NL8700470A

NL8700470A - Werkwijze voor het aanbrengen van een beplanting of dergelijke en een houder voor het uitvoeren van die werkwijze.

Info

Publication number: NL8700470A
Application number: NL8700470A
Authority: NL
Original assignee: Arie Den Dekker
Priority date: 1987-02-25
Filing date: 1987-02-25
Publication date: 1988-09-16

Description

• · - < NO 34253 .S'"

Werkwijze voor het aanbrengen van een beplanting of dergelijke en een houder voor het uitvoeren van die werkwijze.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor 5 het aanbrengen van een beplanting of dergelijke op een plaats, om met de omgeving te vergroeien, omvattende het doen opkweken van die beplanting in een houder op een andere plaats en het na het voldoende volgroeid zijn verplaatsen van die verplanting naar die ene plaats.

Een dergelijke werkwijze is in de stand der techniek algemeen be-10 kend en omvat het opkweken van planten in een pot op een andere plaats, het transporteren van de plant, eventueel met pot naar de ene plaats en het uit de pot nemen van de plant en op de ene plaats aanbrengen. Deze werkwijze heeft als nadeel dat de beplanting uit de houder genomen moet worden om vergroeien met de omgeving te waarborgen. Het is het doel van 15 de onderhavige uitvinding dit nadeel bij een hierboven beschreven werkwijze te vermijden.

Dit doel Wordt verwezenlijkt doordat hét aanbrengen van die beplanting met de houder plaatsvindt.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een houder voor het uit-20 voeren van deze werkwijze, welke omvat een uit gaasmateriaal bestaande bak.

Door het gebruik van gaasmateriaal voor de houder is het mogelijk de opgekweekte beplanting met houder en al te verplaatsen en met de houder in een nieuwe omgeving aan te brengen, waarbij de beplanting een ge-25 heel met die omgeving wordt, omdat de groei van de beplanting niet of nauwelijks belemmerd wordt door de aanwezigheid van het gaas. Anderzijds is eenvoudig transport van de beplanting mogelijk zonder het gevaar van het uiteenvallen van de wortelstructuur, of beschadiging van de wortels, of het wegvallen van de aardkluit.

30 Volgens een van voordeel zijnde uitvoering omvat de bak een deksel van gaasmateriaal. Dit deksel kan al dan niet losneembaar met de bak verbonden zijn. Bij het aanbrengen van vrij grote planten in het kweek-stadium is het van voordeel indien het deksel losneembaar is, maar bij gebruik van kleinere planten en aarde die zich in een lossere toestand 35 bevindt kan het gebruik van een vast deksel overwogen worden. In beide gevallen blijft het deksel bij het op de definitieve plaats aanbrengen gehandhaafd.

Indien de beplanting een klimmende beplanting omvat, kan de bak aan tenminste een zijde van steunmiddelen voor die beplanting voorzien zijn.

8700470 •ff -2-

Deze steunmiddelen kunnen een deel uit gaasmateriaal omvatten. Thans is het mogelijk een aantal min of meer volgroeide houders, voorzien van steunmiddelen waarop steeds een beplanting verschijnt, tot een wand te groeperen. Hiermee kunnen begroeide wanden en/of begroeide wandbekledin-5 gen verkregen worden, zoals bijvoorbeeld geluidswanden. De steunmiddelen kunnen reeds vanaf het begin of pas bij het definitief ter plaatse aanbrengen in allerlei vormen gebogen worden, welke de beplanting gemakkelijk kan volgen. Dit heeft als voordeel dat dadelijk een "volwassen" aanzien voor de begroeiing ontstaat. Het gebruik van deze steunmiddelen 10 is van voordeel bij klimplanten, slingerplanten en leiplanten. Ook is het met deze werkwijze mogelijk de planten op te kweken in kassen waardoor een niet seizoensgebonden mogelijkheid voor het voorzien in beplantingen ontstaat.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van een uitvoeringsvoor-15 beeld verwijzend naar de tekening nader uiteengezet worden.

In de tekening toont:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een houder met losgenomen deksel, fig. 2 een perspectivisch aanzicht van dezelfde houder met perma-20 nent daarop aangebracht deksel; fig. 3 in perspectivisch aanzicht een houder voorzien van steunmiddelen met daarin aangebrachte begroeiing en fig. 4 in dwarsdoorsnede het gebruik van twee in fig. 3 afgebeelde houders· 25 In fig· 1 is de onderkant van een bak met 1 aangegeven en het dek sel met 2. Het blijkt dat deze bak bestaat uit gaasachtig materiaal. Dit materiaal kan alle in de stand der techniek bekende materialen omvatten. Uit fig. 2 blijkt dat de bak 3 eveneens met een vast aangebrachte deksel, bij gevolg als gesloten houder, uitgevoerd kan worden. Met behulp 30 van de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding wordt hetzij bak 1, hetzij bak 2 in bijvoorbeeld een kas of in ieder geval op een plaats anders dan de definitieve bestemmingsplaats gevuld met aarde en zaad of gedeeltelijk opgekweekte begroeiing. Wanneer deze begroeiing een meer volwassen stadium bereikt heeft in de houders wordt deze met houder en 35 al op de definitieve plaats aangebracht. In fig. 3 is een open bak 4 af-gebeeld, welke voorzien is van steunmiddelen 5. Deze steunmiddelen 5 dienen voor het ondersteunen van de uit de houder 4 opkomende begroeiing 6.

In fig. 4 is het samenvoegen van twee van dergelijke bakken 4 op de 40 plaats van bestemming afgebeeld. Het blijkt dat de bakken 4 in de bodem 870(54 7 3 ' a v -3- * 7 ingegraven worden· De steunmiddelen 5 kunnen, zoals aan de linkerzijde van fig* 4 afgebeeld is, op eenvoudige wijze gebogen worden. Omdat de begroeiing 6 reeds aanzienlijk is, ontstaat uiterlijk het aanzicht van een groene wand.

5 Het is duidelijk, dat door combinatie van de verschillende, hierbo ven genoemde houder-vormende elementen talrijke mogelijkheden ontstaan om de basisgedachte van de uitvinding op van voordeel zijnde wijze uit te voeren. Tevens moet begrepen worden, dat de uitvinding niet beperkt is tot het gebruik van houders met de vorm zoals afgebeeld in de ver-10 schillende figuren. Talrijke andere vormen van houders zijn voorstelbaar in combinatie met verschillend uitgevoerde steunmiddelen. Eveneens is het mogelijk om een breed bereik van geluidswanden, erfafscheidingen, schuttingbedekkingen enzovoorts te vormen. De steunmiddelen en houders kunnen zodanig uitgevoerd zijn, dat deze na verloop van tijd door bijvoorbeeld corrosie vanzelf verdwijnen of deze kunnen een permanent karakter hebben.

ft Λ / Γ *** Λ } / 0 v *. / v

Claims

1. Werkwijze voor het aanbrengen van een beplanting of dergelijke op een plaats, om met de omgeving te vergroeien, omvattende het doen opkweken van die beplanting in een houder op een andere plaats en het na het voldoende volgroeid zijn verplaatsen van die beplanting naar die ene 5 plaats, met het kenmerk, dat het aanbrengen van die beplanting met de houder plaatsvindt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aanbren— gen van de beplanting het stapelen van houders omvat. 10

3. Houder voor gebruik bij de werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze een uit gaasmateriaal bestaande bak omvat. *

4. Houder volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de bak een dek sel van gaasmateriaal omvat.

5. Houder volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de bak aan tenminste een zijde van steunmiddelen voor de beplanting voorzien is. 20

6. Houder volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de steunmiddelen een deel uit gaasmateriaal omvatten.

7. Wand opgebouwd uit houders volgens een van de conclusies 3-6. C 7 λ ? «s n v * l) ij ^ ƒ y