NL8900234A

NL8900234A - Inrichting voor het in een rij verzamelen van zakjes en het afleggen van de gevormde rij.

Info

Publication number: NL8900234A
Application number: NL8900234A
Authority: NL
Original assignee: Bouwe Prakken
Priority date: 1989-01-31
Filing date: 1989-01-31
Publication date: 1990-08-16
Also published as: US4984677A; EP0381256B1; EP0381256A1; DE69000502T2; ES2036884T3; DK0381256T3; ATE82922T1; DE69000502D1

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het in een rij verzamelen van zakjes en het afleggen van de gevormde rij.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in een rij verzamelen van zakjes en het afleggen van de gevormde rij.

Om zakjes in een rij te verzamelen en die rij zonder verstoring van de onderlinge positie van de zakjes op een aflegvlak of in een doos af te leggen is het bekend de zakjes door een zich vlak boven een aflegvlak bevindende telescopische aanvoertransporteur aan te voeren en door de zich terugtrekkende transporteur op dat aflegvlak in een rij te deponeren. Vervolgens wordt het aflegvlak onder de rij zakjes weggetrokken of benedenwaarts weggesCharnierd. Zo een bekende inrichting is gecompliceerd en neemt veel ruimte in.

Met de uitvinding wordt beoogd een inrichting van het in de aanhef genoemde type te verschaffen dat deze nadelen niet of in veel mindere mate heeft.

Volgens de uitvinding is de in de aanhef genoemde inrichting hiertoe gekenmerkt doordat deze tenminste één transportband omvat die kantelbaar is om een evenwijdig aan de transportrichting van de band lopende as, waarbij kantelmiddelen aanwezig zijn om de band gedwongen te kunnen kantelen van de transportstand naar een gekantelde stand en terug.

Om er zeker van te zijn dat de rij zakjes bij het in een doos deponeren verticaal valt verdient het sterk de voorkeur dat de inrichting twee van de genoemde kanteltransportbanden heeft die naast elkaar zijn opgesteld en waarvan de bovenparten in de transportstand met elkaar één transportvlak vormen, waarbij de kantelassen zich aan de buitenzijde van dat vlak bevinden.

Het frame van de transportband(en) kan zijn verbonden met een kantelhefboom, waaraan een pneumatisch of hydraulisch zuiger-cilinder-samenstel scharnierbaar is bevestigd.

Om de band of banden aan te drijven kan een op het bovenpart ervan aangrijpende aandrijfrol worden toegepast.

Het elkaar nauwkeurig overlappend deponeren van de zakjes op genoemde transportband(en) kan plaats vinden indien de inrichting eveneens is voorzien van een aanvoertransporteur die zich met zijn afvoereinde nabij het toevoereinde van de kantelbare transportband(en) bevindt, waarbij een eerste fotocel bij het afvoereinde van de aanvoertransporteur is geplaatst voor het signaleren van een op de kantelbare transportband(en) te voeren zakje, terwijl bij de overgang van de aanvoertransporteur en de kantelbare transportbandCen) een tweede fotocel is geplaatst om te signaleren dat een zakje op de kantelbare transportband(en) is gedeponeerd, welke fotocellen zijn verbonden met een stuureenheïd voor de aandrijving van de kantelbare band(en) en de bediening van de kantelmiddelen, een en ander zodanig dat de aandrijving van de kantelbare transportband(en) wordt ingeschakeld indien de eerste fotocel het langskomen van een zakje heeft gesignaleerd terwijl de aandrijving van de kantelbare transportband(en) wordt uitgeschakeld indien de tweede fotocel het op die transportbanden) terecht komen van een zakje heeft gesignaleerd.

Het kantelen nadat de rij zakjes is gevormd kan automatisch plaats vinden indien de stuureenheid het aantal door een fotocel gesignaleerde zakjes telt en bij het bereiken van een bepaald aantal zakjes op de kantelbare transportband(en), de kantelmiddelen activeert.

Indien de tweede fotocel in de transportrichting van de aanvoertransporteur instelbaar is, kan de overlap van de zakjes worden ingesteld.

De uitvinding zal nu aan de hand van de figuren waarin een uitvoerings-voorbeeld is weergegeven, nader worden toegelicht.

De figuren 1 en 2 tonen een perspectivisch aanzicht van de inrichting respectievelijk in de positie waarin een rij zakjes wordt gevormd en de positie waarin de rij in een doos wordt afgelegd.

De weergegeven inrichting omvat twee naast elkaar geplaatste transportbanden 1 en 2 die kunnen worden aangedreven door een op het bovenpart van de banden aangrijpende rol 3, die op zijn beurt door een niet weer- gegeven motor is aan te drijven. Elk van de transportbanden 1 en 2 heeft een frame 4 waaraan omleidrollen 5 zijn bevestigd. Het frame 4 is verbonden met een kantelhefboom 6, die door middel van een as 7 kantelbaar is verbonden met een vast deel 8. Een pneumatisch (of hydraulisch) zuiger-cilindersamenstel 9 strekt zich uit tussen een vast scharnierpunt 10 en een draaipunt 11 van de kantelhefboom 6.

Een aanvoertransporteur 12 bevindt zich met zijn afvoereinde boven het toevoereinde van de transportbanden 1 en 2 en dient voor het aanvoeren van gevulde zakjes.

Een fotocel 13 op of nabij het afvoereinde van de aanvoertransporteur 12 kan signaleren of een achterkant van een zakje de cel heeft gepasseerd op weg naar de transportbanden 1 en 2. Een fotocel 14 op of nabij het toevoereinde van de transportbanden 1, 2 kan signaleren of de achterkant van een op de transportbanden 1, 2 liggend zakje de cel 14 heeft gepasseerd. De fotocellen 13 en 14 zijn verbonden met een niet weergegeven stuureenheid, die de aandrijfmotoren van de rol 3 en de aandrijfmotoren van de aangedreven rol van de aanvoertransporteur 12 kan in- en uitschakelen en de kleppen van het pneumatische systeem dat aan de pneumatische zuiger-cilindersamenstellen 9 is toegevoegd, kan bedienen voor het uitschuiven en intrekken van de zuigerstangen van de samenstellen 9.

De inrichting werkt als volgt:

Zodra een op de aanvoertransporteur 12 aangevoerd zakje met zijn achterkant de fotocel 13 heeft gepasseerd, wordt de aandrijfmotor van de as 3 ingeschakeld, die wordt uitgeschakeld zodra dat zakje met zijn achterkant de fotocel 14 heeft gepasseerd. Op deze wijze kunnen de zakjes met een bepaalde overlap in een rij op de transportbanden 1, 2 worden gedeponeerd, De niet weergegeven stuureenheid telt het aantal zakjes op de transportbanden 1, 2 door het vaststellen van het aantal malen dat de banden 1 en 2 zijn in- en uitgeschakeld. Zodra zich een bepaald aantal zakjes op de transportbanden 1 en 2 bevindt, worden de pneumatische zuiger-cilindersamenstellen 9 bediend, waardoor de banden 1, 2 worden gekanteld van de horizontale stand van figuur 1 naar de verticale stand van figuur 2. De rij zakjes valt daardoor verticaal in een onder de transportbanden geplaatste doos (of een ander afleg-vlak).

De fotocel 13 is in de transportrichting van de aanvoertransporteur 12 instelbaar op het frame van die transporteur geplaatst. Door de fotocel 13 in de lengterichting van de aanvoertransporteur 12 te verplaatsen, kan de overlap van de zakjes op de transportbanden 1, 2 worden gewijzigd. In plaats van de fotocel 13 zou de fotocel 14 een instelbare positie kunnen hebben.

Binnen het kader van de uitvinding zijn verscheidene wijzigingen en alternatieven mogelijk. Niet uitgesloten is dat er slechts één kantelbare transportband wordt toegepast.

Claims

1. Inrichting voor het in een rij verzamelen van zakjes en het afleggen van de gevormde rij, met het kenmerk, dat de inrichting tenminste één transportband (1, 2) omvat, die kantelbaar is om een evenwijdig aan de transportrichting van de band lopende as, en dat kantelmiddelen (6 t/m 10) aanwezig zijn om de genoemde transportband gedwongen te kunnen kantelen van de transportstand naar een gekantelde stand en terug.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting twee van de genoemde kantelbare transportbanden (1, 2) heeft die naast elkaar zijn opgesteld en waarvan de bovenparten in de transportstand met elkaar één transportvlak vormen, waarbij de kantelassen zich aan de buitenzijde van het transportvlak bevinden.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het frame (4) van de transportband(en) is verbonden met een kantelhefboom (6), waaraan een pneumatisch of hydraulisch zuiger-cilindersamenstel (9) scharnierbaar is bevestigd.

4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door een op het bovenpart van de transportband(en) (1, 2) aangrijpende aandrijfrol (3).

5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door een aanvoertransporteur (12) die zich met zijn afvoereinde nabij het toevoereinde van de kantelbare transportband(en) (1, 2) bevindt, waarbij een eerste fotocel (13) bij het afvoereinde van de aanvoer-transporteur is geplaatst voor het signaleren van een op de kantelbare transportband(en) te voeren zakje, terwijl bij de overgang van de aanvoertransporteur (12) en de kantelbare transportband(en) (1, 2) een tweede fotocel (14) is geplaatst om te signaleren dat een zakje op de kantelbare transportband(en) is gedeponeerd, welke fotocellen (13, 14) zijn verbonden met een stuureenheid voor de aandrijving van de kantelbare banden (1, 2) en voor de bediening van de kantelmiddelen (6 t/m 10) een en ander zodanig, dat de aandrijving van de kantelbare transportbanden) (1, 2) wordt ingeschakeld indien de eerste fotocel (13) het langskomen van een zakje heeft gesignaleerd, terwijl de aandrijving van de kantelbare transportband(en) (1, 2) wordt uitgeschakeld indien de tweede fotocel (14) het op die transportband(en) terechtkomen van een zakje heeft gesignaleerd.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de stuureenheid het aantal door een fotocel gesignaleerde zakjes telt en bij het bereiken van een bepaald aantal zakjes op de kantelbare transportbanden) (1, 2) de kantelmiddelen (6 t/m 10) activeert.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat een van de fotocellen (13, 14) in de transportrichting van de aanvoertransporteur (12) instelbaar is.