NL8800147A - Inrichting voor het overbrengen van voorwerpen vanaf een afleverinrichting naar een opneeminrichting. - Google Patents

Inrichting voor het overbrengen van voorwerpen vanaf een afleverinrichting naar een opneeminrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8800147A
NL8800147A NL8800147A NL8800147A NL8800147A NL 8800147 A NL8800147 A NL 8800147A NL 8800147 A NL8800147 A NL 8800147A NL 8800147 A NL8800147 A NL 8800147A NL 8800147 A NL8800147 A NL 8800147A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
conveyor
sensor
dough
objects
conveyors
Prior art date
Application number
NL8800147A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Werner & Pfleiderer Haton Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Werner & Pfleiderer Haton Bv filed Critical Werner & Pfleiderer Haton Bv
Priority to NL8800147A priority Critical patent/NL8800147A/nl
Priority to EP89200077A priority patent/EP0325323B1/en
Priority to AT89200077T priority patent/ATE77202T1/de
Priority to DE8989200077T priority patent/DE68901778T2/de
Priority to ZA89349A priority patent/ZA89349B/xx
Priority to US07/299,093 priority patent/US4991709A/en
Publication of NL8800147A publication Critical patent/NL8800147A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C9/00Other apparatus for handling dough or dough pieces
    • A21C9/08Depositing, arranging and conveying apparatus for handling pieces, e.g. sheets of dough

Description

- 1 - k·'
Inrichting voor het overbrengen van voorwerpen vanaf een afleverinrichting naar een opneeminrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het overbrengen van voorwerpen - zoals bijvoorbeeld deegkluiten - vanaf een afleverinrichting- zoals een deegafmeet- of opbolmachine - door welke de voorwerpen 5 onregelmatig worden afgeleverd, naar een opneeminrichting - zoals een van deegzakken voorziene rijskast - waaraan de voorwerpen stuk voor stuk moeten worden toegevoerd, welke overbrenginrichting tenminste één eindloze transporteur omvat, een eerste sensor voor het leveren van een 10 opnamebereid-signaal wanneer de opneeminrichting een voorwerp op kan nemen en een tweede sensor voor het leveren van een aanwezigheids-signaal wanneer bij het,. zich nabij de opneeminrichting bevindende, einde van de transporteur een voorwerp aanwezig is, welke signaal zorgt 15 voor het tot stilstand brengen van de transporteur zo lang de eerste sensor geen opnamebereid-signaal levert.
Hoewel in het bovenstaande is gespróken over het overbrengen van deegkluiten vanaf een deegafmeet- of opbolmachine naar een rijskast kan een dergelijke inrichting 20 ook voor andere voorwerpen worden toegepast, wanneer zich daarbij de hieronder beschreven bezwaren voordoen.
In het bijzonder wanneer deegstukken worden verwerkt in een opbolmachine wordt de verplaatsing van het deegstuk veroorzaakt door rollende wrijving, waardoor de 25 deegstukken de opbolmachine niet volkomen regelmatig zullen verlaten. Wanneer twee deegstukken elkaar te snel opvolgen kan het voorkomen dat twee deegstukken terecht komen in ëën deegzak van een rijskast, waardoor twee deegstukken verloren zullen gaan. Wanneer de periode tussen 30 de aflevering van twee deegstukken te lang is, is de mogelijkheid aanwezig dat, na opname van een deegstuk de transporteur nog stilstaat wanneer een volgend deegstuk er aan wordt afgeleverd zodat de beide deegstukken ëën groot stuk gaan vormen en verloren zullen gaan of storingen 35 veroorzaken wanneer zij tezamen in een deegzak van de rijskast worden gebracht.
.8800147 % - 2 -
De uitvinding beoogt nu deze bezwaren op te heffen en voorziet er daartoe in, dat de inrichting twee transporteurs omvat die afzonderlijk kunnen worden aangedreven en waarvan slechts de eerste zich uitstrekt tot 5 nabij de opneeminrichting en de tweede op afstand daarvan eindigt, waarbij in de nabijheid van de plaats waar de voorwerpen door de afleverinrichting aan de overbreng-inrichting worden afgegeven een derde sensor is aangebracht die de aanwezigheid van een voorwerp daar ter plaatse 10 waar kan nemen en bij het waarnemen van een voorwerp zorgt voor het gedurende ten minste een zekere periode in werking stellen of houden van één der transporteurs waardoor het waargenomen voorwerp op enige afstand van het begin van de inrichting wordt gebracht.
15 Door het toepassen van twee transporteurs in plaats van één enkele transporteur wordt bereikt, dat de tweede transporteur zorg kan dragen voor het direkt verplaatsen van een voorwerp, dat door de afleverinrichting aan de overbrenginrichting wordt afgegeven. Dit 20 kan ook geschieden wanneer de eerste transporteur stilstaat, dat wil zeggen de transporteur die zich uitstrekt tot nabij de opneeminrichting. Zoals reeds boven gezegd zal namelijk de eerste transporteur worden stilgezet wanneer de eerste sensor geen opnamebereid-signaal levert, 25 maar zich bij het einde van de eerste transporteur wel een voorwerp bevindt.
Verrassenderwijs is gebleken, dat door het toepassen van twee, afzonderlijk aan te drijven, transporteurs en een derde sensor in vele gevallen de 30 bovenbeschreven moeilijkheden kunnen worden voorkomen.
Eén en ander is afhankelijk van het aantal voorwerpen dat per tijdseenheid door de inrichting moet worden overgebracht en de gemiddelde afstand tussen opeenvolgende voorwerpen. Van belang is daarbij uiteraard ook de 35 snelheid waarmee de voorwerpen door de betreffende transporteur op afstand van het begin van de inrichting worden gebracht.
Om de inrichting geschikt te maken voor het verwerken van verschillende soorten deegstukken en/of 40 voor verschillende overbreng-snelheden kan er in worden . 8400147 - 3 - * voorzien, dat de periode gedurende welke de betreffende transporteur in werking wordt gesteld of in werking wordt gehouden instelbaar is.
In het bijzonder kan er in worden voorzien, dat 5 de derde sensor zich bevindt op een plaats boven de afleverinrichting, liggende direkt voor de overbreng-inrichting. Wanneer nu een transporteur in werking moet worden gesteld, kan dit plaatsvinden voordat het voorwerp op de betreffende transporteur terecht komt, 10 daar er altijd een zekere vertraging optreedt tussen het door de derde sensor waarnemen van een voorwerp en het in bedrijf zijn van de transporteur.
In het hierboven beschreven geval dat deegstukken door een opbolmachine aan de overbrenginrichting worden 15 toegevoerd, kan de derde sensor zich bevinden boven de goot, via welke de deegstukken vanaf de opbolmachine naar de opbrenginrichting worden getransporteerd.
Indien dit noodzakelijk zou zijn kan nog een verdere beveiliging worden verkregen tegen het terecht 20 komen van twee deegstukken in één deegzak van de rijs- kast door er in te voorzien, dat de tweede sensor zodanig is uitgevoerd, dat hij meer dan één voorwerp kan waarnemen en bij het waarnemen van meer dan één voorwerp en bij aanwezigheid van een opnamebereid-signaal van de 25 eerste sensor de eerste transporteur slechts gedurende een zodanige periode in werking stelt dan wel in werking houdt, dat slechts één voorwerp aan de opneeminrichting wordt afgeleverd.
Op deze wijze wordt dus bereikt, dat wanneer 30 twee voorwerpen te kort na elkaar bij het einde van de eerste transporteur zouden aankomen, toch slechts één voorwerp aan de opneeminrichting wordt afgeleverd.
Daarbij kan er nog op worden gewezen, dat in het algemeen de capaciteit van de afleverinrichting zal 35 zijn afgestemd op die van de opneeminrichting, waardoor het te lang uitblijven van een opnamebereid-signaal wordt voorkomen. Zoals reeds boven gezegd, kan door gebruik te maken van twee transporteur en een derde sensor reeds worden bereikt, dat twee kort na elkaar aan de over-40 brenginrichting afgegeven voorwerpen toch op voldoende .6800147 4 - 4 - afstand van elkaar kunnen worden gebracht om moeilijkheden te voorkomen.
Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding kan er in worden voorzien, dat nabij het einde van de 5 tweede transporteur een vierde sensor is aangebracht, die bij het waarnemen van een voorwerp de tweede transporteur uitschakelt wanneer de eerste transporteur is uitgeschakeld. Op deze wijze wordt bereikt, dat de tweede transporteur een voorwerp niet gedeeltelijk over 10 een stilstaand oppervlak heen schuift, waardoor het voorwerp zou kunnen worden beschadigd. Verder is ook nog de mogelijkheid aanwezig tussen het einde van de tweede transporteur en de tweede sensor een vijfde sensor aan te brengen, zodanig dat bij stilstand van de eerste 15 transporteur de tweede transporteur in werking wordt gesteld wanneer door de vierde en vijfde sensor geen voorwerp wordt waargenomen.
Volgens een uitwerking van de uitvinding kunnen de transporteurs elk een hoek insluiten met het hori-20 zontale vlak, zodanig dat een V-vormige transporteur wordt verkregen en een voorwerp zowel door de eerste als door de tweede transporteur kan worden meegenomen, waarbij beide transporteurs beginnen bij de aflever-inrichting en de tweede transporteur op afstand van de 25 opneeminrichting eindigt en tussen dit einde en de opneeminrichting een vast opgestelde, in het vlak van de tweede transporteur liggende, overbruggingsplaat is aangebracht.
Een op het begin van de beide transporteurs 30 gebracht voorwerp kan dus zowel door de eerste als door de tweede transporteur worden verplaatst, maar door de tweede transporteur over een geringere afstand dan door de eerste transporteur. Slechts de eerste transporteur kan het voorwerp afleveren aan de opneeminrichting.
35 Wanneer de eerste transporteur stilstaat omdat zich op het einde ervan wel een voorwerp bevindt maar door de eerste sensor nog geen opnamebereid-signaal is geleverd, kan toch de tweede transporteur in werking worden gesteld om een juist aan de inrichting afgegeven 40 voorwerp op afstand van het begin van de transporteurs . 8000147 ♦ v - 5 - te brengen.
In het bijzonder zal er daarbij in worden voorzien, dat de tweede transporteur slechts in werking is wanneer de eerste transporteur stilstaat. In het algemeen 5 zal dus de eerste transporteur dienen voor het transport van een voorwerp en het afleveren daarvan aan de opneem-inrichting.
Door op de hierboven reeds beschreven wijze gebruik te maken van een vierde sensor wordt voorkomen, 10 dat de tweede transporteur een voorwerp gedeeltelijk over de stilstaande overbruggingsplaats heen schuift, waardoor het voorwerp zou kunnen worden beschadigd.
Volgens een andere uitwerking van de uitvinding kan er in worden voorzien, dat de twee transporteurs na 15 elkaar zijn opgesteld, waarbij de tweede transporteur altijd in werking is wanneer de eerste transporteur in werking is.
Het is duidelijk dat, wanneer de eerste transporteur in werking is, de daaraan, via de tweede transporteur, 20 toegevoerde voorwerpen worden afgegeven aan de opneem-inrichting zodat ook de tweede transporteur in werking kan zijn. De eerste transporteur wordt echter stilgezet wanneer de tweede sensor wel een aanwezigheid-signaal levert maar de eerste sensor geen opnamebereid-signaal.
25 In dat geval zal ook de tweede transporteur worden stilgezet. Wanneer nu echter de derde sensor een voorwerp waarneemt kort voordat het op het begin van de tweede transporteur terecht zal komen, zal de tweede transporteur in werking worden gesteld om het voorwerp direkt op 30 enige afstand van het begin van de tweede transporteur te brengen. Zoals reeds boven gezegd zal de tweede transporteur in elk geval worden stilgezet wanneer gebruik wordt gemaakt van een vierde sensor en deze sensor een voorwerp waarneemt bij het einde van de tweede transporteur, 35 terwijl de eerste transporteur stilstaat.
Hoewel in het bovenstaande is aangegeven, dat een inrichting volgens de onderhavige uitvinding in het bijzonder kan worden toegepast tussen bijvoorbeeld een opbolmachine en een rijskast, zij opgemerkt dat de in-40 richting ook kan worden toegepast om uit de rijskast .0800147 «ί - 6 - verwijderde deegstukken toe te voeren aan een opvolgende machine, zoals bijvoorbeeld een deegopmaakmachine.
Uit het bovenstaande zal duidelijk zijn, dat in elke zak van een rijskast hooguit ëën deegstuk mag 5 worden gebracht en dat dus slechts de mogelijkheid aanwezig is dat zich in een deegzak geen deegstuk bevindt. Hierdoor zal ook de afgifte van deegstukken vanuit de rijskast slechts in een lager tempo plaats kunnen vinden en zal een er op volgende bewerkingsinrichting ingesteld kunnen 10 worden op dit lagere tempo. Ook in dit geval kan een inrichting volgens de uitvinding worden toegepast om een gelijkmatige toevoer van deegstukken aan de opvolgende bewerkingsinrichting te verzekeren.
De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand 15 van uitvoeringsvoorbeelden, weergegeven in de tekening, waarin: fig. 1 schematisch een perspectivisch aanzicht toont van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding aangebracht tussen een deegopbolmachine 20 en een rijskast; en fig. 2 schematisch een zijaanzicht toont van een andere uitvoeringsvorm van de inrichting, eveneens aangebracht tussen een deegopbolmachine en een rijskast.
De in fig. 1 weergegeven inrichting 1 bevindt 25 zich tussen een deegopbolmachine 2 en een rijskast 3.
Aan de deegopbolmachine worden voorwerpen 4, in dit geval deegstukken, toegevoerd vanaf een deegafmeetmachine 5.
Vanaf de deegopbolmachine 2 moeten de voorwerpen 4 stuk voor stuk worden gebracht in de deegzakken 6 van de 30 rijskast 3. De inrichting 1 omvat een eerste transportband 7 die loopt over eindrollen 8, waarvan er één op niet nader weergegeven wijze motorisch wordt aangedreven.
De inrichting 1 omvat verder de tweede transportband 9, die loopt over de rollen 10, waarvan er 35 weer ëën motorisch kan worden aangedreven.
De twee transporteurs 7 en 9 zijn onder een hoek met het horizontale vlak opgesteld, zodat een V-vormige transporteur wordt verkregen. De tweede transporteur 9 eindigt eerder dan de eerste transporteur 7 en 40 op het einde van de transporteur 9 sluit de overbruggings- . as o o 14 7 - 7 - plaat 11 aan.
Om waar te nemen of in de rijskast 3 een deegzak 6 zich op de juiste plaats bevindt om een voorwerp 4 op te kunnen nemen, is in of bij de rijskast een sensor 5 12 aangebracht, die een opnamebereid-signaal kan leveren.
Nabij het einde 13 van de transporteur 7 bevindt zich een sensor 14, die waarneemt of zich bij dit einde 13 een voorwerp 4 bevindt. Zo lang de sensor 12 een opnamebereid-signaal verschaft blijft de transpor-.
10 teur 7 in werking en zal een door de transporteur verplaatst voorwerp door de sensor 14 worden gesignaleerd en in een deegzak 6 worden gebracht.
Uiteraard zal de sensor 14 zodanig zijn opgesteld, dat na het waarnemen van een deegstuk voldoende tijd 15 beschikbaar is om de transporteur zonodig tot stilstand te brengen. Dit is het geval wanneer de sensor 12 geen opnamebereid-signaal levert.
Nabij de plaats 15 waar de voorwerpen 4 aan de inrichting 1 worden afgeleverd, is een sensor 16 aan-20 gebracht. Deze sensor 16 kan in het bijzonder gericht zijn op de goot 17, via welke de voorwerpen 4 vanaf de deegopbolmachine 2 aan de inrichting 1 worden toegevoerd. De sensor 16 neemt dus het voorwerp 4 reeds waar voordat het op de inrichting 1 terecht komt, zodat er 25 tijd beschikbaar is om de transporteur 9 in werking te stellen, wanneer de transporteur 7 stilstaat. Wanneer de transporteur 7 beweegt is het inschakelen van de transporteur 9 niet noodzakelijk.
Zoals reeds boven gezegd zal, bij stilstand van 30 de transporteur 7 en het door de sensor 16 waarnemen van een voorwerp 4 de transporteur 9 gedurende een zekere periode in werking worden gesteld, zodat het voorwerp 4 direkt op enige afstand van de opneemplaats 15 wordt gebracht. De transporteur 9 wordt dan dus weer stilgezet 35 en het verdere transport van het voorwerp 4 kan plaatsvinden met behulp van de transporteur 7. De tijd gedurende welke de transporteur 9 in werking is kan instelbaar zijn. Hierdoor kan de inrichting worden aangepast op verschillende bedrijfsomstandigheden.
40 In de praktijk is gebleken, dat door toepassing .8800147 ♦ - 8 - van de tweede transporteur 9 en de sensor 16 de voorwerpen 4 in het algemeen reeds zodanig door de transporteur 7 kunnen worden getransporteerd, dat bij het einde 13 van de transporteur 7 niet twee voorwerpen zich te 5 dicht bij elkaar zullen bevinden. Om echter het gevaar uit te sluiten dat toch twee deegstukken gelijktijdig aan een deegzak 6 worden toegevoerd, kan er in worden voorzien dat de sensor 14 meer dan ëën voorwerp 4 waar kan nemen. Wanneer zich nu twee voorwerpen dicht bij elkaar 10 op de transporteur 7 bevinden zal door de sensor 14 de transporteur 7 direkt worden uitgeschakeld nadat het voorste voorwerp van de transporteur 7 is afgevoerd.
De transporteur 7 wordt niet eerder weer in werking gesteld dan nadat een nieuw opnamebereid-signaal door de 15 sensor 12 is geleverd.
Bij het einde 18 van de transporteur 9 kan nog een verdere sensor 19 zijn aangebracht, die er voor zorgt dat wanneer de transporteur 7 stilstaat ook de transporteur 9 buiten werking wordt gesteld of buiten 20 werking gehouden, wanneer de sensor 19 een voorwerp 4 waarneemt. Op deze wijze wordt voorkomen, dat de transporteur 9 een voorwerp tegen de stilstaande over-bruggingsplaat 11 aan drukt.
Ten slotte kan tussen het einde van de 25 transporteur 9 en de sensor 14 nog een sensor 20 zijn aangebracht. Wanneer noch"de sensor 20, noch de sensor 19 een voorwerp waarneemt, kan de transporteur 9 worden ingeschakeld, zodat een aan de inrichting toegevoerd voorwerp direkt verder wordt getransporteerd, ook bij 30 stilstand van de transporteur 7.
Ook is de mogelijkheid aanwezig de sensors 19 en 20 te combineren en nagenoeg aan te brengen op de plaats waar de transporteur 9 en de overbruggingsplaat 11 op elkaar aansluiten.
35 Fig. 2 toont een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding. In deze figuur zijn de onderdelen, overeenkomend met die van fig. 1, met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid. De in fig. 2 weergegeven inrichting 21 omvat twee transporteurs 22 40 en 23, die na elkaar zijn geschakeld. Een door de deeg- . 8 a 0 0147 - 9 - afmeetmachine 5 aan de deegopbolmachine 2 toegevoerd deegstuk 4 wordt vanaf de deegopbolmachine 2 via de goot 17 op de transporteur 23 gebracht en vanaf deze op de transporteur 22, die het deegstuk toevoert aan een 5 deegzak 6 van de rijskast 3.
De transporteur 22 wordt aangedreven door middel van de motor 24 en de overbrenging 25, terwijl de aandrijving van de transporteur 23 op overeenkomstige wijze plaatsvindt door een verder niet weergegeven 10 afzonderlijke motor.
Om de voorwerpen 4 vanaf het einde 26 van de transporteur 22 op de juiste wijze in de deegzakken 6 te brengen, wordt weer gebruik gemaakt van de sensors 12 en 14, die op overeenkomstige wijze werken als hierboven 15 beschreven aan de hand van fig. 1.
Boven de goot 17 bevindt zich weer de sensor 16 die bij het waarnemen van een voorwerp 4 de transporteur 23 gedurende een zekere, instelbare periode in kan schakelen om een er op terechtgekomen voorwerp 4 20 direkt op enige afstand van het begin 27 van de transporteur 23 te brengen. Bij het einde 28 van de transporteur 23 kan weer op de reeds hierboven beschreven wijze een sensor 19 zijn aangebracht om te voorkomen dat bij stilstand van de transporteur 22 door middel van de 25 transporteur 23 een voorwerp op deze stilstaande transporteur wordt geschoven. Ook kan weer op de reeds bovenbeschreven wijze gebruik worden gemaakt van een sensor 20 of van een combinatie van de sensors 19 en 20. Al deze mogelijkheden behoeven echter geen nadere 30 toelichting.
Verder zal duidelijk zijn, dat slechts enkele uitvoeringsmogelijkheden in de tekening zijn weergegeven en in het bovenstaande besproken en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindings-35 gedachte te vallen.
- conclusies - '&&00147

Claims (9)

0 - 10 - -Conclusies-
1. Inrichting voor het overbrengen van voorwerpen (4) - zoals bijvoorbeeld deegstukken - vanaf een aflever-inrichting (2) - zoals een deegafmeet- of opbolmachine -door welke de voorwerpen (4) onregelmatig worden afgeleverd, 5 naar een opneeminrichting (3) - zoals een van deegzakken (6) voorziene rijskast - waaraan de voorwerpen (4) stuk voor stuk moeten worden toegevoerd, welke overbrengin-richting (1,21) ten minste één eindloze transporteur (7,9? 22.23) omvat, een eerste sensor (12) voor het leveren 10 van een opnamebereid-signaal wanneer de opneeminrichting (3) een voorwerp (4) op kan nemen en een tweede sensor (14) voor het leveren van een aanwezigheidssignaal wanneer bij het, zich nabij de opneeminrichting (3) bevindende einde (13,26) van de transporteur (7,22) een voorwerp (4) aan- 15 wezig is, welk signaal zorgt voor het tot stilstand brengen van de transporteur (7,22) zo lang de eerste sensor (12) geen opnamebereid-signaal levert, met het kenmerk, dat de inrichting (1,21) twee transporteurs (7,9; 22.23) omvat die afzonderlijk kunnen worden aangedreven 20 en waarvan slechts de eerste (7,22) zich tot nabij de opneeminrichting (3) uitstrekt en de tweede (9,23) op afstand daarvan eindigt, waarbij in de nabijheid van de plaats (15,27) waar de voorwerpen (4) door de aflever-inrichting (2) aan de overbrenginrichting (1,21) worden 25 afgegeven een derde sensor (16) is aangebracht die de aanwezigheid van een voorwerp (4) daar ter plaatse (15,27) waar kan nemen en bij het waarnemen van een voorwerp (4) zorgt voor het gedurende ten minste een zekere periode in werking stellen of houden van één der transporteurs 30 (9,23) waardoor het waargenomen voorwerp (4) op enige afstand van het begin (15,27) van de inrichting (1,21) wordt gebracht.
2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de periode gedurende welke de be- 35 treffende transporteur (9,23) in werking wordt gesteld of in werking wordt gehouden instelbaar is. .8800147 * - 11 -
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat de derde sensor (16) zich bevindt op een plaats (17) boven de afleverinrichting (2) direkt vëër de overbrenginrichting (1,21).
4. Inrichting volgens ëën der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat de tweede sensor (14) zodanig is uitgevoerd, dat hij meer dan ëën voorwerp (4) kan waarnemen en bij het waarnemen van meer dan ëën voorwerp (4) en bij aanwezigheid van een opname-10 bereid-signaal van de eerste sensor (12) de eerste transporteur (7,22) slechts gedurende een zodanige periode in werking stelt dan wel in werking houdt dat slechts ëën voorwerp (4) aan de opneeminrichting (3) wordt afgeleverd.
5. Inrichting volgens één der voorgaande con-15 clusies, met het kenmerk, dat nabij het einde (15,28) van de tweede transporteur (9,23) een vierde sensor (19) is aangebracht, die bij het waarnemen van een voorwerp (4) de tweede transporteur (9,23) uitschakelt wanneer de eerste transporteur (7,22) is 20 uitgeschakeld.
6. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat tussen het einde (15,28) van de tweede transporteur (9,23) en de tweede sensor (14) een vijfde sensor (20) is aangebracht, zodanig dat, 25 bij stilstand van de eerste transporteur (7,22) de tweede transporteur (9,23) in werking wordt gesteld wanneer door de vierde (19) en vijfde sensor (20) geen voorwerp (4) wordt waargenomen.
7. Inrichting volgens één of meer der voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat de transporteurs (7,9) elk een hoek insluiten met het horizontale vlak zodanig dat een V-vormige transporteur wordt verkregen en een voorwerp (4) zowel door de eerste (7) als door de tweede transporteur (9) kan worden 35 meegenomen, waarbij beide transporteurs (7,9) beginnen bij de afleverinrichting (2) en de tweede transporteur .8600147 - 12 - (9) op afstand van de opneeminrichting (3) eindigt en tussen dit einde (15) en de opneeminrichting (3) een vast opgestelde, in het vlak van de tweede transporteur (9) liggende, overbruggingsplaat (11) is aangebracht.
8. Inrichting volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de tweede transporteur (9) slechts in werking is wanneer de eerste transporteur (7) stilstaat.
9. Inrichting volgens één of meer der conclusies 10 1-6,met het kenmerk, dat de twee transporteurs (22,23) na elkaar zijn opgesteld, waarbij de tweede transporteur (23) altijd in werking is wanneer de eerste transporteur (22) in werking is. , 8800U7
NL8800147A 1988-01-22 1988-01-22 Inrichting voor het overbrengen van voorwerpen vanaf een afleverinrichting naar een opneeminrichting. NL8800147A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8800147A NL8800147A (nl) 1988-01-22 1988-01-22 Inrichting voor het overbrengen van voorwerpen vanaf een afleverinrichting naar een opneeminrichting.
EP89200077A EP0325323B1 (en) 1988-01-22 1989-01-13 Device for transferring objects from a supply device to a take up device
AT89200077T ATE77202T1 (de) 1988-01-22 1989-01-13 Einrichtung zur uebertragung von objekten von einer zufuhrvorrichtung zu einer aufnahmevorrichtung.
DE8989200077T DE68901778T2 (de) 1988-01-22 1989-01-13 Einrichtung zur uebertragung von objekten von einer zufuhrvorrichtung zu einer aufnahmevorrichtung.
ZA89349A ZA89349B (en) 1988-01-22 1989-01-16 Device for transferring objects from a supply device to a take up device
US07/299,093 US4991709A (en) 1988-01-22 1989-01-19 Device for transferring objects from a supply device to a take up device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8800147 1988-01-22
NL8800147A NL8800147A (nl) 1988-01-22 1988-01-22 Inrichting voor het overbrengen van voorwerpen vanaf een afleverinrichting naar een opneeminrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8800147A true NL8800147A (nl) 1989-08-16

Family

ID=19851636

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8800147A NL8800147A (nl) 1988-01-22 1988-01-22 Inrichting voor het overbrengen van voorwerpen vanaf een afleverinrichting naar een opneeminrichting.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4991709A (nl)
EP (1) EP0325323B1 (nl)
AT (1) ATE77202T1 (nl)
DE (1) DE68901778T2 (nl)
NL (1) NL8800147A (nl)
ZA (1) ZA89349B (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5589215A (en) * 1993-09-29 1996-12-31 Griffith Laboratories Worldwide, Inc. Method of making and using a fat mimetic in reduced fat/cholesterol foodstuffs
ES2120342B1 (es) * 1995-10-31 1999-06-01 Puig Martinez Eulalia Instalacion para la preparacion de porciones de masa de pan.
GB2344270B (en) * 1998-12-04 2003-03-19 Billcrest Products Ltd Food products
US7357802B2 (en) * 2003-02-14 2008-04-15 The Board Of Trustees Of The Leland Stanford Junior University Electrosurgical system with uniformly enhanced electric field and minimal collateral damage
US10494179B1 (en) * 2018-10-10 2019-12-03 Amazon Technologies, Inc. Systems having V-shaped conveyors and methods of using the same

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3294037A (en) * 1963-11-12 1966-12-27 Baker Perkins Inc Conveyor system
US3751873A (en) * 1972-04-10 1973-08-14 Toby Enterprises Accumulating and distributing conveyor for food products
FR2301458A1 (fr) * 1975-02-21 1976-09-17 Ota Keiichi Convoyeur automatique pour la preparation et l'avance de balles compactes de materiau textile
CH608224A5 (nl) * 1977-03-16 1978-12-29 Sapal Plieuses Automatiques
US4360098A (en) * 1977-07-29 1982-11-23 Barbara Ann Nordstrom Infeed conveyor
US4161244A (en) * 1978-03-31 1979-07-17 Burroughs Corporation Mail buffer feeder system
JPS6014734B2 (ja) * 1978-09-26 1985-04-15 三菱電機株式会社 搬送コンベアの搬送速度制御装置
IT1145031B (it) * 1981-02-25 1986-11-05 Gd Spa Apparecchiatura per l'alimentazione e l'incarto di prodotti
DE3234487A1 (de) * 1982-09-17 1984-03-29 Edmund Schröder Maschinenfabrik GmbH & Co KG, 8623 Staffelstein Vorrichtung zum belegen von gaerguttraegern mit teigstuecken

Also Published As

Publication number Publication date
EP0325323B1 (en) 1992-06-17
US4991709A (en) 1991-02-12
EP0325323A1 (en) 1989-07-26
ATE77202T1 (de) 1992-07-15
ZA89349B (en) 1989-10-25
DE68901778D1 (de) 1992-07-23
DE68901778T2 (de) 1993-01-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1074354A (en) Conveying device
EP0746520B1 (en) Package measuring system and accumulator
US5237801A (en) Automated utensil packaging system
US4401189A (en) Start/stop control system for conveyor means
US20040226262A1 (en) Machine for sealing containers by applying a covering film
US3491903A (en) Induction scheme and automatic loader
JPH09175633A (ja) 物品整送装置
JP2001269738A (ja) 鉄板部材の積み重ね装置
NL8600948A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vullen van een afzonderingsinrichting voor drukproducten, in het bijzonder van een aanlegger.
US5135102A (en) Sorting conveyor
NL8901083A (nl) Werkwijze en inrichting voor het via een dwarstransporteur afvoeren van verpakte produkten.
NL8801525A (nl) Inrichting voor het overbrengen van voorwerpen vanaf een afleverinrichting naar een opneeminrichting.
NL8800147A (nl) Inrichting voor het overbrengen van voorwerpen vanaf een afleverinrichting naar een opneeminrichting.
US4974391A (en) Automatic package loading system for bakery goods and the like
EP0869909B1 (en) Conveyor loading apparatus
JPS602417A (ja) 包装装置
NL9000813A (nl) Inrichting voor het transporteren en afleggen van voorwerpen.
JP3386881B2 (ja) 仕分け装置におけるインダクション部の投入装置
NL1029141C1 (nl) Transportinrichting met buffersysteem.
JPH0642954B2 (ja) 倒壜除去装置
NL8603212A (nl) Inrichting voor het toevoeren van houders aan een behandelingsinstallatie daarvoor.
CN110239936B (zh) 物品输出机构
JPH04189706A (ja) ワークをトレイに整列して詰込む装置
JP2548840B2 (ja) 作物の選別用搬送装置
NL1000966C1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het beladen van een houder.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed