
US5934163A (en) * 1997-01-14 1999-08-10 Vorum Research Corporation Carving blank and mandrel for mounting same in a carving machine

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2684877A (en) * 1949-10-18 1954-07-27 Schneider Ernst Bearing
US3055083A (en) * 1960-07-15 1962-09-25 Benninger Ag Maschf Poor-deflection type roller
DE1226337B (de) * 1961-05-16 1966-10-06 Losenhausenwerk Duesseldorfer Laeuferlagerung fuer Auswuchtmaschinen
GB960852A (en) * 1961-10-03 1964-06-17 Atomic Energy Authority Uk Improvements in or relating to mountings for journal bearings
CH399090A (de) * 1962-01-17 1966-03-31 Escher Wyss Ag Einrichtung zur nachgiebigen Aufhängung der Lagerbüchse eines Radiallagers
US3604765A (en) * 1969-06-23 1971-09-14 Ibm Self-aligning bearing
US3994562A (en) * 1975-07-18 1976-11-30 Holzel Thomas M Projection screen
US4033497A (en) * 1976-07-30 1977-07-05 Acme Manufacturing Company Combination quick removal and adjustable width work pressure back-up roll or billet roll
DD147762A3 (de) * 1979-05-14 1981-04-22 Peter Kahlert Lager fuer zylinder von druckmaschinen
US4422780A (en) * 1982-01-12 1983-12-27 Glaeser George L Transversely restrained, longitudinally flexible mount for a bearing for a spindle
FR2617075B2 (fr) * 1985-07-12 1994-03-25 Forest Line Sa Machine a aleser horizontale
NL8702384A (nl) * 1987-10-07 1989-05-01 Philips Nv Werkwijze voor de vervaardiging van een master bestemd voor de fabricage van projectieschermen alsmede gereedschap voor het uitvoeren van de werkwijze.

Also Published As

Publication number Publication date
JP3188487B2 (ja) 2001-07-16
DE69112116T2 (de) 1996-04-04
US5161901A (en) 1992-11-10
EP0454255A1 (en) 1991-10-30
EP0454255B1 (en) 1995-08-16
DE69112116D1 (de) 1995-09-21
JPH04226806A (ja) 1992-08-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5219099A (en) Coaxial lead screw drive syringe pump
US10197925B2 (en) Optical module for a microlithography objective holding optical elements with supporting devices located in a non-equidistant manner
US5605097A (en) Method for producing a screen printing stencil with a laser
CN100414347C (zh) 精密光学调整架
US20120034027A1 (en) Rotary flexure bearing
US5880894A (en) Method and system for mounting optical elements
JP2002098872A (ja) コンポーネント、特に光学コンポーネントを位置設定するための精密位置設定装置
US3588232A (en) Precision adjustable assembly for an optical bench mark
CN101612705A (zh) 一种方便调整轴体位姿的装置
JP2001504924A (ja) ミスアラインメントの場合でも高いねじり剛性を維持するための凹形湾曲コラムを有する可撓性軸継手
CN105739248B (zh) 光学元件支撑结构、单元镜组、曝光光学系统及光刻机
NL9001013A (nl) Ondersteuningsinrichting voor een trommel.
EP0510695A2 (en) Bearing device
US4494830A (en) Mounting assembly for optical elements
US2826462A (en) Bearing alignment adjustor
EP0357748B1 (en) Apparatus and method for the strain-free mounting of optical components
JP3193405B2 (ja) レンズの光軸方向位置調整装置
JPH032810A (ja) 高レンジ及び分解能確定マウント及び位置決め器
US6457866B1 (en) Rotary bearing
JPH02287308A (ja) 光学ユニットのマウント内のレンズの中心合わせの方法
US2841025A (en) Drive means for broaching machines and the like
US4597678A (en) Bearing device for threaded spindles
US4810079A (en) Positionally adjustable mirror arrangement
JP2006113315A (ja) レンズ鏡筒の光軸調整装置及び光軸調整方法
RU2176614C2 (ru) Ролик ленточного конвейера

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed