NL8901483A - Uit kunststof gevormde kettingschakel. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Uit kunststof gevormde kettingschakel.

De uitvinding heeft betrekking op een kettingschakel, in het bijzonder voor een transportketting, bestaande uit twee strookvormige wangen uit kunststof, die aan de beide einden van de schakel door middel van een schamierpen qp een afstand van en evenwijdig aan elkaar worden gehouden.

Een dergelijke kettingschakel is onder andere bekend uit NL/-A-8001800. Kettingschakels van dit type zijn bestemd cm door middel van strookvormige verbindingsschakels tot een ketting te worden samengesteld. De verbindingsschakels worden daarbij gevormd door enkelvoudige strookvormige elementen, die aan elk van hun beide einden tussen de wangen van de kettingschakel passen en daarbij met een schamieroog cm de aan het betreffende einde van de kettingschakel aanwezige schar-nierpen grijpen.

In bovengenoemde publicatie wordt terloops gewezen op het voordeel van het gebruik van kunststof, o.a. bij toepassing van de ketting in de voedingsindustrie. Kunststof is hierbij inderdaad van voordeel uit een oogpunt van mogelijkheden tot reinigen en in het algemeen vanwege zijn weerstand tegen aantasting in een agressief milieu. Zelfs roestvrij staal schiet in dit opzicht in vergelijking tot kunststof duidelijk tekort. Daar staat tegenover, dat kunststof in het algemeen minder sterk is dan metaal en wel met name staal. De bekende kettingschakel volgens NL-A-8001800 is dan ook op de qua sterkte kritieke plaatsen - in dit geval de schamierpennen - uit roestvrij staal gevormd.

De uitvinding nu beoogt de bekende kettingschakel zodanig te wijzigen respectievelijk te verbeteren, dat bovengenoemde beperking ten aanzien van het gebruik van kunststof wordt weggenomen.

De hiertoe door de uitvinding voorgestelde kettingschakel heeft als kenmerk, dat de schamierpennen elk bestaan uit een van de ene wang uitstekend en een geheel daarmede vormend kerndeel, dat glijdend past in een van de andere wang uitstekend en daarmede een geheel vormend busvormig deel, waarbij het busvormig deel met zijn vrije kopein-de met een glijdende passing grijpt in een rond de basis van het kerndeel in de het kerndeel dragende wang gevormde ringvormig kamer, terwijl het kerndeel aan zijn vrije einde is voorzien van borgmiddelen, die samenwerken met aan de van het vrije kopeinde van de betreffende bus afgekeerde zijde van de wang gevormde complementaire borgmiddelen.

In een aldus uitgevoerde kettingschakel, waarbij het busvormige deel en het kerndeel elk een geheel met een der beide wangen vormen, is in gemonteerde toestand een sterke verbinding tussen beide einden van de busvomdge delen met beide wangen van de kettingschakel verkregen, nl aan het ene einde doordat het busvormige deel één geheel met de betreffende wang maakt, en aan het andere einde, omdat het busvormige deel aan dat einde nauwpassend in een ondersneden ringvormige kamer van de betreffende wang grijpt.

Door de uitvinding wordt bovendien het aantal onderdelen van de kettingschakel tot twee beperkt, doordat de schamierpennen als afzonderlijk onderdeel zijn kernen te vervallen.

Opgemerkt wordt, dat uit NL-A-284996 een geheel uit kunststof bestaande transmissieketting bekend is, waarbij busvormige delen van een schakel elk uit één stuk met een wang van de schakel zijn gevormd. De kettingschakelhelften worden daarbij eveneens bijeengehouden door penvormige kerndelen. Deze kerndelen maken daarbij echter geen deel uit van de eigenlijke schakel doch vormen een geheel met de in dit geval dubbel uitgevoerde verbindingsschakels. De busvormige delen grijpen daarbij niet in een ondersneden kamer in de tegenover liggende wang en fungeren overigens ook niet zelf als schamierpen, doch als rolgeleiding voor de tanden van kettingwielen. De doorsnede van de penvormige kerndelen is hier bepalend voor de sterkte van de ketting.

In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm bevatten de wangen van de kettingschakel elk een busvormig deel en een kerndeel. Hierdoor zijn beide wangen identiek gevormd, hetgeen de kostprijs van de kettingschakel gunstig beïnvloedt.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding worden de borgmid-delen aan het vrije einde van het kerndeel gevormd door een aan dat einde gevormde, normaal enigszins buiten de kerrrïeelomtrek uitstekende, doch bij het inschuiven in het busvormige deel naar binnen varende nok, die in geheel ingeschoven toestand grijpt achter een schouder, die het corresponderende borgmiddel vormt.

De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.

Fig. 1 toont een aanzicht in perspectief van een kettingschakel volgens de uitvinding met de twee verbindingsschakels; fig. 2 toont een aanzicht in perspectief van de kettingschakel volgens de uitvinding, waarbij de beide helften van de schakel los van elkaar zijn weergegeven, en fier. 3 is een doorsnede voloens de liin TTI - III in fia. 1.

In fig. 1 is met 1 de kettingschakel volgens de uitvinding weergegeven, terwijl een tweetal daarmede in ingrijping zijnde verbin-dingsschakels met 2 is aangeduid. Het is duidelijk, dat een aantal kettingschaksels 1 door middel van verbindingsschakels 2 tot een ketting van de gewenste lengte aaneen kunnen worden geregen. De in fig. 1 weergegeven kettinguitvoering is bijv. geschikt cm te worden geleid over met hun assen horizontaal opgestelde kettingwielen en dienst te doen als transportketting.

De kettingschakel volgens de uitvinding heeft een tweetal wangen 3, die elk zijn voorzien van een loodrecht van het vlak ervan uitstekend busvormig deel 4, respectievelijk een penvormig uitsteeksel 5. Het penvormig deel 5 heeft daarbij een diameter die correspondeert met de binnendiameter van het busvormig deel 4, zodat het penvormig deel 5 van de ene kettingschakelhelft glijdend past in het busvormige deel van de andere kettingschakelhelft. Rond de basis van het penvormige deel 5 is aan de binnenzijde van de betreffende wang 3 een ondersnij-ding of kamer 6 aangebracht, waarvan de diameter overeekomt met de buitendiameter van het busvormige deel 4.

Het penvormige deel 5 is aan zijn vrije einde voorzien van een axiale insnijding 7, waardoor twee benen 8 zijn ontstaan, die naar het vrije peneinde toe een weinig divergeren en elk eindigen in een een over een geringe afstand naar buiten uitstekende nok 9, waarvan de functie hieronder nader zal blijken.

Het busvormige deel 4 is aan zijn kqprand 10 voorzien van een tweetal afschuiningen ll, waarvan de posities corresponderen met de plaatsen van de nokken aan het vrije einde van het penvormig deel 5 van de andere kettingschakelhelft.

Aan de buitenzijde van elk der wangen 3, en wel rond de as van het betreffende busvormige deel 4, is een schouder 12 gevormd, die samenwerkt met de nokken 9 van het penvormige deel 5 op de tegenoverliggende wang.

Bij het samenstellen van een ketting uit een aantal hierboven beschreven kettingschalmen volgens de uitvinding en een even groot aantal verbindingsschalmen 2 gaat men als volgt te werk.

De busvormige delen 4 van beide helften van elke schakel 1 worden eerst elk door een oog 13 van een verbindingsschakel 2 gestoken, waarna de beide schakelhel ften in een richting loodrecht qp de lengterichting van de te vormen ketting ineen worden geschoven. In fig. 2 gezien, wordt de onderste schakelhelft daartoe in de richting van pijl XI ten opzichte van de bovenste schakelhelft bewegen. Daarbij komen de nokken 9 van de penvormige delen 5 eerst in feontakt met de afschuinin-gen 11 aan het insteekeinde van de er tegenover liggende buisvormige delen 4. De afschuiningen 11 fungeren daarbij als qploopvlakken, die de nokken 9 tijdelijk tot binnen de diameter van de insteekboring 14 van de busvormige delen 4 doen samentrekken.

Aan het einde van de insteekbeweging stuiten de busvormige delen 4 met hun kopvlakken 15 tegen de bovenvlakken van de ondersneden kamers 6, terwijl de nokken 9 naar hun beginpositie kunnen terugveren en daarbij grijpen achter de met 12 aangegeven schouders.

In fig. 3 is te zien, hoe de beide helften van de kettingschakel uiteindelijk op een hechte wijze in elkaar komen te grijpen. Met name de busvormige delen 4 verkrijgen (¾) deze wijze een trekvaste verbinding met beide wangen 3.

Zoals fig. 3 voorts laat zien, is de dikte van de verbindings-schalmen 2 kleiner dan de inwendige afstand tussen de wangen 3, terwijl de door het busvormige deel 4 gevormde schamierpen een zekere speelruimte binnen het betreffende schamieroog 13 heeft. Hierdoor kunnen de verbindingsschalmen 2 ook in het horizontale vlak naar weerszijden over een zekere hoek ten opzichte van de lengteas van de kettingschakel uitwijken. Aan de binnenzijde van de wangen 3 zijn daarbij convex gevormde verdikkingen 16 aangebracht, waarover de verbindingsschalmen 6 bij dergelijke zijdelingse uitwijkbewegingen kunnen afrollen. Een uit kettingschakels volgens de uitvinding samengestelde ketting kan hierdoor ook door in horizontale vlakken gelegen bochten worden geleid. Ter zijdelingse ondersteuning in dergelijke bochten dienen de aan de buitenzijde van de wangen 3 aanwezige verhogingen 17.

De hierboven beschreven kettingschakel, alsook de verbindings-schakels 2 zijn met de gangbare vormtechnièken gemakkelijk uit een stuk kunststof, bijvoorbeeld polyamide, te vervaardigen.

Claims (4)

1. Kettingschakel, in het bijzonder voor een transportketting, bestaande uit twee strookvormige wangen uit kunststof, die aan de beide einden van de schakel door middel van een schamierpen op een afstand van en evenwijdig aan elkaar worden gehouden, met het kenmerk, dat de scharnierpennen elk bestaan uit een van de ene wang uitstekend en een geheel daarmede vormend kerndeel, dat glijdend past in een van de andere wang uitstekend en daarmede een geheel vormend busvormig deel, waarbij het busvormig deel met zijn vrije kqpeinde met een glijdende passing grijpt in een rond de basis van het kerndeel in de het kerndeel dragende wang gevormde ringvormig kamer, terwijl het kerndeel aan zijn vrije einde is voorzien van borgmiddelen.

2. Kettingschakel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de wangen van de kettingschakel elk een busvormig deel en een kerndeel bevatten.

3. Kettingschakel volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de borgmiddelen aan het vrije einde van het kerndeel worden gevormd door een aan dat einde gevormde, normaal enigszins buiten de kemdeelomtrék uitstekende, doch bij het inschuiven in het busvormige deel naar binnen verende nok, die in geheel ingeschoven toestand grijpt achter een schouder, die het corresponderende borgmiddel vormt.

4. Kettingschakel volgens conclusies 1-3, net het kenmerk, dat de wangen aan de binnenzijde zijn voorzien van aan weerszijden van de busvormige delen - in posities dwars op de lengterichting van de schakel - gelegen convex gevormde verdikkingen, waarover scharnierende verbindingsschakels naar weerszijden over een zékere hoek kunnen afrollen.