NL8901163A

NL8901163A - Inrichting voor de opslag en transport van een eindloze band en een duplicatiesysteem voor beschreven band.

Info

Publication number: NL8901163A
Application number: NL8901163A
Authority: NL
Original assignee: Sony Magnescale Inc
Priority date: 1988-05-10
Filing date: 1989-05-09
Publication date: 1989-12-01
Also published as: US5095390A; DE3915332C2; NL193643B; IT8947935A0; NL193643C; GB2219428A; KR900018964A; GB8910714D0; GB2219428B; IT1231585B; DE3915332A1; KR930004976B1

Description

Λ D ΗΟ/ΑΜ/1960 "Inrichting voor de opslag en transport van een eindloze band en een duplicatiesysteem voor beschreven band"

De uitvinding betreft een inrichting voor de opslag en transport van een eindloze band voor de opslag van de eindloze band en het transport van de opgeslagen band met hoge snelheid. Voorts betreft de uitvinding een bandduplicatie-05 systeem voor de overdracht van vastgelegde informatie op een masterband naar een eindloze band in de vorm van een slaaf-band.

Bij het dupliceren en registreren van hoge snel-heidsbanden alsmede gegevensverwerkende apparatuur die van 10 een eindloze band gebruik maakt, is het gebruikelijk om een eindloze-bandopslaginrichting te gebruiken waarin een lange band heen en weer gevouwen wordt op de wijze van een serpentine in een ongeveer rechthoekige opslaginrichting met voor-en achterwanden, die slechts enigszins meer dan de breedte 15 gescheiden zijn van de band die opgeslagen moet worden. In een dergelijke inrichting wordt de band normaal geladen van de bovenzijde af en wordt ervoor gezorgd dat deze heen en weer in een lus beweegt wanneer het andere einde onttrokken wordt aan de benedenzijde van de lusstapel. Het eigen gewicht 20 van de banden wordt gebruikt om de serpentinelussen binnen de opslag te houden. Een dergelijke opslaginrichting is beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 2,542,506, 2,889,491, 2,908,767 en 3,201,525. Een ander voorstel is gedaan in het Amerikaanse octrooischrift 4,000,516, waarin een aantal kor-25 te-bandtransporteurs gebruikt worden voor de overdracht van de eindloze band binnen de opslaginrichting.

Teneinde de problemen die gepaard gaan aan de apparatuur volgens de stand van de techniek te ondervangen, wordt in het Amerikaanse octrooischrift 4,387,843 een eindloze-30 bandopslagapparaat voorgesteld, die een voorwand en een ach- 8901 163 :* Λ <ί -2- terwand bevat die slechts weinig meer dan de breedte van de band die opgeslagen moet worden, is gescheiden, een paar in-gangs- en uitgangsopeningen aan de bovenzijde, een veerkrachtige verdeelarm gelegen nabij de ingangsopening, een buigzaam 05 stuk flexibel materiaal dat omlaag hangt vanaf elke zijde van de inrichting en welke een kettinglijnvormige bodem vormt en een buigzame dempingslus die halverwege de hoogte van het apparaat is opgesteld en nabij de uitgangszijde daarvan teneinde fluctuaties in de bandspanning te dempen en het stapelen 10 van de band binnen de inrichting te bevorderen.

Alhoewel het laatstgenoemde octrooischrift de stand van de techniek verbetert, voldoet het steeds nog niet geheel om een voldoende hoge snelheid toe te staan bij een duplica-tiesysteem. Om een hogere bandsnelheid te verkrijgen, wordt 15 verwezen naar de Amerikaanse octrooiaanvrage 113,737 ingediend op 28 oktober 1987, welke uitvinding tevens is gepubliceerd in het Britse octrooischrift 2,198,281. De daarin beschreven inrichting bevat een huis dat een strookvormige opslagruimte vormt. Het huis heeft tenminste één omtrekswand 20 die kan oscilleren. Oscilleren van de oscilleerbare wand levert een bewegingscomponent in de bandtransportrichting op.

De opslaginrichting bevat middelen voor het uitoefenen van een extern gegenereerde transportkracht op de eindloze band, welke kracht een component bezit in de bandopvoerrichting 25 voor de overdracht van de eindloze band. De oscilleerbare band werkt samen met de kracht uitoefenende middelen om de band van de inlaat van het huis naar de uitlaat ervan op evenwichtige manier te transporteren.

De eerder voorgestelde inrichting levert succes op 30 om de handbeweging in de opslag tot stand te brengen, zodat een hoge bandsnelheid mogelijk wordt. Bij deze voorgestelde inrichting is echter een bezwaar dat de band in de opslagmid-delen opgestapeld wordt in de nabijheid van de uitlaat van het huis. Hierdoor ontstaat de neiging dat de band wordt be-35 schadigd en dat de mogelijkheid de band op te voeren wordt verminderd. Om dit probleem te ondervangen, wordt het noodzakelijk om de bandoverdrachtssnelheid binnen de opslagappara-tuur synchroon te laten verlopen met de bandopvoersnelheid in 89 01 163 it * -3- het duplicatiesysteem. Het wordt derhalve nodig de eindloze bandopvoersnelheid in te stellen in afhankelijkheid van de lengte van de band die opgeslagen moet worden in de inrichting en de bandopvoersnelheid in het duplicatiesysteem, Aan-05 gezien de lengte van de eindloze masterband variabel is afhankelijk van de lengte van de informatie die opgeslagen moet worden, is de instelling van de bandoverdrachtssnelheid steeds noodzakelijk wanneer de eindloze bandlengte wordt gevarieerd .

10 In de laatste tijd zijn er verschillende soorten kwaliteit van banden ontwikkeld. In vele gevallen zijn banden van hoge kwaliteit zoals metalen banden, gevoelig voor spanningen en kunnen deze gemakkelijk beschadigd worden door betrekkelijk lage spanningen. Om te voorkomen dat de band wordt 15 beschadigd, wordt het dus nodig de bandopvoersnelheid van de opslaginrichting af te stemmen op het type band.

Het is het doel van de uitvinding een eindloze-bandopslaginrichting te verschaffen, die geen afstelling van de bandopvoersnelheid nodig maakt.

20 Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een duplicatiesysteem, dat het eindloze-bandopslagsysteem volgens de uitvinding toepast.

Volgens een ander aspect van de uitvinding omvat een eindloze-bandopslaginrichting een huis waarin een kamer 25 aanwezig is voor de opslag van de eindloze band, waarbij het huis een inlaat heeft waardoorheen de band wordt ingebracht en een uitlaat waardoor de band wordt uitgetrokken, een beweegbaar deel behorende bij de inlaat, welke de band in opgevouwen vorm opslaat en de band die daarop is aangebracht, 30 overdraagt naar de uitgang, een stationair deel stroomafwaarts van het beweegbare deel dat de overdrachtssnelheid van de band afremt en de overgedragen band accumuleert.

De kamer kan in een horizontaal vlak liggen voor de opslag en de overdracht van de band op het horizontale vlak.

35 Het beweegbare deel omvat een beweegbare plaat en een externe stuurinrichting voor het sturen van de beweegbare plaat om overdrachtskrachten uit te oefenen op de daarop aangebrachte band. De besturingseenheid bevat een veerorgaan dat veer- 8901 163.’

A

ƒ -4- krachtig de beweegbare plaat steunt, een juk en elektromagneet combinatie, waarbij de elektromagneet periodiek wordt bekrachtigd en ontkrachtigd om vibratie-energie op te wekken welke een component heeft in de bandoverdrachtsrichting.

05 In de voorkeursuitvoering is het eerste stationaire deel voorzien van middelen voor het variëren van de over-drachtsrichting.

De stuureenheid omvat een veerorgaan voor het veerkrachtig steunen van de beweegbare plaat en piezo-elektrische 10 elementen die periodiek bekrachtigd en ontkrachtigd worden voor het genereren van vibratie-energie waarvan er een component is in de bandoverdrachtrichting. De kamer is gescheiden in een eerste bandoverdrachtsgedeelte behorende bij de inlaat en een tweede bandoverdrachtsgedeelte behorende bij de uit-15 laat, een eerste beweegbaar deel en een eerste stationair deel die in het eerste bandoverdrachtsgedeelte zijn ondergebracht en een tweede beweegbaar deel en een tweede stationair deel die zijn aangebracht in het tweede bandoverdrachtsgedeelte , waarbij de eerste en tweede beweegbare delen de band 20 daarop in verschillende richtingen ten opzichte van elkaar bewegen.

De kamer is gescheiden in een eerste bandoverdrachtsgedeelte behorende bij de inlaat en een tweede bandoverdrachtsgedeelte behorende bij de uitlaat, een eerste be-25 weegbaar deel dat ondergebracht is in het eerste bandoverdrachtsgedeelte en een tweede beweegbaar deel en een tweede stationair deel dat ondergebracht is in het tweede bandoverdrachtsgedeelte en een derde beweegbaar gedeelte voor de overdracht van de band die bewogen is door het eerste band-30 overdrachtsgedeelte naar het tweede bandoverdrachtsgedeelte, waarbij de eerste, tweede en derde beweegbare gedeelten de band daarop overdragen in verschillende richtingen ten opzichte van elkaar.

Het eerste bandoverdrachtsgedeelte draagt een band 35 over in een richting nagenoeg evenwijdig aan de bandopvoer-richting bij de inlaat en een tweede bandoverdrachtsgedeelte draagt de band over in een richting tegengesteld aan de bandoverdrachtsrichting in het eerste bandoverdrachtsgedeelte.

89 0 1 163 : ns -5-

De eindloze-bandopslaginrichting kan voorts een stationaire plaat omvatten, die gericht is op een positie binnen het draaigedeelte, waar de bandoverdrachtsrichting veranderd wordt tussen de eerste en tweede bandoverdrachtsge-05 deelten.

Volgens een ander aspect van de uitvinding omvat een eindloze-bandopslaginrichting: een huis dat een nagenoeg cirkelvormige kamer bezit, een inlaat waardoorheen de band ingebracht wordt in de cirkelvormige kamer en een uitlaat 10 waardoorheen de band binnen de cirkelvormige kamer wordt uitgetrokken, een beweegbare plaat welke een bodem van de kamer vormt, een stuureenheid behorende bij de beweegbare plaat voor het uitoefenen van energie in omtreksrichting voor de opvoer van de band in de omtreksrichting van de inlaat en de 15 uitlaat.

De eindloze-bandopslaginrichting kan voorts een stationaire plaat bevatten, die is opgesteld in de nabijheid van de uitlaat voor het afremmen van de bandoverdrachtssnel-heid en het accumuleren van de band daarop.

20 De stuureenheid genereert een vibratie-energie voor het aandrijven de beweegbare plaat teneinde deze te vibreren, waarbij de vibratie van de beweegbare plaat een component heeft gericht in de omtreksrichting. De stuureenheid stuurt de beweegbare plaat om te roteren met een rotatiesnelheid 25 corresponderend met een gewenste bandoverdrachtssnelheid. De stuureenheid omvat een veerorgaan dat veerkrachtig de beweegbare plaat, een juk en een elektromagnetische combinatie steunt, waarbij de elektromagneet periodiek wordt bekrachtigd en ontkrachtigd on vibratie-energie te genereren, welke een 30 component bezit in de bandoverdrachtsrichting.

De stuureenheid omvat een veer voor het veerkrachtig steunen van de beweegbare plaat en de piezo-elektrische elementen, die periodiek bekrachtigd en ontkrachtigd worden voor het genereren van de vibratie-energie met een component 35 in de bandoverdrachtsrichting.

Volgens een ander aspect van de uitvinding omvat een bandduplicatiesysteem voor het dupliceren van informatie die is vastgelegd op een eindloze masterband naar een continu 89 01 163 .s * -6- opgevoerde blanco slaafband: eerste middelen voor het vormen van een eerste baan door welke de masterband wordt gecirculeerd, tweede middelen voor het bepalen van een tweede baan waardoorheen de slaafband wordt opgevoerd, waarbij de tweede 05 baan een informatie-overdrachtsgedeelte bezit waarop de slaafband de masterband ontmoet, derde middelen die actief zijn op het informatie-overdrachtsgedeelte voor het dupliceren van informatie op de masterband naar de slaafband en een eindloze-bandopslaginrichting omvattende een huis met een ka-10 mer voor de opslag van de eindloze masterband, welk huis een inlaat heeft waardoorheen de masterband ingebracht wordt en een uitlaat waardoorheen de masterband uitgetrokken wordt, een beweegbaar deel behorende bij de inlaat voor het opslaan van de masterband in gevouwen vorm en de overdracht van de 15 masterband daarop naar de uitlaat, een stationair gedeelte stroomafwaarts van het beweegbare deel voor het afremmen van de overdrachtssnelheid van de masterband en het accumuleren van de overgedragen masterband.

Volgens een ander aspect van de uitvinding omvat 20 een bandduplicatiesysteem voor het dupliceren van informatie die is vastgelegd op een eindloze band masterband naar een continu opgevoerde blanco slaafband: eerste middelen voor het vormen van een eerste baan waardoorheen de masterband wordt gecirculeerd, tweede middelen voor het bepalen van een tweede 25 baan waardoorheen de slaafband wordt opgevoerd, welke tweede baan een informatie-overdrachtsgedeelte heeft waar de slaafband de masterband ontmoet, derde middelen die actief zijn op het informatie-overdrachtsgedeelte voor het dupliceren van informatie op de masterband naar de slaafband en een eindloze 30 bandopslaginrichting omvattende een huis met een cirkelvormige kamer, een inlaat waardoorheen de masterband ingebracht wordt in de cirkelvormige kamer en een uitlaat waardoorheen de masterband binnen de cirkelvormige kamer wordt uitgetrokken, een beweegbare plaat die de bodem van de kamer vormt, 35 een stuureenheid behorende bij de beweegbare plaat voor het uitoefenen van energie in omtreksrichting voor de opvoer van de masterband in de omtreksrichting van de inlaat naar de uitlaat.

8801163? -7-

Korte beschrijving van de tekeningen

De uitvinding zal beter worden begrepen aan de hand van een gedetailleerde beschrijving en de bijgaande tekeningen van voorkeursuitvoeringen, die echter niet de uitvinding 05 begrenzen tot specifieke uitvoeringsvormen maar dienen ter verduidelijking en meer begrip.

In de tekeningen toont: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een eindloze-bandopslaginrichting volgens 10 de uitvinding, die is getekend in een vorm waarin deze wordt gebruikt in een bandduplicatiesysteem volgens de uitvinding, fig. 2 een bovenaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting uit fig. 1, fig. 3 een deel van de eerste uitvoeringsvorm van 15 de eindloze-bandopslaginrichting volgens de uitvinding, waarin een aandrijfmechanisme is getekend voor het leveren van een bandopvoerkracht voor de inrichting, fig. 4 tot 6 tekeningen zijn die het proces aangeven van het in het begin plaatsen van de eindloze band in de 20 eerste uitvoeringsvorm van de inrichting uit fig. 1, fig. 7 een weergave van de eerste uitvoeringsvorm van de inrichting voor de opslag van een relatief korte eindloze band, fig. 8 een deel van een modificatie van de eerste 25 uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, fig. 9 een vooraanzicht van een tweede modificatie van de eerste uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, fig. 10 een perspectivisch aanzicht met uiteengenomen delen van een tweede uitvoeringsvorm van een eindloze-30 bandinrichting volgens de uitvinding, fig. 11 een bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de eindloze-bandopslaginrichting, fig. 12 een perspectivisch aanzicht met uiteengenomen delen van eén derde uitvoeringsvorm van een eindloze-35 bandopslaginrichting volgens de uitvinding, fig. 13 een bovenaanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de eindloze-bandopslaginrichting uit fig. 12, fig. 14 een bovenaanzicht van een modificatie van 8901 163 * -8- de derde uitvoeringsvorm van de eindloze-bandopslaginrichting volgens de uitvinding, fig. 15 een fragmentarisch perspectivisch aanzicht met uiteengenomen delen van de inrichting uit fig. 14, 05 fig. 16(A) en 16(B) de beweging van de band tijdens de bandoverdrachtsverrichting in de uitvoeringsvormen van fig. 13 en 14, fig. 17 de bandoverdrachtsrichting in een andere modificatie van een derde uitvoeringsvorm van de inrichting 10 volgens de uitvinding, fig. 18 een bovenaanzicht van een vierde uitvoeringsvorm van de opslaginrichting volgens de uitvinding, fig. 19 een vooraanzicht van een vierde uitvoeringsvorm van de opslaginrichting uit fig. 18, 15 fig. 20 een perspectivische weergave van een vierde uitvoeringsvorm met uiteengenomen delen van de eindloze-band-opslaginrichting uit fig. 18, fig. 21 een perspectivische weergave van een modificatie van een vierde uitvoeringsvorm met uiteengenomen de-20 len, fig. 22 een perspectivisch aanzicht van een schijfvormige bodemplaat van de inrichting volgens fig. 18, fig. 23 een bovenaanzicht van een andere modificatie van een vierde uitvoeringsvorm van de eindloze bandop-25 slaginrichting volgens de uitvinding, fig. 24 een vooraanzicht van de eindloze-bandop-slaginrichting uit fig. 23, en fig. 25 een vooraanzicht van een modificatie van de eindloze-bandopslaginrichting uit fig. 23.

30

Beschrijving van de voorkeursuitvoeringen zoals blijkt uit de tekeningen, met name uit fig. l tot 3, is de eerste uitvoeringsvorm van het eindloze-band-opslagapparaat volgens de uitvinding gekoppeld met een dupli-35 catiesysteem voor de overdracht van informatie op een eindloze masterband 2 naar een slaafband 6. In de getekende uitvoeringsvorm is een duplicatiesysteem ingericht om geschreven informatie op een videoband te dupliceren. De masterband 89 0 1 163 .' » -9- heeft informatie in omgekeerde vorm, zodat informatie in de normale vorm naar de slaafband overgedragen kan worden.

Het duplicatiesysteem heeft een horizontaal mechanisch paneel 17 aangebracht op een bodemdeel 16. Een toevoer-05 haspel 7 en een opneemhaspel 5 zijn op het mechanisch paneel geplaatst om de slaafband 6 op te voeren en op te nemen. De slaafband 6 loopt van de toevoerhaspel 7 naar de opneemhaspel 5 via de overdrachtskop 3a. Luchtspanningsorganen 18 en 19 dienen in de slaafbandbaan voor het instellen van de spanning 10 op de slaafband 6.

De masterband 2 is in de voorkeursuitvoering van de eindloze-opslaginrichting opgeslagen, welke inrichting het verwijzingscijfer 33 draagt. De inrichting 33 heeft een horizontale bandopneemkamer 34 voor het opnemen van de eindloze 15 masterband 2. De kamer 34 heeft een inlaat 12a en een uitlaat 12b, behorende bij een masterbandbaan die gevormd wordt op het mechanisch paneel 17 van een duplicatiesysteem. De masterbandbaan loopt van de uitlaat 12b van de kamer 34 en de inlaat 12a over de overdrachtskop 3a. Kaapstanders 20 en 21, 20 een geleidingsrol 37d en een met lucht spannend orgaan 8 en 10 zijn aangebracht in de nabijheid van de baan van de masterband. De masterband 2 ontmoet de slaafband 6 om het infor-matie-overdrachtsgedeelte, waar de overdrachtskop op gesteld is. De informatie overdragende verrichting wordt uitgevoerd 25 in het informatie-overdrachtsgedeelte op bekende wijze door middel van de kop 3a en de roterende trommel 3.

De eindloze-bandopslaginrichting 33 zorgt ervoor dat de kamer 34 op ongeveer dezelfde horizontale hoogte als het mechanische paneel 17 van het duplicatiesysteem ver-30 keert. De inrichting 33 heeft een vibratieplaat 31 en een stationaire plaat 32. De vibratieplaat 31 en de stationaire plaat 32a werken samen om een bodem van de wandopnemende kamer 34 te vormen. Zoals blijkt uit de figuren 1 en 2 is de vibratieplaat 31 op de inlaatzijde en de stationaire plaat 35 32a op de uitlaatzijde opgesteld. De stationaire plaat 32a is integraal gevormd met de verticaal zich uitstrekkende platen 32, die vast opgesteld zijn op een bodem 33b van de langwerpige bandopslaginrichting. Anderzijds wordt de vibratieplaat 89 01 163 / -10- 31 gesteund door middel van bladveren 15a en 15b, die bevestigd zijn op het benedenoppervlak van de vibratieplaat 31.

Het benedeneinde van de bladveren 15a en 15b zijn vast opgesteld op een zwevende bodem 39. De zwevende bodem 39 wordt 05 veerkrachtig gesteund op de bodem 33b door middel van veren 25.

Zoals fig. 3 toont, zijn de bladveren 15a en 15b hellend opgesteld ten opzichte van het horizontale vlak en lopen hellend weg van de ingangszijde naar de uitgangszijde. 10 Op de zwevende bodem 39 is door middel van een be- vestigingsarm 13a een elektromagneet 13 gemonteerd. Tegenover de elektromagneet 13 is een juk 14 aangebracht. Het juk 14 is vast aangebracht op het benedenoppervlak van de vibratieplaat 31. De elektromagneet 13 werkt samen met het juk 14 om oscil-15 lerend de vibratieplaat 31 aan te drijven. De elektromagneet 13 dient om het juk aan te trekken teneinde een veerkrachtige hoekverplaatsing van de bladveren 15a en 15b over een hoek Θ ten opzichte van de beginstand te veroorzaken wanneer deze wordt bekrachtigd. Wanneer de elektromagneet 13 ontkrachtigd 20 wordt, keren de bladveren 15a en 15b veerkrachtig naar de be-ginstand terug. Voor de elektromagneet 13 wordt een voorafvastgestelde frequentie en een voorafvastgestelde amplitude van een stuursignaal aangelegd om de vibratieplaat 31 vibrerend te sturen. In de praktijk kan het stuursignaal een fre-25 quentie van 50 Hz hebben en een bepaalde gekozen amplitude om een hoekverplaatsing 9 van de bladveren 15a en 15b te bewerkstelligen. Daardoor wordt de vibratieplaat 31 aangedreven met de vibratie-energie met de verticale component b3 en de horizontale component b2· De band wordt overgedragen in een bewe-30 ging aangegeven door de lijn bi in fig. 3. Op dit tijdstip correspondeert de horizontale overdrachtsafstand b2 van de band in principe met de grootte van de bladveren 15a en 15b, zoals deze aangedreven worden door de elektromagneet 13.

De vibratieplaat 31 is gelegen op een hoogte die 35 enigszins hoger ligt dan de hoogte van de stationaire plaat 32. De vibratieplaat 31 en de stationaire plaat 32 zijn op afstand van elkaar geplaatst onder vrijlating van een spleet G zoals fig. 2 toont.

89 01 163 .

-11- i

De kamer 34 wordt begrensd door de vibratieplaat 31, de stationaire plaat 32 die als bodem van de kamer dienst doet, zijwanden 34a, 34b, 34c, 36a en 36b en een afdekplaat 35 is van doorzichtig materiaal, bijvoorbeeld een transparan-05 te hars, glas of dergelijke. Zijwanden 34a, 34b en 34c zijn gefixeerd op de bodem 33b. Anderzijds zijn de zijwanden 36a en 36b vastgezet op de stationaire plaat 32. De zijwanden 36a en 36b liggen op afstand van elkaar om de band daartussen naar de uitlaat 12b door te laten. Nabij de speling die be-10 staat tussen de wanden 36a en 36b, zijn wandgeleidingsrollen 37a en 37b en luchtmondstukken 38a en 38b aangebracht. De luchtmondstukken 38a en 38b dienen om druklucht te blazen in een richting tegengesteld aan de bandterugtrekrichting, zodat de gevouwen band glad uitgespreid kan worden. Voorts dienen 15 de luchtmondstukken 38a en 38b om de bandbaan te positioneren in de speling tussen de zijwanden 36a en 36b in het midden daarvan, zodat de band niet door contact met de zijwand beschadigd wordt.

Nabij de inlaat 12a is een luchtmondstuk 38a aanwe-20 zig. Het luchtmondstuk 38a dient om druklucht in de band-transportrichting af te geven teneinde te voorkomen dat de band vastraakt rond de inlaat 12a.

In de getekende uitvoeringsvorm is de lengte L van een bandoverdrachtsgedeelte waar de vibratieplaat 31 aanwezig 25 is en de lengte M van het stationaire deel waar de stationaire plaat 32 is opgesteld, bepaald door de volgende relatie: L : M = 2 : 1 30 In de experimenten die uitgevoerd zijn met de bo vengenoemde dimensionele relatie tussen de vibratieplaat 31 en de stationaire plaat 32, was een groot stuk band opgeslagen zonder dat de band tegen de zijwanden 36a en 36b terechtkwam. Door de bovengenoemde relatie tussen de afmetingen kan 35 een betere opslag verkregen worden alhoewel het niet nodig is om deze optimale relatie aan te houden. Zelfs wanneer de verhouding tussen de vibratieplaat 31 en de stationaire plaat niet voldoet aan de optimale relatie, zal de getekende uit- 89 01 16 3 > * ί -12- voeringsvorm van de eindloze-bandopslaginrichting volgens de uitvinding nog steeds voldoende capaciteit hebben voor de opslag van een band en de mogelijkheid om de band zonder problemen daardoorheen te bewegen.

05 In de praktische uitvoeringsvorm is de lengte L van de vibratieplaat 31 ongeveer 1000 mm en de lengte M ongeveer 500 mm. In een dergelijk geval kan de breedte van de vibratieplaat 31 en de stationaire plaat 32 ongeveer 500 mm zijn. De speling G tussen de vibratieplaat en de stationaire plaat 10 32 is ongeveer 1 mm. Wanneer de eindloze masterband opgeslagen is in een dergelijke opslag een lengte heeft van 250 m, heeft de horizontale component b2 van de vibratie een lengte van ongeveer 1 tot 2 mm en is de vibratiefrequentie ongeveer 100 Hz.

15 Zoals duidelijk zal zijn, kan de vibratiefrequentie f van de plaat 31 zodanig worden gekozen dat deze overeenstemt met of ligt in de buurt van de resonantiefrequentie van de massa van de vibratieplaat 31, waarbij de bladveren 15a en 15b en de bodem 39 de sturing van de elektromagneet 13 opti-20 maliseert. In een dergelijk geval wordt de overdrachtssnelheid van de band bepaald in hoofdzaak door de instelling van de grootte van de vibratie van de vibratieplaat.

Voor het in het begin plaatsen wordt de masterband die voordien gewikkeld was op een toevoerhaspel 40 voor de 25 masterband afgetrokken van de haspel en ingebracht in de kamer 34 via de inlaat 12a. Het vooreinde van de masterband wordt uitgetrokken uit de uitlaat 12b. De toestand waarin de voorzijde van de masterband wordt onttrokken aan de uitlaat 12b is getekend in fig. 4. Het vooreinde van de masterband 2 30 wordt vastgehouden in deze stand. Onder deze omstandigheid begint de kaapstander 20 te roteren en beginnen de luchtmondstukken 38a, 38b en 38c lucht af te geven. Tegelijkertijd begint de elektromagneet 13 te bewegen met een voorafvastge-stelde frequentie teneinde de vibratieplaat 31 te doen vibre-35 ren. Hierdoor wordt de masterband 2 geleverd door de toevoerhaspel 40 continu ingébracht in de binnenzijde van de kamer 34 en daarin in gevouwen vorm geaccumuleerd. Op dit tijdstip wordt, omdat de vibratieplaat 31 vibreert, de band binnen de 89 01 1 $3 ?

•V

i -13- kamer overgedragen naar de stationaire plaat 32 zoals fig. 5 toont. Wanneer de band die overgedragen door de vibratie van de plaat 31 de stationaire plaat 32 bereikt, wordt de extern uitgeoefende overdrachtskracht om de band in voorwaartse 05 richting op te voeren nul. De band wordt dan opgedrukt door het volgende bandgedeelte dat verblijft op de vibratieplaat 31 en derhalve onderworpen is aan de overdrachtskracht. Wanneer de band overgedragen op de stationaire plaat 32 en door de kracht die uitgeoefend wordt op het volgende bandgedeelte, 10 wordt de concentratie van de band op het overgangsgedeelte nabij de speling G groter dan de overige delen. Een dergelijk gebied met hoge concentratie remt de bandoverdrachtssnelheid af en zorgt voor het oplossen van de gevouwen band door de veerkracht van de band, terwijl deze zoals fig. 6 toont, be-15 weegt naar de uitlaat 12b. Na het plaatsen van de masterband in de kamer 34 in de in fig. 6 getekende vorm, worden het vooreinde en het achtereinde van de band met elkaar gekoppeld voor het vormen van een eindloze lus.

Wanneer de lengte van de band relatief kort is, 20 wordt de eindloze masterband 2 in de kamer 34 opgeslagen in de in fig. 7 getekende vorm.

Het getekende bandduplicatiesysteem treedt in werking na het plaatsen van de eindloze masterband in de getekende uitvoeringsvorm van de bandopslaginrichting. Tijdens 25 het dupliceren wordt de masterband 2 door de uitlaat 12b getrokken om aangedreven te worden door het informatie-overdra-gende gedeelte en komt de band in de kamer 34 via de inlaat 12a. De slaafband 6 die aanvankelijk gewikkeld is op de toe-voerhaspel 7 heeft een lengte die 16 tot 20 keer langer is 30 dan de lengte van de masterband, zodat 16 tot 20 kopieën van de vastgelegde informatie tijdens één werkcyclus vervaardigd kunnen worden. Zoals bekend is, vindt de duplicatieverrich-ting plaats bij een hoge snelheid zodat 16 tot 20 kopieën van de geregistreerde banden geproduceerd kunnen worden binnen 35 een periode van 13 tot 16 minuten. Tijdens het dupliceren kan, aangezien de masterband gevormd is tot een eindloze lus, het continu dupliceren voor de 16 tot 20 kopieën plaatsvinden.

8901163.

-14-

Tijdens dit dupliceren wordt de masterband in de kamer 34 overgedragen naar de stationaire plaat 32 door vi-bratie-energie die op de vibratieplaat 31 uitgeoefend wordt door middel van de elektromagneet 13 en de bladveren 15a en 05 15b. De band wordt afgeremd en geaccumuleerd in het over-drachtsgedeelte tussen de vibratieplaat 31 en de stationaire plaat 32 teneinde naar de uitlaat 12b te worden gedrukt, waardoor de band wordt opgelost door zijn eigen veerkracht teneinde de dichtheid ten opzichte van die van het over-10 drachtsgedeelte te verlagen. Dit veroorzaakt het evenwichtig onttrekken van de band door de uitlaat 12b. Aangezien de aanwezigheid van het overdrachtsgedeelte op succesvolle wijze voorkomt dat de band excessief wordt gevouwen of tegen de zijwand slaat, kan een grotere hoeveelheid band opgeslagen in 15 de inrichting. Aangezien de getekende uitvoeringsvorm geen invloed ondergaat van de bandlengte, is de afstelling van de bandtransportsnelheid in de bandopnemende kamer 34 niet nodig. In vergelijking met de eerder voorgestelde inrichting volgens het Britse octrooi 2,198,281, kan het massagewicht 20 van de vibratieplaat 31 gereduceerd worden met ongeveer twee derde om het vereiste vermogen voor het in vibratie brengen van de plaat 31 te beperken. De energieconsumptie is derhalve lager.

Fig. 8 toont een modificatie van de getekende uit-25 voeringsvorm van de eindloze-bandopslaginrichting volgens de uitvinding. In deze uitvoeringsvorm kan de elektromagneet als bron van vibratievermogen vervangen worden door een piezo-elektrisch element 4la en 41b. In een dergelijk geval worden over 180° in fase verschoven stuursignalen aangelegd op de 30 piezo-elektrische elementen 41a en 41b om oscillatie in een richting ai te verkrijgen.

Het is voorts mogelijk om de vibratieplaat in verticale richting te vibreren en een enigszins omlaag gerichte component voor de vibratieplaat naar de stationaire plaat tot 35 stand te brengen om de band over te dragen.

Fig. 9 toont een andere modificatie van de eerste uitvoeringsvorm, In deze uitvoeringsvorm wordt de vibratieplaat vervangen door een bandtransporteur 55 welke de bodem 8901 163 -15- van het overdrachtsgedeelte vormt, in dit geval bevindt de bandtransporteur 55 zich tussen een paar riemschijven 56 en wordt de transporteur aangedreven door middel van een motor 57 door middel van een aandrijfband 58. De aandrijfsnelheid 05 van de motor 57 is ingesteld om de gewenste overdrachtssnelheid te verkrijgen. Door de aanwezigheid van de stationaire plaat 48 kan een soortgelijk effect als bij de eerdergenoemde uitvoeringsvorm in deze derde uitvoering worden verkregen.

Fig. 10 toont de tweede uitvoeringsvorm van de 10 eindloze-bandopslaginrichting volgens de uitvinding. In deze uitvoeringsvorm wordt de band opnemende kamer 100 gevormd op het horizontale vlak. In de kamer 100 wordt de eindloze mas-terband overgedragen in de richtingen Fj, F2 en F3 zoals fig. 11 toont, zoals fig. 10 en ll tonen, is de kamer 100 ge-15 scheiden in de inlaatzijdekamer 102 en de uitlaatzijdekamer 104 door een deelwand 106. In de inlaatzijdekamer 102 bevindt zich een vibratieplaat 108 en de stationaire plaat 110, welke is voorzien van verticaal zich uitstrekkende steunorganen 110a. De vibratieplaat 102 is aangebracht in de nabijheid van 20 de inlaat 103 voor de overdracht van de eindloze band die in de kamer 102 naar de stationaire plaat 110 wordt gevoerd. De vibratieplaat 108 is ingericht om gestuurd te worden door een combinatie van bladveren 112 en piezo-elektrische elementen 114 en 116 op vrijwel dezelfde wijze als beschreven aan de 25 hand van de eerste uitvoeringsvorm. De bladveren 112 worden gesteund op een zwevende bodem 111, die door middel van veerkrachtige of elastisch vervormbare steunblokken 113 wordt gesteund .

De kamer 102 aan de inlaatzijde staat in verbinding 30 met de kamer 104 aan de uitlaatzijde via een opening 118. De vibratieplaat 120 is aangebracht in de kamer 104 aan de uitlaatzijde en in de nabijheid van de opening 118, zodat deze de band kan transporteren van de kamer aan de inlaatzijde naar de uitlaat 122. Evenals bij de vibratieplaat 108 is de 35 vibratieplaat 120 toegevoegd aan een bladveer 124 en piezo-elektrische elementen 126 en 128 en wordt gesteund op een zwevende bodem 130, die wordt gesteund door middel van veerkrachtige of elastisch vervormbare steunblokken 132. Nabij de 8901 163 .' ψ 'i -16- uitlaat is de stationaire plaat 134 aangebracht.

Om de eindloze band die overgedragen wordt naar de stationaire plaat 110 door de kamer 102 aan de inlaatzijde te transporteren naar de vibratieplaat 120, is een luchtmondstuk 05 136 aangebracht in de kamer aan de inlaatzijde en nabij de opening 118 om lucht af te geven naar de kamer 104 aan de uitlaatzijde, zodat het bandgedeelte gelegen in de nabijheid van de opening 118 in de kamer 104 aan de uitlaatzijde gedrukt kan worden.

10 In de tweede uitvoeringsvorm worden met het verwij- zingscijfer 138 luchtmondstukken aangeduid die opgesteld zijn nabij de inlaat 113, waarbij met 140 luchtmondstukken aangeduid worden in de nabijheid van _de uitlaat 122. De zijwand 142 begrenst de wand opnemende kamer, welke zijwand integraal 15 met de deelwand 106 is gevormd. Met het verwijzingscijfer 144 wordt een doorzichtbare afdekking aangeduid die de bovenzijde van de bandopnemende kamer afdekt. Met het verwijzingscijfer 146 is een kaapstander aan de inlaatzijde en met 148 een kaapstander aan de uitlaatzijde aangeduid. Een geleidingsrol 20 150 is opgesteld nabij de uitlaat 122.

Met de bovenbeschreven constructie kan de eindloze band op effectieve wijze overgedragen worden door de kamer 102 aan de inlaatzijde en de kamer aan de uitlaatzijde om een evenwichtige bandopvoer te verkrijgen evenals bij de eerste 25 uitvoeringsvorm. Aangezien de getekende uitvoeringsvorm een kortere afstand vereist tussen de inlaat en de uitlaat, kan de breedte in zijdelingse richting kleiner zijn dan bij de eerstgenoemde uitvoeringsvorm. Wanneer de tweede uitvoeringsvorm van de eindloze-bandopslaginrichting toegepast wordt 30 voor het bandduplicatiesysteem, kan de zijdelingse breedte van de duplicatiemachine worden beperkt.

De fig. 12 en 13 tonen een modificatie van de tweede uitvoeringsvorm van de eindloze-bandopslaginrichting volgens de uitvinding, in de getekende modificatie zullen ele-35 menten die voor de uitvoeringsvormen van fig. 10 en 11 gemeenschappelijk zijn worden weergegeven door dezelfde verwij-zingscijfers en zal een gedetailleerde discussie voor de eenvoud van de beschrijving achterwege blijven. In de getekende 89 01 163 7 -17- uitvoeringsvorm is dé stationaire plaat 110 in de kamer 102 aan de inlaatzijde vervangen door een vibratieplaat 152, die aangedreven wordt om een bandopvoerende vibratie in de richting F2 op te wekken. Deze vibratieplaat 152 dient voor de 05 overdracht van de band vanaf de kamer 102 aan de inlaatzijde naar de kamer 104 aan de uitlaatzijde, De vibratieplaat 152 wordt vibrerend aangedreven door een bimorf element 153 dat een paar piezo-elektrische elementen 154 en 155 omvat om de overdrachtskracht in de richting F2 te bewerkstelligen. Het 10 element 153 wordt gesteund op een zwevende bodem 156, die elastisch of veerkrachtig gesteund wordt door de steunen 157.

Met deze modificatie kan de overdracht van de band van de kamer 102 van de inlaatzijde naar de kamer 104 van de 15 uitlaatzijde worden gewaarborgd.

Fig. 14 en 15 tonen een verdere modificatie van de uitvoeringsvorm van fig. 12 en 14. In deze modificatie is een kleine stationaire plaat 154 aanwezig in de nabijheid van het uiteinde van de deelwand 106. Deze stationaire plaat 154 20 dient voor hét afremmen van de overdrachtssnelheid op het deel binnen de kromme en levert dus een overdrachtssnelheids-verschil tussen de binnenzijde en de buitenzijde van de kromme om een uniforme en evenwichtige overdracht van de kamer aan de inlaatzijde naar de kamer aan de uitlaatzijde te be-25 werkstelligen. Het effect van de stationaire plaat 154 zal duidelijk uit de weergave volgens de fig. 16(A) en 16(B).

Zoals blijkt uit fig. 16(A), wanneer de stationaire plaat 154 niet aanwezig is, komt het inlaatgedeelte van de band in de kamer 104 aan de uitlaatzijde om de bandoverdracht 30 om te keren. Zoals blijkt uit fig. 16(B) vertraagt het deel aan de inlaatzijde om de tijdsbepaling van het inbrengen in de kamer 104 aan de uitlaatzijde ongeveer gelijk te maken aan de delen in de inlaatzijde en de uitlaatzijde.

Fig. 17 toont een gemodificeerde constructie van de 35 vibratieplaten 108, 120 en 154 en de mechanische plaat 17 van het wandduplicatiesysteem. Met gebruikmaking van drie vibratieplaten, wordt de getekende constructie mogelijk om ruimte te sparen welke nodig is voor het installeren van het sys- 89 01 163 : ' -18-teem.

Fig. 18 en 19 tonen de derde uitvoeringsvorm van een langwerpige bandopslaginrichting volgens de uitvinding.

In deze uitvoeringsvorm wordt een bandopnemende kamer 200 ge-05 vormd op een horizontale plaat en begrensd door een vrijwel cirkelvormige buitenste zijwand 201 en een binnenste zijwand 203. De zijwanden 201 en 203 bevatten rechte wanddelen 201a en 203a om een deel voor het afremmen van de bandoverdrachts-snelheid te bepalen en de band te accumuleren. De bandopne-10 mende kamer 200 heeft op een cirkelvormige schijf een vibratieplaat 202. Evenals de eerdere uitvoeringsvormen, begrenst de bandopnemende kamer 200 een inlaat 230. Een drukrol 222 is aangebracht nabij de inlaat 230 om de band in de bandopnemende kamer in te brengen. De bandopnemende kamer 200 heeft 15 eveneens een eindwand 233, die een uitlaat 234 bepaalt voorzien van luchtmondstukken 236. Nabij de uitlaat 234 is een drukrol 238 aanwezig om de band uit de kamer 200 te trekken via de geleidingsrol 240. De bandopnemende kamer 200 is gesloten door een doorzichtige afdekking 242.

20 De schijfvormige vibratieplaat 202 is voorzien van jukken 204 die omlaag vanaf het benedenoppervlak ervan gericht zijn. De respectievelijke jukken 204 zijn radiaal opgesteld volgens symmetrische opstelling om een dynamische balans van de plaat 202 te verkrijgen. Elk juk 204 behoort bij 25 een bladveer 206 met piezo-elektrische elementen 208 en 210. De opstelling van de bladveer 206 en de piezo-elektrische elementen 208 en 210 zijn opgesteld op een zwevende bodem 212 die wordt gesteund op een elastische of veerkrachtige steun 213 op een stationaire bodem 215 en leveren een vibratierich-30 ting, die vrijwel samenvalt met de tangentiële richting van de cirkel van de cirkelvormige vibratieplaat 202.

In de getekende uitvoeringsvorm zijn vier jukken 204 en vier stelsels bladveren 206 en de piezo-elektrische elementen 208 en 210 aangebracht in omtreksrichting en met 35 gelijke intervallen in omtreksrichting.

De vibratieplaat 202 heeft een stapsgewijs benedenste deel 212 op een plaats tegenover de uitlaat 214. De stationaire plaat 216 is geplaatst in het stapsgewijze deel 212 89 0 1 163 -19- en wordt gesteund door de steunorganen 217. De stationaire plaat 216 heeft een dikte nagenoeg conform aan het stapsgewijze deel 214 waarbij een ruimte overblijft die voldoende is om contact tussen de vibratieplaat 202 en de stationaire 05 plaat 216 te vermijden.

Met de getekende uitvoeringsvorm dient de samengestelde vibratie-energie die uitgeoefend wordt op de vibratieplaat 202 om de band over te dragen in de band opnemende kamer volgens de omtreksrichting. De eindloze band die de kamer 10 binnenkomt via de inlaat 218 wordt dus langs de omtrek overgedragen door de vrijwel ringvormige bandopnemende kamer 202. Evenals in de eerdergenoemde uitvoeringsvormen dient de stationaire plaat om de bandoverdrachtssnelheid af te remmen en derhalve het afwikkelen van de gevouwen band mogelijk te 15 maken voorafgaande aan het uittreden uit de uitlaat 220.

Fig. 21 toont een modificatie van het aandrijfmechanisme voor het langs de omtrek aandrijven van een band rond de ringvormige de band opnemende kamer 202. Volgens deze modificatie zijn de zittingen 222 van de veer gemonteerd op 20 het benedenoppervlak van de vibratieplaat 202 in omtreksrich-ting en met langs de omtrek gelijk intervallen. De springzit-ting neemt de bladveren 206 op. Een juk 224 strekt zich uit van het benedenoppervlak van de vibratieplaat 202. Het juk ligt tegenover de elektromagneet 226, welke aangebracht is op 25 de zwevende bodem 212, teneinde het juk aan te drijven in tangentiële richting ten opzichte van de cirkel van de vibratieplaat. Met het getekende stelsel, kan derhalve de over-drachtsenergie in de omtreksrichting verkregen worden soortgelijk als de uitvoeringsvorm van de figuren 18 tot 20.

30 Fig. 22 toont een gemodificeerde vorm van een schijfvormige vibratieplaat 202 van een derde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding. In deze uitvoeringsvorm helt het bovenoppervlak van de vibratieplaat 202 enigszins naar het trapsgewijs gevormd deel in een richting ^ 35 teneinde een verdere evenwichtige bandoverdracht te verschaffen.

In het geval van een modificatie volgens fig. 22 omvat het aandrijfmechanisme voor de vibratieplaat de bladveren 206 en de elektromagneet 226 en het juk 224.

89 01 163 .1 t -20-

Pig. 24 toont een modificatie van de derde uitvoeringsvorm van de langwerpige bandopslaginrichting volgens de uitvinding. Volgens deze modificatie is de bandopnemende kamer aanwezig zonder de stationaire plaat. De getekende con-05 structie zal een evenwichtige overdracht van de band in om-treksrichting verschaffen door het uitoefenen van vibratie-energie in tangentiële richting. Als modificatie is de vibra-tieplaat vervangen door een roterende plaat 228 die roterend wordt aangedreven door middel van een elektromotor 230, via 10 een reductietandwieleenheid 232 en een aandrijfas 234. De ro-tatiesnelheid van de roterende plaat 228 kan ingesteld worden op de gewenste bandoverdrachtssnelheid. Zelfs met de getekende modificatie kan een equivalente bandoverdracht verkregen worden.

15 De aandacht wordt erop gevestigd dat, alhoewel de derde uitvoeringsvorm gebruik maakt van een cirkelvormige vi-bratieplaat, de configuratie van de vibratieplaat niet essentieel is voor de onderhavige uitvinding en elke passende vorm kan hebben.

8901 163

Claims

1. Eindloze-bandopslaginrichting omvattende: een huis met een kamer voor de opslag van de eindloze band, welk huis een inlaat heeft waardoorheen de band wordt ingébracht en een uitlaat waardoorheen de band naar 05 buiten bewogen wordt; een beweegbaar gedeelte behorende bij de inlaat, waarin de band in gevouwen vorm wordt opgeslagen en de daarop gemonteerde band overgedragen wordt naar de genoemde uitlaat; een stationair gedeelte stroomafwaarts van het be-10 weegbare deel, dat de overdrachtssnelheid van de band afremt en de overgedragen band accumuleert.

2. Eindloze-bandopslaginrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kamer op een horizontaal vlak is aangebracht voor de opslag en de overdracht van de band op 15 dat horizontale vlak.

3. Eindloze-bandopslaginrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het beweegbare deel een beweegbare plaat en een externe aandrijfeenheid voor het aandrijven van de beweegbare plaat omvat, voor het uitoefenen van een over- 20 drachtskracht op de daarop aangebrachte band.

4. Eindloze-bandopslaginrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de aandrijfeenheid een veerorgaan omvat dat de beweegbare plaat veerkrachtig steunt alsmede een juk en een elektromagneet, waarbij de elektromagneet perio- 25 diek bekrachtigd en ontkrachtigd wordt voor het genereren van vibratie-energie die een component bezit in de bandover-drachtsrichting.

5. Eindloze-bandopslaginrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de aandrijfeenheid een veerorgaan om- 30 vat dat veerkrachtig de beweegbare plaat steunt alsmede pie-zo-elektrische elementen die periodiek bekrachtigd en ontkrachtigd worden voor het genereren van vibratie-energie met een component in de bandoverdrachtsrichting.

6. Eindloze-bandopslaginrichting volgens conclusie 35 1, met het kenmerk, dat de kamer gescheiden in een eerste bandoverdrachtsgedeelte behorende bij de inlaat en een tweede 89 0 1 163.' -22- bandoverdrachtsgedeelte behorende bij de uitlaat, een eerste beweegbaar gedeelte en een eerste stationair gedeelte dat aangebracht is in het eerste bandoverdrachtsgedeelte, en een tweede beweegbaar gedeelte en een tweede stationair gedeelte, 05 dat aangebracht is in het tweede bandoverdrachtsgedeelte, waarbij eerste en tweede beweegbare delen de band daarop overdragen in verschillende richtingen ten opzichte van elkaar.

7. Eindloze-bandopslaginrichting volgens conclusie 10 6, met het kenmerk, dat het eerste stationaire gedeelte voorzien is van middelen voor het variëren van de overdrachts-richting.

8. Eindloze-bandopslaginrichting volgens conclusie l, met het kenmerk, dat de kamer gescheiden is in een eerste 15 bandopslaggedeelte behorende bij de inlaat en een tweede bandopslaggedeelte behorende bij de uitlaat, waarbij een eerste beweegbaar gedeelte in het eerste bandopslaggedeelte aanwezig is en een tweede beweegbaar gedeelte en een tweede stationair gedeelte is aangebracht in het tweede bandopslag-20 gedeelte en een derde beweegbaar gedeelte dat dient voor de overdracht van de band dat overgedragen is door het eerste bandopslaggedeelte naar het tweede bandopslaggedeelte, waarbij de eerste, tweede en derde beweegbare delen de band daarop in verschillende richtingen ten opzichte van elkaar over-25 dragen.

9. Eindloze-bandopslaginrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het eerste bandopslaggedeelte een band overdraagt in een richting vrijwel evenwijdig aan de bandopvoerrichting aan de inlaat en het tweede bandopslagge- 0 deelte de band overdraagt in een richting tegengesteld aan een bandoverdrachtsrichting in een eerste bandopslaggedeelte.

10. Eindloze-bandopslaginrichting volgens conclusie 8, gekenmerkt door een stationaire plaat op een stand binnen een draaigedeelte, waarbij de bandoverdrachtsrichting veran- 5 derd wordt tussen de eerste en tweede bandoverdrachtsgedeel-ten.

11, Eindloze-bandopslaginrichting gekenmerkt door: een huis met een cirkelvormige kamer, een inlaat 89 01 163 .1 » -23- waardoorheen de band in de cirkelvormige kamer wordt gebracht en een uitlaat waardoor de band naar buiten wordt gebracht, een beweegbare plaat die de bodem van de kamer vormt, 05 een aandrijfeenheid behorende bij de beweegbare plaat voor het uitoefenen van energie in omtreksrichting om de band in omtreksrichting van de inlaat naar de uitlaat op te voeren.

12. Eindloze-bandopslaginrichting volgens conclusie 10 11, gekenmerkt door een stationaire plaat in de nabijheid van de uitlaat voor het afremmen van de bandoverdrachtssnelheid en het accumuleren van de daarop aanwezige band.

13. Eindloze-bandopslaginrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de aandrijfeenheid een vibratie- 15 energie genereert voor het aandrijven van de beweegbare plaat teneinde deze te doen vibreren, waarbij de vibratie van de beweegbare plaat een component in omtreksrichting bevat.

14. Eindloze-bandopslaginrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de aandrijfeenheid de beweegbare 20 plaat aandrijft teneinde te roteren met een rotatiesnelheid corresponderend met een gewenste bandoverdrachtssnelheid.

15. Eindloze-bandopslaginrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de aandrijfeenheid een veerorgaan omvat dat veerkrachtig de beweegbare plaat steunt, een juk en 25 een elektromagneetcombinatie, waarbij de elektromagneet periodiek bekrachtigd en ontkrachtigd voor het genereren van vibratie-energie met een component in de bandoverdrachtsrich-ting.

16. Eindloze-bandopslaginrichting volgens conclusie 30 13, met het kenmerk, dat de aandrijfeenheid een veerorgaan omvat dat veerkrachtig de beweegbare plaat steunt alsmede piezo-elektrische elementen die periodiek bekrachtigd en ontkrachtigd worden voor het genereren van vibratie-energie met een component in de bandoverdrachtsrichting.

17. Bandduplicatiesysteem voor het dupliceren van informatie die vastgelegd is op een eindloze masterband naar een continu opgevoerde blanko slaafband, gekenmerkt door; eerste middelen voor het bepalen van de eerste baan 8901 163 . -24- volgens welke de masterband wordt gecirculeerd, tweede middelen voor het bepalen van de tweede baan langs welke de slaafband wordt opgevoerd, waarbij de tweede baan een informatie-overdrachtsgedeelte bevat waarop de 05 slaafband de masterband ontmoet, derde middelen die actief zijn op het informatie-overdrachtsgedeelte voor het dupliceren van informatie op de masterband naar de slaafband; en een eindloze-bandopslaginrichting voorzien van: 10 een huis met een kamer voor de opslag van de eind loze masterband, waarbij het huis een inlaat heeft waardoorheen de masterband ingebracht wordt en een uitlaat waardoorheen de masterband wordt uitgetrokken; een beweegbaar gedeelte behorende bij de inlaat, 15 waarbij de masterband in gevouwen vorm wordt opgeslagen en de masterband die daarop is aangebracht overgedragen wordt naar de uitlaat, een stationair gedeelte stroomafwaarts van het beweegbare gedeelte voor het afremmen van de overdrachtssnel-20 heid van de masterband en het accumuleren van de overgedragen masterband.

18. Bandduplicatiesysteem volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de kamer aangebracht is op een horizontaal vlak voor de opslag en overdracht van de masterband op het 25 horizontale vlak.

19. Bandduplicatiesysteem volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het beweegbare gedeelte een beweegbare plaat en een externe aandrijfeenheid voor het aandrijven van de beweegbare plaat omvat voor het uitoefenen van een overdrachts- 30 kracht op de daarop aangebrachte masterband.

20. Bandduplicatiesysteem volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de aandrijfeenheid een veerorgaan omvat dat de beweegbare plaat veerkrachtig ondersteunt, een juk en een elektromagneet, waarbij de elektromagneet periodiek bekrach- 35 tigd en ontkrachtigd wordt voor het genereren van vibratie-energie met een component in de bandoverdrachtsrichting.

21. Bandduplicatiesysteem volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de aandrijfeenheid een veerorgaan omvat dat 8901163? -25- de beweegbare plaat veerkrachtig ondersteunt alsmede piezo-elektrische elementen die periodiek bekrachtigd en ontkrach-tigd worden voor het genereren van vibratie-energie met een component in de bandoverdrachtsrichting.

22. Bandduplicatiesysteem volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de kamer gescheiden is in een eerste bandopslaggedeelte behorende bij de inlaat en een tweede bandop-slaggedeelte behorende bij de uitlaat, een eerste beweegbaar gedeelte en een eerste stationair gedeelte dat aangebracht is 10 in het eerste bandopslaggedeelte en een tweede beweegbaar gedeelte en een tweede stationair gedeelte dat aangebracht is in het tweede bandopslaggedeelte, waarbij de eerste en tweede beweegbare gedeelten de masterband daarop overdragen in verschillende richtingen ten opzichte van elkaar.

23. Bandduplicatiesysteem volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat het eerste stationaire gedeelte is voorzien van middelen voor het variëren van de overdrachtsrichting.

24. Bandduplicatiesysteem volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de kamer gescheiden is in een eerste bandop- 20 slaggedeelte behorende bij de inlaat en een tweede bandopslaggedeelte behorende bij de uitlaat, een eerste beweegbaar gedeelte dat aangebracht is in het eerste bandopslaggedeelte en een tweede beweegbaar gedeelte en een stationair gedeelte dat aangebracht is in het tweede bandopslaggedeelte, en een 25 derde beweegbaar gedeelte dat aangebracht is voor de overdracht van de masterband die overgedragen wordt door het eerste bandopslaggedeelte naar het tweede bandopslaggedeelte, waarbij de eerste, tweede en derde beweegbare delen de masterband daarop overdragen in verschillende richtingen ten op-30 zichte van elkaar.

25. Bandduplicatiesysteem volgens conclusie 22 of 24, met het kenmerk, dat het eerste bandopslaggedeelte een masterband overdraagt in een richting nagenoeg evenwijdig aan de masterbandtransportrichting aan de inlaat en waarbij het 35 tweede bandopslaggedeelte de masterband overdraagt in de richting tegengesteld aan de bandoverdrachtsrichting in het eerste bandopslaggedeelte.

26. Bandduplicatiesysteem volgens conclusie 24, ge- 89 01 163. «- -26- kenmerkt door een stationaire plaat op een stand binnen het draaigedeelte, waar de bandoverdrachtsrichting veranderd wordt tussen de eerste en tweede bandoverdrachtsdelen.

27. Bandduplicatiesysteeem voor het dupliceren van 05 informatie die vastgelegd is op een eindloze masterband naar een continu opgevoerde blanko slaafband, gekenmerkt door: eerste middelen voor het bepalen van een eerste baan langs welke de masterband gecirculeerd wordt; tweede middelen voor het bepalen van de tweede baan 10 langs welke de slaafband wordt getransporteerd, welke tweede baan een informatie-overdrachtsgedeelte bevat waarop de slaafband de masterband ontmoet, derde middelen die actief zijn op het informatie-overdrachtsgedeelte voor het dupliceren van informatie op de 15 masterband naar de slaafband; en een eindloze-bandopslaginrichting voorzien van: een huis met een nagenoeg cirkelvormige kamer, een inlaat door welke de masterband ingebracht wordt in de cirkelvormige kamer en een uitlaat waardoor de masterband binnen 20 de cirkelvormige kamer naar buiten wordt gebracht; een beweegbare plaat die de bodem van de kamer vormt, een aandrijfeenheid behorende bij de beweegbare plaat vor het uitoefenen van energie in omtreksrichting voor 25 het opvoeren van de masterband in een omtreksrichting van de inlaat naar de uitlaat.

28. Bandduplicatiesysteem volgens conclusie 27, gekenmerkt door een stationaire plaat in de nabijheid van de uitlaat voor het afremmen van de bandoverdrachtssnelheid en 30 het accumuleren van de band daarop.

29. Bandduplicatiesysteem volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat de aandrijfeenheid een vibratie-energie genereert voor het aandrijven van de beweegbare plaat in een vibratiebeweging, waarbij de vibratie van de beweegbare plaat 35 een component in de omtreksrichting heeft.

30. Bandduplicatiesysteem volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat de aandrijfeenheid de beweegbare plaat aandrijft teneinde deze te roteren met een rotatiesnelheid cor- 8901163. * ¢--27- responderend met de gewenste bandoverdrachtssnelheid.

31. Bandduplicatiesysteem volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat de aandrijfeenheid een veerorgaan omvat dat veerkrachtig de beweegbare plaat steunt, een juk en elektro- 05 magneetcombinatie, waarbij de elektromagneet periodiek bekrachtigd en ontkrachtigd wordt voor het genereren van vibra-tie-energie met een component in de bandoverdrachtsrichting.

32. Bandduplicatiesysteem volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat de aandrijfeenheid een veerorgaan omvat dat 10 veerkrachtig de beweegbare plaat steunt en piezo-elektrische elementen die periodiek bekrachtigd en ontkrachtigd worden voor het genereren van vibratie-energie met een component in de bandoverdrachtsrichting. 63 01 163.