NL9000708A - Gebouw met bedieningsinrichting voor beweegbare raamdelen. - Google Patents

Description

"Gebouw met bedieningsinrichting voor beweegbare raamdelen"

De uitvinding heeft betrekking op een gebouw, in het bijzonder warenhuis, omvattende: een aantal wanden, een aantal op onderlinge afstand tussen de wanden geplaatste staanders, een aantal op de staanders steunende, de wanden aan hun bovenzijde verbindende, nagenoeg evenwijdige liggers en ten minste één op de wanden en de liggers steunende schuine kap, die ten minste twee raamdelen vertoont, die beweegbaar zijn tussen een open eindstand en een gesloten eindstand en langs zijn onderrand voorzien is van ten minste één goot, en een inrichting voor het bedienen van de beweegbare raamdelen, omvattende ten minste één op een ligger aangebrachte krachtbron en een door de krachtbron aangedreven, nagenoeg dwars op de liggers in hoofdzaak horizontaal verlopende, ro-tatie-as, welke aandrijvend verbonden is met aan een aantal liggers aangebrachte raamdeelbewegingsmiddelen.

Dergelijke gebouwen of warenhuizen worden in de glastuinbouw algemeen toegepast. Door de beweegbare raamdelen te openen of te sluiten wordt de ventilatie in het warenhuis geregeld. De door de krachtbron aangedreven bedieningsinrichting maakt het mogelijk over de kappen van de kas verspreide beweegbare raamdelen met een minimale inspanning tegelijkertijd te openen en te sluiten.

Een probleem van de bedieningsinrichting is echter dat hij bovenin het warenhuis aangebracht moet worden, boven het zogeheten energiescherm, om te voorkomen dat dit plaatselijk onderbroken zou moeten worden. Omdat de bedieningsinrichting echter enkele volumineuze elementen vertoont, met name de krachtbron, moet hij worden aangebracht op een plaats waar voldoende ruimte is onder de kap. Dit heeft als nadelig gevolg dat de bedieningsinrichting veel licht wegneemt en bovendien een belemmering vormt voor het uitvoeren van werkzaamheden aan de kap, zoals het inzetten van nieuwe glazen.

De onderhavige uitvinding beoogt te voorzien in een gebouw met een bedieningsinrichting voor beweegbare raamdelen van het hierboven beschreven type, waarbij genoemde nadelen zich niet voordoen. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de rotatie-as in hoofdzaak nagenoeg verticaal onder goot aangebracht is.

Bij voorkeur is de krachtbron ten opzichte van de goot verplaatst in een richting evenwijdig aan de liggers aangebracht, en over aandrijfmiddelen verbonden met de rotatie-as. De aandrijfmiddelen kunnen cardanassen zijn.

Bij een voorkeursuitvoering van de uitvinding is het beweegbare raamdeel nagenoeg verticaal boven een ligger gelegen, de tandheugel-rondselaandrijving aan een de ligger steunende staander bevestigd, en de regelstang door glijlagers met de ligger verbonden. Op deze wijze wordt een deel van de windbelasting op de raamdelen rechtstreeks ingeleid in de staander.

Bij een gebouw met meerdere bedieningsinrichtingen kan elke met een van de rotatie-assen verbonden tandheugel-rondselaandrijvingen ondergebracht zijn in een huis, waarin tevens de andere rotatie-as gelagerd is. Deze combinatie van een lager en een tandheugel-rondselaandrijving werkt ruimte-besparend. Het huis kan klemmend aan de staander bevestigd zijn. Hierdoor wordt het aanbrengen van gaten in de constructie van het warenhuis vermeden, waardoor het optreden van corrosie kan worden voorkomen.

Genoemde en andere kenmerken van de uitvinding zullen hierna worden verduidelijkt aan de hand van een voorbeeld, waarbij verwezen wordt naar de bij gevoegde tekening, waarin overeenkomstige onderdelen aangeduid zijn met overeenkomstige verwijzingscijfers en waarin:

Fig. 1 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch aanzicht is van een warenhuis met bedieningsinrichting volgens de uitvinding;

Fig. 2 een meer gedetailleerd opengewerkt perspectivisch aanzicht is volgens de pijl II in fig. 1; en

Fig. 3 een gedeeltelijke doorsnede is volgens de lijn III-III in fig. 2.

Een warenhuis 1 (fig. 1) omvat een aantal op onderlinge afstand geplaatste staanders 2, op de staanders 2 steunende liggers 3, en een aantal op de liggers 3 en de hier niet getoonde wanden van het warenhuis 1 steunende kappen 4. Tussen de kappen 4 zijn goten 5 aangebracht, en iedere kap 4 vertoont een aantal raamdelen 6, welke beweegbaar zijn tussen een geopende eindstand en een gesloten eindstand. Door deze raamdelen 6 wordt de ventilatie in het warenhuis l geregeld.

De raamdelen 6 worden bediend door een bedieningsinrichting 7, bestaande uit een krachtbron 8 welke op een ligger 3 aangebracht is, met de krachtbron verbonden cardan-assen 10 en met de cardanassen 10 verbonden rotatie-assen 9. De rotatie-assen 9 en cardanassen 10 drijven tandheugel-rondsel aandrijvingen ll aan welke verbonden zijn met een in de richting evenwijdig met de liggers 3 beweegbare regelstang 12. De regelstangen 12 zijn elk op regelmatige onderlinge afstand voorzien van zwenkbaar daaraan bevestigde uitzetorganen 13, welke verbonden zijn met de beweegbare raamdelen 6. De bedieningsinrichting 7 bevindt zich in zijn geheel boven het energiescherm 22.

De rotatie-assen 9 (fig. 2) en de cardanassen 10 (hier niet getoond) vertonen elk aan hun uiteinden een vrouwelijk koppelstuk 20, dat verbonden is met een in het huis 15 aangebracht mannelijk koppelstuk 21. De koppelstukken 20 zijn glijbaar aangebracht om de assen 9,10, en worden bij het aanbrengen van de assen 9,10 tussen twee naastgelegen tandheu-gel-rondselaandrijvingen 11 eerst naar binnen geschoven en vervolgens, wanneer de assen 9 zich op de juiste plaats bevinden t.o.v. de aandrijvingen ll, om de mannelijke koppelstukken 21 geschoven en gefixeerd. Eén van de telkens twee met het huis 15 verbonden assen 9 is daarin gelagerd, terwijl de andere as een tandwielkrans 17 vertoont, welke in aangrij-ping verkeert met een groot tandwiel 18, waarop een rondsel 19 draaivast bevestigd is. Een rotatiebeweging van de as wordt derhalve over de tandwielkrans 17, het grote tandwiel 18 en het rondsel 19 omgezet in een translatiebeweging van de met het rondsel 19 in aangrijping verkerende tandheugel 16. Hierdoor beweegt de met de tandheugel 16 verbonden, in glijlagers 14 gelagerde regelstang 12 in een richting evenwijdig aan de ligger 3. Het huis 15 van de tandheugel-rond-selaandrijving 11 is om de staander 2 geklemd. De rotatie-assen 9 en de tandheugel-rondselaandrijving 11 zijn nagenoeg verticaal onder de goot 5 aangebracht, zodat zij zo min mogelijk de inval van zonlicht in het warenhuis 1 belemmeren.

De omzetting van een roterende beweging van de rotatie- as in een translerende beweging van de zwenkstang is in fig. 3 in doorsnede weergegeven. De onderlinge verhouding van de tandwielen 17, 18 en 19 is zodanig gekozen, dat de beweging van de raamdelen 6 en de rotatiesnelheid van de krachtbron 8 optimaal op elkaar afgestemd zijn. Duidelijk is nog te zien hoe het huis 15 van de tandheugel-rondselaandrijving 11 om de staander 2 geklemd is.

Claims (12)

1. Gebouw, in het bijzonder warenhuis, omvattende: een aantal wanden, een aantal op onderlinge afstand tussen de wanden geplaatste staanders, een aantal op de staanders steunende, de wanden aan hun bovenzijde verbindende, nagenoeg evenwijdige liggers en ten minste één op de wanden en de liggers steunende schuine kap, die ten minste twee raamdelen vertoont, die beweegbaar zijn tussen een open eindstand en een gesloten eindstand en langs zijn onderrand voorzien is van ten minste één goot, en een inrichting voor het bedienen van de beweegbare raamdelen, omvattende ten minste één op een ligger aangebrachte krachtbron en een door de krachtbron aangedreven, nagenoeg dwars op de liggers in hoofdzaak horizontaal verlopende, rotatie-as, welke aandrijvend verbonden is met aan een aantal liggers aangebrachte raamdeelbewegingsmiddelen, met het kenmerk, dat de rotatie-as (9) in hoofdzaak nagenoeg verticaal onder goot (5) aangebracht is.

2. Gebouw volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de krachtbron (8) ten opzichte van de goot (5) verplaatst in een richting evenwijdig aan de liggers (3) aangebracht is, en over aandrij fmiddelen verbonden is met de rotatie-as (9).

3. Gebouw volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen cardanassen (10) zijn.

4. Gebouw volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beweegbare raamdelen (6) scharnierend in de kap (4) aangebracht zijn, en de raamdeelbewegingsmiddelen bestaan uit een over een tandheugel-rondselaandrijving (11) met de rotatie-as (9) verbonden, in de richting evenwijdig aan de liggers (3) beweegbare regelstang (12), en een zwenkbaar met de stang (12) en het beweegbare raamdeel (6) verbonden uitzetorgaan (13).

5. Gebouw volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het beweegbare raamdeel (6) nagenoeg verticaal boven een ligger (3) gelegen is, de tandheugel-rondselaandrijving (11) aan een de ligger (3) steunende staander (2) bevestigd is, en de regelstang (12) door glijlagers (14) met de ligger (3) verbonden is.

6. Gebouw volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat meerdere kappen (4) aanwezig zijn, twee aangrenzende waarvan telkens een goot (5) gemeen hebben, de beweegbare raamdelen (6) in overliggende zijvlakken van aangrenzende kappen (4) versprongen aangebracht zijn, de liggers (3) afwisselend bij de ene en bij de andere kap (4) behorende raamdeelbewegings-middelen dragen, de raamdeelbewegingsmiddelen van de ene kap (4) bediend worden door een eerste bedieningsinrichting (7) en die van de andere kap (4) door een tweede bedieningsinrichting (7), waarbij de rotatie-assen (9) van de beide bedieningsinrichtingen (7) onder de gemeenschappelijke goot (5) aangebracht zijn.

7. Gebouw volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat elke met één van de rotatie-assen (9) verbonden tandheugel-rondselaandrijvingen (11) ondergebracht is in een huis (15), waarin tevens de andere rotatie-as (9) gelagerd is.

8. Gebouw volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het huis (15) klemmend aan de staander (2) bevestigd is.

9. Gebouw volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat elke rotatie-as (9) aan elk van zijn uiteinden een glijbaan om de as (9) aangebracht koppelstuk (20) vertoont.

10. Gebouw volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de rotatie-assen (9) aan weerszijden van de staander (2) aangebracht zijn.

11. Gebouw volgens één der conclusies 6-10, met het kenmerk, dat de regelstang (12) telkens verbonden is met de uitzetorganen (13) van alle in overeenkomstige zijvlakken van de kappen (4) boven de ligger (3) aangebrachte beweegbare raamdelen (6).

12. Bedieningsinrichting, bedoeld voor toepassing in een gebouw volgens één der voorgaande conclusies.