NL8701604A - Rotary cultivator drive mechanism - has torsion shaft extending between selector gearbox and step-up gear train for disc drive (NL 31.5.78) - Google Patents

Rotary cultivator drive mechanism - has torsion shaft extending between selector gearbox and step-up gear train for disc drive (NL 31.5.78) Download PDF

Info

Publication number
NL8701604A
NL8701604A NL8701604A NL8701604A NL8701604A NL 8701604 A NL8701604 A NL 8701604A NL 8701604 A NL8701604 A NL 8701604A NL 8701604 A NL8701604 A NL 8701604A NL 8701604 A NL8701604 A NL 8701604A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame part
underside
shaft
torsion shaft
shafts
Prior art date
Application number
NL8701604A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL7613261A external-priority patent/NL7613261A/en
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8701604A priority Critical patent/NL8701604A/en
Publication of NL8701604A publication Critical patent/NL8701604A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/08Tools; Details, e.g. adaptations of transmissions or gearings
    • A01B33/14Attaching the tools to the rotating shaft, e.g. resiliently or flexibly-attached tools
    • A01B33/146Attaching the tools to the rotating shaft, e.g. resiliently or flexibly-attached tools the rotating shaft being oriented vertically or steeply inclined
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/08Tools; Details, e.g. adaptations of transmissions or gearings
    • A01B33/082Transmissions; Gearings; Power distribution
    • A01B33/085Transmissions; Gearings; Power distribution specially adapted for tools on a vertical shaft
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/08Tools; Details, e.g. adaptations of transmissions or gearings
    • A01B33/12Arrangement of the tools; Screening of the tools

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Abstract

The cultivator has a row of tool discs whose drive includes a torsion shaft. The torsion shaft forms a common drive shaft for the discs and is connected with a gearbox. It lies between this selection gearbox and a step-up gear train on the disc shafts. The torsion shaft is connected with one of the disc shafts and lines up with the shaft of one of the discs. The drive has a drive shaft which is parallel to the torsion shaft and coupled with it via the selector gearbox. The drive shaft can be connected to the power take-off of a towing tractor.

Description

Λ '4Λ '4

C. van der Lely N.V., Maasland GRONDBEWERKINGSMACHINEC. van der Lely N.V., Maasland TILLAGE PROCESSING MACHINE

De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine voorzien van een aantal zich in een dwars op de voortbewegingsrichting uitstrekkende rij aangebrachte bewer-kingsorganen, die om een zich althans nagenoeg in verticale 5 richting uitstrekkende as via een gemeenschappelijke tand-wielaandrijving aandrijfbaar zijn, welke tandwielaandrijving zich bevindt in een gesteIdee1 waarin de assen van de bewer-kingsorganen door middel van legerhuizen zijn ondersteund, welke legerhuizen met flenzen aan de onderzijde van het 10 gesteldeel zijn bevestigd en welke assen zich vanaf de onderzijde van het gesteldeel tot de tandwieloverbrenging zonder verdere ondersteuning vrij naar boven uitstrekken.The invention relates to a soil tillage machine provided with a number of working members arranged in a row extending transversely to the direction of forward movement, which are drivable about a shaft extending substantially in vertical direction via a common gear wheel drive, which gear wheel drive is located in a structure 1 in which the shafts of the working members are supported by means of bearing housings, which bearing housings are flanged on the underside of the frame part and which shafts extend freely from the underside of the frame part to the gear transmission without further support. extend upwards.

Een grondbewerkingsmachine van deze soort is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 6715977.A soil cultivation machine of this kind is known from Dutch patent application 6715977.

15 De eenzijdige ondersteuning van de assen van de bewerkingsorganen en hun legerhuizen maakt een geringe bouwhoogte van het gesteldeel mogelijk, dat tijdens het bedrijf echter sterk wordt belast omdat de op de assen van de bewerkingsorganen werkende krachten over de legers en de leger-20 huizen op de bodem van het gesteldeel worden overgebracht.15 The unilateral support of the shafts of the working members and their enclosures allows a small construction height of the frame part, which is however heavily loaded during operation because the forces acting on the shafts of the working members over the armies and the army houses transferred to the bottom of the frame.

De uitvinding beoogt, onder instandhouding van het principe van de eenzijdige ondersteuning van de legerhuizen en daarmee de genoemde geringe bouwhoogte, het gesteldeel voor het opnemen van de bedoelde krachten zo stijf mogelijk 25 uit te voeren zonder dat de wand uit dik materiaal moet bestaan, hetgeen de productie zou bemoeilijken en het gewicht van de machine zou doen toenemen.The object of the invention, while maintaining the principle of the one-sided support of the enclosures and thus the said low construction height, is to make the frame part for absorbing the intended forces as rigid as possible without the wall having to consist of thick material, which production would be more difficult and the weight of the machine would increase.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de onderzijde van het gesteldeel door een op deze onderzijde 30 aangebrachte, zich over de gehele lengte van het gesteldeel uitstrekkende plaat is verstijfd, welke plaat te zamen met de onderzijde van het gesteldeel de ondersteuning vormt voor de bevestigingsflenzen van de legerhuizen, die door de onderzijde van het gesteldeel en de verstijvingsplaat steken.According to the invention this is achieved in that the underside of the frame part is stiffened by a plate arranged on this underside which extends over the entire length of the frame part, which plate together with the underside of the frame part forms the support for the mounting flanges of the army houses, which protrude through the underside of the frame part and the stiffening plate.

' 8701604 28701604 2

Met behulp van deze voorziening wordt de onderzijde van het gesteldeel door de erop aangebrachte plaat verstijfd, terwijl de legerhuizen, doordat zij zowel door de bodem van het gesteldeel als de plaat steken, tot een verdere 5 verstijving bijdragen. De met behulp van de plaat verhoogde stijfheid van het gesteldeel maakt het mogelijk dat men, ondanks de hoge belasting, het bouwprincipe van een eenzijdige ondersteuning kan handhaven.With the aid of this provision, the underside of the frame part is stiffened by the plate mounted thereon, while the bearing houses, by projecting both through the bottom of the frame part and the plate, contribute to a further stiffening. The rigidity of the frame part, which is increased by means of the plate, makes it possible to maintain the construction principle of a one-sided support, despite the high load.

Aan de hand van een in de tekening weergegeven 10 uitvoeringsvoorbeeld zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.The invention will be explained in more detail below with reference to an exemplary embodiment shown in the drawing.

Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewer-kingsmachine weer voorzien van een constructie volgens de uitvinding.Figure 1 is a top view of a soil tillage machine provided with a construction according to the invention.

15 Figuur 2 geeft op grotere schaal een doorsnede weer volgens de lijn II-II in figuur 1.Figure 2 shows a cross-section along the line II-II in figure 1 on a larger scale.

De in de figuren weergegeven constructie betreft een grondbewerkingsmachine, voorzien van een gestel dat een zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machine 20 uitstrekkende, althans nagenoeg horizontaal gelegen gestel-balk 1 omvat. Op enige afstand van het midden van de gestelbalk 1 zijn zich naar boven uitstrekkende en naar elkaar toe verlopende balken 2 aangebracht die aan hun boveneinden door middel van een zich evenwijdig aan de gestelbalk 1 uitstrek-25 kende verbindingsbalk 3 met elkaar zijn verbonden. Nabij de einden van de verbindingsbalk 3 zijn zich schuin naar beneden en naar achteren uitstrekkende steunbalken 4 aangebracht die, in bovenaanzicht gezien, vanaf hun bevestiging aan de 7 verbindingsbalk divergeren. De steunbalken 4 zijn met hun 30 einden bevestigd aan een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende, evenwijdig aan de gestelbalk 1 gelegen balk 5. Aan de naar elkaar toegekeerde zijden zijn tussen de steunbalken 4 en de gestelbalk 5, schoren 6 aangebracht. Aan de van elkaar afgekeerde zijden van de balken 2 35 zijn op gelijke afstand van het midden van de gestelbalk 1 paren zich naar achteren uitstrekkende lippen 7 aangebracht. Tussen elk paar lippen 7 is door middel van een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende, althans nagenoeg 8 7 0 1 6 0 4 *v 3 horizontale pen 8, een drager 9 verzwenkbaar aangebracht. De langshartlijnen van de pennen 8 zijn in eikaars verlengde gelegen. Het achtereinde van elke drager 9 is voorzien van een aanslag, welke met de gestelbalk 5 kan samenwerken ter 5 begrenzing van een neerwaarts bewegen van de drager 9. Aan de onderzijde van de dragers 9 is de bovenzijde van een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkend kokervormig gesteldeel 10 aangebracht. De lengte van het gesteldeel 10 komt, zoals uit figuur 1 blijkt, althans nagenoeg overeen met 10 de lengte van de gestelbalken 1 en 5. De vlakke onderzijde van het kokervormig gesteldeel 10 is op afstanden van ongeveer 50 cm voorzien van zes cirkelvormige uitsparingen waardoor zich in opwaartse, bij voorkeur verticale richting uitstrekkende assen 11 zijn gestoken. Elke as 11 is nabij het 15 midden voorzien van een verdikt gedeelte 12, waartegen aan de boven- respectievelijk onderzijde om de as aangebrachte kogellegers 13 rusten. Het onderste kogellager 13 bevindt zich in een legerbuis 14, dat met een opstaande rand tot binnen de cirkelvormige opening in de onderzijde van het 20 kokervormige gesteldeel 10 reikt. Het legerhuis 14 is verder voorzien van een flens 15, die zich vanaf het legerhuis over enige afstand althans nagenoeg evenwijdig aan de onderzijde van het kokervormige gesteldeel uitstrekt en nabij zijn midden onder een recht verloop schuin naar beneden is afge-25 bogen, waardoor een rand 16 is gevormd. Het bovenste kogel-leger 13 is gelegen nabij de bovenzijde van een legerhuis 17, dat aan de onderzijde is voorzien van een rand, die tot binnen het legerhuis 14 reikt en tegen de bovenzijde van het onderste kogelleger 13 rust. Nabij de onderzijde is het 30 legerhuis 17 voorzien van een flens 18, die rust tegen een zich over de gehele lengte van het gesteldeel 10 uitstrekkende geprofileerde plaat 19, die aan de binnenzijde van het kokervormige gesteldeel 10 is aangebracht en met een vlakke zijde tegen de vlakke onderzijde van het kokervormige gestel-35 deel rust. De flenzen 15 en 18 van de legerhuizen 14 en 17 zijn te zamen met de profielplaat 19 door middel van bouten 20 aan de onderzijde van het kokervormige gesteldeel 10 bevestigd. De vlakke onderzijde van de voor versteviging 8701ÖQ4 V? 4 aangebrachte profielplaat 19 gaat ter hoogte van de overgang van de vlakke onderzijde van het kokervormige gesteIdee1 in schuin omhoog verlopende langszijden over in een eveneens schuin omhoog verlopende langszijde. Laatstgenoemde langs-5 zijde is ter hoogte van de overgang van de schuin verlopende langszijden van het kokervormige gesteldeel in de recht omhoog verlopende langszijden althans nagenoeg evenwijdig aan de bovenzijde van het gesteldeel 10 afgebogen en reikt tot nabij de opstaande langszijden van dit gesteldeel 10. Tussen 10 de flens 18 van het legerhuis 17 en de opstaande wand van het legerhuis zijn verstevigingsribben 21 aangebracht. De as 11 steekt met een einddeel, dat van spiebanen is voorzien, buiten het legerhuis 14 uit. Om dit van spiebanen voorziene einddeel is de naaf 22 van een drager 23 van een bewerkings-15 orgaan 24 geschoven, welke drager is voorzien van tanden. De naaf 22 van de drager 23, die tot binnen het onderste legerhuis reikt en met zijn bovenzijde tegen het onderste leger 13 rust, is nabij de bovenzijde voorzien van een flens 26, die aan zijn omtrek over een gedeelte dat recht verloopt schuin 20 naar boven is afgebogen, een en ander zodanig dat een rand 27 is gevormd die reikt tot nabij de af gebogen rand 16 van de flens 15 op het legerhuis 14. De randen 16 en 27 vormen een afscherming waarbinnen de bevestiging van de drager 22 is gelegen.The construction shown in the figures relates to a soil cultivating machine, provided with a frame, which comprises a frame beam 1 extending at least transversely of the direction of travel A of the machine 20. At some distance from the center of the frame beam 1 there are arranged upwardly extending and mutually extending beams 2 which are connected to each other at their top ends by means of a connecting beam 3 extending parallel to the frame beam 1. Near the ends of the connecting beam 3 there are arranged obliquely downwardly and rearwardly extending supporting beams 4 which, viewed in top view, diverge from their attachment to the connecting beam. The support beams 4 are secured with their ends to a beam 5 extending transversely of the direction of travel A, parallel to the frame beam 1. Braces 6 are arranged on the sides facing each other between the support beams 4 and the frame beam 5. On the sides of the beams 2 facing away from each other, pairs of rearwardly extending lips 7 are arranged equidistant from the center of the frame beam 1. A carrier 9 is pivotably arranged between each pair of lips 7 by means of a horizontal pin 8 extending at least transversely to the direction of travel A, at least substantially 8 7 0 1 6 0 4 * v 3. The longitudinal axes of the pins 8 are in line with each other. The rear end of each carrier 9 is provided with a stop, which can cooperate with the frame beam 5 to limit the downward movement of the carrier 9. At the bottom of the carriers 9, the top side of a carrier extends transversely of the direction of travel A. tubular frame portion 10 fitted. As can be seen from Figure 1, the length of the frame part 10 corresponds at least substantially to the length of the frame beams 1 and 5. The flat underside of the tubular frame part 10 is provided with distances of approximately 50 cm with six circular recesses, as a result of which shafts 11 extending in an upward, preferably vertical direction. Each shaft 11 is provided near the center with a thickened part 12, against which ball bearings 13 arranged on the top and bottom, respectively, rest. The lower ball bearing 13 is located in a bearing tube 14, which extends with an upright edge inside the circular opening in the bottom of the tubular frame part 10. The bearing housing 14 is further provided with a flange 15, which extends from the bearing housing at least substantially parallel to the underside of the tubular frame part and is bent diagonally downwards near its center, so that an edge is 16 is formed. The upper ball bearing 13 is located near the top of an bearing housing 17, which is provided at the bottom with an edge, which extends inside the bearing housing 14 and rests against the top of the lower ball bearing 13. Near the underside, the bearing housing 17 is provided with a flange 18, which rests against a profiled plate 19 extending over the entire length of the frame part 10, which is arranged on the inside of the tubular frame part 10 and with a flat side against the flat underside of the tubular frame-35 part rests. The flanges 15 and 18 of the bearing housings 14 and 17, together with the profile plate 19, are fastened to the underside of the tubular frame part 10 by means of bolts 20. The flat underside of the front reinforcement 8701ÖQ4 V? 4, profiled plate 19 arranged at the level of the transition from the flat underside of the tubular frames 1 into obliquely upwardly extending longitudinal sides into an obliquely upwardly extending longitudinal side. The latter longitudinal side is bent at the level of the transition of the obliquely extending longitudinal sides of the tubular frame part into the straight upwards extending longitudinal sides, at least substantially parallel to the top side of the frame part 10 and extends to near the upright longitudinal sides of this frame part 10. Between The flange 18 of the bearing housing 17 and the upright wall of the bearing housing are provided with reinforcing ribs 21. The shaft 11 protrudes beyond the enclosure 14 with an end part provided with keyways. The hub 22 of a carrier 23 of a machining member 24, which carrier is provided with teeth, is pushed around this end part provided with keyways. The hub 22 of the carrier 23, which extends inside the lower bearing housing and rests with its upper side against the lower bearing 13, is provided near the upper side with a flange 26, which at its circumference extends obliquely upwards over a part 20 is bent such that an edge 27 is formed which extends close to the curved edge 16 of the flange 15 on the bearing housing 14. The edges 16 and 27 form a cover within which the mounting of the carrier 22 is located.

25 Elke as 11 van een bewerkingsorgaan 24 is aan zijn bovenzijde voorzien van spiegangen, met behulp waarvan op de •as binnen het kokervormige gesteldeel 10 een van rechte tanden voorzien tandwiel 28 is aangebracht. Het tandwiel 28 rust met zijn naaf op het bovenste kogelleger 13. Tussen de 30 tandwielen 28 op de assen 11 van naast elkaar gelegen bewer-kingsorganen 24 zijn telkens op gelijke afstand van elkaar en van de assen van de bewerkingsorganen zich in opwaartse, bij voorkeur verticale richting uitstrekkende assen 29 door middel, van legers in legerhuizen in het gesteldeel 10 35 gelegerd. Op elk van de assen 29 is een tandwiel 30 aangebracht waarvan de diameter gelijk is aan de helft van de diameter van een tandwiel 28 op de as 11 van een bewerkings-orgaan 24. De tandwielen 30 staan met elkaar en met de tand- 37Ü1SQ4 5 wielen 28 op de assen 11 van naast elkaar gelegen bewer-kingsorganen 24 in aandrijvende verbinding. Hierbij is deze aandrijvende verbinding zodanig, dat twee naast elkaar gelegen bewerkingsorganen 24 tijdens het bedrijf in tegenge-5 stelde richtingen roteren (zie pijlen in figuur 1).Each shaft 11 of a working member 24 is provided at its top with keyways, by means of which a gear 28 provided with a straight teeth is mounted on the shaft within the tubular frame part 10. The gear wheel 28 rests with its hub on the upper ball bearing 13. Between the gear wheels 28 on the shafts 11 of adjacent working members 24, they are each equally equidistant from each other and from the shafts of the working members in upward, preferably shafts 29 extending in the vertical direction by means of armies in army houses in frame 10 35. On each of the shafts 29 a gear wheel 30 is arranged, the diameter of which is half the diameter of a gear wheel 28 on the shaft 11 of a working member 24. The gear wheels 30 are arranged with each other and with the toothed parts. wheels 28 on the shafts 11 of adjacent machining members 24 in driving connection. In this case, this driving connection is such that two adjacent working members 24 rotate in opposite directions during operation (see arrows in figure 1).

Zoals uit figuur 2 blijkt, reiken de assen 11 van de respectieve bewerkingsorganen 24 tot nabij een in de bovenzijde van het kokervormige gesteldeel 10 aanwezige in-stulping, die het op de as aangebrachte tandwiel op zijn 10 plaats kan houden. De as 11 van een nabij het midden gelegen . bewerkingsorgaan 24 is aan de bovenzijde verlengd en staat via een toerenvariator 31 en een conische tandwieloverbrenging in aandrijvende verbinding met een as 32, die via een tussenas 33 met de aftakas van een trekker koppelbaar is. 15 De einden van de gestelbalk 1 zijn voorzien van naar beneden gerichte lippen 34 waaraan, door middel van een pen, zich naar achteren uitstrekkende armen 35 verzwenkbaar zijn aangebracht. Tussen de einden van de armen 35 is vrij draaibaar een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uit-20 strekkende rol 36 aangebracht, waarvan de draaiingsas althans nagenoeg horizontaal is gelegen.As can be seen from Figure 2, the shafts 11 of the respective processing members 24 reach close to a recess present in the top of the tubular frame part 10, which can hold the gear wheel mounted on the shaft. The axis 11 is located from a near center. processing member 24 is extended at the top and is in driving connection via a speed variator 31 and a bevel gear transmission to a shaft 32, which can be coupled to the power take-off shaft of a tractor via an intermediate shaft 33. The ends of the frame beam 1 are provided with downwardly directed lips 34 to which rearwardly extending arms 35 are pivotally mounted by means of a pin. Between the ends of the arms 35 is freely rotatable a roller 36 extending transversely to the direction of travel A, the axis of rotation of which is at least substantially horizontal.

Ter hoogte van de opwaarts gerichte balken 2 is de gestelbalk 1 aan de onderzijde voorzien van paren lippen 37, waartussen, door middel van een pen, de onderste armen van de 25 hefinrichting van een trekker aanbrengbaar zijn. Nabij het midden is de verbindingsbalk 3 voorzien van een paar lippen 38 waartussen, met behulp van een pen, de bovenste arm van de driepuntshefinrichting van een trekker aanbrengbaar is.At the height of the upwardly directed beams 2, the frame beam 1 is provided on the underside with pairs of lips 37, between which the lower arms of the lifting device of a tractor can be mounted by means of a pin. Near the center, the connecting beam 3 is provided with a pair of lips 38 between which, with the aid of a pin, the upper arm of the three-point lifting device of a tractor can be fitted.

De in het voorgaande beschreven machine werkt als 30 volgt.The machine described above operates as follows.

Tijdens het bedrijf is de machine met behulp van de door de paren lippen 37 en 38 gevormde aankoppeling met de driepuntshefinrichting van de trekker verbonden, en kunnen via de tussenas 33 en de in het voorgaande beschreven aan-35 drijving, de respectieve bewerkingsorganen 24 in draaiing worden gebracht, waarbij twee naast elkaar gelegen bewerkingsorganen in tegengestelde zin, bewegen zoals met pijlen in figuur 1 is weergegeven. Tijdens de voortbeweging van de 3 7 ΰ 3 0 4During operation, the machine is connected to the three-point hitch of the tractor by means of the coupling formed by the pairs of lips 37 and 38, and the respective working members 24 can rotate via the intermediate shaft 33 and the drive described above. two adjacent working members moving in opposite directions as shown by arrows in Figure 1. During the propulsion of the 3 7 ΰ 3 0 4

Jf- VJf- V

6 machine in een richting volgens pijl A in figuur 1, bewerken de respectieve bewerkingsorganen 24 elkaar overlappende stroken grond. Met behulp van de aan de achterzijde aangebrachte rol 36· kan de werkdiepte van de -respectieve bewer-5 kingsorganen worden ingesteld. Bij de in het voorgaande beschreven machine kan het ter versteviging van het kokervormige gesteldeel 10 aanwezige plaatvormig profiel 19 tevens voorkomen, dat door een beschadiging van de tandwielen in het gesteldeel gekomen afgebroken delen zich zodanig door het 10 gesteldeel verplaatsen, dat verdere beschadigingen van de door de tandwielen 28 en 30 gevormde overbrenging optreden.6 machine in a direction according to arrow A in figure 1, the respective working members 24 work overlapping strips of soil. The working depth of the respective working members can be adjusted with the aid of the roller 36 · mounted at the rear. In the machine described above, the plate-shaped profile 19 present for reinforcing the tubular frame part 10 can also prevent broken parts that have entered the frame part due to damage to the gears, such that further damage to the frame parts the gears 28 and 30 formed transmission occur.

87016048701604

Claims (2)

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een aantal zich in een dwars op de voortbewegingsrichting uitstrekkende rij aangebrachte bewerkingsorganen, die om een zich althans nagenoeg in verticale richting uitstrekkende as via een 5 gemeenschappelijke tandwielaandrij ving aandrijfbaar zijn, welke tandwielaandrijving zich bevindt in een gesteldeel waarin de assen van de bewerkingsorganen door middel van legerhuizen zijn ondersteund, welke legerbuizen met flenzen aan de onderzijde van het gesteldeel zijn bevestigd en welke 10 assen zich vanaf de onderzijde van het gesteldeel tot de tandwieloverbrenging zonder verdere ondersteuning vrij naar boven uitstrekken, met het kenmerk, dat de onderzijde van het gesteldeel door een op deze onderzijde aangebrachte, zich over de gehele lengte van het gesteldeel uitstrekkende plaat 15 is verstijfd, welke plaat te zamen met de onderzijde van het gesteldeel de ondersteuning vormt voor de bevestigingsflenzen van· de legerhuizen, die door de onderzijde van het gesteldeel en de verstijvingsplaat steken.1. Soil cultivation machine provided with a number of working members arranged in a row extending transversely to the direction of forward movement, which are drivable about an axis extending substantially in vertical direction via a common gear drive, the gear drive being located in a frame part in which the shafts of the working members are supported by means of bearing housings, which bearing tubes are flanged to the underside of the frame part and which 10 shafts extend freely upwards from the bottom of the frame part to the gear transmission, characterized in that the bottom side of the frame part is stiffened by a plate 15 extending over the entire length of the frame part, which plate, together with the underside of the frame part, forms the support for the mounting flanges of the bearing housings, which pass through the underside of h Insert the frame part and the stiffening plate. 2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met 20 het kenmerk, dat de verstijvingsplaat aan zijn langszijden schuin naar boven in de richting van de langswanden van het gesteldeel zijn afgebogen. 5 7 9 18-042. Soil cultivation machine according to claim 1, characterized in that the stiffening plate on its longitudinal sides are inclined upwards in the direction of the longitudinal walls of the frame part. 5 7 9 18-04
NL8701604A 1976-11-29 1987-07-08 Rotary cultivator drive mechanism - has torsion shaft extending between selector gearbox and step-up gear train for disc drive (NL 31.5.78) NL8701604A (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8701604A NL8701604A (en) 1976-11-29 1987-07-08 Rotary cultivator drive mechanism - has torsion shaft extending between selector gearbox and step-up gear train for disc drive (NL 31.5.78)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7613261A NL7613261A (en) 1976-11-29 1976-11-29 SOIL WORKING MACHINE.
NL7613261 1976-11-29
NL8701604 1987-07-08
NL8701604A NL8701604A (en) 1976-11-29 1987-07-08 Rotary cultivator drive mechanism - has torsion shaft extending between selector gearbox and step-up gear train for disc drive (NL 31.5.78)

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8701604A true NL8701604A (en) 1987-11-02

Family

ID=26645264

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8701604A NL8701604A (en) 1976-11-29 1987-07-08 Rotary cultivator drive mechanism - has torsion shaft extending between selector gearbox and step-up gear train for disc drive (NL 31.5.78)

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8701604A (en)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0495552A1 (en) * 1991-01-16 1992-07-22 C. van der Lely N.V. A soil cultivating machine
EP0497396A1 (en) * 1991-01-16 1992-08-05 C. van der Lely N.V. A soil cultivating machine

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0495552A1 (en) * 1991-01-16 1992-07-22 C. van der Lely N.V. A soil cultivating machine
EP0497396A1 (en) * 1991-01-16 1992-08-05 C. van der Lely N.V. A soil cultivating machine

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8100519A (en) SOIL TILLER.
NL8004449A (en) Vertical axis rotary harrow - has side-by-side tine-bearing members with guards around shafts
NL8100992A (en) SOIL TILLER.
US2617343A (en) Reversible rotary implement
NL8701604A (en) Rotary cultivator drive mechanism - has torsion shaft extending between selector gearbox and step-up gear train for disc drive (NL 31.5.78)
NL8301254A (en) SOIL TILLER.
NL8202359A (en) SOIL TILLER.
NL8004888A (en) SOIL TILLER.
NL8400269A (en) ROLL CONSTRUCTION FOR A TILLAGE MACHINE.
NL7906694A (en) Method for plowing a strip of soil.
NL193084C (en) Soil cultivation machine.
NL8201055A (en) SOIL TILLER.
EP0262734A1 (en) Soil cultivating machines
US4136741A (en) Soil cultivating implement
NL8801489A (en) SOIL TILLER.
NL8101312A (en) SOIL TILLER.
NL8402020A (en) SOIL TILLER, ESPECIALLY SUITABLE FOR THE PREPARATION OF A SEEDBED.
NL8602972A (en) SOIL TILLER.
EP0264987A1 (en) Soil cultivating machines
NL8202358A (en) SOIL TILLER.
NL8403369A (en) SOIL TILLER.
NL9101330A (en) SOIL TILLER.
NL8401669A (en) Soil cultivator for vineyards - has row of tined, rotating implements on frame with shields at each end (NL250676)
NL8303528A (en) SOIL TILLER.
NL8203584A (en) SOIL TILLER.

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable