NL9000457A - Werkwijze en inrichting voor het bepalen van het volume van een voorwerp op een vlakke ondergrond. - Google Patents

Description

Werkwijze en inrichting voor het bepalen van het volume van een voorwerp op een vlakke ondergrond.

De onderhavige uitvinding betreft een werkwijze volgens conclusie 1.

Een dergelijke werkwijze werd ontwikkeld op zoek naar een methode voor het bepalen van massa van gevangen vis.

Aan boord van schepen worden vissen veelal visueel met de hand op grootte gesorteerd, waarna deze op de wal wederom vanwege onnauwkeurigheden hierin gesorteerd dienen te worden.

De in conclusie 1 beschreven werkwijze maakt een automatische sortering en bepaling van het gewicht van elke vis mogelijk, zowel aan de wal, als ook aan boord van een slingerend en stampend schip.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van een beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan, met verwijzing naar de bijgevoegde tekening, waarin tonen: figuur 1 een schematisch aanzicht van de voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding; en figuur 2 een schematisch aanzicht van detail II uit figuur 1.

vissen F worden door strippers S op bekende wijze van hun ingewanden ontdaan en op een transporteur 1 (figuur 1) gebracht. In een kast 2 boven de transporteur 1 is een laser 3 (figuur 2) en een CCD-camera 4 opgesteld, beide van gangbaar in de handel zijnd type. Voor de laser 3 is een divergerende cylindrische lens 5 opgesteld, opdat een lijn L laserlicht op de band 6 van de transporteur 1 wordt geworpen. In de getoonde uitvoeringsvorm staat de laserbundel onder ongeveer een hoek van 45° op de transportband gericht, terwijl de lijn L zich dwars op de transporteur 1 uitstrekt. De CCD-camera 4 is bij benadering loodrecht op de transporteur 1, boven de lijn L opgesteld. Wanneer een vis F op de transporteur 1 tot onder de lijn L laserlicht geraakt, verschuift het beeld op de CCD-camera 4 vanaf een rechte lijn naar een - in de tekening enigszins naar links - verschoven kromme lijn.

De CCD-camera 4 is verbonden met een rekentuig 7 (figuur 1-2) waarin standaard verkrijgbare eenheden voor het verwerken van videosignalen zijn opgenomen. In de getoonde uitvoeringsvorm omvat het rekentuig of computer 7 een op een VME-bus aangesloten centrale verwerkingseenheid 9 en eveneens op de VME-bus aangesloten videoverwerkingseenheid 10, een videogeheugen 11 aangesloten op de videoverwerkingseenheid 10 en de VME-bus 8, een grafische eenheid 12 waarop voor demonstratiedoeleinden tevens een monitor 20 aansluitbaar is en een intelligentie-eenheid 13 voor bijvoorbeeld op grond van vooraf in te voeren kenmerken bepalen van de soort vis en dergelijke. Tenslotte is voor verificatie en/of demonstratiedoeleinden op de centrale verwerkingseenheid 9 een weergeef-orgaan 14 opgenomen waarop bijvoorbeeld het volume van een zojuist gepasseerde vis, de massa daarvan - na vermenigvuldiging van het volume met de vooraf ingevoerde soortelijke massa - en het totaal gepasseerde volume aan vis is af te lezen.

Bij voorkeur is het rekentuig 7 via een kabel 15 gekoppeld met sorteerorganen 16, 17, 18 en 19 die de vissen F van verschillende grootte volgens vooraf bepaalde criteria in bakken BI, B2, B3 resp. B4 sorteren.

De eerste, uitgebreide experimenten met scholvis hebben bevredigende resultaten o^geleverd, dat wil zeggen dat het gewicht van de schol binnen 3% nauwkeurig te bepalen viel volgens de getoonde uitvoeringsvorm. Bij een snelheid van de transportband 6 van ongeveer 20 centimeter per seconde werd dit resultaat verkregen door de uitgang van de CCD-camera die gebruik maakte van interliniëring, per raster via videoverwerkingseenheid 10 in het videogeheugen 11 van het rekentuig 7 bemonsterd op te slaan.

Voor het verkrijgen van een grote snelheid wordt bij voorkeur door de verwerkingseenheid 10 gebruik gemaakt van zogeheten runlength encoding, dat wil zeggen dat slechts die van de CCD-camera 4 afkomstige pixelwaarden worden opgeslagen, die een merkbaar verschil vertonen ten opzichte van die pixelwaarden die door de stralingsopnemer 4 worden af- gegeven, wanneer er geen vis F door de lijn L passeert.

Genoemde resultaten werden verkregen met het rekentuig 7 dat gebruik maakte van in de handel verkrijgbare Max-Video-kaarten onder een Unix-achtig besturingssysteem gebruik makend van kloksignalen van 10, 20 en 40 MHz.

Het moge duidelijk zijn dat de getoonde uitvoeringsvorm de volgende voordelen omvat: - in tegenstelling tot veel andere methoden voor het bepalen van gewicht van vis is de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding niet gevoelig voor bewegingen van een slingerend schip; - de inrichting volgens de onderhavige uitvinding is compact uitvoerbaar en kan gemakkelijk aan boord van een bestaand formaat kotter worden gebouwd; - de voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding kan worden opgebouwd uit standaard in de handel verkrijgbare componenten en is niet onderhoudsgevoelig daar weinig tot geen bewegende delen daarin zijn opgenomen; en/of - een extra sortering op de wal kan achterwege blijven, terwijl ook sortering op vissoort mogelijk wordt.

Claims (7)

1. Werkwijze voor het bepalen van het volume van een op vlakke ondergrond opgesteld voorwerp, omvattende de volgende stappen: - het voorwerp wordt afgetast met behulp van straling in een vooraf bepaald patroon; - de door het voorwerp gereflecteerde straling wordt gedetecteerd door een stralingsopnemer; - de gedetecteerde straling wordt vergeleken met door de ondergrond gereflecteerde straling; en - het volume van het voorwerp wordt berekend uit genoemde vergelijking.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij een streep laserlicht vanuit een vast opgestelde laser een vis aftast, die door een transporteur onder de laser wordt doorbewogen, en uit het volume van de vis met behulp van de bekende soortelijke massa de massa van de vis wordt berekend.

3. Inrichting voor het bepalen van de massa van een op een transporteur gebrachte vis, omvattende: een onder een hoek ten opzichte van de transporteur opgestelde laserbundel, - een boven de trefplaats van de laserbundel op de transporteur opgestelde camera; en - een met de uitgang van de camera verbonden rekentuig.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij voor de laser een cilinderische lens is opgesteld.

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij de camera een ccd-camera is.

6. Inrichting volgens een van de conclusies 3, 4 of 5, waarbij het rekentuig zodanig is gekoppeld met de stralingsopnemer, dat elk raster van een geïnterlinieerd beeld door het rekentuig verwerkbaar is.

7. Inrichting volgens een van de conclusies 3-6, waarbij het rekentuig zodanig is ingericht dat slechts die pixel-waarden van het door de stralingsopnemer afgegeven beeld in een geheugen van het rekentuig worden ingelezen, die in voldoende mate afwijken van nul-pixelwaarden.