NL8802199A - Werkwijze en elektronisch stelsel voor het registreren van tijdgerelateerde gegevens. - Google Patents

Description

N.0. 35333 1

Werkwijze en elektronisch stelsel voor het registreren van tijdgerela-teerde gegevens.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het registre-5 ren van tijdgerelateerde gegevens, in het bijzonder van gegevens welke betrekking hebben op de werking en besturing van voertuigen, onder toepassing van gegevensverzamelmiddelen, gegevensverwerkingsmiddelen en losneembaar met de gegevensverzamelmiddelen en de gegevensverwerkingsmiddelen te verbinden gegevensregistratiemiddelen waarin althans de te 10 verwerken gegevens onder toevoeging van een tijdgerelateerde referentie-codes worden geregistreerd.

Een werkwijze van deze soort is onder andere beschreven in het Britse octrooischrift 2.119.905 en het Duitse octrooischrift 3.221.399.

In de praktijk is het in bepaalde gevallen noodzakelijk om niet al-15 leen de aard maar ook het tijdstip van optreden van gebeurtenissen te kennen, In het wegtransport bijvoorbeeld is de relatie tussen de rij- en rusttijden van een bestuurder in vele landen wettelijk vastgelegd. Voor een toezichthoudende instantie is het daarom onder meer noodzakelijk om, bijvoorbeeld ten tijde van een controle, de rij- en rusttijden van een 20 bestuurder over een bepaalde periode tot aan het tijdstip van de controle te kennen. Voor een transportondernemer zijn logistieke ritgegevens zoals wachttijden, oponthoud, brandstofverbruik en dergelijke belangrijke bedrijfsgrootheden. Ook voor het beoordelen van met de werking van een voertuig samenhangende gegevens is het noodzakelijk om het tijdstip 25 van optreden van bepaalde gebeurtenissen te kennen, bijvoorbeeld om achteraf een nauwkeurige analyse te kunnen maken. Hierbij kan in het bijzonder gedacht worden aan gegevens omtrent de snelheid, versnelling, afgelegde weg, etc. voor het bijvoorbeeld reconstrueren van gebeurtenissen voorafgaand aan een ongeval.

30 Volgens het genoemde Britse en Duitse octrooischrift zijn de gege vensregistratiemiddelen daartoe voorzien van een geïntegreerde elektronische klokbouwsteen met seconden-, minuten-, uren- en datumfuncties, voor het verschaffen van de werkelijke of absolute tijd, De te verwerken gegevens worden nu onder toevoeging van een, van de werkelijke tijd af-35 geleide referentiecode in de gegevensregistratiemiddelen opgeslagen. De klokbouwstenen bezitten een instelingang voor synchronisatie met een moederklok. De moederklok is bij voorkeur in de gegevensverwerkingsmiddelen ondergebracht, zodat telkens wanneer de inhoud van de gegevensregistratiemiddelen wordt verwerkt tegelijk de tijd en datum van de klok-40 bouwsteen in de gegevensregistratiemiddelen kunnen worden gesynchroni-

. 88 02 tH

* 2 ·'* seerd.

De Britse octrooiaanvrage 2.015.208 openbaart een stelsel waarbij de gegevensverzamelmiddelen van een klokbouwsteen zijn voorzien. Omdat de gegevensverzamelmiddelen zich echter in de voertuigen bevinden kan 5 het synchroniseren van de toegepaste klokbouwstenen bij omvangrijke stelsels een tijdrovende gebeurtenis zijn, waarvoor een afzonderlijke moederklok nodig is.

De in de aanhef genoemde bekende werkwijze bezit een aantal nadelen. Zoals reeds genoemd dienen de klokbouwstenen regelmatig gecontro-10 leerd en met een moederklok te worden gesynchroniseerd. Voor een juiste relatie tussen de geregistreerde referentiecodes en het werkelijke tijdstip van optreden of de werkelijke duur van gebeurtenissen is men afhankelijk van correct gesynchroniseerde en correct functionerende klokbouwstenen. In de praktijk is voorts gebleken dat stelsels waarin extern be-15 invloedbare klokbouwstenen worden toegepast, hetgeen bij stelsels welke met van de werkelijke tijd afgeleide referentiecodes werken een noodzakelijke voorwaarde is voor het synchroniseren van deze klokbouwstenen, nogal gevoelig zijn voor ongewenste handelingen.

Via de voor het met een moederklok synchroniseren noodzakelijke ex-20 terne toegang tot de klokbouwstenen kunnen deze door bijvoorbeeld het verstellen van de tijdsaanwijzing zodanig worden beïnvloed, dat bepaalde gegevens met van het werkelijke tijdstip of met van de werkelijke duur van optreden afwijkende referentiecodes worden geregistreerd. Voor een op rij- en rusttijden controlerende instantie, een transportondernemer 25 enz. kan daardoor een vertekend beeld van de werkelijke situatie ontstaan.

Aan de uitvinding ligt daarom in eerste instantie de opgave ten grondslag om de, in de aanhef genoemde werkwijze zodanig te verbeteren, dat verwarring met betrekking tot het juiste tijdstip en/of de duur van 30 optreden van te registreren gebeurtenissen zoveel mogelijk is uitgesloten. Volgens de uitvinding wordt dit daardoor bereikt, dat de referentiecodes op basis van een relatieve tijdseenheid worden opgewekt, uit welke referentiecodes en relatieve tijdseenheid met de gegevensverwerkingsmiddelen een corresponderende klokgerelateerde tijd kan worden be-35 rekend. Onder "relatieve tijdseenheid" wordt in dit verband een op zichzelf staande tijdsaanduiding verstaan welke niet aan de werkelijke of absolute kloktijd refereert, bijvoorbeeld een tijdsinterval in seconden of delen hiervan.

Wanneer nu in de werkwijze volgens de uitvinding de manier waarop 40 de referentiecodes aan de relatieve tijdseenheid refereren is vastgelegd .880219® i 3 c.q. bekend is, kan met een geschikt verwerkingsalgoritme uit de betreffende referentiecodes en de relatieve tijdseenheid een bij de respectieve referentiecodes behorende klokgerelateerde tijd in uren, minuten, seconden, etc. worden verschaft.

5 Bij de genoemde toepassing voor de registratie van rij- en rusttij den in het wegtransport kan op deze manier, bijvoorbeeld ten behoeve van een toezichthoudende instantie, uit de geregistreerde gegevens en de daaraan toegevoegde referentiecodes een overzicht van de tijdsduur van het gebruik van een voertuig en/of de activiteiten van een bepaalde be-10 stuurder worden vervaardigd. Het spreekt vanzelf dat het voertuig daartoe van geschikte sensoren moet zijn voorzien, bijvoorbeeld een opnemer welke een met de afgelegde weg of het draaien van de motoras corresponderende code afgeeft.

Voor het vervaardigen van een dergelijk overzicht zijn dus als 15 tijdrefererende gegevens enkel de geregistreerde referentiecodes en de daarbij behorende relatieve tijdseenheid nodig. Hieruit blijkt tevens het belangrijkste voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding, namelijk dat er geen noodzaak meer bestaat om in de gegevensverzamel- c.q. gegevensregistratiemiddelen klokbouwstenen toe te passen welke de werke-20 lijke tijd aanwijzen en bijgevolg met een moederklok moeten worden gesynchroniseerd. Door het wegvallen van de noodzaak voor synchronisatie hoeft er dus ook niet in een synchronisatie-ingang te worden voorzien waarlangs de referentiecodes direct of indirect ongewenst kunnen worden beïnvloed. De werkwijze volgens de uitvinding bezit bijgevolg de poten-25 tie tot vermindering van de gevoeligheid voor ongewenste handelingen,

De referentiecodes kunnen op verschillende manieren aan de relatieve tijdseenheid refereren. Een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat op basis van de relatieve tijdseenheid autonoom een reeks van codewaarden wordt opgewekt, waarbij 30 de referentiecodes uit de, met de te verwerken gegevens tijdgerelateerde codewaarden worden gevormd. De met het optreden en/of eindigen van te verwerken gegevens, onder andere het starten c.q. afzetten van de motor van een voertuig, het losnemen van de gegevensregistratiemiddelen enz. corresponderende momentane codewaarden worden hierbij zonodig in voor 35 registratie geschikte referentiecodes omgevormd.

De lengte c.q. omvang van de reeks van codewaarden hangt onder meer af van de periode gedurende welke gegevens tussen twee opeenvolgende verwerkingsslagen worden geregistreerd. Naarmate deze periode langer duurt, is een meer omvangrijke reeks van codewaarden nodig hetgeen in 40 digitale stelsels gepaard gaat met lange, uit vele bits bestaande te re- "8802199 4 % gistreren referentiecodes.

Om de lengte van de referentiecodes te beperken en daarmee ook de benodigde geheugenruimte voor registratie hiervan, dan wel om de beschikbare geheugenruimte meer effectief te benutten, heeft een verdere 5 uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding het kenmerk, dat op basis van de relatieve tijdseenheid een reeks van codewaarden wordt opgewekt, waarbij de referentiecodes telkens uit het verschil tussen de met opeenvolgende te verwerken gegeven tijdgerelateerde codewaarden worden gevormd.

10 Overeenkomstig deze verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt telkens slechts het verschil tussen de momentane codewaarden behorende bij opeenvolgende te registreren gegevens in een voor registratie geschikte referentiecode verwerkt. Hierbij kan bijvoorbeeld van het verschil in codewaarden behorende bij twee opeenvolgende willekeurige gege-15 vens of van het verschil tussen codewaarden behorende bij opeenvolgende overeenkomstige c.q. bij elkaar behorende gegevens worden uitgegaan.

Om verder ook de omvang c,q. de lengte in bits van de codewaarden te beperken, heeft een weer verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding het kenmerk, dat op basis van de relatieve tijdseenheid een reeks van 20 codewaarden wordt opgewekt, waarbij de referentiecodes uit de, met de te verwerken gegevens tijdgerelateerde codewaarden worden gevormd, welke reeks met opeenvolgende te verwerken gegevens telkens uitgaande van een voorafbepaalde codewaarde wordt opgewekt.

Ofschoon ook in deze weer verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding 25 de referentiecodes impliciet relateren aan het tijdsverschil gemeten in relatieve tijdseenheden tussen twee opeenvolgende te registreren gegevens, hetgeen ook nu weer willekeurige of bij elkaar behorende gegevens kunnen zijn, is hierbij echter de noodzaak voor het vormen van het verschil tussen opeenvolgende codewaarden vervallen. Het is voldoende om de 30 momentane codewaarden bij het registreren van de gegevens zonodig in een geschikte referentiecode om te zetten. Aan de hand van de voorafbepaalde codewaarde kan dan met de gegevensverwerkingsmiddelen een bij de respectieve referentiecodes behorende klokgerelateerde tijd worden berekend. Doordat met de registratie van een gegeven de reeks van codewaarden tel-35 kens opnieuw vanaf een bepaalde uitgangspositie wordt gestart, kan met een minder omvangrijke reeks worden volstaan in vergelijking tot de voorgaande uitvoeringsvormen of kunnen met een even omvangrijke reeks gedurende een langere periode gegevens worden geregistreerd. Het opnieuw starten van de reeks kan volledig zonder uitwendige beïnvloeding plaats-40 vinden.

.8802199 5 «r

Een ten aanzien van de verwerking op deze weer verdere uitvoeringsvorm voortbouwende voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het kenmerk, dat een numerieke reeks van codewaarden wordt opgewekt, uitgaande van een met het getal nul corresponderende codewaarde.

5 Hoewel de reeks van codewaarden in principe op verschillende manie ren kan worden opgewekt, mits er maar voor een eenduidige relatie tussen de opgewekte codewaarden en de relatieve tijdseenheid wordt gezorgd, heeft een ten aanzien van de verwerking voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding het kenmerk, dat een sequentiële numerieke reeks van code-10 waarden wordt opgewekt. Voor het uit de respectieve referentiecodes berekenen van klokgerelateerde tijden kan nu met een slechts elementaire rekenkundige bewerkingen omvattend verwerkingsalgoritme worden volstaan.

Er kan een sequentieel oplopende of dalende reeks worden verschaft.

Naast de mogelijkheid van het opwekken van een complexe, moeilijk 15 te doorgronden reeks van codewaarden kan een verdere beveiliging tegen het ongewenst veranderen van referentiecodes volgens een nog weer verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding daardoor worden verschaft, dat de referentiecodes versleuteld uit de respectieve codewaarden worden gevormd. Geschikte versleutelingsalgoritmen zijn op zichzelf in de prak-20 tijk bekend.

Hoewel in principe de relatieve tijdseenheid bijvoorbeeld instelbaar kan worden uitgevoerd, heeft de voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, met het oog op het uitsluiten van de mogelijkheid tot het ongewenst veranderen van de relatieve tijdseenheid, 25 het kenmerk, dat de relatieve tijdseenheid met een vaste waarde kleiner dan of gelijk aan één seconde wordt opgewekt. Het zal duidelijk zijn dat voor het bewerkstelligen van relatief lange registratieperiodes ook tijdseenheden van meerdere seconden kunnen worden toegepast. Gebleken is echter dat voor vele toepassingen met een relatieve tijdseenheid kleiner 30 dan of gelijk aan ëén seconde een gewenste nauwkeurige registratie kan worden verschaft.

Doordat in de genoemde uitvoeringsvormen van de werkwijze van de uitvinding geen enkele noodzaak voor uitwendig te beïnvloeden voorinstel- of terugstelmogelijkheden voor een opgewekte referentiecode be-35 staat, is de mogelijkheid tot manipulatie van referentiecodes langs bijvoorbeeld elektrische of elektronische weg in principe uitgesloten.

In het voorgaande is alleen over het uit de respectieve geregistreerde referentiecodes berekenen van een klokgerelateerde tijd met betrekking tot de tijdsduur van geregisteerde gegevens gesproken. Een op 40 rij- en rusttijden toezichthoudende instantie heeft daarentegen, zoals >8802109 Λ 6 in de inleiding reeds genoemd, ook behoefte aan een overzicht van de betreffende gegevens over een periode van bijvoorbeeld 24 uur of veelvouden hiervan voorafgaand aan het moment van controleren. Een transportondernemer zal het moment van optreden en de duur van geregistreerde gege-5 vens over een nog langere periode, bijvoorbeeld in de orde grootte van weken of maanden willen kennen. Hierbij zal naast de kloktijd, ook de datum van optreden van een gebeurtenis uit de referentiecodes moeten worden berekend.

Een voor dit doel geschikte werkwijze voor het verwerken van de 10 volgens de uitvinding geregistreerde referentiecodes heeft het kenmerk, dat uitgaande van het werkelijke tijdstip en/of de datum van optreden van een referentiecode met de gegevensverwerkingsmiddelen een corresponderende werkelijke klok- en/of datumgerelateerde tijd voor de respectieve referentiecodes wordt berekend.

15 Door bijvoorbeeld uit te gaan van de momentane waarde van de refe rentiecode op het tijdstip van uitlezen van de gegevensregistratiemidde-len, welke hiertoe bijvoorbeeld zodanig kunnen zijn ingericht dat zij bij uitlezen als laatste een met de momentane codewaarde overeenkomende referentiecode afgeven, kan onder andere ten behoeve van de genoemde 20 toezichthoudende instanties een overzicht van de van belang zijnde gegevens in duur en tijdstip van optreden gerekend vanaf c.q. tot aan het tijdstip van controleren worden verschaft. Voor een transportondernemer kunnen logistieke ritgegevens en dergelijke met hun exacte tijdstip c.q. datum van optreden worden verschaft. Ook nu weer zonder dat de gegevens-25 verzamel- of gegevensregistratiemiddelen van klokbouwstenen moeten worden voorzien voor het verschaffen van de werkelijke of absolute tijd, zoals bij de in de aanhef genoemde bekende werkwijze.

Met deze werkwijze volgens de uitvinding wordt tevens een verder nadeel van het werken met aan de werkelijke tijd refererende referentie-30 codes omzeild, namelijk het feit dat bijvoorbeeld bij het internationale wegtransport met de bekende werkwijze terdege rekening dient te worden gehouden met verschillen in de werkelijke tijd tussen de diverse landen of staten, hetgeen gemakkelijk aanleiding kan geven tot foutieve interpretaties van het tijdstip van optreden van bepaalde gebeurtenissen. Dit 35 geldt bijvoorbeeld ook voor verschillen tussen zomer- en wintertijd.

Doordat in de werkwijze volgens de uitvinding de klokgerelateerde tijden met de gegevensverwerkingsmiddelen worden berekend, kan in deze middelen tevens de voor het corrigeren van dergelijke tijdsverschillen benodigde intelligentie worden ondergebracht. Een op rij- en rusttijden 40 toezichthoudende instantie zal met gegevensverwerkingsmiddelen zonder .8802199 4 7 » deze intelligentie kunnen volstaan, omdat het voor deze instanties te vervaardigen overzicht slechts over een beperkte periode voorafgaand aan het moment van controleren hoeft te worden verschaft. Ten opzichte van de bekende werkwijze zijn met de werkwijze volgens de uitvinding ook 5 hierbij fouten met betrekking tot absolute tijdsverschillen uitgesloten, omdat een dergelijk overzicht uitsluitend aan de hand van de referentie-codes en de daarbij behorende relatieve tijdseenheid wordt opgebouwd.

In de praktijk is verder gebleken dat elektronische klokbouwstenen, als gevolg van de benodigde intelligentie voor het controleren en bij-10 stellen van de tijd- en datumfuncties tamelijk storingsgevoelig zijn. In storingsrijke omgevingen, zoals bijvoorbeeld een voertuig, dienen kostbare en uitgebreide maatregelen te worden getroffen om bijvoorbeeld een geïntegreerde digitale klokbouwsteen betrouwbaar te laten werken. Een stoorpuls op één of meer van de synchronisatie-ingangen van de klokbouw-15 steen kan in het ongunstigste geval namelijk een fout van ëën of meer uren e.q. dagen veroorzaken. Gegevens welke met een dergelijke foutieve tijdreferentie worden geregistreerd blijken in de praktijk niet of pas na veel inspanning te kunnen worden verwerkt.

Een verdere doelstelling van de uitvinding is derhalve het ver-20 schaffen van een elektronisch stelsel voor het registreren van tijdgere-lateerde gegevens voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, omvattende gegevensverzamelmiddelen, gegevensverwerkingsmiddelen, losneembaar met de gegevensverzamelmiddelen en de gegevensverwerkingsmiddelen te verbinden gegevensregistratiemiddelen, en middelen voor het 25 opwekken van tijdgerelateerde referentiecodes, waarbij de gevoeligheid voor stoorpulsen in belangrijke mate is gereduceerd. Volgens de uitvinding wordt dit daardoor bereikt, dat de middelen voor het opwekken van de referentiecodes tellermiddelen en met deze tellermiddelen gekoppelde generatormiddelen voor het autonoom aandrijven van de tellermiddelen om-30 vatten.

Een dergelijke tellerschakeling is aanzienlijk minder storingsgevoelig dan een klokbouwsteen. Immers een stoorpuls aan de ingang van de tellermiddelen waarop de generatormiddelen zijn aangesloten, kan hoogstens een fout van enkele tijdseenheden veroorzaken. Door de tijdseen-35 heid overeenkomstig de uitvinding kleiner dan of gelijk aan ëën seconde te kiezen, kan de invloed van een dergelijke stoorpuls in de praktijk verwaarloosbaar gering worden gehouden.

Doordat overeenkomstig de werkwijze volgens de uitvinding de relatieve tijdseenheid en/of de wijze waarop de referentiecodes uit de rela-40 tieve tijdseenheid worden afgeleid op niet te veranderen wijze kunnen .8802198 ♦ 8 worden vastgelegd, mogen de tellermiddelen uit onintelligente "read-only"-eenheden bestaan, zonder storingsgevoelige, extern toegankelijke ingangen voor het terug- of voorinstellen daarvan.

Een verdere uitvoeringsvorm van het stelsel volgens de uitvinding 5 heeft het kenmerk, dat de tellermiddelen een althans 32 bit sequentiële digitale tellereenheid omvatten, waarbij de generatormiddelen voor het opwekken van stuurpulsen met een frequentie groter dan of gelijk aan 1 Hz zijn ingericht. De frequentie van de generatormiddelen, welke de relatieve tijdseenheid bepaalt waaraan de referentiecodes refereren, is 10 hierbij vast ingesteld. Door het bijvoorbeeld tussen de generatormiddelen en de tellereenheid opnemen van een elektronische poortschakeling kan de invloed van willekeurig optredende stoorsignalen nog verder worden beperkt. De betrouwbaarheid van het stelsel volgens de uitvinding is hierdoor belangrijk groter dan van de bekende stelsels van deze soort, 15 mede omdat de toegepaste middelen eenvoudiger van opbouw kunnen zijn.

Een weer verdere uitvoeringsvorm van het stelsel volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de middelen voor het opwekken van de referentiecodes met de tellermiddelen gekoppelde middelen voor het vormen van het verschil tussen teltallen van de tellermiddelen omvatten. Een 20 nog weer verdere uitvoeringsvorm heeft het kenmerk, dat de tellermiddelen zijn ingericht voor het op een voorafbepaald teltal instellen hiervan. Let wel, het op dit voorafbepaalde teltal terug- c.q. instellen van de tellermiddelen vindt volledig automatisch binnen het stelsel zelf plaats, zonder welke mogelijkheid tot externe terugstelling dan ook.

25 De middelen voor het opwekken van de referentiecodes kunnen onder andere in de gegevensverzamelmiddelen worden opgenomen. Doordat volgens de uitvinding de referentiecodes aan de hand van een relatieve tijdseenheid worden opgewekt, is het in verband met het regelmatig moeten synchroniseren van klokbouwstenen in de gegevensverzamelmiddelen genoemde 30 nadeel opgeheven. Wanneer volgens de uitvinding aan de te verwerken gegevens een werkelijk tijdstip c.q. datum van optreden moet worden toegekend, is het noodzakelijk om de referentiecode op een bepaald tijdstip te kennen. Onder omstandigheden, bijvoorbeeld bij een uitgebreid voertuigenpark of voor toezichthoudende instanties, kan het bezwaarlijk zijn 35 om de betreffende referentiecode aan de zich in het voertuig bevindende gegevensverzamelmiddelen te moeten ontnemen.

De voorkeursuitvoeringsvorm van het stelsel volgens de uitvinding heeft bijgevolg het kenmerk, dat de genoemde middelen voor het opwekken van de referentiecodes in de gegevensregistratiemiddelen zijn onderge-40 bracht. Het in de gegevensregistratiemiddelen opnemen van de tellermid- I 8 8 0 2 t $ $ i, 9 delen, de generatormiddelen en zo nodig de middelen voor het vormen van het verschil tussen teltallen van de tellermiddelen heeft het voordeel dat de momentane tellerstand bij verbinding met de gegevensverwerkings-middelen direct beschikbaar is. Uiteraard dienen de gegevensregistratie-5 middelen daartoe van geschikte voedingsbronmiddelen te zijn voorzien, om te bewerkstelligen dat de tellermiddelen, de generatormiddelen en zo nodig de middelen voor het vormen van het verschil tussen teltallen van de tellermiddelen ook dan in werking blijven, wanneer de gegevensregistra-tiemiddelen niet met de gegevensverzamel- of gegevensverwerkingsmiddelen 10 zijn verbonden.

De uitvinding heeft tevens betrekking op gegevensregistratiemidde-len voor toepassing bij het stelsel volgens de uitvinding, welke gege-vensregistratiemiddelen verder omvatten geheugenmiddelen en met de geheugen-, teller- en generatormiddelen, en zo nodig de middelen voor het 15 vormen van het verschil tussen teltallen van de tellermiddelen gekoppelde voedingsbronmiddelen.

Het spreekt vanzelf dat het vastleggen van gegevens met een bijbehorende tijdreferentie niet beperkt is tot gegevens welke in en behorende bij een voertuig optreden, maar dat voor velerlei toepassingsgebieden 20 kennis omtrent het tijdstip van optreden van bepaalde gebeurtenissen of de duur hiervan noodzakelijk kan zijn.

De uitvinding wordt in het navolgende nader toegelicht aan de hand van een in de tekening weergegeven schematische uitvoeringsvorm van een elektronisch stelsel voor het digitaal registreren en verwerken van 25 tijdgerelateerde gegevens in een voertuigomgeving en stroomschema’s voor het illustreren van de werkwijze volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont een schematische voorstelling van de opbouw van gege-vensverzamelmiddelen welke in een voertuig worden gemonteerd.

Fig. 2 toont een schematische voorstelling van de opbouw van gege-30 vensverwerkingsmiddelen.

Fig. 3 toont een schematische voorstelling van gegevensregistratie-middelen volgens de uitvinding.

Fig. 4, 5, 6 tonen stroomschema's voor het illustreren van verschillende uitvoeringsvormen van de werkwijze volgens de uitvinding.

35 De gegevensverzamelmiddelen, welke als geheel met het verwijzings- cijfer 1 zijn aangeduid, omvatten via een busstructuur met elkaar gekoppelde, op zichzelf bekende elektronische componenten, waaronder een mi-croprocessoreenheid 2, een werkgeheugen 3, een stelselgeheugen 4, een toegangspoort 5 voor het losneembaar aansluiten van de gegevensregistra-40 tiemiddelen, analoog/digitaal-omzetters 6 met ingangen 7 waarop voer- .8802199 10 tuigsensoren zoals snelheid- en versnellingsopnemers, afstandsmeters, brandstofmeters en dergelijke (niet getoond) kunnen worden aangesloten, alsmede een stuurpoort 8 voor het aan de diverse voertuigsensoren toevoeren of ontnemen van calibratiegegevens en dergelijke. Naar behoeven 5 kunnen ook middelen voor het handmatig invoeren en middelen voor het weergeven van gegevens zijn verschaft (niet getoond).

De gegevensverzamelmiddelen 1 omvatten verder voedingsmiddelen 9 voor het op geschikte wijze toevoeren van elektrische energie aan de elektronische componenten. Bij voorkeur zijn de voedingsmiddelen 9 van 10 een eigen energievoorziening voorzien, zoals een accu, voor het bijvoorbeeld in stand houden van de gegevens in het stelsel- en werkgeheugen tijdens een storing in de energietoevoer vanuit het voertuig. De gegevensverzamelmiddelen zijn qua opbouw vergelijkbaar met de in fig. 1 van het Britse octrooischrift 2.119.905 getoonde gegevensverzamelmiddelen 15 1.

Fig. 2 toont schematisch de opbouw van met het verwijzingscijfer 10 aangegeven elektronische gegevensverwerkingsmiddelen. Met behulp van een op zichzelf bekende processoreenheid 11 en daarbij behorende geschikte programmatuur, kunnen via de toegangspoort 12 aan de hiermee losneembaar 20 te verbinden gegevens registratiemiddelen zowel gegevens worden toegevoerd als daaraan worden ontnomen. In het eerste geval kan bijvoorbeeld gedacht worden aan calibratiegegevens, toegangsgegevens en dergelijke welke onder andere voor identificatiedoeleinden noodzakelijk kunnen zijn. De op deze wijze aan de gegevensregistratiemiddelen toegevoerde 25 stelselgegevens kunnen door de gegevensverzamelmiddelen 1 verder worden verwerkt.

De gegevensverwerkingsmiddelen 10 omvatten verder een afdrukeenheid 13 en een weergeefeenheid 14, onder andere om de verwerkte gegevens zichtbaar te kunnen maken. De gegevensverwerkingsmiddelen 10 kunnen een 30 zeer uitgebreide omvang hebben, bijvoorbeeld in de vorm van een "personal computer" in een kantooromgeving voor het vervaardigen van gedetailleerde logistieke gegevens, maar kunnen bijvoorbeeld ten behoeve van toezichthoudende instanties ook compact en draagbaar worden uitgevoerd, bijvoorbeeld voor het verwerken van een beperkte hoeveelheid gegevens 35 welke betrekking hebben op rij- en rusttijden van een bestuurder of voertuig. Xn het laatste geval kunnen de gegevensverwerkingsmiddelen 10 met een bijvoorbeeld oplaadbare voedingseenheid 15 zijn uitgerust. Zo nodig kunnen de gegevensverwerkingsmiddelen 10 van verdere aansluitingen voor verbinding met een centrale computer zijn voorzien (niet getoond). 40 Fig. 3 toont de opbouw van de gegevensregistratiemiddelen volgens 11 de uitvinding, welke als geheel met het verwijzingscijfer 16 zijn aangegeven. De gegevensregistratiemiddelen zijn bij voorkeur in een cassette ondergebracht welke via de toegangspoort 17 met de overeenkomstige toegangspoort 5 of 12 van respectievelijk de gegevensverzamelmiddelen 1 of 5 de gegevensverwerkingsmiddelen 10 losneembaar kan worden verbonden. De toegangspoorten 5, 12 en 17 zijn in de voorkeursuitvoeringsvorra als corresponderende stekerverbindingen uitgevoerd, maar kunnen ook als optische, akoustische, rediografisehe enz. toegangspoorten zijn uitgerust.

De gegevensregistratiemiddelen 16 omvatten een via een busstructuur 10 met de toegangspoort 17 gekoppeld, op zichzelf bekend digitaal elektronisch geheugen 18 en een digitale teller 19. De teller 19 wordt door middel van een oscillator 20 autonoom aangedreven. De gegevensregistratiemiddelen 16 zijn verder van eigen voedingsbronmiddelen 21 voorzien, bijvoorbeeld in de vorm een accu. De voedingsbronmiddelen 21 kunnen ver-15 der zodanig zijn uitgevoerd, dat wanneer de gegevensregistratiemiddelen 16 met de gegevensverzamelmiddelen 1 of de gegevensverwerkingsmiddelen 10 zijn gekoppeld, de benodigde voedingsenergie aan deze middelen wordt onttrokken. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de teller 19 en de oscillator 20 zodanig uitgevoerd en afgeschermd, dat zij van buitenaf niet 20 langs elektrische of elektromagnetische weg kunnen worden beïnvloed.

De teller 19 is als een 32 bit sequentiële digitale teller uitgevoerd, waarbij de oscillator 20 blokgolfvormige stuurpulsen met een frequentie van 1 Hz opwekt. Elke stap van de teller 19 komt dan overeen met een tijdsduur van één seconde. Het spreekt vanzelf dat ook met hogere 25 frequenties en met een meer of minder omvangrijke teller kan worden gewerkt, e.e.a. afhankelijk van de registratiewerkwijze, de registratie-nauwkeurigheid, de gebruiksduur tussen opeenvolgende verwerkingsslagen van de geregistreerde gegevens etc.. De componenten van de gegevensregistratiemiddelen 16 kunnen voorts zoveel mogelijk in één multifunctio-30 nele geïntegreerde digitale schakeling worden ondergebracht. De werking van het stelsel is nu als volgt.

Veronderstel de situatie dat de gegevensregistratiemiddelen 16 met de gegevensverzamelmiddelen 1 in een voertuig zijn verbonden. De teller 19 wekt onder invloed van de oscillator 20 een sequentiële numerieke co-35 de op. Op het moment dat bijvoorbeeld een bepaald gegeven in het geheugen 18 van de gegevensregistratiemiddelen 16 moet worden geregistreerd, wordt onder besturing van de microprocessor 2 van de gegevensverzamelmiddelen 1 een met het momentane teltal van de teller 19 corresponderende referentiecode aan het betreffende gegeven toegevoegd, waarna het zo 40 gevormde samenstel in het geheugen 18 wordt opgeslagen.

-8802199 tl 12

Doordat de gegevensregistratiemiddelen 16 van eigen voedingsbron-middelen 21 zijn voorzien, blijven de teller 19 en de oscillator 20, alsmede de in het geheugen 18 opgeslagen gegevens voortdurend in werking c.q. behouden. De stroomopname in rusttoestand is daarbij zodanig ge-5 ting, dat een hoge bedrijfstijd kan worden bereikt. Samen met het feit dat de teller 19 en de oscillator 20 autonoom, dus zonder beïnvloeding van buitenaf, kunnen werken is het mogelijk om de gegevensregistratiemiddelen 16 in een geheel gesloten behuizing onder te brengen, welke behuizing zonder waarneembare uitwendige beschadigingen niet kan worden 10 verbroken. Het zal duidelijk zijn dat de gevoeligheid voor frauduleuze handelingen hiermee verder effectief wordt verminderd.

Door voorts, bijvoorbeeld langs programmatische weg, versleutelingen aan te brengen kan worden voorkomen dat de gegevensregistratiemiddelen bijvoorbeeld door onbevoegden kunnen worden uitgelezen of gewist en 15 dat onderlinge verwisseling van verschillende registratiemiddelen uitgesloten is. Hierbij kan gedacht worden aan het toevoegen van toegangscodes gerelateerd aan bepaalde voertuigen, bepaalde verwerkingsmiddelen enz.. De verwerking van de geregistreerde gegevens kan volledig programmatisch geschieden.

20 Voor het uit het momentane teltal van de teller afleiden van een geschikte referentiecode kunnen volgens de uitvinding drie hoofdprincipes worden onderscheiden, welke alle met stroomschema' s zijn geïllustreerd, waarin met dezelfde verwijzingscijfers aangeduide blokken dezelfde bewerkingen uitvoeren.

25 Fig. 4 toont de werkwijze volgens de uitvinding waarbij direct uit het momentane teltal een geschikte referentiecode voor registratie met een te verwerken gegeven wordt opgewekt. In het eenvoudigste geval wekt de teller in digitale code een teltal op dat direct als referentiecode wordt geregistreerd. In meer complexe uitvoeringsvormen kan zonodig met 30 een versleutelingsalgoritme een referentiecode uit het teltal van de teller worden opgewekt.

Veronderstel dat er een gebeurtenis 22 optreedt. Zoals met blok 23 geïllustreerd, kan zonodig eerst worden bepaald of dit een te registreren gebeurtenis is en dus een te verwerken gegeven oplevert. Indien deze 35 vraag positief wordt beantwoord, wordt het momentane teltal gelezen, zoals aangegeven met blok 24. Vervolgens wordt uit het gelezen teltal een referentiecode gevormd, blok 25. Deze referentiecode wordt vervolgens met het te verwerken gegeven verknoopt, zoals aangegeven in blok 26, waarna de zo gevormde combinatie in de gegevensregistratiemiddelen wordt 40 geregistreerd, blok 27. Naar behoefte kan in blok 23 zonodig op het 13 6 soort te registreren gegeven worden geselecteerd, om specifieke informatiegroepen te creëren hetgeen de latere verwerking kan vergemakkelijken. Bijvoorbeeld een informatiegroep welke betrekking heeft op rij- en rusttijden, een informatiegroep ten aanzien van specifieke voertuiggegevens 5 enz..

Uit de referentiecodes behorende bij de opeenvolgend geregistreerde gegevens, zonodig verdeeld per informatiegroep, kan door bijvoorbeeld conversie naar het bijbehorende teltal aan de hand van de frequentie van de generator een bij de geregistreerde gegevens behorende tijdsduur in 10 uren, minuten, seconden enz, worden berekend. Wanneer van een teltal het werkelijke tijdstip van optreden bekend is, kan voor alle teltallen c.q. referentiecodes een bijbehorende werkelijke kloktijd c.q. datum worden berekend. Een toezichthoudende instantie kan aan de hand van de bij het momentane teltal behorende referentiecode ten tijde van een controle een 15 overzicht van de rij- en rusttijden tot aan het tijdstip van de controle verkrijgen. Een transportondernemer kan daarentegen ook de bij een teltal behorende referentiecode aan het begin van bijvoorbeeld een reis van een bestuurder c.q. voertuig registreren en bij terugkomst aan de hand van deze referentiecode en het daarbij behorende tijdstip een nauwkeuri-20 ge werkelijke tijd en datum voor de tijdens de rit geregistreerde referentiecodes berekenen.

Fig. 5 toont de werkwijze waarbij met het verschil tussen de tel-tallen behorende bij twee opeenvolgende te verwerken gegevens wordt gewerkt. Dit kunnen uiteraard willekeurige opeenvolgende gegevens of gege-25 vens per informatiegroep zijn. In blok 28 wordt een gelezen teltal tijdelijk opgeslagen. Wanneer het bij een gegeven behorende momentane teltal is gelezen, blok 24, wordt in blok 29 het verschil tussen het gelezen teltal en het vorige, opgeslagen teltal gevormd. Uit dit verschil wordt weer een referentiecode afgeleid, blok 30, welke vervolgens weer 30 met het te registreren gegeven wordt verknoopt en geregistreerd.

Bij het verwerken van de op deze wijze geregistreerde gegevens kan een bijbehorende klokgerelateerde tijd daardoor worden berekend, doordat de referentiecodes c.q. de daarmee corresponderende teltallen het aantal tijdseenheden aangeven welke tussen de opeenvolgend geregisteerde gege-35 vens liggen. Aan de hand van het werkelijke tijdstip van een referentiecode kunnen ook nu weer de bij de geregistreerde gegevens behorende werkelijke tijd en datum worden gereconstrueerd.

Fig. 6 toont het stroomschema van een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, waarbij de referentiecodes eveneens refere-40 ren aan het aantal tussen opeenvolgend geregisteerde gegevens liggende .8802199 * 14 * » tijdseenheden, echter hierbij wordt het gelezen teltal niet tijdelijk opgeslagen, maar wordt de teller telkens op een voorafbepaald teltal teruggesteld. In een qua verwerking voordelige uitvoeringsvorm wordt de teller op nul teruggesteld. Het terugstellen van de teller is met blok 5 31 geïllustreerd. Deze werkwijze is bijvoorbeeld interessant wanneer zo danig lange registratieperiodes te verwachten zijn dat er een te uitgebreide teller nodig is om gedurende deze lange registratieperiodes in eenduidige referentiecodes te kunnen voorzien.

In deze laatste uitvoeringsvorm kan een werkelijk tijdstip van op-10 treden aan geregistreerde gegevens worden toegekend aan de hand van het tijdstip van het uitlezen van het als laatste geregistreerde gegeven.

Door bijvoorbeeld te voorzien in een code welke de werkwijze aangeeft volgens welke de referentiecodes zijn opgewekt, kan met één ver-werkingsalgoritme worden volstaan, zodat een universeel stelsel voor het 15 verwerken van tijdgerelateerde gegevens overeenkomstig de uitvinding kan worden verschaft.

Hoewel de uitvinding is beschreven aan de hand van een uitvoeringsvorm van een stelsel voor toepassing in voertuigen, zal het duidelijk zijn dat de uitvinding niet tot deze uitvoeringsvormen is beperkt en op 20 velerlei gebieden waar behoefte aan registratie van tijdgerelateerde gegevens bestaat kan worden ingezet. Zonder af te wijken van de aan de uitvinding ten grondslag liggende gedachte zijn voor een deskundige talrijke wijzigingen en aanvullingen op de uitvinding mogelijk.

25 30 35 40

Claims (16)

1. Werkwijze voor het registreren van tijdgerelateerde gegevens, in het bijzonder van gegevens welke betrekking hebben op de werking en be-5 sturing van voertuigen, onder toepassing van gegevensverzamelmiddelen, gegevensverwerkingsmiddelen en losneembaar met de gegevensverzamelmiddelen en de gegevensverwerkingsmiddelen te verbinden gegevensregistratie-middelen waarin althans de te verwerken gegevens onder toevoeging van tijdgerelateerde referentiecodes worden geregistreerd, met het kenmerk, 10 dat de referentiecodes op basis van een relatieve tijdseenheid worden opgewekt, uit welke referentiecodes en relatieve tijdseenheid met de gegevensverwerkingsmiddelen een corresponderende klokgerelateerde tijd kan worden berekend.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat op basis van 15 de relatieve tijdseenheid autonoom een reeks van codewaarden wordt opgewekt, waarbij de referentiecodes uit de, met de te verwerken gegevens tijdgerelateerde codewaarden worden gevormd.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat op basis van de relatieve tijdseenheid autonoom een reeks van codewaarden wordt 20 opgewekt, waarbij de referentiecodes telkens uit het verschil tussen de met opeenvolgende te verwerken gegevens tijdgerelateerde codewaarden worden gevormd.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat op basis van de relatieve tijdseenheid een reeks van codewaarden wordt opgewekt, 25 waarbij de referentiecodes uit de, met de te verwerken gegevens tijdgerelateerde codewaarden worden gevormd, welke reeks met opeenvolgende te verwerken gegevens telkens uitgaande van een voorafbepaalde codewaarde wordt opgewekt.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een numerie-30 ke reeks van codewaarden wordt opgewekt, uitgaande van een met het getal nul corresponderende codewaarde.

5 «

6. Werkwijze volgens conclusie 2, 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat een sequentiële numerieke reeks van codewaarden wordt opgewekt.

7. Werkwijze volgens conclusie 2, 3, 4, 5 of 6, met het kenmerk, 35 dat de referentiecodes versleuteld uit de respectieve codewaarden worden gevormd.

8. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de relatieve tijdseenheid met een vaste waarde kleiner dan of gelijk aan één seconde wordt opgewekt.

9. Werkwijze voor het verwerken van Volgens een of meer van de ‘8802199 y 4 voorgaande conclusies geregistreerde referentiecodes, met het kenmerk., dat uitgaande van het werkelijke tijdstip en/of de datum van optreden van een referentiecode met de gegevensverwerkingsmiddelen een corresponderende werkelijke klok- en/of datumgerelateerde tijd voor de respectie-5 ve referentiecodes wordt berekend,

10, Stelsel voor het elektronisch registreren en verwerken van tijdgerelateerde gegevens, in het bijzonder van gegevens welke betrekking hebben op de werking en besturing van voertuigen, omvattende gegevens ver zamelmiddel en, gegevensverwerkingsmiddelen, losneembaar met de 10 gegevensverzamelmiddelen en de gegevensverwerkingsmiddelen te verbinden gegevensregistratiemiddelen, en middelen voor het opwekken van tijdgerelateerde referentiecodes, met het kenmerk, dat de middelen voor het opwekken van de referentiecodes tellermiddelen en met deze tellermiddelen gekoppelde generatormiddelen voor het autonoom aandrijven van de teller- 15 middelen omvatten.

11, Stelsel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de tellermiddelen een althans 32 bit sequentiële digitale tellereenheid omvatten, waarbij de generatormiddelen voor het opwekken van stuurpulsen met een frequentie groter dan of gelijk aan 1 Hz zijn ingericht.

12. Stelsel volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de tellermiddelen zijn ingericht voor het op een voorafbepaald teltal instellen hiervan.

13. Stelsel volgens conclusie 10, 11 of 12, met het kenmerk, dat de middelen voor het opwekken van de referentiecodes met de tellermiddelen 25 gekoppelde middelen voor het vormen van het verschil tussen teltallen van de tellermiddelen omvatten.

14. Stelsel volgens conclusie 10, LI, 12 of 13, met het kenmerk, dat de genoemde middelen voor het opwekken van de referentiecodes in de gegevensregistratiemiddelen zijn ondergebracht.

15. Stelsel volgens conclusie 10, 11, 12 of 13, met het kenmerk, dat de genoemde middelen voor het opwekken van de referentiecodes in de gegevensverzamelmiddelen zijn ondergebracht.

16. Gegevensregistratiemiddelen voor toepassing bij het stelsel volgens conclusie 10, 11, 12, 13 of 14, verder omvattende geheugenmidde- 35 ien en met de genoemde middelen voor het opwekken van de referentiecodes gekoppelde voedingsbronmiddelen. 40 * 88021 98