NL9000995A - Snijapparaat voor dunne materialen, in het bijzonder voor laminaten op de rol. - Google Patents

Description

Snijapparaat voor dunne materialen, in het bijzonder voor laminaten op de rol.

Voor het snijden van materialen op een gewenste breedte van een rol, waarop deze materialen zijn gewikkeld, zijn diverse methoden bekend.

Het snijden echter van dunne materialen b.v. folies, geeft dikwijls grote probimen, hetzij door spanning en rek van de folie zelf, de plaatsing van het mes ten opzichte van de rol of door een onjuiste instelling van het gewicht van het mes op de folie ter plaatse van het snijproces.

Meestal moeten de messen op maat (snijmaat) worden gemaakt, waardoor het stellen ervan wordt bemoeilijkt. Daarbij worden de messen dikwijls op een centrale as vast bevestigd. Bij afname van de roldiameter bij het snijden wijzigt dan ook dikwijls de snijdiepte, hetgeen ongewenst kan zijn.

De vinding beoogt aan deze bezwaren tegemoet te komen. Het ronde, vaststaande snijmes is op een flens met as aan gebracht. Deze as loopt parallel aan de as van de folierol. De as van het snijmes is aan de andere zijde voorzien van een om deze as draaiende geleiderol. De snijdiepte wordt bepaald doordat de kap rond het snijmes aan de onderzijde van een platte kant is voorzien en aldus het onderste deel van het snijmes vrijlaat. De koorde tussen de platte zijde en de omtrek van het snijmes komt dan overeen met de snijdiepte van het mes. De denkbeeldige lijn tussen de platte zijde van de kap en de buitenomtrek van de geleiderol loopt parallel aan de as van de folierol, waardoor dus een zuivere verticale stand van het snijmes op de as van de folierol wordt gewaarborgd. Het geheel van mes, as, geleiderol is ondergebracht in een apart frame, demontabel en loodrecht op de as van de folierol instelbaar, op een plaatvormig deel.

Een vorm van uitvoering wordt in bijgaande tekening aangegeven.

Fig.l is een dwarsdoorsnede van het snijdende deel.

Fig.2 toont een zijaanzicht op de zijde van het snijmes .

Fig.3 is een bovenaanzicht van het gehele apparaat.

Fig.4 een zijaanzicht van het gehele apparaat.

Het apparaat is samengesteld uit twee delen, 20 en 18 (fig.3 en 4) die instelbaar d.m.v. b.v. sleufvormige openingen aan elkaar kunnen worden gekoppeld door bouten 19. Aan het deel 20 is het eigenlijke snijdende deel bevestigd, waarvan de doorsnede in fig.l is weergegeven. Het snijdende deel bestaat uit een as 1 voorzien van een drietal groeven 2. Op het voorste deel van de as is een schijf 8 bevestigd door middel van inbusbout 11, passend in groef 2. Op deze schijf 8 is een rond snijmes 9 met behulp van een aantal schroeven 10 aangebracht. Om dit snijmes is een kap 7 geconstrueerd, centraal passend om as 1. Deze kap wordt door bout 14 op de schijf 8 gefixeerd. De onderzijde van de kap is afgeplat (12 fig.2) waardoor een deel van het mes vrij staat en op de bovenzijde van de te snijden folierol komt te rusten. De insnijding heeft een diepte, die overeenkomt met de afstand tussen de platte zijde van de kap 7 en de buitenomtrek van het snijmes. Op het andere einde van de as 1 (fig.l) bevindt zich een loopwiel 5, draaibaar om de as 1 via een kogellager 4. De straal van loopwiel 5 komt overeen met de afstand tussen het hart van as 1 en de platte zijde 12 van de kap 7 (fig.2). In fig.2 is eveneens schematisch (stippellijn) de buitenomtrek van de te snijden folierol aangegeven.

Het snijmes is vast op as 1 aangebracht, kan door het losser en weer vastzetten van bout 11 worden verdraaid op as 1. Verwisselen van het mes kan geschieden door het losdraaien van bouten 10. As 1 is gevat in een bus 6 en deze bus is vast aan de plaat 20 bevestigd (fig.3). Plaat 20 is d.m.v. bouten 19 verbonden aan een deel, dat op een z.g. fo-lie-as 16 is aangebracht. Deze as loopt parallel aan de as waarop zich de folie-rol 13 bevindt (fig.4). Op de folie-as 16 met platte kant, is een bus 17 geschoven, vast te zetten met bouten 15. Op bus 17 is een plaat 18 vast aangebracht en deze wordt instelbaar verbonden met plaat 20 van het snijdende deel (sleuven en bouten 19).

Door het snijdende deel in spiegelbeeld uit te voeren kan ook in stroken gesneden worden.

Claims (9)

1. Snijapparaat voor dunne materialen, in het bijzonder van laminaten op de rol, met het kenmerk dat een vooraf bepaalde constante snijdiepte en snijbreedte kan worden verkregen, loodrecht op de roldiameter, waarbij een constante snijdruk onafhankelijk van de roldiameter wordt verki^en en gebruik wordt gemaakt van een stilstaand rond snijmes.

2. Snijapparaat voor dunne materialen, in het bijzonder van laminaten op de rol, volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de constante snijdiepte wordt verkregen door een geleidingsslof ter plaatse van het mes en een geleidingsrol op enige afstand van het mes, zodanig dat de verbindingslijn tussen het hart van het mes en het hart van de geleidingsrol parallel loopt aan de hartlijn van de laminaatrol.

3. Snijapparaat voor dunne materialen, in het bijzonder van laminaten op de rol, volgens conclusie 2, met het kenmerk dat tijdens het snijden het mes stil staat, evenals de geleidingsslof, en de gele^fgsrol op afstand zich om een as kan bewegen en aldus meeloopt met de laminaatrol.

4. Snijapparaat voor dunne materialen, in het bijzonder van laminaten op de rol, volgens conclusie 1, 2 en 3 met het kenmerk dat het mes axiaal verstelbaar is om de hartlijn tussen het middelpunt van het mes en de draaibare geleidingsrol .

5. Snijapparaat voor dunne materialen, in het bijzonder van laminaten op de rol, volgens conclusie 1, 2, 3 en 4 met het kenmerk dat het mes de zich wijzigende stand op de te snijden rol kan volgen, doordat het mes is aangebracht op een arm, die verbonden is met een axiaal draaibare folie-as, waarvan de hartlijn parallel loopt aan die, waarop zich het te snijden laminaat bevindt.

6. Snijapparaat voor dunne materialen, in het bijzonder van laminaten op de rol, volgens conclusie 1 t/m 5 met het kenmerk dat de snijdruk constant wordt gehouden, doordat deze overeenkomt met de component van het gewicht van het snijapparaat ter plaatse van het mes.

7. Snijapparaat voor dunne materialen, in het bijzon- der van laminaten op de rol, volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de snijbreedte kan worden ingesteld door verschuiving van het apparaat over genoemde axiaal draaibare folie-as.

8. Snijapparaat voor dunne materialen, in het bijzonder van laminaten op de rol, volgens conclusie 1 t/m 7 met het kenmerk dat een constante snijbreedte gehandhaafd blijft door de geleiding van het vrije mesgedeelte in de te snijden laminaatrol.

9. Snijapparaat voor dunne materialen, in het bijzonder van laminaten op de rol, volgens conclusie 1 t/m 8 met het kenmerk dat een baan kan worden uitgesneden door gebruik te maken van een zelfde constructie in spiegelbeeld en beide snijapparaten tegelijk te laten werken.