NL8400566A - Vergrendeling voor een schuifdeur in een kozijn. - Google Patents

Description

-fr-. < φ . k * -

Als uitvinder wordt genoemd Rijk van Galen.

Vergrendeling voor een schuifdeur in een kozijn.

De uitvinding heeft betrekking op een vergrendeling voor een rechtlijnig beweegbare afsluiting van een doorgang, zoals een schuifdeur in een kozijn, welke vergrendeling bestaat uit een in de schuifdeur aan te brengen slot met een naar buiten stekende on een 5 horizontale as draaibare sluithaak, en uit een in het kozijn aan te brengen · plaat waarin een sleuf gat is aangebracht dat bij het bedienen van het slot in de gesloten stand van de doorgang in en buiten vergrendelende sanoiwerking met de sluithaak kan worden gébracht.

10 Ben dergelijke vergrendeling blijkt relatief eenvoudig te forceren te zijn, hetgeen onder andere wordt veroorzaakt doordat de vergrendeling slechts cp één punt geschiedt.

De uitvinding beoogt cp eenvoudige wijze in het voorgaande verbetering te brengen. Volgens de uitvinding is dit bereikt, 15 doordat evenwijdig aan de sluithaak tenminste êêa van éenborst voorziene pen cp de rechtlijnig beweegbare afsluiting is aangébracht, welke van een borst voorziene pen in samenwerking kan kernen met de plaat doordat in die plaat tenminste één. gat is aangebracht met een dimensie die is aangepast aan de dimensie van de borst, en tenminste 20 één aan het gat grenzende gleuf met een breedte die is aangepast aan de dikte van de pen.

Bij voorkeur hébben de barst en de pen een cirkelvormige dwarsdoorsnede en is het gat in de betreffende plaat in hoofdzaak ook rond.

25 Enige besparing aan materiaal kan worden verkregen door 8400566 Λ - 2 - het toepassen van de maatregel, dat twee van een borst en een flens voorziene pennen zijn aangebracht die gelijktijdig de slotkast aan de schuifdeur bevestigen.

Voor het overige kan het wezen van de uitvinding in twee 5 · de voorkeur verdienende uitvoeringsvormen in de praktijk worden gebracht. Een eerste uitvoeringsvorm hééft als meest kenmerkende maatregel, dat het tenminste ene gat met de tenminste ene aansluitende groef zijn aangébracht in een achter de-sluitplaat in het kozijn aan te brengen schuifplaat die ander invloed van de sluithaak verschuif-10 baar is. De andere uitvoeringsvorm heeft als meest kenmerkende maatregel, dat het tenminste ene gat met de tenminste ene aansluitende groef zijn aangebracht in een vast op het kozijn aan te brengen extra sluitplaat.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan 15 de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een tweetal uitvoeringsvormen van een vergrendeling volgens de uitvinding zijn weergegeven. In de tekening toont: fig. 1 in perspectief' een sluitplaat en een slotkast op afstand van elkaar, 20 fig. 2 in perspectief de met elkaar vergrendelde sluit plaat en slotkast van fig. 1, waarbij de schuifplaat ten dele is uitgesneden, en fig. 3 in perspectief een tweede uitvoeringsvorm van de uitvindingsgedachte.

25 De in de figuren 1 en 2 weergegeven vergrendeling be staat enerzijds uit een in een kopse kant van een schuifdeur aan te brengen stalen slotkast 1 waarin een bekend (niet weergegeven) mechaniek is ondergebracht met behulp waarvan bij het bedienen van een cilinderslot 2 of willekeurig ander slot, een door een voorplaat 3 30 stekende sluithaak 4 cm een evenwijdig aan het cilinderslot 2 lopende hartlijn kan worden geroteerd, en anderzijds uit een qp de kopse tegenovergelegen kant van een kozijn aan te brengen sluitplaat 5, waarin een sluithaakgleuf 20 is aangébracht die bij het dichtschuiven van de schuifdeur de sluithaak 4 laat passeren. Om de vergrendeling 35 tot stand te brengen wordt de sluithaak dan door het slotmechaniek 8400565 •Jï - 3 - - anhcog gedraald naar de in fig. 2 weergegeven stand, van de sluithaak 4. Tot zover kan worden kan worden gesproken van een bekende vergren-delingsmogelijkheid van een schuifdeur.

Oii de in de figuren 1 en 2 weergegeven eerste uitvoeringsvorm 5 van de uitvinding zijn door de voorplaat 3 een paar van borsten 6 voorziene pennen 7 aangebracht die tegelijkertijd dienst doen.vfoor het bevestigen van de slotkast 1 aan de schuifdeur, m het verlengde van de pen 7 is een schroef 8 aangebracht en ter plaatse van de overgang van de pen naar de schroef is een flens 9 aangebracht. De flens 9 zou 10 ook met schroefdraad (¾) de schroef kunnen zitten waardoor de afstand waarover de borst 6 buiten de voorplaat 3 uitsteekt, instelbaar is.

In de sluitplaat 5 zijn qp een onderlinge afstand die correspondeert met de hartafstand van de pennen 7, twee gaten 10 aangebracht. De sluitplaat 5 kan met door gaten 11 in de sluitplaat 5 gestoken 15 schroeven 12 aan het kozijn worden bevestigd. Aan de achterzijde van de sluitplaat 5 zijn koppen 13 zichtbaar met behulp waarvan afstands-rubbers cp de sluitplaat zijn aangebracht om slot en sluitplaat op de juiste onderlinge afstand te houden.

' Een {niet weergegeven) beschermkast is zodanig geconstrueerd 20 dat achter de sluitplaat 5 een ruimte aanwezig is waarin een schuifplaat 1 4 op en neer kan bewegen.

De schuifplaat 14 is voorzien van twee sleuf gaten 15 waarin achterwaarts uit de sluitplaat 5 stekende roestvrij stalen tapeinden 16 steken waarop een nylon afstandshouder 17 is geschroefd.

25 De schuifplaat 14 is verder voorzien van twee gaten 18 die in de epen stand van de vergrendeling samenvallen met de gaten 10 in de sluitplaat 5. De gaten 18 gaan over in gleuven 19 die de pennen 7 kunnen ontvangen als de schuifplaat 14 cmhoog wordt bewogen (fig. 2).

Dit omhoog bewegen van de schuifplaat wordt verkregen door het roteren 30 van de door de sluithaakgleuf 20 gestoken sluithaak 4, waarbij de haak daarvan steekt in een sluithaakgleuf 21 van de schuifplaat 14. Niet alleen zit nu de haak van de sluithaak 4 achter de sluitplaat 5, doch ook de borsten 6 haken nu achter de gleuven 19, zodat een drievoudige afsluiting is bereikt.

35 Cpgenerkt wordt, dat het er in wezen niet toe doet of de haak van de sluithaak 4 nu bovenwaarts of neerwaarts is gericht. De in fig.

8400566 - 4 - % ...

* 1 en 2 weergegeven uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat de schuif-plaat 14 Ginder invloed van de zwaartekracht in de open stand blijft staan, terwijl daarvoor bij neerwaarts gerichte uitvoering van de haak een veer nodig zou zijn.

5 Aangezien de sluithaak van willekeurig bekend type kan zijn, kan vrijwel elke bestaande vergrendeling van een schuifdeur aanvullend worden beveiligd.

Het wezen van de uitvinding kan volgens fig. 3 overigens ook worden toegepast op een bestaande vergrendeling met een sluithaak 4 met 10 neerwaartse gerichte haak. Ben dergelijke vergrendeling laat zich vrij eenvoudig door onbevoegden openen door de schuifdeur op te krikken, * waardoor de sluithaak 4 vrijkomt uit de sluithaakgleuf 20 van de sluit plaat 5.

Door nu in de schuifdeur een aantal van borsten 6 voorziene 15 pennen 7 te schroeven en op het kozijn qp de juiste plaatsen een corresponderend aantal extra sluitplaten 22 met gat 23 en gleuf 24, zullen de borsten 6 bij een poging tot inbraak achter de groeven 24 haken. Men zou dat een dievenklauw voor schuifdeuren kunnen noemen.

Binnen het kader van de conclusies vallen ook andere uitvoe-20 ringsvormen dan in de tekening zijn weergegeven.

840056?'

Claims (6)

1. Vergrendeling voor een rechtlijnig beweegbare afsluiting van een doorgang, zoals een schuifdeur in een kozijn, welke vergrendeling bestaat uit een in de schuifdeur aan te brengen slot met naar buitenstekenda om een horizontale as draaibare sluithaak, 5 en uit een in het kozijn aan te brengen ά:-plaat waarin een sleuf- gat is aangebracht dat bij het bedienen van het slot in de gesloten stand van de doorgang in en buiten vergrendelende samenwerking met de sluithaak kan warden gebracht, met het kenmerk, dat evenwijdig aan de sluithaak (4) tenminste één van een borst (6) voorziene pen 10 (7) op de rechtlijnig beweegbare afsluiting is aangebracht, welke van een borst voorziene pen in samenwerking kan komen met de plaat (14, 22) doordat in die plaat tenminste één gat (18, 23) is aangebracht met een dimensie die is aangepast aan de dimensie van de barst, en tenminste één aan het gat grenzende gleuf (19, 24) met een 15 breedte die is aangepast aan de dikte van de pen.

2. Vergrendeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de barst (6) en de pen (7) een cirkelvormige dwarsdoorsnede hebben, en dat het gat (18, 23) in de plaat (20, 22) in wezen ook rond is.

3. Vergrendeling volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat twee van een borst en een flens (9) voorziene pennen zijn aangebracht die gelijktijdig de slotkast (1) aan de schuifdeur bevestigen.

4. Vergrendeling volgens conclusie 1 of 2, met het 25 kenmerk, dat het tenminste ene gat (18) met de tenminste ene aansluitende groef (19) zijn aangebracht in een achter de sluitplaat (5) in het kozijn aan te brengen schuifplaat (14) die onder invloed van de sluithaak (4) verschuifbaar is,

5. Vergrendeling volgens conclusie 1 of 2, iret het 30 kenmerk, dat het tenminste ene gat (23) met de tenminste ene aansluitende groef (24) zijn aangebracht in een vast pp het kozijn aan te brengen extra sluitplaat (22).

6. Vergrendeling zoals weergegeven in de tekening en/of \ besproken aan de hand daarvan. 8400566