NL8901269A - Afsluiter, in het bijzonder voor een bederfelijk medium. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Afsluiter, in het bijzonder voor een bederfelijk medium.

De uitvinding heeft betrekking op een afsluiter zoals beschreven in de aanhef van conclusie 1.

Een dergelijke afsluiter is op zich bekend uit het Belgisch octrooischrift 900787. Bij deze bekende afsluiter bestaan zowel het eerste als het tweede element uit een schijf welke is voorzien van dwars op de eindvlakken ervan staande boringen waarop de beide kanalen uitmonden en waarbij de, het eerste element vormende, eerste schijf voor het al dan niet afsluiten der kanalen ten opzichte van de tweede schijf kan worden verdraaid.

Deze bekende afsluiter heeft een betrekkelijk gecompliceerde constructie waarbij in het bijzonder voor het afdichtend aansluiten van de kanalen op de schijven bijzondere maatregelen moeten worden getroffen om een blijvend vlak aanliggen der schijven op elkaar te verzekeren; bij de toegepaste afdichtringen ontstaan ruimten waarin zich bactieriënnesten kunnen vormen. De opbouw van deze bekende afsluiter is door het betrekkelijk grote aantal onderdelen gecompliceerd en dus duur. Het feit dat de uitstroompijp is vastgezet aan het bewegend deel der kraan maakt het onmogelijk een afvoerpijp met een gebogen verloop - zoals bij het tappen van bier gewenst - toe te passen terwijl de constructie kwetsbaar is: op de afvoerpijp inwerkende stoten worden direkt overgedragen op de afdichtende elementen.

De uitvinding beoogt deze bezwaren te ondervangen en dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met de maatregelen beschreven in het kenmerk van conclusie 1, waarbij gunstige uitvoeringsvormen zijn aangegeven in de conclusies 2-5.

De volgens de uitvinding voorgestelde maatregelen resulteren in een eenvoudige afsluiter met gering aantal onderdelen en zonder extra afdichtelementen die in de afgesloten stand steeds volledig leegloopt zodat de afsluiter zeer geschikt is voor een bederfelijk medium zoals bier. Bovendien kan de klep volgens de uitvinding, juist omdat na het tappen geen resten achterblijven, gebruikt worden als wisselklep in een automatische tapinstallatie voor het naar keuze tappen van een van een aantal (fris)dranken.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin is:

Figuur 1 een langsdoorsnede van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; figuur 2 een aanzicht in de richting van de pijl II - II in figuur 1; figuur 3 een aanzicht in de richting III-III in figuur 1; figuur 4a-4c aanzichten overeenkomstig figuur 2 van drie werkstanden der afsluiter.

In de in de figuren afgebeelde uitvoeringsvorm bestaat het deel dat in de conclusies is aangeduid als "eerste element" uit een schijf 2 met een vlak afgewerkt voorvlak 4. Deze schijf kan uit elk geschikt materiaal zijn vervaardigd, bijvoorbeeld uit kunststof, van een oppervlaktecoating voorzien metaal, of keramisch materiaal. Het deel dat in de conclusies is aangeduid als "tweede element" bestaat uit een cylindrisch blok 6 met een eveneens vlak afgewerkt eindvlak 8 bestemd ter samenwerking met het vlak 4. Dit cylindrisch blok 6 is vastgeschroefd in een houder 10 en is dus stationair terwijl de schijf 2 uitgaande van het eindvlak 12 een as 14 draagt waaraan een bedieningselement 16 is bevestigd zodat de schijf 2 ten opzichte van het blok 6 kan worden verdraaid.

Het bedieningselement 16 kan op elke gewenste wijze zijn uitgevoerd en bijvoorbeeld bestaan uit een bedieningsmotor of daarmee zijn gekoppeld. De as 14 is geleid in de bus 18 die is opgenomen in het eindvlak 20 van een cylindrische eindhuls 22 die door middel van de schroefdraad 24 is vastgezet op het blok 6. Schotelveren 26 opgenomen tussen de binnenwand van het eindvlak 20 en de wand 12 van de schijf 2 zorgen ervoor dat de schijf 2 met de juiste voorspanning tegen het blok 6 aanligt.

In het blok 6 zijn twee kanalen gevormd en wel een eerste kanaal 28 dat is verbonden met de leiding 30 via welke het medium, bijvoorbeeld bier, in de richting van de pijl 32 wordt aangevoerd en een tweede kanaal 34 dat in verbinding staat met de leiding 36 via welke het medium in de richting van de pijl 38 wordt afgevoerd wanneer de afsluiter is geopend. Het feit dat de beide leidingen, 30 en 36, zijn verbonden met een tijdens bedrijf van de klep stationair deel, i.e. het blok 6, is in de praktijk een groot voordeel daar het geheel daardoor minder kwetsbaar is en men beide leidingen elk gewenst verloop kan geven, wat in het bijzonder voorde tapleiding 36 van belang is.

Zoals uit de figuur blijkt mondt het kanaal 34 uit in het eindvlak 8 ter plaatse van de hartlijn 40 van de as 14; het kanaal 28 mondt een korte afstand daarboven uit. Een derde kanaal 42 mondt naast het kanaal 28 uit in het voorvlak 8 (zie figuur 2) waarbij de afstand tussen het hart van de uitmonding 42a van dit kanaal en het hart van de uitmonding 34a van het kanaal 34 enerzijds, en de afstand tussen het hart van de uitmonding 28a van het kanaal 28 en het hart van de uitmonding 34a anderzijds onderling gelijk is. Dit kanaal 42 staat via de opening 44 in verbinding met de buitenlucht.

In de schijf 2 is een verdeelkanaal 46 gevormd dat in de afgebeelde uitvoeringsvorm bestaat uit een van het voorvlak 4 uitgaande uitsparing waarvan het ondereinde 46a samenvalt met de uitmonding 34a terwijl deze uitsparing zo lang is dat het boveneinde 46b de uitmondingen 28a en 42a kan bedekken. Met de in het voorgaande beschreven, zeer eenvoudige, configuratie worden de volgende mogelijkheden verkregen:

In de in de figuren 1 en 3 en 4a getekende stand van de schijf 2 verbindt het verdeelkanaal 46 het kanaal 28 rechtstreeks met het kanaal 34 zonder dat daarbij abrupte overgangen optreden; het via de leiding 30 aangevoerde medium, in het bijzonder bier, kan ongehinderd en zonder dat door overgangen turbulenties worden veroorzaakt doorstromen naar de tapleiding 36.

Wanneer de schijf 2 vanuit deze stand naar links wordt gedraaid ontstaat de situatie volgens figuur 4b en in deze stand is het kanaal 28 afgesloten door het eindvlak van de schijf 2. Het verdeelkanaal 46 is echter nog steeds in verbinding met het kanaal 34 zodat in het verdeelkanaal nog aanwezig medium geheel kan wegstromen: er blijven in het verdeelkanaal geen resten over wat uiteraard van groot belang is.

Wanneer echter de schijf 2 uitgaande van de stand volgens figuur 4a rechtsom wordt gedraaid, dus tot in de figuur 4c getekende stand wordt het kanaal 28 ook afgesloten doch nu staat het afvoerkanaal 34 staat in direkte verbinding met de buitenlucht zodat niet alleen verdeelkanaal 46, kanaal 34 en afvoerleiding 36 zeer snel en volledig leegstromen doch ook de mogelijkheid bestaat met een reinigingsorgaan, bijvoorbeeld een borstel, via het kanaal 44 zowel het verdeelkanaal 46 als het kanaal 34 en de leiding 36 te reinigen.

Het is uiteraard mogelijk meer dan één toevoerleiding toe te passen, elk uitgevoerd op de wijze zoals beschreven voor de leiding 30, en zoals schematisch aangegeven voor de met streeplijnen getekende leiding 30' met het kanaal 28' en de uitmonding 28'a. Dan verkrijgt men een wisselklep die bijzonder geschikt is voor toepassing in een drankenautomaat.

Uit het voorgaande blijkt dat met een zeer beperkt aantal, eenvoudig te vervaardigen en gemakkelijk te assembleren elementen een afsluiter wordt verkregen die aan alle, aan een afsluiter voor bederfelijke media te stellen eisen voldoet.

Claims (5)

1. Afsluiter, in het bijzonder voor een bederfelijk medium zoals bier, omvattende een van een verdeelkanaal (46) voorzien, door een bedieningsorgaan rond een draaias te verdraaien eerste element (2) waarvan een loodrecht op de draaias staand eindvlak(4), waarin het verdeelkanaal (46) uitmondt- afdichtend samenwerkt met een eveneens loodrecht op deze as staand eindvlak (8) van een tweede element (6) waarin een in dit eindvlak uitmondend eerste mediumkanaal (28) is opgenomen, een en ander zodanig dat het eerste mediumkanaal (28) al dan niet in verbinding kan worden gebracht met een tweede mediumkanaal (34), met het kenmerk, dat dit tweede mediumkanaal (34) eveneens in het tweede element (6) is opgenomen en ter plaatse van het snijpunt van de draaias (40) met het eindvlak (8) daarvan in dit eindvlak (8) uitmondt, terwijl het verdeelkanaal (46) met beide einden in het eindvlak (4) van het eerste element (2) uitmondt en wel met een eerste einde (46) terplaatse van het snijpunt van de draaias (40) met dit eindvlak (4) en met het tweede einde (46b) op een afstand daarvan overeenkomend met de afstand tussen de uitmondingen (28a, 34a) van het eerste (28) en het tweede (34) kanaal.

2. Afsluiter volgens conclusie 1, gekenmerkt door een derde, in het tweede element aangebracht,(ontluchtings)kanaal (42) dat met één einde (44) in de buitenlucht, en met het andere einde (42a) in het eindvlak van dit tweede element uitmondt.

3. Afsluiter volgens conclusie 1-2, met het kenmerk, dat het verdeelkanaal (46) is uitgevoerd als een van het eindvlak uitgaande in het eerste element gevormde, uitsparing.

4. Afsluiter volgens conclusie 1-3, gekenmerkt door tenminste één extra, in het eindvlak (8) van het tweede element (6) uitmondend, eerste mediumkanaal (28' ).

5. Afsluiter volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat het eerste element (2) is gevormd als een ronde schijf en het tweede element (6) als een cylindrisch blok dat aan het naar de schijf gerichte einde een afsluitbus (22) draagt waarbinnen één of meer op de schijf inwerkende drukveren (26) zijn opgenomen.