NL8702818A - Beveiligingsinrichting voor een raam of deur. - Google Patents

Description

4 NO 34863 k

Beveiligingsinrichting voor een raam of deur

De uitvinding heeft betrekking op een beveiligingsinrichting voor een ten opzichte van een kozijn beweegbaar paneel, zoals een raam of 5 een deur. Daarvan is een aantal verschillende soorten bekend. Als eerste worden de zgn. knevels genoemd, waarbij deur of raam voorzien zijn van een verschuifbare pen, die in een overeenkomstig gat in het kozijn geschoven kan worden. Deze knevels vormen een aanvullende vergrendeling voor deur of raam, die normaal gesproken, slechts door het 10 slot resp. een hefboom vergrendeld zijn.

Verder is het bekend om op de buitenzijde van een deur of raam een beschermingsstrook aan te brengen, die de naad tussen paneel en kozijn nabij het slot bedekt.

Het doel van deze bekende inrichting is te vermijden, dat het pa-15 neelslot geforceerd kan worden met een koevoet. Deze kan in de meeste gevallen tussen paneel en kozijn gestoken worden, nabij de omgeving van het slot. Door de met de koevoet verkregen grote momentwerking kan vervolgens het slot zo zwaar belast worden, dat dit bezwijkt of uit de schoot springt.

20 In de praktijk is gebleken, dat de hiervoor genoemde inrichtingen ter beveiliging tegen het op deze wijze foceren van een paneel, niet voldoen. Weliswaar wordt het forceren enigszins bemoeilijkt, doch tengevolge van de ook bij een paneel met knevels nog altijd aanwezige en toegankelijke spleet tussen paneel en kozijn kan toch nog een koevoet 25 daarin gestoken worden. Ook knevels blijken daarbij niet bestand tegen de door de koevoet opgewekte krachten. In het geval een beschermingsstrook geplaatst is, is de spleet tussen paneel en kozijn wel afgedekt, doch tussen het kozijn en de rand van de beschermingsstrook komt ook een spleet voor. Deze spleet is toch weer toegankelijk voor een koevoet, 30 zodat ook de beschermingsstrook zodanig zwaar belast kan worden, dat deze bezwijkt. Het forceren van het paneel wordt daarbij wel iets bemoeilijkt, doch niet geheel verhinderd.

Doel van de uitvinding is daarom een beveiligingsinrichting van het in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarmee het forceren van een 35 deur of raam door middel van bijvoorbeeld een koevoet verhinderd kan worden.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de beveiligingsinrichting bestaat uit twee profielen met elk ten minste twee langsstro-ken, van welke profielen er telkens één met een langsstrook bevestigbaar . 8702 81 8 » 2 Is is aan het kozijn, de ander met een langsstrook bevestigbaar is aan het paneel zodanig, dat de andere langsstroken vrijliggen, waarbij de langs-stroken van een eerste profiel onder een hoek ten opzichte van elkaar verlopen, zodanig,k dat zij de in de gesloten toestand van het paneel 5 aan elkaar grenzende, onder dezelfde hoek ten opzichte van elkaar verlopende gebieden van kozijn en paneel bedekken, en één van zijn langsstroken bevestighaar is aan het erdoor bedekte ene gebied, terwijl de vrij-liggende langsstrook van het tweede profiel zich op afstand evenwijdig uitstrekt aan het andere gebied, zodanig,d at deze inde gesloten stand 10 van het paneel de vrijliggende langsstrook van het andere profiel bedekt.

Zowel de tussen paneel en kozijn alsmede de tussen het omgezette profiel en het kozijn of paneel aanwezige spleet zijn nu niet toegankelijk. De enige overblijvende wel toegankelijke spleet bevindt 15 zich in de inwendige hoek van het omgezette profiel, tussen dit laatste en de vrijliggende langsstrook van het tweede profiel. Tengevolge van de geometrie van de inwendige hoek en de zich tot in die hoek uitstrekkende langsstrook van het tweede profiel, is de mogelijke insteekdiepte voor een koevoet praktisch nihil. Daardoor is het niet mogelijk om daarmee 20 een kracht van enige betekenis op te wekken en het paneel te forceren.

Het paneel wordt ook zelf door het profiel versterkt in het bijzonder wanneer dit is vervaardigd uit staal.

De beveiligingsinrichting volgens de uitvinding is zowel voor een ten opzichte van het kozijn scharnierbaar als voor een ten opzichte van 25 het kozijn verschuifbaar paneel geschikt.

In het eerste geval is daarbij voorzien dat het op het paneel be-vestigbare eerste profiel L-vormig is, zodanig, dat in gesloten toestand van het paneel zijn vrijliggende langsstrook zich tussen het kozijn en de vrijliggende langsstrook van het op het kozijn bevestigbare tweede 30 profiel bevindt.

Bij deze uitvoering verloopt de spleet tussen beide profielen evenwijdig aan het paneel. Aangezien de spleet zich tevens dicht bij dat paneel bevindt, zou een koevoet slechts in een stand waarin hij vrijwel tegen het paneel aanligt, enigszins in die spleet gestoken kunnen worden 35 zo er al sprake is van een spleet, die dit zou toelaten.

Duidelijk is dat, gezien de beperkte bewegingsmogelijkheid van de koevoet in die stand, forceren onmogelijk is. Is de spleet minimaal, dus praktisch afwezig, dan kan de punt van de koevoet er niet eens in doordringen en schrampt af.

.6702818 gr.v 3 «

A

In het tweede geval is voozien dat het op het kozijn bevestigbare eerste profiel L-vormig is, zodanig, dat in gesloten toestand van het paneel zijn vrijliggende langsstrook zich tussen het paneel en de vrij-liggende langsstrook van het op het paneel bevestigbare tweede profiel 5 bevindt.

Volgens een eenvoudige uitvoeringsvorm kan in beide gevallen zijn voorzien, dat het tweede profiel uit twee evenwijdige langsstroken bestaat, die onderling verbonden zijn door een ten opzichte van beide langsstroken onder een stompe hoek hellend verlopende tussenstrook.

10 Verder kan de beveiligingsinrichting bij een ten opzichte van het kozijn scharnierbaar paneel zo zijn uitgevoerd, dat beide profielen L-vormig zijn, waarbij een langsstrook van het op het kozijn bevestigbare tweede profiel bevestigbaar is aan de van het paneel afgekeerde zijde van het kozijn zodanig, dat de vrijliggende langsstrook op afstand van 15 de aan het paneel grenzende zijde van het kozijn naar het paneel verloopt.

Voordeel van deze uitvoering is, dat slechts een en hetzelfde soort profielvorm voor beide profielen toegepast kan worden.

De profielen worden gewoonlijk bevestigd door middel van schroeven, 20 die gestoken worden door daartoe in de bevestigbare langsstrook aangebrachte gaten. Om te verhinderen, dat deze door onbevoegden losgedraaid worden kunnen daarvoor schroeven gebruikt worden, die daar hun speciale topvorm slechts in vastzetrichting verdraaibaar zijn.

Volgens de uitvinding echter kunnen de profielen zo uitgevoerd 25 zijn, dat in de gesloten toestand van het paneel de schroefkoppen niet toegankelijk zijn.

Bij een ten opzichte van het kozijn scharnierend paneel kan dit bereikt worden doordat het op het kozijn bevestigbare tweede resp. het op het paneel bevestigbare eerste profiel U-vormig is, zodanig, dat de 30 benen van de U gekeerd zijn naar het eerste resp. tweede profiel, het naar het kozijn gekeerde been resp. de bodem van de U bevestigbaar is aan het kozijn resp. het paneel en de vrijliggende randstrook van het eerste resp. het tweede profiel opneembaar is tussen de benen van het tweede resp. eerste profiel.

35 Bij een ten opzichte van het kozijn verschuifbaar paneel kan dit bereikt worden doordat het op het kozijn bevestigbare eerste profiel resp. het op het paneel bevestigbare tweede profiel U-vormig is, zodanig, dat de benen van de U gekeerd zijn naar het tweede resp. eerste profiel, de bodem van de U resp. het naar het paneel gekeerde been van . 8702818 i de U bevestigbaar is aan het kozijn resp. paneel en de vrijliggende randstrook van het tweede resp. eerste profiel opneembar is tussen de benen van het eerste resp. tweede profiel (fig.7).

In dit verband wordt de beste beveiliging verkregen wanneer beide 5 profielen U-vormig zijn.

De profielen lopen bij voorkeur over de gehele dagnaad van een kozijn, zoals de hoogte van de stijl en/of de breedte van een dorpel.

Vervolgens zal aan de hand van enige uitvoeringsvoorbeelden de uitvinding verder worden toegelicht.

10 Fig. 1 toont een doorsnede door een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de beveiligingsinrichting volgens de uitvinding, toegepast op een scharnierend raam of een scharnierende deur.

Fig. 2 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld.

Fig. 3 toont een derde uitvoeringsvoorbeeld.

15 Fig. 4 toont een vierde uitvoeringsvoorbeld.

Fig. 5 toont een vijfde uitvoeringsvoorbeeld.

Fig. 6 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de beveiligingsinrichting toegepast op een schuifdeur.

Fig. 7 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld voor een schuifdeur.

20 In fig. 1 is een scharnierende deur (of raam) 1 afgeheeld, die door scharnieren 2 bevestigd is aan kozijn 3, 4. Aan de buitenzijde van deur I en kozijnstijl 4 is de beveiligingsinrichting 5 aangebracht, bestaande uit een op de deur 1 bevestigd omgezet profiel 6 of hoekprofiel en een op kolzijnstil 4 bevestigd profiel 7.

25 Been 8 van profiel 6 is bijvoorbeeld door schroeven bevestigd aan deur 1; been 9 van profiel 6 verloopt loodrecht op been 8 en verloopt in gesloten toestand van deur 1 dicht langs kozijnstijl 4. Profiel 6 bedekt zodoende de spleet tussen deur 1 en kozijnstijl 4.

Verder is op kozijnstijl 4 been 10 van profiel 7 bevestigd; dit 30 profiel 7 bezit verder een been 11, dat evenwijdig verloopt aan been 10, doch ten opzichte daarvan verschoven is. Door het schuine gedeelte 12 zijn beide benen aan elkaar verbonden

In gesloten toestand van deur 1 bedekt nu been 11 van profiel 7 het been 9 van profiel 6, waarbij been 11 ver doorloopt tot in de inwendige 35 hoek tussen benen 8 en 9 van profiel 10. Deze configuratie in gesloten stand van deur 1 heeft het gunstige gevolg, dat in de spleet tussen been II en profiel 6 in de genoemde inwendige hoek weinig tot geen ruimte is om bijvoorbeeld een koevoet in te brengen. Zodat toch getracht zou worden, moet de koevoet dicht langs deur 1 min of meer evenwijdig daaraan . 8702819 5 it verlopen. Tengevolge daarvan is de bewegingsruimte zeer beperkt, zodat geen noemenswaardige hefboomwerking kan worden opgewekt met de koevoet.

In fig. 2 is een andere uitvoering weergegeven, waarbij het op de kozijnstijl 4 bevestigde profiel 13 afwijkt van dat van fig. 1. Dit pro-5 fiel 13 is evenals profiel 6 een hoekprofiel waarvan zijn been 14 bevestigd is op de buitenzijde van kozijnstijl 4, en zijn been 15 naar profiel 6 verloopt en been 9 daarvan bedekt.

Fig. 3 toont weer een andere uitvoering, waarbij een U-vormig profiel 16 bevestigd is op de kozijnstijl. Via gaten 17 in been 18 kunnen 10 de schroeven, waarmee been 19 bevestigd is, vastgedraaid worden. Voordeel van deze uitvoering is, dat deze bevestigingsschroeven in de gesloten toestand van de deur niet meer toegankelijk zijn, zodat ze niet verwijderd kunnen worden door onbevoegden.

In fig. 4 is een uitvoeringsvorm afgebeeld waarbij op deur 1 een 15 U-vormig profiel 20 is bevestigd. Voordeel van deze uitvoering is, dat de bevestigingsschroeven van dit profiel door de basis 21 van dit profiel in de gesloten toestand van de deur niet toegankelijk zijn. Dit U-profiel 20 kan samenwerken met een profiel 11 alsook getoond in fig.

1.

20 Fig. 5 toont een uitvoeringsvorm waarbij zowel op deur 1 alsmede op kozijnstijl 4 een U-profiel 22 resp. 23 van hetzelfde soort zijn bevestigd. Daarbij zijn in gesloten toestand van de deur 1 de bevestigingsschroeven van beide profielen 22, 23 niet toegankelijk. Een verder voordeel is, dat beide profielen overeenkomen. Indien beide voorzien worden 25 van dezelfde bevestigingsgaten (zoals bijvoorbeeld gaten 24 alsmede gaten in de basis 25 en in been 26) kan de beveiligingsinrichting samengesteld worden uit één en hetzelfde profiel.

Tenslotte is in fig. 6 de beveiligingsinrichting toegepast op een schuifdeur 27, die verschuifbaar is ten opzichte van kozijn 28. Op ko-30 zijn 28 is been 29 van hoekprofiel 30 gemonteerd. Op schuifdeur 27 is been 31 van profiel 32 gemonteerd. Been 33 van profiel 29 verloopt dicht langs schuifdeur 27 en is in gesloten toestand bedekt door been 34 van profiel 32. Ook bij deze toepassing bestaat er tussen de profielen 32 en 30 te weinig ruimte om een koevoet in te brengen.

35 Analoog aan de uitvoeringsvorm van fig. 5 kan bij een schuifdeur de beveiligingsinrichting bestaan uit twee U-vormige profielen 35, 36, zoals afgebeeld in fig. 7. Bodem 37 van profiel 36 is daarbij bevestigd op kozijn 28, en been 38 van profiel 35 op schuifdeur 27. Ook bij deze uitvoering zijn in gesloten toestand van het paneel de bevestigingsschroe- .8702818 6

W

ven niet toegankelijk.

.8702818

Claims (10)

1. Beveiligingsinrichting voor een ten opzichte van een kozijn beweegbaar paneel, zoals een raam of een deur, met het kenmerk, dat deze 5 bestaat uit twee profielen met elk ten minste twee langsstroken, van welke profielen er telkens één met een langsstrook bevestigbaar is aan het kozijn, de ander met een langsstrook bevestigbaar is aan het paneel zodanig, dat de andere langsstroken vrijliggen, waarbij de langsstroken van een eerste profiel onder een hoek ten opzichte van elkaar verlopen, 10 zodanig, dat zij de in de gesloten toestand van het paneel aan elkaar grenzende, onder dezelfde hoek ten opzichte van elkaar verlopende gebieden van kozijn en paneel bedekken, en één van zijn langsstroken bevestigbaar is aan het erdoor bedekte ene gebied, terwijl de vrijliggende langsstrook van het tweede profiel zich op afstand evenwijdig 15 uitstrekt aan het andere gebied, zodanig, dat deze in de gesloten stand van het paneel de vrijliggende langsstrook van het andere profiel bedekt .

2. Beveiligingsinrichting volgens conclusie 1 voor een ten opzich- 20 te van het kozijn scharnierbaar paneel, met het kenmerk, dat het op het paneel bevestigbare eerste profiel L-vormig is, zodanig, dat in gesloten toestand van het paneel zijn vrijliggende langsstrook zich tussen het kozijn en de vrijliggende langsstrook van het op het kozijn bevestigbare tweede profiel bevindt. 25

3. Beveiligingsinrichting volgens conclusie 1 voor een ten opzichte van het kozijn verschuifbaar paneel, met het kenmerk, dat het op het kozijn bevestigbare eerste profiel L-vormig is, zodanig, dat in gesloten toestand van het paneel zijn vrijliggende langsstrook zich tussen 30 het paneel en de vrijliggende langsstrook van het ophet paneel bevestigbare tweede profiel bevindt.

4. Beveiligingsinrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het tweede profiel uit twee evenwijdige langsstroken bestaat, 35 die onderling verbonden zijn door een ten opzichte van beide langsstroken onder een stompe hoek hellend verlopende tussenstrook (fig.1,4,6).

5. Beveiligingsinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat beide profielen L-vormig zijn, waarbij een langsstrook van het op 40 het kozijn bevestigbare tweede profiel bevestigbaar is aan de van het .8702818 paneel afgekeerde zijde van het kozijn zodanig, dat de vrijliggende langsstrook op afstand van de aan het paneel grenzende zijde van het kozijn naar het paneel verloopt (fig. 2).

6. Beveiligingsinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het op het kozijn bevestigbare tweede resp. het op het paneel bevestigbare eerste profiel U-vormig is, zodanig, dat de benen van de U gekeerd zijn naar het eerste resp. tweede profiel, het nar het kozijn gekeerde been resp. de bodem van de U bevestigbaar is aan het kozijn 10 resp. het paneel en de vrijliggende randstrook van het eerste resp. het tweede profiel opneembar is tussen de benen van het tweede resp. eerste profiel (fig. 3,5).

7. Beveiligingsinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, 15 dat het op het kozijn bevestigbare eerste profiel resp. het op het paneel bevestigbare tweede profiel U-vormig is, zodanig, dat de benen van de U gekeerd zijn naar het tweede resp. eerse profiel, de bodem van de U resp. het naar het paneel gekeerde been van de U bevestigbaar is aan het kozijn resp. paneel en de vrijliggende randstrook van het twee-20 de resp. eerste profiel opneembaar is tussen de benen van het eerste resp. tweede profiel (fig.7).

8. Beveiligingsinrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat beide profielen U-vormig zijn. 25

9. Beveiligingsinrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de profielen zich uitstrekken over de gehele dagmaat van een kozijndeel.

10. Kozijn met een ten opzichte daarvan beweegbaar paneel, zoals een deur of raam, met het kenmerk, dat op kozijn en paneel een beveiligingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies is aangebracht. . 8702818