NL9000715A - Laadruimtedeurvergrendeling. - Google Patents

Description

Laadruimtedeurvergrendeling.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vergrendelen van deuren van vrachtwagens, in het bijzonder op een samenstel voor vergrendeling van een door een of meer zwaai-deuren gevormde deurorgaan van een vrachtruimte zoals een laadruimte van een vrachtauto of een container, omvattend een deurorgaan-blokkeerorgaan, dat ontworpen is om zich tijdens gebruik uit te strekken binnen het zwaaibereik van de deurorganen en een blokkeer-lichaam omvat dat voorzien is van tenminste een eerste grendelor-gaan, voorts omvattend voor elk eerste grendelorgaan een daarmee samenwerkend tweede grendelorgaan, dat plaatsvast is en gelegen is buiten het zwaaibereik van de deurorganen en ontworpen is om zich tijdens gebruik in grendelaangrijping te bevinden met het betreffende eerste grendelorgaan, en tenminste een derde grendelorgaan, dat bestemd is om een vergrendeling van het eerste en het tweede grendelorgaan te verzekeren.

Een dergelijke deurvergrendelingsinrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3.544.145. De daarin vertoonde vrachtwagendeurvergrendeling omvat per zwaaideur twee verticale stangen, die door op de deur bevestigde beugels draaibaar geleid zijn en aan elk van hun uiteinden voorzien zijn van een palor-gaan. Boven en beneden de zwaaideuren, op het framewerk van de laadruimte of container, zijn haakvormige organen aangebracht. De beide verticale stangen zijn verbonden met een in het horizontale vlak zwenkbare zwenkstang, waarmee rotatie van de verticale stangen om hun as teweeggebracht kan worden teneinde daarmee de palorganen in of uit grendelaangrijping met de betreffende haakvormige organen te brengen. Door de zwenkstang tegen de deur te zwaaien en in een daartoe op de deur voorziene haak neer te laten wordt de voornoemde grendelaangrijping verzekerd, eventueel met behulp van een hang- slot.

De bekende deurvergrendelingsinrichting heeft het nadeel dat hij nogal wat bewegende delen omvat, veel gewicht toevoegt aan de betreffende deur en daarmee aan de betreffende laad-ruimte/container. Bovendien is door de wijze van samenhang van de bekende vergrendelingsinrichting en de betreffende deuren voor iedere deur van iedere laadruimte/container een vergrendelingsinrichting nodig, hetgeen een nogal kostbare aangelegenheid is. De vele delen van de bekende vergrendelingsinrichting maken deze tenslotte vatbaar voor opzettelijke vernieling. Hierbij speelt een rol dat door de bevestiginggeleiding van verschillende delen op de betreffende deuren deze delen niet voldoende sterk uitgevoerd kunnen worden.

De uitvinding heeft nu tot doel een deurvergrendelingsinrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die met betrekking tot de voornoemde onvolkomenheden een verbetering verschaft. Hiertoe heeft de uitvinding het kenmerk, dat het blokkeerlichaam zodanig gevormd is en zodanig door de grendelorga-nen gesteund wordt dat dit zich vrij van het deurorgaan uitstrekt tijdens gebruik.

Doordat het blokkeerlichaam volgens de uitvinding onafhankelijk van de deur of deuren geplaatst kan worden behoeven geen voorzieningen aangebracht te worden op de deur of deuren voor het geleiden of houden van het blokkeerlichaam. Hierdoor wordt het eigengewicht van de deur of deuren en daarmee van de laadruimte/ container niet vergroot. Voorts worden de afmetingen van het blokkeerlichaam niet begrensd door de afmetingen van geleidingsorganen enzovoort op de deur of deuren. Hierdoor kan het blokkeerlichaam zeer robuust uitgevoerd worden. Met de uitvinding wordt verder bereikt dat het deurorgaanblokkeerorgaan pas op een laadruimte/container aangebracht behoeft te worden wanneer dit echt nodig is, namelijk wanneer deze geladen is. Derhalve is het niet meer nodig om voor elke laadruimte/container een deurorgaanblokkeerorgaan te voorzien, hetgeen tot kostenbesparing leidt.

Volgens een voorkeursuitvoering is het eerste gren- delorgaan voorzien van een uitsteeksel en is het betreffende tweede grendelorgaan voorzien van een opneemruimte voor dat uitsteeksel/ waarbij de doorsnedes van de opening van de opneemruimte en het uitsteeksels zodanig onrond zijn dat het uitsteeksel in een of meer hoekstanden in de opneemruimte gebracht kan worden en door verdraaiing van het uitsteeksel en de opneemruimte ten opzichte van elkaar tegen verwijdering daaruit gegrendeld worden. De aanbrenging van het deurorgaanblokkeerorgaan kan hierdoor eenvoudig gescheiden. Hierbij is bovendien voordelig dat de tweede grendelorganen, in tegenstelling tot het geval is bij de bekende deurvergrendelingsin-richting/ geen uitstekende delen vormen.

Het deurorgaanblokeerorgaan kan zich vrij uitstrekken vanaf één oplegpunt/ gevormd door het samenwerkingsverband tussen het eerste en tweede grendelorgaan. Het verdient echter de voorkeur wanneer een tweede dergelijk oplegpunt aanwezig is, teneinde de sterkte van de deurvergrendeling tegen vernieling te vergroten. Volgens een verdere voorkeursuitvoering van de uitvinding is daartoe het blokkeerlichaam langwerpig en bestaat dit uit twee langwerpige delen, die elk aan een uiteinde voorzien zijn van een eerste grendelorgaan en die aan het andere uiteinde voorzien van complementaire, samenwerkende verbindingsorganen. Het blokkeerlichaam is bij voorkeur zodanig gevormd is dat dit zich in hoofdzaak binnen het zwaaibereik van het deurorgaan uitstrekt. Zo kunnen bijvoorbeeld bij een gebruikelijk deurorgaan, dat bestaat uit twee tegenovergesteld openende zwaaideuren, de beide tweede grendelorganen dan ter hoogte van de benedenhoekpunten van het frame van de laad-ruimte/container gelegen zijn, waarbij het blokkeerlichaam zich dan over zowat de hele breedte van de laadruimte/container uitstrekt. De tweede grendelorganen kunnen gevormd worden door reeds op een container of oplegger aanwezig zijnde, of daarop later aangebrachte cornerblokken ("cornerfittings").

Begrepen zal worden dat de uitvinding zich voorts uitstrekt tot het deurorgaanblokkeerorgaan zoals in het bovenstaande omschreven. Het deurorgaanblokkeerorgaan vormt hierbij een losneembaar en afscheidbaar onderdeel van het samenstel volgens de uitvinding.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekening weergegeven voorkeuruitvoering.

Figuur 1 toont het samenstel volgens de voorkeursuitvoering van de uitvinding in uiteengenomen toestand, voor montage op een container; figuur 2 toont het samenstel van figuur 1 in gemonteerde toestand op de container, en figuur 3 toont details van het deurorgaanblokkeer-orgaan in detail, met een cilinderslot.

In figuur 1 is een gedeelte van een container 18 te zien, die geplaatst is op een laadvlak 19 van een vrachtauto. De container 18 is van een standaardtype en is op de hoekpunten voorzien van zogenaamde "corner fittings" 12, 13. Deze corner fittings 12, 13 kenmerken zich door een holle, kubusachtige constructie, waarvan de naar buiten gerichte vlakken voorzien zijn van openingen voor ontvangst en bereikbaarheid van bevestigingsmiddelen. Deze openingen zijn onrond en langwerpig. In figuur 1 zijn twee van dergelijke openingen aangeduid met 8 en 9. De container 18 is verder voorzien van twee gebruikelijke zwaaideuren 16 en 17, die met scharnieren 20 en 21 scharnierbaar bevestigd zijn aan het frame 22 van de container 18.

In figuren 1 en 3 is een blokkeerorgaan 1 weergegeven, dat een beugel 2 omvat, die bestaat uit twee delen 2a en 2b die elk een recht gedeelte 3a en 3b en schuin daarop staande gedeelten 4 en 5 omvatten. De gedeelten 4 en 5 zijn elk voorzien van een uitsteeksel 6 respectievelijk 7, die dwars daarvan uitsteken en een eindplaat 25 resp. 26 en een tussen de eindplaat en het betreffende eindgedeelte 4 resp. 5 gelegen tussendeel 23, 24 omvatten. De langwerpige eindplaten 25, 26 hebben zulke afmetingen dat zij in iên stand door de betreffende langwerpige openingen 8, 9 in de cor-nerfittings 12, 13 gevoerd kunnen worden, doch na verdraaiing over 90° daar niet meer uit verwijderd kunnen worden. Het eindgedeelte 27 van deel 3a is verjongd uitgevoerd ten opzichte van het overige gedeelte van beugeldeel 2a. Het eindgedeelte 28 van deel 3b heeft de vorm van een omgekeerd U-profiel, dat past over het verjongde gedeelte 27. De beide eindgedeelten zijn voorzien van gaten 30 en 31 die in gemonteerde toestand in lijn liggen en dienen voor ontvangst van een cilinderslot 10.

Bij het aanbrengen van de beugel 2 worden de delen 2a en 2b zodanig rechtop gehouden, dat hun uitsteeksels 6 en 7, in het bijzonder de langwerpige eindplaten 25 en 26, door de opening 8 en 9 van de cornerfittingen 12 en 13 gevoerd kunnen worden. Nadat de langwerpige eindplaten 25 en 26 zich binnen de cornerfittingen 12 en 13 bevinden en de tussendelen 23 en 24 zich door de openingen 8 en 9 uitstrekken, worden de beugeldelen 2a en 2b gekanteld naar elkaar toe en naar een in hoofdzaak horizontale stand, waarbij bij het bij elkaar brengen van de eindgedeelten 27 en 28 het U-profiel 28 vrijwel vorm- en krachtsluitend over het verjongde gedeelte 27 komt te liggen en de delen 3a en 3b in lijn komen te liggen. Nu liggen de gaten 30 en 31 eveneens in lijn en vormen een doorgang waarin het cilinderslot 10 past. Na aanbrenging van het cilinderslot 10 in die doorgang en na verdraaiing van het sluitdeel 11 daarvan zijn de eindgedeelten 27 en 28 en daarmee ook de delen 3a en 3b ten opzichte van elkaar verzekerd. Het gebruik van een cilinderslot heeft hierbij het bijkomende voordeel dat dit niet uit de beugel behoeft te steken en derhalve lastiger te vernielen zal zijn. Nu is de beugel 2 vastgelegd ten opzichte van de corner fittings 12 en 13 en daarmee ten opzichte van de container 18. De lengte van de tussendelen 23 en 24 is hierbij zodanig dat het middendeel 3 van de beugel 2 zich vlak voor en binnen het zwaaibereik van de deuren 16 en 17 uitstrekt. De eindsituatie is nu weergegeven in figuur 2, waaruit te zien valt dat de beugel 2 geen ondersteu-ningspunten op de deuren behoeft en in dwarsdoorsnede-afmetingen slechts beperkt zal worden in de richting naar de deuren toe.

Tenslotte wordt nog opgemerkt dat de vergrende-lingsinrichting volgens de uitvinding zonodig als extra sluiting aangebracht kan worden op de containers die voorzien zijn van de bekende vergrendeling, waarbij het blokkeerlichaam verwijdering van de palorganen uit de haakvormige organen verhinderen kan.

Claims (7)

1. Samenstel voor vergrendeling van door en of meer zwaaideuren gevormde deurorganen van een vrachtruimte zoals een laadruimte van een vrachtauto of een container/ omvattend een deur-orgaanblokkeerorgaan, dat ontworpen om zich tijdens gebruik uit te strekken binnen het zwaaibereik van het deurorgaan en een blokkeer-lichaam omvat dat voorzien is van tenminste een eerste grendelor-gaan, voorts omvattend voor elk eerste grendelorgaan een tweede grendelorgaan, dat plaatsvast is en gelegen is buiten het zwaaibereik van de deurorganen en ontworpen is om zich tijdens gebruik in grendelaangrijping te bevinden met het betreffende eerste grendelorgaan/ met het kenmerk, dat het blokkeer lichaam (2) zodanig gevormd is en zodanig door de grendelorganen (6, 7; 8, 9) gesteund wordt, dat deze zich vrij van het deurorgaan uitstrekt tijdens gebruik.

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste grendelorgaan (6, 7) een uitsteeksel omvat en het betreffende tweede grendelorgaan (8; 9) voorzien is van een opneemruimte voor dat uitsteeksel, waarbij de doorsnedes van de opening van de opneemruimte en het uitsteeksel zodanig onrond zijn dat het uitsteeksel in één of meer hoekstanden in de opneemruimte gebracht kan worden en door verdraaiing van het uitsteeksel ten opzichte van de opneemruimte tegen verwijdering daaruit gegrendeld wordt.

3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het blokkeer lichaam (2) langwerpig is en bestaat uit twee langwerpige delen (2a; 2b), die elk aan een uiteinde voorzien zijn van een eerste grendelorgaan (6; 7) en die aan het andere uiteinde voorzien zijn van complementaire, samenwerkende verbindings-organen (27, 28).

4. Samenstel volgens conclusie 2 of 3, gekenmerkt door een derde grendelorganen voor het verzekeren van de stand van de eerste (6, 7) en de tweede (8, 9) grendelorganen ten opzichte van elkaar.

5. Samenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het derde grendelorgaan een cilinderslot (10) is, dat in daarvoor geschikte, in de samenwerkende verbindingsorganen (27, 28) aangebrachte openingen (29, 30) gestoken kan worden voor het verzekeren van de verbinding van deze verbindingsorganen.

6. Samenstel volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de vrachtruimte een container (18) is, die voorzien is van zogenaamde "corner fittings" (8, 9), die tweede grendelorganen vormen.

7. Deurorgaanblokkeerorgaan als omschreven als onderdeel van het samenstel volgens één der conclusies 1-6.