NL8900275A - Afdekinrichting. - Google Patents

Description

Afdekinrichting.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afdekinrichting voor het op verplaatsbare wijze voorzien in een afdekking boven een opening, zoals een kelder.

Een dergelijke afdekinrichting is in de stand der techniek algemeen bekend. Deze wordt bijvoorbeeld gebruikt boven kelders waarin machines heen en weer kunnen bewegen, zoals transportmachines bij walsinrichtin-gen. Dergelijke machines transporteren delen te walsen materiaal van een station naar een ander. Om dergelijke machines zoveel mogelijk te beschermen, zijn deze in een kelder ingebouwd en een in hoofdzaak gelijk met de vloer liggend transportoppervlak daarvan beweegt tussen de stations heen en weer. Om te voorkomen, dat de niet door het transport— oppervlak ingenomen ruimte van de kelder openblijft, en zo een groot gevaar voor de werkenden vormt, alsmede aanleiding geeft tot het in de kelder binnendringen van niet gewenste materialen, wordt een afdekin— richting toegepast. Deze omvat volgens de stand der techniek een met de inrichting verbonden ketting waartussen pallets bevestigd zijn. Dergelijke kelders kunnen tientallen meters lang zijn. Een dergelijke constructie met ketting en pallets is gecompliceerd, luidruchting en onderhoudsgevoelig. Bovendien is deze aan aanzienlijke slijtage onderhevig. Het is eveneens niet mogelijk grote lengten daarmee te overbruggen omdat bij het toepassen van grotere lengten trillingen kunnen ontstaan. ' In de praktijk wordt de lengte daarbij tot + 130 m begrensd.

Doel van de uitvinding is de hierboven beschreven nadelen weg te nemen.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven afdekinrichting verwezenlijkt doordat de afdekinrichting een dwarsstijve band omvat. Een dwarsstijve band is in de stand der techniek algemeen bekend en daarvoor wordt uitdrukkelijk verwezen naar EP-A-87202277 .7 (aanvraagster). Dergelijke dwarsstijve banden werden tot nu toe uitsluitend als transportband gebruikt in het bijzonder voor rollende trottoirs en dergelijke, die veel op vliegvelden enz. toegepast worden. Thans is verrassenderwijs gebleken, dat een dergelijke band eveneens voor het afdekken van een opening met heen en weergaand bedrijf toegepast kan worden. Het dwarsstijve karakter was bij tot nu toe gebruikelijke toepassingen van belang om te voorkomen, dat de zich op de band bevindende personen een "golvend" gevoel ondergingen bij het passeren over rollen, die zich over de gehele breedte uitstrekken. Voor het gebruik van dwarsstijve band zijn slechts rollen met beperkte breedte aan de zijden van de band noodzakelijk. Bij de onderhavige uitvinding is het van belang rollen met beperkte breedte aan de zijden toe te passen omdat daardoor ruimte overgelaten wordt voor een door de opening bewegend voorwerp, zoals de hierboven beschreven transportmachines bij walsinrichtingen.

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de hierboven beschreven afdekinrichting is in de opening een daarin verplaatsbare inrichting aanwezig en wordt deze inrichting aan weerszijden begrensd door de hierboven beschreven band. Daardoor wordt in een voortdurend afgesloten opening voorzien. De band kan bovendien zodanig bevestigd worden, dat de verplaatsbare opening, die bijvoorbeeld door de hierboven beschreven machine ingenomen wordt, in hoofdzaak dezelfde omvang behoudt. Eveneens is het mogelijk de band uit te voeren met twee boven— partdelen waarvan de uiteinden een opening met veranderbare grootte begrenzen. Daardoor kan een inrichting, die zich onder het bovenvlak van de opening bevindt, volledig aan de omgeving onttrokken worden, door de naar elkaar toe bewogen en op elkaar aansluitende twee bovenpartdelen. Bij gebruik van de inrichting worden de twee bovenpartdelen uit elkaar bewogen, zodat de zich in, bijvoorbeeld de kelder, bevindende inrichting naar boven gebracht kan worden.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering bestaat de band uit oliebestendig materiaal. Dit is van belang omdat de zich in de opening bevindende inrichting vaak met olie bediend wordt, welke door lekken op de band terecht kan komen. De hierboven beschreven geleidings-rollen voor de dwarsstijve band zijn volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering bij de zijwanden van de af te dekken opening aanwezig. Daardoor kan een zich in de opening bevindende inrichting onbelemmerd heen en weer bewegen. Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering omvat de band twee bovenpartdelen en een deze verbindend benedenpartdeel, waarbij het benedenpartdeel over zich over de gehele breedte van de band uitstrekkende rollen geleid is. Deze zich over de gehele breedte van de band uitstrekkende rollen zijn aangebracht op een plaat, waarbij deze de werking van de zich in de opening bevindende inrichting niet verstoren. Daar deze zich over de gehele breedte uitstrekken, wordt in een zeker sturend effekt van de band voorzien.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van een in de tekening afgebeeld afvoeringsvoorbeeld nader verduidelijkt worden.

Daarbij toont; fig. 1 schematisch in zijaanzicht een kelder met afdekinrichting volgens de uitvinding, en fig. 2 schematisch in vooraanzicht de inrichting volgens fig. 1.

In fig. 1 is een kelder 1 afgebeeld. Daarin beweegt een schematisch met 2 afgebeelde machine heen en weer en loopt over rails 3. Voeding van de machine 2 vindt via buigzame kabels 4 plaatst, die bij 5 met de bodem 6 van de kelder 1 vast verbonden zijn. Machine 1 heeft een draagopper-vlak 7 bedoeld om een last afkomstig van bijvoorbeeld een wals inrichting 8 te transporteren naar schematisch afgebeeld rollen 9 * Kelder 1 is voorzien van een opening 10 waarin het draagoppervlak heen en weer beweegt. Om te voorkomen, dat het deel van de opening 10, dat vrij-blijft, d.w.z. niet bezet is door draagoppervlak 7, een gevaar voor werkenden vormt, en bovendien om te voorkomen, dat daarin ongewenste materie gebracht kan worden, is een in het geheel met 11 aangegeven band aanwezig. Deze bestaat uit bovenpartdelen 12 en 13 en een deze verbindend benedenpartdeel 14. De bovenpartdelen 13 zijn met het draagoppervlak 7 verbonden. Bij het heen en weerbewegen van machine 2 zal de band 11 meebewegen waardoor voortdurend in afdekking van de opening voorzien wordt. De met 11 aangegeven band is een zgn. dwarsstijve band, d.w.z. een band, die bij ophanging nabij de uiteinden daarvan bij belasting in het midden een zeer geringe doorzakking vertoont. Dit wordt verwezenlijkt door het op zo groot mogelijke afstand van elkaar in de band aanbrengen van dwarsverstijvingslagen. Daardoor is het mogelijk deze band slechts nabij de zijdelingse uiteinden te ondersteunen met rollen 15, zoals in fig. 2 afgebeeld is. Bij het in het midden van de band aanbrengen van de last zal deze niet doorzakken. Qm de positie van de band te kunnen regelen, zijn in het benedendeel van de kelder rollen 16 aanwezig, die zich over de gehele breedte van de band uitstrekken.

De hier toegepaste dwarsstijve band kan een oppervlakteprofiel hebben, dat afwijkt van het gebruikelijke ribvormige profiel voor dwarsstijve banden. De band bestaat uit een tegen olie bestendig materiaal, omdat voor de regeling van machine 2 hydraulische olie gebruikt wordt, die op de band kan lekken* Door de buigzaamheid van de band wordt in tegenstelling tot het pallet-kettingsysteem volgens de stand der techniek voorkomen, dat bij het daarop opbrengen van grote belastingen blijvende deformatie optreedt. Daardoor is het veel minder snel noodzaken jk de inrichting voor onderhoud uit te schakelen. In tegenstelling tot de hierboven genoemde constructie volgens de stand der techniek kunnen de banden met onbeperkte lengte uitgevoerd worden.

Hoewel hierboven een voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding beschreven is, moet begrepen worden, dat daaraan vele wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder buiten het bereik van de uitvinding te geraken. Zo is het mogelijk de band te laten bestaan uit twee parten, die op trommels of dergelijke opgerold kunnen worden. Eveneens is het mogelijk de grootte van de opening te laten variëren tussen nul en de breedte van het draagoppervlak 7.

Claims (7)

1. Afdekinrichting voor het op verplaatsbare wijze voorzien in een i fdekking boven een opening, zoals een kelder, met het kenmerk, dat deze afdekinrichting een dwarsstijve band omvat.

2. Afdekinrichting volgens conclusie 1, waarbij in de opening een daarin verplaatsbare inrichting aanwezig is en waarbij de inrichting i an weerszijden begrensd is door die band.

3. Afdekinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die band zodanig bevestigd is, dat de verplaatsbare opening steeds een in hoofdzaak zelfde omvang heeft.

4. Afdekinrichting volgens conclusie 1, waarbij die band omvat twee bovenpartdelen, waarvan de uiteinden een opening met veranderbare grootte begrenzen.

5. Afdekinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de dwarsstijve band een oliebestendig materiaal omvat.

6. Afdekinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij bij de zijwanden van de af te dekken opening geleidingsrollen oor de band aanwezig zijn.

7. Afdekinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de band omvat twee bovenpartdelen en een deze verbindend benedenpartdeel, waarbij het benedenpartdeel over zich over de gehele reedte van de band uitstrekkende rollen geleid is.