NL8802815A - Werkwijze en inrichting voor het scheiden van het hart en de longen van een hart-longpakket van gevogelte. - Google Patents

Description

Werkwijze en inrichting voor het scheiden van het hart en de longen van een hart-longpakket van gevogelte

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het scheiden van het hart en de longen van een hart-longpakket van gevogelte.

Het hart van gevogelte is geschikt voor menselijke consumptie, terwijl de longen behoren tot het zogenaamde slachtafval, dat wordt verwerkt in diervoeder. Derhalve is het van belang, dat het hart en de longen van een hart-longpakket van gevogelte van elkaar worden gescheiden. Bij de bekende werkwijze geschiedt dit met de hand, hetgeen arbeidsintensief, dus duur, is alsmede leidt tot een vrij lage productiviteit.

De uitvinding beoogt een werkwijze van deze soort te verschaffen, waaraan deze nadelen niet zijn verbonden.

Hiertoe bezit de werkwijze volgens de uitvinding het kenmerk, dat eerst de het hart en de longen met elkaar verbindende spiermassa uit het hart-longpakket wordt verwijderd, waarna het hart en de aldus daarvan losgemaakte longen via gescheiden wegen worden afgevoerd.

De werkwijze volgens de uitvinding kan op effectieve wijze geautomatiseerd worden uitgevoerd, zodat de productiviteit hoger en de kosten lager zullen zijn.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding geldt, dat het via gescheiden wegen afvoeren van het hart en de longen plaatsvindt in een waterreservoir op basis van hun verschillende soortelijke gewichten, waarbij de longen op het water blijven drijven, terwijl het hart zinkt. Gebleken is, dat het soortelijke gewicht van de longen lager is dan het soortelijke gewicht van het soortelijke gewicht van het water, zodat de longen blijven drijven. Het hart daarentegen heeft een soortelijk gewicht, dat hoger is dan het soortelijke gewicht van het water, zodat het hart zal zinken. Aldus treedt een scheiding op tussen de longen en de harten, welke vervolgens afzonderlijk kunnen worden afgevoerd.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding. Volgens de uitvinding is deze inrichting gekenmerkt door een orgaan voor het verwijderen van de spiermassa uit het hart-longpakket en een orgaan voor het via gescheiden wegen afvoeren van het losse hart en de losse longen.

Overeenkomstig een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat het orgaan voor het via gescheiden wegen afvoeren van het losse hart en de losse longen een waterreservoir, dat aansluit op het uitvoereinde van het orgaan voor het verwijderen van de spiermassa. Met behulp van dit waterreservoir kan het scheiden van de van elkaar losgemaakte longen en het hart op de in het voorgaande geschetste wijze plaatsvinden.

Gunstig is het, wanneer middelen zijn toegepast voor het afvoeren van de op het water drijvende longen en middelen voor het afvoeren van de gezonken harten. Hierbij is het mogelijk, dat de afvoermiddelen voor de drijvende longen > een naast het waterreservoir geplaatste, naar een afvoer gerichte, blaasvoorziening omvatten. Met behulp van deze blaasvoorziening worden de longen naar de genoemde afvoer geblazen, en via deze afvoer weggeleid.

Tevens is het handig, wanneer de afvoermiddelen voor de gezonken harten een vanaf de bodem van het waterreservoir omhoog gerichte transportschroef omvatten. Aan het afvoeruiteinde van deze transportschroef kunnen de harten vervolgens worden verzameld.

Tevens is het van voordeel, wanneer de inrichting volgens de uitvinding zodanig is uitgevoerd, dat het orgaan voor het verwijderen van de spiermassa twee dicht naast elkaar gelegen evenwijdige walsen omvat, die tegen elkaar indraaien en van een zodanige vertanding zijn voorzien dat ze het te bewerken hart-longpakket in hun lengterichting voortbewegen. Met behulp van deze twee walsen wordt de spiermassa vastgegrepen en tussen deze walsen ingetrokken en aldus uit het hart-longpakket verwijderd. Het hart en de longen blijven vervolgens los van elkaar op de walsen liggen en worden door deze naar het afvoereinde daarvan voortbewogen.

Gunstig is het, wanneer ter plaatse van het invoereinde van de walsen een op korte afstand boven deze walsen eindigende doseerplaat is aangebracht. Op deze wijze kan ter plaatse van het invoereinde van de walsen in een keer een groot aantal hart-longpakketten worden toegevoerd, waarbij de doseerplaat ervoor zorgt, dat deze pakketten een voor een door de walsen worden verwerkt.

Tevens is het dan van voordeel, wanneer zich boven de walsen ten minste êên, op korte afstand boven deze walsen eindigend, tegenhoudorgaan bevindt voor het tijdelijk tegenhouden van het hart-longpakket, van welk tegenhoudorgaan het onderste uiteinde tegen een kracht, zoals een veerkracht, in verzwenkbaar is in de voortbewegingsrichting van de walsen. Met behulp van deze tegenhoudorganen wordt voorkomen, dat de hart-longpakketten slechts door de walsen worden voortbewogen zonder dat deze walsen effectief aangrijpen op de spiermassa.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding is weergegeven.

Pig. 1 toont schematisch en in zij-aanzicht een gedeelte van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, en

Fig. 2 toont de inrichting volgens fig. 1 in bovenaanzicht.

De in fig. 1 en fig. 2 getoonde inrichting bezit een gestel 1 waaraan de diverse onderdelen van de inrichting zijn bevestigd. Hiertoe behoren op de eerste plaats twee dicht naast elkaar gelegen evenwijdige walsen 2, 3, die op op zichzelf bekende wijze door middel van lagerblokken 4, 5 in het gestel 1 zijn gelagerd. De walsen 2, 3 zijn elk voorzien van een schroeflijnvormige vertanding, waarbij de vertanding van beide walsen tegengesteld verloopt.

De walsen 2, 3 worden door een niet nader getoonde aandrijving zodanig aangedreven, dat ze, gezien aan hun bovenzijde, tegen elkaar indraaien. Ten gevolge van deze rotatierichting en de in de figuren weergegeven schroeflijnvormige vertanding worden op deze walsen 2,3 gelegen produkten in fig. 1 en fig. 2 van links naar rechts voortbewogen.

Vanaf het bovenvlak van de walsen 2, 3 strekken zich zijdelings omhoog geleidingsplaten 6, 7 uit, die bewerkstelligen dat de te bewerken produkten zich telkens ter plaatse van deze walsen 2, 3 bevinden.

Ter plaatse van het invoereinde van de walsen 2, 3 is een op korte afstand boven deze walsen eindigende doseerplaat 8 aangebracht. Via een toevoergeleiding 9 op de walsen 2, 3 aangebrachte produkten worden door middel van deze doseerplaat 8 gedoseerd, dat wil zeggen êên voor êên,

Claims (10)

1. Werkwijze voor het scheiden van het hart en de longen van een hart-longpakket van gevogelte, met het kenmerk, dat eerst de het hart en de longen met elkaar verbindende spiermassa uit het hart-longpakket wordt verwijderd, waarna het hart en de aldus daarvan losgemaakte longen via gescheiden wegen worden afgevoerd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het via gescheiden wegen afvoeren van het hart en de longen plaatsvindt in een waterreservoir op basis van hun verschillende soortelijke gewichten, waarbij de longen op het water blijven drijven, terwijl het hart zinkt.

3. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt, door een orgaan voor het verwijderen van de spiermassa uit het hart-longpakket en een orgaan voor het via gescheiden wegen afvoeren van het losse hart en de losse longen.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het orgaan voor het via gescheiden wegen afvoeren van het losse hart en de losse longen een waterreservoir omvat dat aansluit op het uitvoereinde van het orgaan voor het verwijderen van de spiermassa.

5. Inrichting volgens conclusie 4, gekenmerkt, door middelen voor het af voeren van de op het water drijvende longen en middelen voor het afvoeren van de gezonken harten.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de afvoermiddelen voor de drijvende longen een, naast het waterreservoir geplaatste, naar een afvoer gerichte, blaasvoorziening omvatten.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de afvoermiddelen voor de gezonken harten een vanaf de bodem van het waterreservoir omhoog gerichte transportschroef omvatten.

8. Inrichting volgens een der conclusies 3-7, met het kenmerk, dat het orgaan voor het verwijderen van de spiermassa twee dicht naast elkaar gelegen evenwijdige walsen omvat, die tegen elkaar indraaien en van een zodanige vertanding zijn voorzien dat ze het te bewerken hart-longpakket in hun lengterichting voortbewegen.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat ter plaatse van het invoereinde van de walsen een op korte afstand boven deze walsen eindigende doseerplaat is aangebracht.

10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat zich boven de walsen ten minste éên, op korte afstand boven deze walsen eindigend, tegenhoud-orgaan bevindt voor het tijdelijk tegenhouden van het hart-longpakket, van welk tegenhoudorgaan het onderste uiteinde tegen een kracht, zoals een veerkracht, in verzwenkbaar is in de voortbewegingsrichting van de walsen.