NL8901420A - Werkwijze en inrichting voor het behandelen van een stroom, die een of meer gehalogeneerde koolwaterstoffen bevat. - Google Patents

Description

Werkwijze en inrichting voor het behandelen van een stroom, die één of meer gehalogeneerde koolwaterstoffen bevat.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het behandelen van een stroom, die een of meer gehalogeneerde koolwaterstoffen bevat.

Bij industriële processen kunnen afvalstromen worden gevormd, die een of meer gehalogeneerde koolwaterstoffen bevatten. Dergelijke afvalstromen kunnen vanuit het oogpunt van de milieubescherming niet direkt worden geloosd. De gehalogeneerde koolwaterstoffen dienen eerst uit de afvalstroom te worden verwijderd respectievelijk tot ongevaarlijke verbindingen te worden afgebroken. De tot dusver toegepaste bekende technieken, bijvoorbeeld concentratie van de afvalstroom en verbranding van het residu, hebben bepaalde nadelen. In het algemeen zijn ze kostbaar en leiden ze niet tot het gewenste resultaat, d.w.z. een efficiënte verwijdering van de koolwaterstoffen respectievelijk een afbraak daarvan tot ongevaarlijke verbindingen.

Gevonden werd een methode respectievelijk inrichting, met behulp waarvan stromen, die gehalogeneerde koolwaterstoffen bevatten, effectief, desgewenst continu kunnen worden behandeld.

Derhalve betreft de uitvinding een werkwijze voor het behandelen van een stroom, die een of meer gehalogeneerde koolwaterstoffen bevat, waarbij men de in de stroom aanwezige of daaruit afkomstige gasvormige en vloeibare componenten in de gasfase onderwerpt aan een gecombineerde behandeling met ozon bevattend gas en ultraviolette straling.

Het verdient de voorkeur, bij de werkwijze van de uitvinding ultraviolette straling toe te passen, die een golflengte van minder dan 200 nm, in het bijzonder van ongeveer 185 nm bezit.

Het bij de werkwijze volgens de uitvinding te gebruiken ozon bevattende gas is bij voorkeur gevormd door een zuurstof bevattend gas - of zuivere zuurstof - te bestralen met licht met een golflengte van minder dan 200 nm, in het bijzonder van ongeveer 185 nm. Uiteraard is het ook mogelijk een gebruikelijke ozongenerator toe te passen.

De werkwijze volgens de uitvinding kan worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin het behandelingssysteem schematisch is weergegeven. De daarin aangegeven verwijzingscijfers -zullen worden gebruikt om de inrichting volgens de uitvinding te verduidelijken.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting, die geschikt is voor het uitvoeren van de werkwijze waar die in het bovenstaand is gedefinieerd, welke inrichting omvat: een stripinrichting (1) met aan de onderzijde een toevoer (2) voor gas en/of gas bevattende vloeistof en aan de bovenzijde zowel een vloeistoftoevoer (3) als een gasafvoer (4), die is aangesloten op een UV-behandelingseenheid (5, 6) en op een ozon leverende inrichting (7).

De volgens de uitvinding toegepaste stripinrichting (1) is bij voorkeur een striptoren bestaande uit een gepakte kolom, waarin de vluchtige organische verbindingen van de vloeibare fase naar de gasfase worden verplaatst. Dit is een essentiëel onderdeel van de behandeling volgens de uitvinding.

In het geval van een specifieke samenstelling van de te behandelen afvalstroom, kunnen in de striptoren een aantal speciale voorzieningen worden getroffen. In de eerste plaats bestaat er de mogelijkheid de schuimvorming te beheersen. Daartoe wordt vanuit het reservoir onder in de striptoren water rondgepompt en zodanig in het reservoir wordt ver-sproeid, dat optredend schuim weer wordt afgebroken.

Indien zich in de afvalstroom kationen zoals ijzer en calcium bevinden, kunnen deze een nadelige invloed hebben op de effectiviteit van het stripproces. In het bijzonder kan neerslag optreden. Om een dergelijke neerslagvorming tegen te gaan kan een elektromagnetisch waterbehandelingssysteem worden toegepast, dat bijvoorbeeld in een kringloop aan de onderzijde van de striptoren aanwezig kan zijn.

In de inrichting volgens de uitvinding omvat de UV-behandelingseenheid (5, 6) een of meer lampen, die aan de afvoerzijde daarvan bij voorkeur zijn aangesloten op de toevoer (2) van de stripinrichting (1). Deze toevoer (2) maakt bij voorkeur deel uit van een kringloop (8) voor het recirculeren van vloeistof onder in de stripinrichting (1). In deze kringloop (8) kan de elektromagnetische waterbehan- delingsinstallatie (8) zijn opgenomen. De via kringloop 8 onder in de striptoren gebrachte vloeistof kan dienen voor het afbreken van optredend schuim.

In het algemeen komen uit de striptoren een tweetal produkten: water en afgas. Het water stroomt aan de onderzijde van de stripinrichting (1) via een vloeistofafvoer (12) uit de stripinrichting weg. De vloeistofavoer (12) is bij voorkeur verbonden met een vloeistofniveauregelaar. Het kunnen handhaven van een constante systeemdruk is vooral van belang om schuimvorming in de striptoren tegen te gaan en om een goede gascirculatie mogelijk te maken.

In het algemeen zal men aan de vloeistof, die uit de stripinrichting wordt afgevoerd, metingen verrichten om de eindelijke effectiviteit van de behandeling te controleren.

Het afgas van de stripinrichting wordt - eventueel tezamen met afgassen vanuit de andere delen van het behandelingssysteem, in de UV-behandelingeenheid geleid. In deze gasfase worden de organische componenten, in het bijzonder de gechloreerde koolwaterstoffen, afgebroken. Om het rendement te verhogen, wordt deze gasstroom na behandeling gerecir-culeerd naar de striptoren.

Vanuit het circulatiesysteem voor de gasfase wordt continu een klein gedeelte gespuid. Daartoe bevindt zich aan de bovenzijde van de stripinrichtin (1) een gasafvoer (9), die is aangesloten op een afgasbehandelingseenheid (10), die verbonden kan zijn met een drukregelaar (11).

Samenvattend kan het proces volgens de onderhavige uitvinding met toepassing van de inrichting volgens de bijgaande tekening voor een bepaalde voorkeursuitvoeringsvorm als volgt worden beschreven: aan de bovenzijde van striptoren (1) wordt via leiding (3) met gehalogeneerde koolwaterstoffen verontreinigd water toegevoerd. Dit verontreinigde water kan worden gemengd met water, dat afkomstig is uit het reservoir, dat zich aan de onderzijde van striptoren (1) bevindt. In feite kan het water uit striptoren (1) op die wijze tezamen met vers afvalwater in kringloop worden geleid.

Via leiding (4) wordt gas afgevoerd uit striptoren (1) dit gas wordt gemengd met ozon bevattend gas, afkomstig van ozongenerator (7). Het aldus gevormde gasmengsel wordt toegevoerd aan UV-behandelingseenheid (5) en vervolgens aan UV-behandelingseenheid (6). Het gas, dat UV-behandelings-eenheid (6) verlaat, wordt via een injectiepunt, bijvoorbeeld een venturi, in kringloop (8) gebracht, waardoor het behandelde gas tezamen met vloeistof, die afkomstig is uit het reservoir van de striptoren (1), via toevoer (2) onder in striptoren (1) wordt gebracht.

De vloeistofafvoer via (12) resp. de gasafvoer via (9) zijn in het bovenstaande reeds uiteengezet.

De effectiviteit van de werkwijze respectievelijk inrichting volgens de uitvinding kan worden beoordeeld aan de hand van een proef, waarbij als uitgangsmateriaal industrieel proceswater wordt gebruikt, dat als belangrijkste verontreiniging dichloormethaan en daarnaast ook andere organische verbindingen zoals diethylether, aceton, tetrahydrofuran, en pyridine bevat. Gevonden werd, dat bij een verontreiniging van het uitgangsmateriaal met ongeveer 5000-500.000 dpm dichloormethaan volgens het proces van de uitvinding een verwijdering van 99% kon worden gerealiseerd, onafhankelijk van de concentratie van deze verontreiniging in het uitgangsmateriaal .

Het zal een deskundige duidelijk zijn, dat de werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding talloze modificaties kunnen ondergaan, zonder dat van de geest van de uitvinding wordt afgeweken.

Claims (8)

1. Werkwijze voor het behandelen van een stroom, die een of meer gehalogeneerde koolwaterstoffen bevat, waarbij men de in de stroom aanwezige of daaruit afkomstige gasvormige en vloeibare componenten in de gasfase onderwerpt aan een gecombineerde behandeling met ozon bevattend gas en ultraviolette straling.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de ultraviolette straling een golflengte van minder dan 200 nm, in het bijzonder van ongeveer 185 nm bezit.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het ozon bevattende gas is gevormd door bestraling van een zuurstof bevattend gas met een golflengte van minder dan 200 nm, in het bijzonder van 185 nm, en/of een ozongenerator.

4. Inrichting geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze van een der conclusies 1-3, omvattende een strip-inrichting (1) met aan de onderzijde een toevoer (2) voor gas en/of gas bevattende vloeistof en aan de bovenzijde zowel een vloeistof toevoer (3) als een gasafvoer (4), die is aangesloten op een UV-behandelingseenheid (5, 6) en op een ozon leverende inrichting (7).

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de UV-behandelingseenheid (5, 6) aan de afvoerzijde daarvan is aangesloten op toevoer (2) van stripinrichting (1).

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, waarbij de toevoer (2) van de stripinrichting deel uitmaakt van een kringloop (8) voor het recirculeren van vloeistof onder in de stripinrichting (1).

7. Inrichting volgens een of meer der conclusies 4-6, waarbij aan de bovenzijde van de stripinrichting (1) zich een gasafvoer (9) bevindt, die is aangesloten op een afgasbehandelingseenheid (10), die is verbonden met een drukregelaar (11).

8. Inrichting volgens een of meer der conclusies 4-7, waarbij aan de onderzijde van de stripinrichting (1) zich een vloeistofafvoer (12) bevindt, die is verbonden met een vloeistof niveauregelaar (13).