NL8802677A - Afrasteringspaal en afrastering die dergelijke palen omvat. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Afrasteringspaal en afrastering die dergelijke palen omvat.

Door aanvraagster wordt als uitvinder genoemd Frans Bruggeman; te Zulzeke-Kluisbergen (België).

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een paal voor bevestiging van een gaasvormig afrasteringsmateriaal voorzien van een zich in hoofdzaak over de lengte uitstrekkende uitstulping welke dient als aanligoppervlak voor de te bevestigen gaasbaan en voor samenwerking met meerdere klemmiddelen voor het bevestigen van de gaasbaan.

Een dergelijke paal met klemmiddelen is bekend. Deze palen worden doorgaans toegepast onder gebruikmaking van klemmiddelen in de vorm van gebogen metaaldraadstukken, die met behulp van een tang om de uitstulping van de paal worden geknepen, waarbij deze een draaddeel van de te bevestigen draadbaan opnemen en vastzetten. Deze gebogen metaaldraadstukken kunnen echter niet meerdere malen worden gebruikt, daar een metaaldraadstuk, na een aantal malen te zijn gebogen, breekt terwijl bovendien het werken met reeds gebruikte draadstukken tijdrovend is. Eveneens zijn deze draadstukken scherp en kunnen derhalve lichamelijk letsel toebrengen aan mensen of dieren, bij haken achter dergelijke vastgeknepen metaaldraadstukken.

Ook kan men zich verwonden bij het afnemen van de vastgeklemde metaaldraadstukken wanneer men de afrastering wenst te verwijderen.

De onderhavige uitvinding beoogt voor de genoemde nadelen een oplossing te verschaffen en wordt hiertoe gekenmerkt doordat elk der klemmiddelen gevormd wordt door een elastisch vervormbaar deel dat om de uitstulping van de paal kan heengrijpen onder klemmend opnemen van tenminste één draaddeel van de te bevestigen gaasbaan.

Daar de klemmiddelen elastisch vervormbaar zijn kunnen zij veelvuldig worden aangebracht en verwijderd en kunnen zij bij geschikte uitvoering geen lichamelijk letsel toebrengen.

In het bijzonder is het klemmiddel uit kunststof gevormd en bezit het een cilindrisch buiten- en binnenoppervlak, waarbij een in de langsrichting van de cilindervorm verlopende sleufvormige uitsparing aanwezig is voor het om de uitstulping van de paal heengrijpen alsmede aan beide zijden van de sleufvormige uitsparing tenminste één in een van de asrichting afwijkende richting verlopende sleufvormige draaduitsparing aanwezig is voor het klemmend opnemen van een draadstuk van de ) gaasbaan. De voor het klemmiddel te gebruiken kunststof kan bijvoorbeeld polyetheen, polypropeen, nylon of polyoxymethyleen zijn, al dan niet versterkt met vezels zoals glasvezel. Onder cilindrisch buiten- en binnenoppervlak wordt niet noodzakelijk een cirkelvormig cilindrisch oppervlak begrepen. Het cilindrisch buiten en/of binnenoppervlak kan ook een regelmatige veelhoek of andere vormen vertonen.

Het voorgaand beschreven klemmiddel is op zeer eenvoudige wijze te gebruiken voor het vastklemmen van een draadstuk van een gaasbaan aan de beschreven paal. Dit vastzetten kan handmatig danwel met behulp van gereedschap worden uitgevoerd.

Met voordeel is de as van het cilindrisch binnenoppervlak van het klemmiddel in het vlak dat de as van het cilindrisch buitenoppervlak en de as van de in langsrichting verlopende sleufvormige uitsparing bevat verschoven in de richting van de as van de in langsrichting verlopende sleufvormige uitsparing.

Het hierdoor verkregen wanddikteverloop verhoogt de klemmende werking van het klemmiddel volgens de onderhavige uitvinding in hoge mate.

Met veel voordeel verlopen de sleufvormige draaduitspa-ringen loodrecht op de cilinderas.

De sleufvormige uitsparingen verlopen in het algemeen zodanig ten opzichte van de cilinderas, dat zij wanneer het klemmiddel om de uitstulping van de paal heengrijpt een draad- stuk van de gaasbaan klemmend kunnen opnemen. Daar veel gaastypen horizontaal en vertikaal verlopende draadstukken bezitten hebben de sleufvormige draaduitsparingen die loodrecht op de cilinderas verlopen de voorkeur.

Met zeer veel voordeel bezitten de sleufvormige draaduitsparingen een breedte die in hoofdzaak overeenkomt met de diameter van het in de gaasbaan toegepaste draad.

De sleufvormige draaduitsparing dient niet groter of kleiner te zijn dan de diameter van het in de gaasbaan toegepaste draad. Door een te grote breedte van de sleufvormige draaduitsparingen krijgt de gaasbaan teveel speling en door een te kleine breedte van de sleufvormige draaduitsparingen kan de gaasbaan niet meer worden gespannen, daar het draad dan in de sleufvormige draaduitsparingen vastklemt.

In het bijzonder omvatten de sleufvormige draaduitsparingen aan hun gesloten uiteinden holten, die met speling een draaddeel kunnen opnemen.

De aanwezigheid van deze holten heeft het voordeel dat de klem eerst handmatig op een draaddeel kan worden bevestigd, waarna met behulp van een hamer of dergelijke de klem om de uitstulping van de paal heen kan worden geslagen. Dit voorkomt onnodig letsel door mogelijk misslaan.

Het heeft de voorkeur dat de sleufvormige in axiale richting verlopende uitsparing uiteindevlakken omvat welke in klemmende toestand van de klemmiddelen aanliggen tegen een oppervlak van de paal.

Door deze uiteindevlakken wordt de wrijvingsweerstand tussen de paal en de klemmiddelen dermate groot dat deze in vertikale richting nauwelijks ten opzichte van elkaar kunnen bewegen.

Eveneens bezit het de voorkeur dat de uitstulping aanwezig is op een vlak gedeelte van de paal dat zich in hoofdzaak over de lengte van de paal uitstrekt en dat evenwijdig is aan de as van de paal en dat de uiteindevlakken van een klemmiddel in klemmende toestand tegen genoemd vlak gedeelte aanliggen.

Wanneer de uitstulping aanwezig is op een vlak gedeelte van de paal zullen de uiteindevlakken van het klemmiddel in klemmende toestand aanliggen tegen genoemd vlak gedeelte waardoor een goede klemwerking optreedt, met betrekking tot eventueel vertikaal verschuiven van de kiemmiddelen.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een afrastering omvattende een metaalgaasbaan, bevestigingspalen alsmede kiemmiddelen voor het bevestigen van de metaalgaasbaan aan de palen met het kenmerk, dat de bevestigingspalen en de klemmid-delen gevormd worden door een bevestigingspaal en kiemmiddelen zoals hiervoor beschreven volgens de uitvinding.

In het nuvolgende zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin:

Figuur 1 een afrastering voorstelt omvattende een metaalgaasbaan, bevestigingspalen alsmede kiemmiddelen volgens de uitvinding.

Figuur 2, in perspectief, een klemmiddel volgens de onderhavige uitvinding voorstelt.

Figuur 3, een doorsnede door een paal met uitstulping en door een klemmiddel voorstelt, waarbij met behulp van het klemmiddel een draaddeel aan de paal bevestigd is.

Figuur 4a, een bovenaanzicht van een klemmiddel volgens de onderhavige uitvinding in niet klemmende toestand voorstelt.

Figuur 4b, een zijaanzicht van het in figuur 4a voorgestelde klemmiddel volgens de uitvinding voorstelt.

Figuur 5a, een bovenaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een klemmiddel volgens de onderhavige uitvinding voorstelt waarvan de dikte in de richting van de in de asrichting verlopende sleufvormige uitsparing afneemt.

Figuur 5b, een zijaanzicht van het klemmiddel uit figuur 5a volgens de onderhavige uitvinding voorstelt, dat holten omvat.

Figuur 6a, een bovenaanzicht van nog een andere uitvoeringsvorm van een klemmiddel volgens de onderhavige uitvinding voorstelt waarbij het klemmiddel is voorzien van een uitsparing of holte, voor het daarin bevestigen van een pen.

Figuur 6b, een zijaanzicht van het klemmiddel uit figuur 6a volgens de onderhavige uitvinding voorstelt, met de pen in de uitsparing of holte bevestigd.

In figuur 1 is het klemmiddel 1 in samenwerkende toestand met een draaddeel 4 van de gaasbaan 3 en de vertikale uitstulping 7 van de paal 2 getoond. Een dergelijke afscheiding is bijvoorbeeld te gebruiken voor het omheinen van weidegrond waar vee graast. Het klemmiddel 1 is op grotere schaal in figuur 2 getoond. Hier is duidelijk de in langsrichting verlopende sleufvormige uitsparing 5 en de dwars daarop verlopende sleufvormige uitsparing 6 te zien. Doorgaans kan een dergelijk klemmiddel worden vervaardigd uit buisvormig materiaal. Onder buisvormig materiaal wordt niet noodzakelijk een cirkelvormig cilindrisch voorwerp begrepen. Het buiten- en binnenoppervlak van het buisvormig materiaal kan ook een regelmatige veelhoek of een andere vorm vertonen. Een aantal voorbeeldmaterialen zijn polytetrafluorethyleen, polyetheen, PVC, polypropeen etc.. Bij het bevestigen van een klemmiddel van de genoemde soort wordt de uitsparing 5 over de uitstulping 7 van de paal 2 gedreven, onder opname van een draaddeel 4 van de gaasbaan 3. Dit kan handmatig plaatsvinden door het klemmiddel 1 eenvoudigweg over de uitstulping 7 te duwen. Het heeft echter de voorkeur dit bevestigen uit te voeren met behulp van een hamer of gelijksoortig gereedschap. De gaasbaan 3 kan, vóór het aanbrengen van een aantal klemmiddelen 1 op de uitstulping 7, verspreid over het grootste deel van de lengte van paal 2, worden gespannen. De hierdoor verkregen spanning in de gaasbaan 3 wordt gehandhaafd door de aanwezigheid van de klemmiddelen 1. In figuur 3 is duidelijk te zien dat een in de richting van de pijl P^ gespannen gaasbaan 3 niet terug kan ontspannen daar het vertikale draaddeel 4' tegen het klemmiddel 1 aanligt. Voordat de situatie in figuur 3 echter wordt bereikt wordt de gaasbaan 3 zodanig in de richting van de pijl P^ gespannen dat het draaddeel 4' ruim links van de uitstulping 7 komt te liggen, waarna het klemmiddel 1 met behulp van een hamer over de uitstulping 7 en het horizontale draaddeel 4 wordt geslagen. Op dat moment is de gaasbaan 3 gespannen en deze spanning wordt, doordat het draaddeel 4' tegen het klemmiddel 1 gaat aanliggen, gehandhaafd. De pijl P2 duidt de spanning in de gespannen gaasbaan aan.

In deze voorbeelden wordt gebruik gemaakt van een gaasbaan 3 met uitsluitend vertikale- 4 en horizontale 4' draadde-len. Het is evenwel goed mogelijk een gaasbaan te gebruiken die een afwijkende motief bezit zoals ruitvormig gaas, zeskantgaas etc.. Het voor deze gazen te gebruiken klemmiddel valt geheel binnen de omvang van de onderhavige uitvinding, daar dit slechts een voor de vakman voor de hand liggende variatie van het beschreven klemmiddel is.

De bijgaande figuren 4a en 4b zijn ter verduidelijking van de vorm van het klemmiddel volgens de onderhavige uitvinding gegeven. Figuur 4a toont het klemmiddel volgens de onderhavige uitvinding in bovenaanzicht en figuur 4b toont het klemmiddel in zijaanzicht. De uiteindevlakken 5' van de uitsparing 5 in figuur 4a dienen voor het verhogen van de wrijving tussen het klemmiddel 1 en de paal 2 als het klemmiddel 1 de uitstulping 7 van de paal 2 onder klemmend opnemen van een draaddeel 4 omsluit. Als deze wrijving niet voldoende is kan de gaasbaan 3 onder druk van bijvoorbeeld de nek van over de afscheiding heen grazend vee of over de afscheiding heen stappende personen uitzakken.

Een andere uitvoeringsvorm van het klemmiddel volgens de onderhavige uitvinding is weergegeven in figuren 5a en 5b.

Figuur 5a verduidelijkt de in conclusie 3 beschreven excentriciteit van het cilindrische binnenoppervlak ten opzichte van het cilindrische buitenoppervlak van het klemmiddel 1. De as van het cilindrisch binnenoppervlak is in het vlak door de as van het cilindrisch buitenoppervlak en de lengte-as van de uitsparing 5 in de richting van de uitsparing 5 verschoven. Dit betekent dat de wanddikte dl < d2 is. De wanddikte van dit klemmiddel neemt dus gezien vanaf de uitsparing 5, met de wijzers van de klok mee, toe tot een maximum recht tegenover de uitsparing 5 waarna deze weer afneemt tot een minimum, direkt naast de uitsparing 5. Deze uitvoering van het klemmiddel heeft een grotere klemmende werking dan een klemmiddel met constante wanddikte (fig. 4a). Hoewel niet getoond kunnen hier eveneens uiteindevlakken 5' aanwezig zijn zoals zijn weergegeven in figuur 4a.

De uitvoeringsvorm waarbij holten 8 aanwezig zijn is getoond in figuur 5b. De aanwezigheid van deze holten maakt het aanbrengen van klemmiddelen volgens de onderhavige uitvinding aanzienlijk eenvoudiger en veiliger. Het klemmiddel 1 kan vóór het aanbrengen op de uitstulping 7 van de paal 2 namelijk zo ver over een draaddeel 4 worden geschoven dat de draad in holte 8 wordt opgenomen. Op dat moment kunnen de handen van de gebruiker worden teruggetrokken, waarna het klemmiddel 1 met behulp van een hamer over de uitstulping 7 kan worden geslagen. Eventueel letsel door misslaan wordt hierdoor voorkomen. Bovendien zou men met één hand de gaasbaan 3 kunnen spannen terwijl men met de andere hand met een hamer het klemmiddel 1 op de uitstulping 7 van de paal 2 slaat.

In figuren 6a en 6b is nog een andere uitvoeringsvorm van een klemmiddel 1 volgens de uitvinding weergegeven. Het is namelijk eveneens mogelijk het in figuur 2 weergegeven klemmiddel 1 te voorzien van een uitstekende pen 10 om het klemmiddel aan deze pen vast te houden tijdens het aanbrengen op de uitstulping 7 van de paal 2 en om aldus te vermijden dat tijdens het slaan met de hamer op het klemmiddel 1 op de hand van de gebruiker wordt geslagen. Het is ook mogelijk het klemmiddel 1 te voorzien van een kleine uitsparing of holte 9 voor het daarin aanbrengen van een pen 10 om aldus het aanbrengen van het klemmiddel 1 op de paal 2 te vereenvoudigen.

Er dient te worden begrepen dat de voorgaande figuren met bijbehorende beschrijving slechts ter toelichting zijn gegeven en dat de uitvinding hiertoe niet is beperkt.

De klemmiddelen volgens de onderhavige uitvinding bezitten bijzonder goede eigenschappen voor het vastzetten van een gaasbaan aan palen die voorzien zijn van een zich in hoofdzaak over de lengte daarvan uitstrekkende uitstulping.

Claims (9)

1. Paal voor bevestiging van een gaasvormig afrasteringsma-teriaal voorzien van een zich in hoofdzaak over de lengte uitstrekkende uitstulping welke dient als aanligoppervlak voor de te bevestigen gaasbaan en voor samenwerking met meerdere klem-middelen voor het bevestigen van de gaasbaan met het kenmerk dat elk der klemmiddelen (1) gevormd wordt door een elastisch vervormbaar deel dat om de uitstulping (7) van de paal (2) kan heengrijpen onder klemmend opnemen van tenminste één draaddeel (4, 4') van de te bevestigen gaasbaan (3).

2. Paal volgens conclusie,1, met het kenmerk dat het klemmiddel (1) uit kunststof is gevormd en een cilindrisch buiten- en binnenoppervlak bezit, waarbij een in de langsrichting van de cilindervorm verlopende sleufvormige uitsparing (5) aanwezig is voor het om de uitstulping (7) van de paal (2) heengrijpen alsmede aan beide zijden van de sleufvormige uitsparing (5) tenminste één in een van de asrichting afwijkende richting verlopende sleufvormige draaduitsparing (6) aanwezig is voor het klemmend opnemen van een draadstuk (4, 4') van de gaasbaan (3).

3. Paal volgens conclusies 1-2, met het kenmerk dat de as van het cilindrisch binnenoppervlak van het klemmiddel (1) in het vlak dat de as van het cilindrisch buitenoppervlak en de as van de in langsrichting verlopende sleufvormige uitsparing (5) bevat is verschoven in de richting van de as van de in langsrichting verlopende sleufvormige uitsparing (5) .

4. Paal v dgens conclusies 2 en 3, met het kenmerk dat de sleufvormige draaduitsparingen (6) loodrecht op de cilinderas verlopen.

5. Paal volgens conclusies 2-4, met het kenmerk dat de sleufvormige draaduitsparingen (6) een breedte bezitten die in hoofdzaak overeenkomt met de diameter van het in de gaasbaan (3) toegepaste draad.

6. Paal volgens conclusies 2-5, met het kenmerk dat de sleufvormige draaduitsparingen (6) aan hun gesloten uit- einden holten {8) omvatten, die met speling een draaddeel (4,4') kunnen opnemen.

7. Paal volgens conclusies 1-6, met het kenmerk dat de sleufvormige in axiale richting verlopende uitsparing (5) uiteindevlakken (5’) omvat welke in klemmende toestand van de klemmiddelen aanliggen tegen een oppervlak van de paal (2).

8. Paal volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de uitstulping (7) aanwezig is op een vlak gedeelte van de paal (2) dat zich in hoofdzaak over de lengte van de paal (2) uitstrekt en dat evenwijdig is aan de as van de paaien dat de uiteindevlakken (5') van een klemmiddel (1) in klemmende toestand aanliggen tegen genoemd vlak gedeelte.

9. Afrastering omvattende een metaalgaasbaan, bevestigings-palen alsmede klemmiddelen voor het bevestigen van de metaalgaasbaan aan de palen, met het kenmerk dat de bevestigingspalen en de klemmiddelen gevormd worden door een bevestigingspaal (2) en klemmiddelen (1) zoals beschreven in één of meer van de conclusies 1-8.