NL9000979A - Geprefabriceerde latei. - Google Patents

Description

Geprefabriceerde latei.

De uitvinding heeft betrekking op een geprefabriceerde latei met een boven- en een onderoppervlak alsmede langs- en kopvlakken voor het overspannen van een opening van een bouwwerk, welke latei in hoofdzaak bestaat uit een van een wapening voorzien bouwelement.

De raamopeningen en een gemetselde gevel behoren een fraai architectonisch geheel te vormen. Gewoonlijk wordt dit bereikt door het metselen van een zogenaamde steens rollaag, dat wil zeggen met de kopse kanten buitenwaarts gerichte bakstenen. Dit vereist echter vakmanschap en is dus duur, terwijl het naderhand optreden van scheuren in het metselwerk boven de latei niet geheel kan worden uitgesloten. Men is daarom wel overgegaan tot het toepassen van een van wapening voorziene bouwelementen doch die voldoen niet aan de architectonisch eis, omdat zij dan moeten lopen tot in de penanten van de gevel en tevens blijkt er nog steeds gevaar op scheurvorming in het erboven gelegen metselwerk te bestaan.

De uitvinding beoogt in het voorgaande verbetering te brengen. Volgens de uitvinding is dit bereikt, doordat tenminste een gedeelte van de wapening is bevestigd in gaten van uit de kopvlakken stekende oplegstrips, en doordat tenminste het bovenvlak van het bouwelement tenminste gedeeltelijk van een bitumineuze bekleding of dergelijk glijmiddel is voorzien.

Bij voorkeur zijn ook de kopvlakken van het bouwelement en de uit die kopvlakken stekende oplegstrips van een bitumineuze bekleding voorzien.

De wapening kan bestaan uit in hoofdzaak vraagtekenvormig gebogen en nabij de kopvlakken gelegen eindstaven waarvan het merendeel van het staafmateriaal nabij het ondervlak van het bouwelement ligt, in hoofdzaak U-vormig gebogen en meer naar binnen gelegen eindstaven, en in het verticale middenvlak van het bouwelement gelegen doorgaande staven, waarbij aan beide zijden van de doorgaande staven zowel een vraagtekenvormig als een U-vormig gebo- gen eindstaaf ligt.

Aan de architectonische eis kan goed worden voldaan indien tenminste het buitenste langsvlak is bekleed met een eraan vastgehechte baksteenstrip. Bij een zeer fraaie uitvoeringsvorm is deze baksteenstrip L-vormig en is dus ook het onderoppervlak van het bouwelement bedekt. Daarin kan een waterhol zijn aangebracht.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening/ waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van een geprefabriceerde latei volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening toont: figuur 1 een schematische verticale langsdoorsnede van de latei/ de figuren 2-5 doorsneden volgens respectievelijk 11-11/ III-III/ IV-IV en V-V van figuur 1, en figuur 6 een bovenaanzicht van een losse opleg- strip.

De in de tekening weergegeven latei bestaat uit een bouwelement 1 van gewapend beton met een bovenoppervlak 2, een onderoppervlak 3/ twee langsoppervlakken 4 en 5/ en twee kopvlakken 6 en 7.

De wapening bestaat uit twee in hoofdzaak vraagtekenvormig gebogen eindstaven 8 waarvan het staafmateriaal zich merendeels bevindt nabij het ondervlak 3, twee U-vormig gebogen eindstaven 9/ en twee in het verticale middenvlak van het bouwelement gelegen doorgaande staven 10, waarvan de bovenste een kleinere diameter heeft dan de onderste.

Uit de kopvlakken 6 en 7 steken oplegstrips 11 die een gat 12 hebben voor een vraagtekenvormige eindstaaf 8, en een gat 13 voor een U-vormige eindstaaf 9. Uit figuur 1 blijkt/ dat de oplegstrips 11 dichter bij het ondervlak 3 dan bij het bovenvlak 2 van het bouwelement 1 liggen. Zoals uit figuur 1 ook blijkt, zijn de staven 8 en 9 in de gaten 12 en 13 vastgelast.

Het bovenvlak 2 en de kopvlakken 6 en 7 van het bouwelement 1 en de uit de kopvlakken stekende gedeelten van de op-legstrippen 11 zijn van een bitumineuze bekleding 14 voorzien. Dit geeft een "onthechting" ten opzichte van bovenliggend metselwerk/ zodat de in inleiding genoemde scheurvorming wordt voorkomen. Ook een op de onderzijde van de oplegstrips 11 aangebrachte glijfolie 15 draagt daartoe bij.

De doorlopende staven 10 van de wapening zijn met elkaar verbonden door verticale strips 16· Aan de bovenste doorlopende staaf 10 is een orgaan 17 gelast waarmee de latei kan worden geheven. De onderste doorlopende staaf 10 kan voor het opnemen van voldoende trekbelasting ook dubbel zijn uitgevoerd/ hetgeen in de figuren 3-5 door een gestippelde cirkel is gesymboliseerd.

Op het ondervlak 3 en het buitenwaarts gerichte langsvlak 4 van het bouwelement 1 is een L-vormige baksteenstrip 18 bevestigd, bijvoorbeeld geplakt. In het onderoppervlak daarvan is een waterhol 19 aangebracht. Ingeval alleen het langsvlak 4 met een baksteenstrip 18 is bedekt, kan dat waterhol 19 in het ondervlak 3 van het bouwelement 1 zijn aangebracht.

De uitgevonden latei wordt dus geprefabriceerd in een fabriek. Dit betekent dat de latei op de bouwplaats eenvoudig te verwerken is. De metselaar metselt de penanten op tot iets boven het kozijn, waarna de latei kan worden geplaatst. Vervolgens wordt tot op dezelfde hoogte als de bovenzijde van de latei gemetseld en daarna kan het metselwerk weer over de hele breedte van de gevel worden hervat. Een andere mogelijkheid is om de baksteenlatei als doorgaande band toe te passen. Hierbij wordt de latei niet opgelegd, maar aan de achterliggende constructie gemonteerd.

Doordat de overspanning niet op de bouwplaats behoeft te worden gemetseld, zal geen vertraging in de uitvoering ontstaan en is de kwaliteit van de latei verzekerd. De baksteenlatei kan tegelijkertijd met het overige metselwerk worden afgevoegd, waardoor geen kleurverschil ontstaat.

Binnen het kader van de conclusies vallen ook andere uitvoeringsvormen dan degene die in de tekening is weergegeven, waarbij met name wordt gedacht aan een L-vormige latei voor een ne-ge waarvan de diepte aan de onderzijde bijvoorbeeld gelijk is aan de standaardlengte van een baksteen.

Claims (9)

1. Geprefabriceerde latei met een boven- en een on-deroppervlak alsmede langs- en kopvlakken voor het overspannen van een opening van een bouwwerk, welke latei in hoofdzaak bestaat uit een van een wapening voorzien bouwelement, met het kenmerk, dat tenminste een gedeelte van de wapening (8-10) is bevestigd in gaten (12, 13) van uit de kopvlakken (6, 7) stekende oplegstrips (11), en dat tenminste het bovenvlak (2) van het bouwelement tenminste gedeeltelijk van een bitumineuze bekleding (14) of dergelijke glijd-middel is voorzien.

2. Latei volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ook de kopvlakken (6, 7) van het bouwelement en de uit die kopvlakken stekende oplegstrips (11) van een bitumineuze bekleding (14) zijn voorzien.

3. Latei volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de oplegstrips beneden het horizontale middenvlak van het bouwelement uit de kopvlakken steken.

4. Latei volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de oplegstrips aan de onderzijde van een glijfolie (15) zijn voorzien.

5. Latei volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wapening bestaat uit in hoofdzaak vraagtekenvormig gebogen en nabij de kopvlakken gelegen eindstaven (8) waarvan het merendeel van het staafmateriaal nabij het ondervlak (3) van het bouwelement ligt, in hoofdzaak U-vormig gebogen en meer naar binnen gelegen eindstaven (9), en in het verticale middenvlak van het bouwelement gelegen doorgaande staven (10), waarbij aan beide zijden van de doorgaande staven zowel een vraagtekenvormig als een U-vormig gebogen eindstaaf ligt.

6. Latei volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste het buitenste langsvlak is bekleed met een eraan vastgehechte baksteenstrip (18).

7. Latei volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de baksteenstrip L-vormig is en dus ook het onderoppervlak (3) van het bouwelement bedekt.

8. Latei volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het onderoppervlak van het bouwelement of de baksteenstrip een waterhol (19) is aangebracht.

9. Latei zoals weergegeven in de tekening en/of besproken aan de hand daarvan.