NL8800265A - Transportsysteem, transport- c.q. buffer- en distributiestelsel, alsmede werkwijze voor het transformeren van een goederenstroom. - Google Patents

Description

f 87 5122/M/jz

Korte aanduiding: Transportsysteem, transport- c.q. bufferen distributiestelsel, alsmede werkwijze voor het transformeren van een goederenstroom.

De uitvinding heeft betrekking op een transportsysteem, opgebouwd uit een aantal aangedreven trek- of duworganen of een eindloze transporteur, voorzien van op regelmatige onderlinge afstanden aangebrachte uithouders, verder 5 opgebouwd uit dragerbakken met ophangpunten die samen met de uithouders een pendelende ondersteuning van de dragerbakken mogelijk maken, welke trek- of duworganen een gesloten traject doorlopen en aldus een transporteur vormen, waarvan het traject bestaat uit gestrekte delen die 10 in hoofdzaak zijn gelegen in onderling evenwijdige vlakken en voor een deel haaks op elkaar staan, waarbij deze traject-delen met elkaar zijn verbonden door zowel links- als rechtsom gaande bochten. Een probleem bij een dergelijk transportsysteem is de vereiste ruimtelijke omvang, aangezien er voldoende 15 speling tussen aangrenzende dragers aanwezig moet zijn teneinde elke bocht van het traject storingsvrij te kunnen doorlopen.

Men heeft reeds getracht de compactheid van het transportsysteem te verhogen door toepassing van de genoemde uithouders waarmede de dragers zijn opgehangen aan de 20 trek- of duworganen. De toepassing van uithouders verhoogt weliswaar de compactheid van de installatie doch brengt een beperking met zich doordat slechts bochten kunnen worden doorlopen waarin de uithouders radiaal buitenwaarts zijn gericht. Bij een bocht met tegenover gestelde kromtestraal, 25 zijn de uithouders radiaal naar binnen gericht hetgeen onvermijdelijk tot aanraking voert, vooral wanneer enige compactheid wordt nagestreefd.

.8800265 - 2 -

De uitvinding beoogt een transportsysteem te verschaffen dat een grote compactheid mogelijk maakt onder het handhaven van alle vrijheid ten opzichte van de vorm van het te doorlopen traject. Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt door 5 de combinatie van de volgende maatregelen: 1) het transportsysteem is opgedeeld in evenveel subtrans-porteurs als er haaks op elkaar gerichte trajectdelen zijn, welke subtransporteurs elk een gesloten traject doorlopen bestaande uit twee evenwijdige gestrekte parten 10 en twee verbindende bochten van 180°; 2) elk ophangpunt van elke dragerbak is voorzien van een glij- of rolorgaan dat ondersteunend wordt geleid in een rail die een baan vormt overeenkomend met het gesloten traject van het transportsysteem; 15 3) elke uithouder die de verbinding vormt tussen een trek- of duworgaan en een dragerbak is voorzien van zodanige koppelingsorganen dat de dragerbak losgekoppeld kan worden van een substransporteur en daarna vastgekoppeld kan worden aa^Kaaks op deze substransporteur staande 20 subtransporteur.

Onder het woord "haaks" wordt in dit verband verstaan een hoek die 90° kan zijn, maar tevens daarvan maximaal +45° kan afwijken. Met andere woorden: de subtransporteurs kunnen elkaar kruisen onder een hoek gaande van ongeveer 45° tot 135°.

25 Door de combinatie van de hierboven genoemde maatregelen verlaten de dragers bij een overgang van het ene gestrekte trajectdeel naar een haaks daarop staand trajectdeel de ene uithouder en worden gelijktijdig overgenomen door een andere uithouder behorende tot een opvolgende subtransporteur. Dit 30 herhaalt zich zo veel maal als er een richtingsverandering optreedt. De subtransporteurs doorlopen steeds een zelfde type .8800265 - 3 - * bocht (linksom of rechtsom) zodat er geen problemen met de uithouders kunnen ontstaan.

De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een transportsysteem waarbij tenminste twee evenwijdig lopende 5 en op enige afstand van elkaar gelegen transporteurs aanwezig zijn waartussen de dragerbakken zijn opgehangen en langs het gesloten traject voortbewegen. Volgens de uitvinding zijn de dragerbakken aan de bovenkant toegankelijk en is boven althans een deel van de horizontale substranspor-10 teurs tenminste een lastafwerpelement aanwezig voor het in een dragerbak van deze subtransporteur deponeren van een last (b.v. een voorwerp) waarbij op tenminste een plaats in het traject een losstation is aangebracht voor het uit een passerende dragerbak afvoeren van de opgenomen last 15 (c.q. voorwerpen).

Een aldus uitgevoerd transportsysteem kan werkzaam zijn als een buffer- en distributiestelsel, doordat de in een gesloten traject voortbewegende dragerbakken op geselecteerde wijze een last, zoals een of meer voorwerpen 20 kunnen opnemen en binnen een compact ruimtelijk bestek net zo lang kunnen transporteren resp. bufferen, als nodig is voor het opnemen van alle verdere gewenste voorwerpen waarna de dragerbak in een losstation kan worden geledigd.

In een dergelijk transport- c.q. buffer- en distributie-25 stelsel maken de lastafwerpelementen bij voorkeur deel uit van tenminste een computer gestuurde installatie voorzien van een aangedreven eindloze transporteur, waarvan het (meestal, doch niet noodzakelijkerwijs) stapsgewijs doorlopen traject loodrecht staat op de evenwijdige vlakken waarin het 30 transportsysteem voor dragerbakken zich beweegt. Op deze wijze verkrijgt men een drie-dimensionaal opererend stelsel met een ongedifferentieerde aanvoer van voorwerpen aan de ene kant en een afvoer bij een losstation aan de andere kant, waarbij de voorwerpen in een geselecteerde samenstelling 35 worden afgeleverd.

.8800265 *

A

- 4 -

Een verder aspect van de uitvinding is belichaamd in een werkwijze voor het transformeren van een goederenstroom vanaf een ongedifferentieerde aanvoer tot een afvoer in een geselecteerde samenstelling, onder toepassing van een 5 gecombineerd transport- en distributie-stelsel. Volgens de uitvinding onderscheidt zich deze werkwijze doordat - gebruik wordt gemaakt van tenminste één transportsysteem volgens conclusie 1, waarin dragerbakken een gesloten 10 traject doorlopen en daarbij tenminste een laad- en een losstation passeren en dat voorts gebruik wordt gemaakt van een aantal afwerp-elementen volgens conclusie 2 of 3, waarbij de goederenstroom gevormd wordt door verschillend uitgevoerde voorwerpen; 15 - doordat aan elk voorwerp een codering wordt gegeven, samenhangend met de beoogde geselecteerde samenstelling van de afvoer in een losstation; - doordat elk gecodeerd voorwerp naar een aflever-element wordt gevoerd en van daar uit, in een periode van stilstand, 20 uit dit aflever-element wordt overgebracht in een, op dat moment stilstaande dragerbak; - doordat elke dragerbak van het transportsysteem wordt geprogrammeerd teneinde geselecteerde voorwerpen van de afwerpelementen te ontvangen en de aldus geleidelijk 25 ontvangen voorwerpen binnen het transportsysteem te bufferen; en - doordat elke dragerbak na de opname van alle vooraf geselecteerde voorwerpen, de totale last bij het passeren van het aangewezen losstation in dit station 30 aflevert.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening die enkele varianten toont van het transportsysteem en het daarmede op te bouwen stelsel, terwijl voorts enkele details zijn afgebeeld.

.8800265 * - 5 -

Fig. 1 toont het principe van een haakse overgave van een dragerbak van de ene subtransporteur naar een andere, waarbij het transportsysteem op iets vergrote schaal t.o.v.

Fig. 2 is weergegeven; 5 Fig. 2 is een zijaanzicht van een transport- c.q.

buffer- en distributiestelsel in een meervoudige uitvoeringsvorm op een t.o.v. Fig. 1 iets kleinere schaal.

Fig. 3 is een perspectivisch aanzicht op vergrote schaal van een dragerbak uit het transportsysteem volgens de 10 voorgaande figuren.

Fig. 4 toont eveneens in perspectief en op vergrote schaal een uitvoeringsvorm van de uithouders welke samenwerken met de ophangpunten van de dragerbak.

Het transportsysteem volgens de uitvinding zoals 15 afgebeeld in de figuren 1 en 2 is opgebouwd uit een aantal aangedreven trek- of duworganen 1 die tezamen een transporteur 2 vormen. Deze organen 1 zijn voorzien van op regelmatige onderlinge afstanden aangebrachte uithouders 3 (zie fig. 4). Het transportsysteem is verder opgebouwd uit 20 dragerbakken 4 (zie fig. 3} die aan de bovenkant toegankelijk en in dit geval open zijn. Deze dragerbakken zijn langwerpig uitgevoerd en aan hun beide uiteinden voorzien van een ophangpunt 5, gevormd door een uitstekende asstomp. Deze ophangpunten 5 maken tezamen met de uithouders 3 25 een pendelende ondersteuning van de draagbakken 4 mogelijk. De trek- of duworganen 1 doorlopen gesloten trajecten en vormen aldus de transporteur 2 waarvan het traject bestaat uit gestrekte delen die in hoofdzaak zijn gelegen in onderling evenwijdige vlakken en voor een deel haaks op elkaar staan.

30 Deze trajectdelen zijn met elkaar verbonden door zowel linksals rechtsom gaande bochten. Tot zover komt het beschreven transportsysteem overeen met bekende installaties b.v. in de voedingsindustrie. Daarbij zijn de dragerbakken gevuld met voorwerpen zoals in glas of blik verpakte levensmiddelen die 35 worden vervoerd voor het ondergaan van een b.v. thermische .8800265 * * - 6 - behandeling.

Volgens de uitvinding wordt het transportsysteem niet gevormd door een enkele transporteur, doch is deze opgedeeld in evenveel subtransporteurs 6-8 als er haaks op 5 elkaar gerichte trajectdelen zijn. Elk van deze subtransporteurs doorloopt een gesloten deeltraject van het gehele transportsysteem. In de gekozen uitvoeringsvorm volgens fig. 1 is er een horizontale subtransporteur 6 en een vertikale subtransporteur 7. Elk van deze 10 subtransporteurs bestaat uit twee evenwijdig gestrekte parten 9 en twee verbindende bochten van 180°. In de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 zijn er bovendien nog enkele korter uitgevoerde horizontaal zijwaarts uitstekende subtransporteurs 8 met een bepaald doel dat nog later wordt 15 toegelicht.

Het transportsysteem volgens de uitvinding onderscheidt zich nog verder doordat elk ophangpunt 5 van elke dragerbak 4 is voorzien van een glij- of rolorgaan 10 dat ondersteunend wordt geleid in een rail 11 die een baan vormt 20 overeenkomend met het gesloten traject van het transportsysteem. Verder is nog in fig. 4 te zien dat elke uithouder 3 die is aangebracht op een trek- of duworgaan 1 aan zijn uiteinde vorkvormig open is teneinde een losneembare koppeling met een ophangpunt 5 van een dragerbak 4 mogelijk 25 te maken.

In het transportsysteem volgens de uitvinding zullen meestal tenminste twee evenwijdig lopende en op enige afstand van elkaar gelegen transporteurs 2 aanwezig zijn, waartussen de dragerbakken 4 zijn opgehangen en langs het 30 gesloten traject voortbewegen. In fig. 3 is een uitvoering met twee transporteurs 2 en derhalve ook twee rails 11 aangegeven. De in deze figuur afgebeelde dragerbak 4 is verdeeld in een aantal compartimenten 12 met een oogmerk dat eveneens hierna wordt toegelicht. De voortbeweging van 35 de dragerbakken 4 geschiedt stapsgewijs teneinde een .8800265 * - 7 - overgang van de ene subtransporteur naar de andere mogelijk te maken. Deze overgang wordt vergemakkelijkt door de toepassing van de rails 11 en de daardoor verschafte geleiding van de rolorganen 10.

5 De verdeling van het transportsysteem in subtransporteurs heeft als belangrijk voordeel dat de bochten van elke subtransporteur steeds in dezelfde richting gaan, d.w.z. rechtsom in de afgebeelde uitvoeringsvorm. Hierdoor kunnen de uithouders 3 steeds optimaal werkzaam zijn en een zeer 10 compact transportsysteem verwezenlijken waarbij een optimaal gebruik van de beschikbare ruimte wordt gemaakt.

Ook biedt het transportsysteem volgens de uitvinding mogelijkheden tot uitbreiding waarmee dan elke gewenste verblijftijd van de dragerbakken in het transportsysteem 15 kan worden verwezenlijkt. Dit is de bufferfunctie van dit systeem, hetgeen een belangrijk nieuw kenmerk van de uitvinding voorstelt.

De toegepaste subtransporteurs zijn gelegen in vlakken die onderling evenwijdig zijn en op korte afstand van elkaar 20 liggen, zie fig. 4. Een belangrijk doel van het transportsysteem volgens de uitvinding is het creeëren van een buffer d.w.z. het tot stand brengen van een lang traject voor elke dragerbak binnen een ruimtelijk bestek dat zo klein mogelijk kan worden gehouden.

25 In fig. 2 is een belangrijke toepassing afgebeeld voor het transportsysteem volgens de uitvinding n.1. in combinatie met een of meer computer gestuurde afwerp-installaties van het type zoals b.v. beschreven in de octrooiaanvrage NL 73 05636. Fig. 2 toont een centraal 30 freem 13 waarin op verschillende niveaux een lastafwerp-installatie 14 is aangebracht. Fig. 2 toont twee van dergelijke installaties die zijn uitgevoerd met lastafwerp-elementen 15. Deze elementen bevinden zich boven een bepaald deel van de horizontale subtransporteurs 6 en 8.

35 Elk van de genoemde installaties 14 is voorzien van een .8800265 t - 8 - (niet afgebeelde) aangedreven .eindloze transporteur (zie b.v. NL 73 05636) waarvan het stapsgewijs doorlopen traject loodrecht staat op de evenwijdige vlakken waarin de in fig. 2 afgebeelde transportsystemen voor de dragerbakken 4 zich 5 bewegen.

De elementen 15 kunnen een last (b.v. een voorwerp) in (een compartiment 12 van) een dragerbak 4 deponeren althans wanneer de vooraf aangebrachte codering van de last en de betrokken dragerbak met elkaar overeenstemmen. De 10 subtransporteurs 8 die in de installatie volgens fig. 2 worden toegepast zijn horizontaal zijwaarts gericht ten opzichte van de vertikale subtransporteur 7. Het belangrijkste doel van deze subtransporteurs 8 is het verschaffen van een horizontaal trajectgedeelte voor het 15 opnemen van een last uit een element 15 van de installatie 14. In fig. 2 is tenslotte nog aangegeven dat in het traject van elke transporteur 2 een losstation 16 is aangebracht voor het uit een passerende dragerbak 4 afvoeren van de opgenomen last c.q. voorwerpen.

20 In de uitvoering volgens fig. 2 is ter weerszijden van het freem 13 een tweetal transportsystemen voor de dragerbakken 4 zodanig opgesteld dat de last-afwerp-elementen 15 uit elke installatie 14 kunnen samenwerken met een horizontaal deeltraject uit deze transportsystemen, 25 teneinde een gecodeerde last uit een element 15 in een geselecteerde dragerbak 4 te kunnen overbrengen. Deze elementen 15 vormen een laadstation voor de transporteur 2.

In fig. 2 is een transport- c.q. buffer- en distributiestelsel afgebeeld dat b.v. toepasbaar is voor een verzendhuis 30 dat een groot aantal (b.v. duizenden) verschillende voorwerpen (artikelen) in voorraad heeft en per post of op andere wijze opdrachten ontvangt voor het afleveren van bepaalde aantallen van geselecteerde voorwerpen. Met behulp van conventionele programmering van een of meer computers is het mogelijk het 35 gehele selectie procédé te automatiseren, waarbij de drager- .8800265 % - 9 - bakken 4 net zo lang blijven circuleren in het transportsysteem (dat dan als buffer fungeert) totdat de bak 4 - of een aantal compartimenten 12 daaruit - de gehele bestelling bevatten en de last in het station 16 kan worden 5 afgeworpen voor hierna volgende verpakking en verzending.

In de voorgaande beschrijving is steeds gesproken over de stapsgewijze beweging van de dragerbakken 4. Dit is slechts wezenlijk op de kruisingsplaatsen van de subtransporteurs 6-8. Het is derhalve denkbaar dat de 10 transporteur 2 continu wordt aangedreven en dat er op zich zelf bekende voorzieningen aanwezig zijn ter plaatse van de genoemde kruisingspunten voor het tijdelijk stilzetten van de bakken 4 teneinde het overnemen van de ene uithouder 3 naar de andere te vergemakkelijken.

15 Verder wordt opgemerkt dat in fig. 2 slechts een enkele horizontaal zijwaarts gerichte subtransporteur 8 is afgebeeld; dit aantal is echter niet wezenlijk. De vertikale subtransporteur 7 kan een zodanige hoogte hebben dat meer dan een horizontaal zijwaarts gerichte subtransporteur 8 kan worden 20 aangebracht, met een dienovereenkomstig gewijzigd verloop van de betrokken rails 11.

De uithouders 3 zijn in de tekening afgebeeld als strippen die elk aan een trek- of duworgaan (kettingschakel) 1 zijn bevestigd en aan hun vrije uiteinde vorkvormig zijn 25 uitgevoerd. Andere uitvoeringen zijn denkbaar en de gekozen mogelijkheid is derhalve niet limitatief bedoeld.

In de gekozen uitvoeringsvorm zijn de uithouders vast bevestigd aan de kettingschakels en wordt de dragerbak losgenomen van de uithouder bij overgang naar de volgende 30 subtransporteur. Een ander mogelijkheid is de uithouder, scharnierend, vast te laten aan de dragerbak en de bevestiging aan de kettingschakels losneembaar uit te voeren.

Bij de overgave punten dient de uithouder na ontkoppeling van de kettingschakel geleid te worden naar en gekoppeld aan de 35 betrokken kettingschakel van de haaks op de eerste subtransporteur staande volgende substransporteur.

.8800265

Claims (6)

1. Transportsysteem, opgebouwd uit een aantal aangedreven trek- of duworganen of een eindloze transporteur, voorzien van op regelmatige onderlinge afstanden aangebrachte uithouders, verder opgebouwd uit dragerbakken met ophang-5 punten die samen met de uithouders een pendelende ondersteuning van' de dragerbakken mogelijk maken, welke trek- of duworganen een gesloten traject doorlopen en aldus een transporteur vormen, waarvan het traject bestaat uit gestrekte delen die in hoofdzaak zijn gelegen in onderling 10 evenwijdige vlakken en voor een deel haaks op elkaar staan, waarbij deze trajectdelen met elkaar zijn verbonden door zowel links- als rechtsom gaande bochten, gekenmerkt door de combinatie van de volgende maatregelen: 1. het transportsysteem is opgedeeld in evenveel 15 subtransporteurs (6-8) als er haaks op elkaar gerichte trajectdelen zijn, welke subtransporteurs elk een gesloten deeltraject doorlopen bestaande uit twee evenwijdige gestrekte parten (9) en twee verbindende bochten van 180° ; 20 2) elk ophangpunt (5) van elke dragerbak (4) is voorzien van een glij- of rolorgaan (10) dat ondersteunend wordt geleid in een rail (11) die een baan vormt overeenkomend met het gesloten traject van het transportsysteem; 3. elke uithouder (3) is aangebracht op een trek- of duw-25 orgaan (1) c.q. een dragerbak (4) en heeft een vorm die een losneembare koppeling met een ophangpunt (5) van een dragerbak (4) mogelijk maakt. .8800265 -13 - >

1 I * 87 5122/M/jz -10' CONCLUSIE S

2. Transportsysteem volgens conclusie lf waarbij tenminste twee evenwijdig lopende en op enige afstand van elkaar gelegen transporteurs aanwezig zijn waartussen de dragerbakken zijn opgehangen en langs het gesloten traject 5 voortbewegen, met het kenmerk, dat de dragerbakken (4) aan de bovenkant toegankelijk zijn, dat boven althans een deel van de horizontale subtransporteurs (6, 8) tenminste een lastafwerpelement (15) aanwezig is voor het in een dragerbak (4) van deze subtransporteur deponeren van 10 een last (b.v. een voorwerp) en dat op tenminste een plaats in het traject een losstation (16) is aangebracht voor hét uit een passerende dragerbak (4) afvoeren van de opgenomen last (c.q. voorwerpen).

3. Transport- c.g. buffer- en distributie-stelsel volgens 15 conclusie 2, met het kenmerk, dat de lastafwerp-elementen (15) deel uitmaken van tenminste een computer gestuurde installatie (14) voorzien van een aangedreven eindloze transporteur, waarvan het doorlopen traject loodrecht staat op de evenwijdige vlakken waarin het 20 transportsysteem voor dragerbakken (4) zich beweegt.

4. Gecombineerd stelsel volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat dit is opgebouwd uit een centraal freem (13), waarin tenminste een lastafwerp-installatie (14) is aangebracht en dat ter weerszijden 25 van dit freem een aantal transportsystemen voor dragerbakken (4) zodanig zijn opgesteld, dat de last-afwerp-elementen (15) uit elke installatie kunnen samenwerken met een horizontaal deeltraject uit deze transportsystemen, teneinde een gecodeerde last uit een 30 afwerpelement (15) in een geselecteerde dragerbak (4) te kunnen overbrengen. .8800265 A γ· -II -

5. Stelsel volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat aan het centrale freem (13) op verschillende niveaux een lastafwerp-installatie (14) is opgehangen.

6. Werkwijze voor het transformeren van een goederenstroom 5 vanaf een ongedifferentieerde aanvoer tot een afvoer in een geselecteerde samenstelling, onder toepassing van een gecombineerd transport- en distributie-stelsel, met het kenmerk, - dat gebruik wordt gemaakt van tenminste één transportsysteem 10 volgens conclusie 1, waarin dragerbakken een gesloten traject doorlopen en daarbij tenminste een laad- en een losstation passeren en dat voorts gebruik wordt gemaakt van een aantal afwerp-elementen volgens conclusie 2 of 3, waarbij de goederenstroom gevormd wordt door verschillend uitgevoerde 15 voorwerpen; - dat aan elk voorwerp een codering wordt gegeven, samenhangend met de beoogde geselecteerde samenstelling van de afvoer in een losstation; - dat elk gecodeerd voorwerp naar een aflever-element wordt 20 gevoerd en van daar uit, in een periode van stilstand, uit dit aflever-element wordt overgebracht in een, op dat moment stilstaande dragerbak; - dat elke dragerbak van het transportsysteem wordt geprogrammeerd teneinde geselecteerde voorwerpen van de 25 afwerpelementen te ontvangen en de aldus geleidelijk ontvangen voorwerpen binnen het transportsysteem te bufferen; - dat elke dragerbak na de opname van alle vooraf geselecteerde voorwerpen, de totale last bij het 30 passeren van het aangewezen losstation in dit station aflevert. .8800265