NL8702223A - Stelsel voor het monteren van wandbekledingsblokken. - Google Patents

Description

* » - 1 -

Stelsel voor het monteren van wandbekledingsblokken.

Deze uitvinding heeft betrekking op een stelsel voor het monteren van wandbekledingsblokken, omvattende, tenminste één evenwijdig aan een wand binnenin een blok ingebrachte staaf, en een beugel, die de tenminste ene staaf aangrijpt met tenminste één 5 bevestigingseinde dat met dienovereenkomstig een been verbonden is met een nabij de rug van het blok gelegen jukgedeelte dat vastgezet wordt op de wand.

Een dergelijk stelsel is bekend uit EP-A-0.082.361, waarin beschreven wordt hoe wanden van ovens bekleed kunnen worden 10 met blokken van isolatiemateriaal, gevormd uit keramische vezels, waarbij deze blokken veelal uitgevoerd als blokken met standaardaf-metingen of modules, met beugels vastgezet worden op de wanden.

Door de blokken, welke samengesteld zijn uit loodrecht op de wand gerangschikte lagen van dekens van keramische vezels, worden veran-15 keringsorganen gestoken, te weten holle of massieve staven van een geschikt metaal, evenwijdig aan de wand en op enige afstand daarvandaan, bijvoorbeeld een of twee per blok of module, welke staven door in het blok stekende beugels tegen de wand vastgezet worden.

De daartoe gebruikte vastzetorganen zetten de beugel in een jukge-20 deelte daarvan vast tegen de wand, welke bijvoorbeeld van staal is, waarbij een losse stift met schroefdraad daarop, die door een oog van een op het jukgedeelte gelast voetstuk loopt op de genoemde wand gepuntlast wordt, waarna een moer op de stift aangeschroefd wordt om de beugel met het blok vast te zetten. Bovendien wordt 25 vermeld dat nabij de te puntlassen punt een metalen ringvormig flensstuk geklemd is tegen de stift met rond de omtrek daarvan een cilindervormig keramisch boogschild waardoor de boog geconcentreerd wordt rond de punt.

Bij het bevestigen van het blok op de wand wordt de 30 door het voetstuk stekende stift met moer in een daaromheen passende geleidingsbus gestoken, waarbij de bus geplaatst wordt op een gereedschapsstuk, dat een electrisch circuit vormt voor het puntlassen via de bus, de stift, de punt en het wandgedeelte, en dat na 8702223 Μ Λ - 2 - het puntlassen de bus roteert teneinde de moer aan te draaien.

Deze wijze van bevestigen van wandblokken is zeer economisch gebleken. Het controleren van de puntlassen/ bijvoorbeeld de gekozen locatie en de hechtheid hiervan/ is echter nage-5 noeg onmogelijk omdat de las geheel omgeven wordt door het blok en de wand. Bovendien is dit des te noodzakelijker wanneer men bedenkt dat deze wandbekleding aangebracht wordt in ovens waarin zeer ag-gressieve atmosferische omstandigheden zullen voorkomen, zodat de metalen componenten van het stelsel, in het bijzonder de puntlas, 10 hiertegen beschermd dienen te worden, bijvoorbeeld door een geschikte coating. Alhoewel hierin is te voorzien dient men bij het vooraf coaten rekening te houden met de puntlaslocatie, welke niet bedekt mag worden.

De onderhavige uitvinding heft de bovengeschetste 15 nadelen op en heeft daartoe het kenmerk, dat het stelsel voor het monteren van elk blok tenminste één vooraf op de wand aangebrachte bevestigingspen bevat, waarop het jukgedeelte met dienovereenkomstig één vastzetorgaan vastgezet wordt.

Verder is de uitvinding gekenmerkt doordat het juk-20 gedeelte een gleuf bevat waarin het vastzetorgaan verschuivend instelbaar opgenomen is.

Op voordelige wijze kunnen juist op deze manier be-vestigingspennen vooraf op de wand aangebracht worden zonder dat hierdoor het op elkaar aansluiten van de modulen verstoord wordt.

25 De uitvinding wordt eveneens gekenmerkt door de aan de bevestigingspen vast te zetten beugel die hierboven genoemd is, en door de werkwijze volgens welke een dergelijk wandbekledingsblok aan een wand bevestigd kan worden.

Verdere voordelen, kenmerken en bijzonderheden van 30 de onderhavige uitvinding zullen hieronder in detail worden beschreven, waarbij verwezen wordt naar enkele figuren.

Figuur 1 geeft een perspectivisch aanzicht van het stelsel volgens de uitvinding in gedemonteerde toestand, en de figuren 2A en 2B tonen respectievelijk het uit-35 gangswerkstuk voor een beugel volgens de uitvinding van bovenaf en 8701223 "ï - 3 - een gevormde beugel met omgezette benen en beugeleinden van opzij.

In de verschillende figuren zijn dezelfde onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.

In figuur 1 wordt een perspectivisch aanzicht gege-5 ven van het stelsel voor het monteren van wandbekledingsblokken volgens de onderhavige uitvinding.

Zoals hierboven reeds is aangegeven kan het blokken betreffen voor het isoleren vein ovens die gevormd zijn uit dekenlagen van keramisch vezelmateriaal. Als voorbeeld kan vermeld 10 worden dat de blokken afmetingen bezitten van 30 bij 30 bij 15 cm (veelal samen te voegen uit twee blokken van elk 30 bij 15 bij 15 cm welke bijeengehouden worden door een omsluiting, bijvoorbeeld een net of een band). In een dergelijk blok worden bij voorkeur twee staven gestoken, evenwijdig met de rugzijde op enige afstand 15 daarvandaan, en van de zijwanden vandaan, en onderling evenwijdig met tussenafstand. De genoemde tussenafstanden kunnen naar wens gekozen worden al naar gelang de temperatuuromstandigheden en beves-tigingsmogelijkheden. De staven kunnen van geschikte materialen zijn, zoals roestvrij staal 304, 310, 330 dat bestand is tegen res-20 pectieve temperaturen van 800°C, 1000°C en 1200°C.

De bovengenoemde staven worden aangegrepen door een beugel (10) volgens de onderhavige uitvinding, zoals getekend in figuur 1. De bevestigingseinden (11) snappen rond de staven, waarbij zij via benen (13) verbonden zijn met een jukgedeelte (12) dat 25 aan de rugzijde van elk blok vastgezet kan worden tegen een te isoleren wand (16). Deze bevestigingseinden (11) kunnen, zoals getekend, gevormd worden door omgebogen beugeleinden. Ook op andere wijze kunnen de respectieve staven aangegrepen worden, zoals met een met een been (13) verbonden plaatje met oog of ringetje, of met 30 een over 90° gedraaid been met daarin een oog voor het geleiden van een staaf. Dergelijke blokken met staven en ingebrachte beugels kunnen als standaardblokken of modules afgeleverd en aangebracht worden bij de te isoleren ruimte.

Opgemerkt kan worden dat dergelijke blokken, of de 35 helft van een dergelijk blok, ook van slechts één staaf voorzien 8702223 - 4 - kunnen worden. Voor iedere deskundige zal duidelijk zijn dat het aangrijpen dan door één, doch eveneens door meerdere met een jukgedeelte verbonden bevestigingseinden kan plaatsvinden.

Teneinde deze modules snel en doelmatig te bevesti-5 gen worden volgens de onderhavige uitvinding vooraf bevestigings-pennen (15) op de wanden (16), beide bij voorkeur van staal zoals boven aangegeven, aangebracht. Vooraf kunnen dan zowel de lassen waarmee de pennen op de wand zitten gecontroleerd, alsook een cor-rosiewerende laag, bijvoorbeeld een asfalthoudende coating, op de 10 wanden aangebracht worden. De pennen (15) dienen overeenkomstig de afmetingen van de blokken aangebracht te worden, telkens ter hoogte van het midden van een blokachterzijde. De pennen (15) hoeven slechts een geringe hoogte te bezitten, voldoende om op een in het jukgedeelte (12) van de beugel (10) aangebracht vastzetorgaan (14) 15 vastgezet worden. Ter verdere afscherming kan op de achterzijde van een dergelijk blok een dampremmende laag, zoals aluminiumfolie met behulp van lijm, aangebracht worden.

Zoals te zien is in figuur 1 kan het vastzetorgaan (14) bestaan uit een bout met binnendraad (18) daardoorheen en met 20 op het einde een moerkop (21) zich uitstrekkende door het jukgedeelte (12), en het kan worden aangeschroefd op de bevestigingspen (15) met buitendraad, bijvoorbeeld door middel van een bus op een gereedschapsstuk. Het zal aan iedereen duidelijk zijn dat andere typen vastzetorganen toegepast kunnen worden.

25 Een volgend belangrijk kenmerk van de uitvinding is een gleuf (17) in het jukgedeelte (12) die het verschuiven van de bout (14) mogelijk maakt waardoor de plaatsing van het blok instelbaar is. Dit is destemeer gewenst omdat bij het in rijen op de wand (16) aanbrengen van de pennen (15) in de rijrichting kleine afwij-30 kingen kunnen optreden.

Daarenboven is-er in voorzien dat de bout (14) niet uit de gleuf (17) vandaan kan vallen door aan weerszijden van het jukgedeelte houdorganen (19, 20), in het bijzonder klemringen (19, 20),op de bout aan te brengen. Bijvoorbeeld is de klem- of sluit-35 ring (20) tegen de moerkop gelast of gelijmd, terwijl aan de andere 8702223 - 5 - zijde van het jukgedeelte (12) een klem- of veerring (19) is aangebracht die klemmend over de bout (14) geschoven kan worden/ waarbij radiaal bij de omtrek aansluitende tanden op de bout klemmen. Beide ringen (19, 20) zijn bij voorkeur weer van een geschikt materiaal 5 gemaakt, waarbij de veerring (19) in voldoende mate moet kunnen veren.

Opgemerkt kan worden dat met pennen van verschillende lengte meerdere lagen van dergelijke modules aangebracht kunnen worden. Als voorbeeld kunnen bij twee lagen in de middens van 10 de vierkanten van korte pennen, overeenkomende met de hoekpunten van telkens vier blokken van de eerste laag, lange pennen lopende tot even boven de eerste laag aangebracht worden. Een dergelijke wandopbouw maakt het gebruik van verschillende materialen voor de verschillende lagen mogelijk.

15 In de figuren 2A en 2B wordt bij wijze van voor beeld aangegeven hoe een beugel (10) volgens de uitvinding uit een plaat of strook van bijvoorbeeld metaal met geschikte dikte gevormd kan worden, te beginnen met een vlak werkstuk (30) waaruit de gleuf (17) en de benen (13) geponst kan worden, waarna de benen (13) 20 onder een geschikte hoek omgezet worden en de beugeleinden (11) rondgebogen worden. Een andere hoek dan 90° kan eveneens worden toegepast, waarbij naar wens de beugel (10) meer of minder in het blok verzonken zal liggen. Met beugeleinden (11) die iets verder dan 180° zijn rondgebogen kunnen de staven in het blok snappend 25 aangegrepen worden, doch ook hier geldt dat naar wens de einden (11) anders uitgevoerd kunnen worden zoals boven aangegeven is.

Aan iedere deskundige zal duidelijk zijn dat kleine veranderingen en wijzigingen mogelijk zijn welke vallen binnen het kader van het bovenbeschreven stelsel en de vermelde beugel en 30 werkwijze volgens de onderhavige uitvinding.

8702223

Claims (18)

1. Stelsel voor het monteren van wandbekledings-blokken, omvattende, tenminste één evenwijdig aan een wand binnenin een blok ingebrachte staaf, en een beugel, die de tenminste ene staaf aangrijpt met tenminste één bevestigingseinde dat met dien- 5 overeenkomstig één been verbonden is met een nabij de rug van het blok gelegen jukgedeelte dat vastgezet wordt op de wand, met het kenmerk, dat het stelsel voor het monteren van elk blok tenminste één vooraf op de wand (16) aangebrachte bevestigingspen (15) bevat, waarop het jukgedeelte (12) met dienovereenkomstig één vastzetor-10 gaan (14) vastgezet wordt.

2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bevestigingseiden (11) en het jukgedeelte (12) onderling verbonden zijn met onder een rechte hoek omgezette benen (13).

3. Stelsel volgens conclusie 1 of 2, met het ken-15 merk, dat het jukgedeelte (12) een gleuf (17) bevat, waarin het vastzetorgaan (14) verschuivend instelbaar opgenomen is.

4. Stelsel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bevestigingspen (15) gevormd wordt door een pen met buitendraad, en dat het vastzetorgaan (14) bestaat 20 uit van doorlopende binnendraad (18) en een moerkop (21) voorziene bout.

5. Stelsel volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het vastzetorgaan (14) voorzien is van aan weerszijden van het jukgedeelte (12) aangebrachte houdorganen (19, 20) zodat 25 bij verschuiven het vastzetorgaan (14) loodrecht op de schuifrichting gehouden wordt.

6. Stelsel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de houdorganen (19, 20) klemmend aangebrachte ringen zijn.

7. Stelsel volgens conclusie 5, met het kenmerk, 30 dat de houdorganen (19, 20) omvatten, een op de moerkop (21) aan de zijde van het jukgedeelte (12) aangebrachte flensring (20), en een klemring (19) aan de andere zijde van het jukgedeelte (12). 8702223 "5· Λ - 7 -

8. Beugel voor het bevestigen van wandbekledings-blokken tegen een wand, omvattende, tenminste één bevestigingseinde voor het aangrijpen van dienovereenkomstig één staaf die zich uitstrekt binnenin een blok evenwijdig aan de wand, dat met een been 5 verbonden is met een op de wand vast te zetten jukgedeelte, met het kenmerk, dat het jukgedeelte (12) tenminste één vastzetorgaan (14) bevat dat vastgezet wordt op dienovereenkomstig één vooraf op de wand (16) aangebrachte bevestigingspen (15).

9. Beugel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 10 het jukgedeelte (12) een gleuf (17) bevat waarin het vastzetorgaan (14) verschuivend instelbaar opgenomen is.

10. Beugel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het tenminste ene bevestigingseinde (11) en het jukgedeelte (12) onderling verbonden zijn met dienovereenkomstig één onder een 15 rechte hoek omgezet been (13).

11. Beugel volgens één van de conclusies 8, 9 of 10, gekenmerkt door de bevestigingspen (15) en het vastzetorgaan (14) volgens conclusie 4.

12. Beugel volgens conclusie 9 of 10, gekenmerkt 20 door het vastzetorgaan (14) volgens conclusie 5.

13. Beugel volgens conclusie 12, gekenmerkt door de houdorganen (19, 20) volgens conclusie 6.

14. Beugel volgens conclusie 12, gekenmerkt door de houdorganen (19, 20) volgens conclusie 7.

15. Beugel volgens één van de voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat tenminste het jukgedeelte (12) bestaat uit een stripvormig deel dat de gleuf (17) omvat.

16. Beugel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bevestigingseinde (11) gevormd wordt 30 door een omgebogen beugeleinde.

17. Werkwijze voor het monteren van wandbekledings-blokken, achtereenvolgens omvattende, het in een blok inbrengen van tenminste één staaf evenwijdig aan een wand, het in het blok aanbrengen van een beugel, voorzien van tenminste één bevestigingsein- 35 de voor het aangrijpen van de tenminste ene staaf, en het op een 8702223 f - 8 - jukgedeelte van de beugel vastzetten van het blok tegen de wand, gekenmerkt door achtereenvolgens, het aanbrengen van bevestigings-pennen (15) op de wand (16), en het vastzetten tegen de wand (16) van elk blok met een in het jukgedeelte (12) opgenomen vastzetor-5 gaan (14) dat past op een bevestigingspen (15).

18. Werkwijze volgens conclusie 17, gekenmerkt doordat elk blok verschuivend instelbaar vastgezet wordt waarbij het vastzetorgaan (14) opgenomen is in een gleuf (17) in het jukgedeelte (12). -o-o-o-o-o-o-o-o-o- 8702223