NL1008177C1 - Vloeistof-behandelingsinstallatie met afsluiter, en die afsluiter. - Google Patents

Description

Titel: Vloeistof-behandelingsinstallatie met afsluiter, en die afsluiter.

De uitvinding heeft betrekking op een vloeistof-behandelings-5 installatie met afsluiter, zoals een afvalwater-verwerkingsin-stallatie of een apparaat voor het brouwen van hete drank zoals koffie. De uitvinding heeft tevens betrekking op de afsluiter waarmee die vloeistof-behandelingsinstallatie volgens de uitvinding is uitgerust. Hierna wordt de uitvinding 10 toegelicht aan de hand van een apparaat voor het brouwen van hete drank (hierna te noemen: koffiezet-apparaat), maar het zal duidelijk zijn de de uitvinding niet tot een dergelijk apparaat beperkt is.

Vloeistofbehandelingsinstallaties zijn uitgerust met een of 15 meer afsluiters (kleppen), om de vloeistofstroom te besturen.

De onderdelen van die afsluiters zijn blootgesteld aan de vloeistof. Dientengevolge is onder omstandigheden de levensduur van de afsluiter beperkt, waardoor vroegtijdige reparatie of vervanging met bijkomende kosten het gevolg is. Bijvoor-20 beeld zet zich kalk, of een andere stof uit de vloeistof zich af op de klep of de klepzitting, waardoor de afsluiter niet meer goed afdicht, en er ongewenste lekkage ontstaat.

De uitvinding beoogt, de levensduur van de vloeistofbehandelingsinstallatie te vergroten door daarvoor een verbeterde 25 afsluiter beschikbaar te stellen, om daarmee onderhoudskosten en kosten en ongemakken door storingen te verminderen of uit te bannen.

Het hierboven aangegeven doel wordt bereikt met de uitvinding zoals uiteengezet in de hierbijgevoegde conclusies.

30 In het hiernavolgende wordt de uitvinding nader toegelicht aan de hand van een momenteel voordelige, echter niet als limitatief voor de strekking van de uitvinding te beschouwen, uitvoering, onder verwijzing naar de bijgevoegde tekening, waarin een zij-aanzicht in doorsnede van de afsluiter volgens 35 de uitvinding is weergegeven.

De getoonde afsluiter 1 is onderdeel van een koffiezet-apparaat en wordt door middel van een met de klepsteel 4 verbonden solenoïde (niet zichtbaar) geopend en gesloten, waartoe de klep 2 bij voorkeur uitsluitend heen- en weer beweegbaar is in 1008177 2 hoofdzaak loodrecht op het afdicht-vlak. De afsluiter 1 regelt de heetwater-toevoer naar de brouwruimte, en dientengevolge zijn de klep 2 en de klepzitting 3 blootgesteld aan water met een temperatuur van ongeveer 90*C of hoger. Is het hete water 5 voorbij de afsluiter 1 gestroomd, wordt dit water gemengd met bijvoorbeeld theebladeren, koffiepoeder of soep in poedervorm. Bij bekende afsluiters op deze plaats in het koffiezet-appa-raat, ontstaat een aangroei van kalk-afzetting op de klep en de klepzitting. Dit leidt tot ondichtheden. Om het optreden 10 van ondichtheden zo lang mogelijk uit te stellen, maakt men de klep van meegevend rubber. Gebleken is dat rubber gevoelig is voor kalk-afzetting, en de keuze voor dat materiaal het probleem eigenlijk verergert. De klep en de klepzitting bij gesloten bekende afsluiter maken onderling een ringvormig 15 vlakken-contact.

De afsluiter 1 volgens de uitvinding bezit een klep 2 van een materiaal waarop kalk zich vergeleken met rubber minder gemakkelijk afzet, zoals keramisch materiaal. Bij voorkeur heeft het klep-oppervlak een zeer gladde, verregaand porie-20 vrije structuur. Verder zijn de klep 2 en de klepzitting 3 zo aan elkaar aangepast, dat bij gesloten afsluiter tussen de klep 2 en de klepzitting 3 een in hoofdzaak lijncontact bestaat. Dientengevolge is de vlaktedruk op de tegen elkaar steunende oppervlaktedelen van de klep 2 en de klepzitting 3 25 zo hoog, dat een eventuele afzetting van kalk wordt verbrijzeld en daardoor automatisch van de klep 2 en/of de klepzitting 3 wordt verwijderd. Om dergelijke hoge vlaktedrukken probleemloos te weerstaan, zijn ten minste de met elkaar contact makende delen van de klep en de klepzitting van hard 30 materiaal, waarvoor keramisch materiaal eveneens een geschikte keuze is. De klep 2 is sferisch en de klepzitting 3 "zoekend" voor de klep 2 uitgevoerd. Dientengevolge wordt een goede zitting van de klep 2 op de klepzitting 3 verzekerd. Bij voorkeur steekt de klep 2 ten dele in de zitting 3.

35 Natuurlijk zijn er ook andere uitvoeringen voor de uitvinding denkbaar. Bijvoorbeeld waarbij de klep 2 kegelvormig (eventueel afgeknot) is. De klepzitting 3 hoeft dan niet "zoekend" te 1008177 3 zijn uitgevoerd. Of waarbij de klep 2 bijvoorbeeld een oppervlak van R.V.S. heeft. Eventueel worden klep 2 en zitting 3 rond hun as gedraaid ten opzichte van elkaar wanneer zij onderling steunen, om afzetting af te schuren, waartoe er 5 rotatiemiddelen zijn.

1008177

Claims (7)

1. Vloeistofbehandelingsapparaat met een afsluiter voor het besturen van de vloeistofstroom, de afsluiter heeft een klep en een klepzitting, in de gesloten stand van de afsluiter rust 5 de klep afdichtend op de klepzitting, en de oppervlaktedruk en/of de aandrijving en/of de aard van het materiaal van de klep en/of de klepzitting in de gebieden waar zij contact maken met elkaar bij gesloten afsluiter is/zijn zodanig, dat een eventuele afzetting op de klep en/of de klepzitting in die 10 contactgebieden wordt losgemaakt, bij voorkeur zodanig, dat een betrouwbaar functioneren langdurig wordt gewaarborgd.

2. Apparaat volgens conclusie 1, waarbij de afsluiter is opgenomen in een vanaf een toevoer van hete vloeistof zich uitstrekkende leiding.

3. Apparaat volgens conclusie 1 of 2, waarbij de vloeistof, na passeren van de afsluiter, in een brouwkamer terecht komt, waarbij die brouwkamer bij voorkeur een van de vloeistoftoevoer separate toevoer voor brouwmiddel, zoals koffie of thee, heeft.

4. Apparaat volgens conclusie 3, waarbij de brouwkamer een naar een opstelplaats voor een beker of kan leidend doseerka-naal heeft.

5. Apparaat volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de klep en/of klepzitting althans in het met elkaar 25 contact makende deel uit hard materiaal, zoals keramisch of metalen materiaal, zoals staal, bestaat.

6. Apparaat volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de klep en/of klepzitting zodanig gevormd zijn, dat zij in de afdichtstand een in hoofdzaak lijncontact maken.

7. Afsluiter, omvattende een klep en een klepzitting, in de gesloten stand van de afsluiter rust de klep afdichtend op de klepzitting, en de oppervlaktedruk en/of de aandrijving en/of de aard van het materiaal van de klep en/of de klepzitting in de gebieden waar zij contact maken met elkaar bij gesloten 35 afsluiter is/zijn zodanig, dat een eventuele afzetting op de klep en/of de klepzitting in die contactgebieden wordt losgemaakt . 1008177