NL8700238A - Inrichting voor het met kneusbare landbouwprodukten, zoals aardappelen, uien en dergelijke, vullen van een ruimte. - Google Patents

Inrichting voor het met kneusbare landbouwprodukten, zoals aardappelen, uien en dergelijke, vullen van een ruimte. Download PDF

Info

Publication number
NL8700238A
NL8700238A NL8700238A NL8700238A NL8700238A NL 8700238 A NL8700238 A NL 8700238A NL 8700238 A NL8700238 A NL 8700238A NL 8700238 A NL8700238 A NL 8700238A NL 8700238 A NL8700238 A NL 8700238A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
conveyor
sensor
control
agricultural products
filling
Prior art date
Application number
NL8700238A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Miedema Landbouwwerktuigen
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Miedema Landbouwwerktuigen filed Critical Miedema Landbouwwerktuigen
Priority to NL8700238A priority Critical patent/NL8700238A/nl
Publication of NL8700238A publication Critical patent/NL8700238A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G69/00Auxiliary measures taken, or devices used, in connection with loading or unloading
    • B65G69/16Preventing pulverisation, deformation, breakage, or other mechanical damage to the goods or materials
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D33/00Accessories for digging harvesters
    • A01D33/10Crop collecting devices, with or without weighing apparatus
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D33/00Accessories for digging harvesters
    • A01D2033/005Yield crop determination mechanisms for root-crop harvesters

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Packaging Of Special Articles (AREA)

Description

* * NL 34.052-Me/hp %
Inrichting voor het met kneusbare landbouwprodukten, zoals aardappelen, uien en dergelijke, vullen van een ruimte.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het met kneusbare landbouwprodukten, zoals aardappelen, uien en dergelijke, vullen van een ruimte, voorzien van een door een gestel ondersteunde transporteur, waarvan het af-5 voereinde met behulp van aandrijfbare verstelorganen in horizontale en verticale richting verplaatsbaar is.
Bij het vullen van een ruimte met kneusbare landbouwprodukten, zoals aardappelen, uien en dergelijke, is het van groot belang te waarborgen dat de landbouwprodukten zeer 10 voorzichtig door de transporteur in de ruimte worden gedeponeerd. De valhoogte van de landbouwprodukten dient te allen tijde beperkt te worden gehouden, daar deze anders door de i val zullen worden beschadigd.
Voorts dient bij het vullen van een ruimte, zoals 15 een met lucht gekoelde opslagbox, tevens te worden gewaarborgd dat de hoogte van de uiteindelijke hoop door de inrichting gedeponeerde landbouwprodukten over het gehele bovenoppervlak van de hoop constant is. Indien kuilen in het bovenoppervlak van de hoop aanwezig zijn, zal de koellucht, 20 die van onderen af door de hoop landbouwprodukten wordt geleid, niet gelijkmatig door de hoop naar boven stromen doch naar de kuilen toe trekken, waardoor een gedeelte van de landbouwprodukten onvoldoende wordt gekoeld en zodoende tijdens de opslag verrot.
25 Teneinde aan het bovenstaande te voldoen, wordt bij het vullen een bepaald strooipatroon in de ruimte aangehouden, waarbij de landbouwprodukten laag voor laag worden aangebracht. Bij een bekende uitvoering van de inrichting van de in de aanhef genoemde soort dient hiertoe een bedienende per-30 soon aan de hand van zijn eigen waarnemingen de verschillende bewegingen en verstellingen van de transporteur te sturen.
Dit heeft als bezwaar, dat deze persoon voortdurend bij de inrichting aanwezig dient te zijn en attent dient te reageren. Doordat de landbouwprodukten in de meeste gevallen 35 met grote volumes per tijdseenheid worden aangevoerd, is de bedienende persoon vaak niet in staat de besturingshandelin-gen tijdig en adequaat uit te voeren. Een verder bezwaar is dat de bedienende persoon de valhoogte van de landbouwproduk- 8 7 C Γ Γ 3 β i -2- ten op vrij grote afstand moet waarnemen. Het gevolg hiervan is, dat nagenoeg nooit een optimaal vullen van de ruimte zal plaatsvinden, waardoor een gedeelte van de landbouwprodukten zal worden beschadigd.
De onderhavige uitvinding beoogt een inrichting 5 voor het met kneusbare landbouwprodukten, zoals aardappelen, uien en dergelijke, vullen van een ruimte te verschaffen, waarbij de bovengenoemde bezwaren op doeltreffende wijze zijn opgeheven en waarmede steeds een optimaal vullen van de ruimte kan worden bewerkstelligd.
10 Hiertoe wordt de inrichting volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de inrichting is uitgevoerd met besturingsmiddelen voor het automatisch besturen van de verplaatsingsbewegingen van het afvoereinde van de transporteur.
15 Hierbij is het gunstig, indien nabij het afvoer einde van de transporteur een sensor is aangebracht voor het ter plaatse meten van de valhoogte van de aan het afvoereinde van de transporteur afgegeven landbouwprodukten.
Dit heeft als voordeel, dat de valhoogte van de 20 landbouwprodukten tijdens het vullen voortdurend ter plaatse kan worden waargenomen, terwijl aan de hand daarvan de bewegingen van de transporteur automatisch kunnen worden bestuurd.
Met voordeel kan de genoemde sensor uit een ultrasone sensor bestaat.
25 Een dergelijke sensor is ongevoelig voor stof, vuil en vocht, zodat bijvoorbeeld met de landbouwprodukten mee getransporteerde grond de waarneming van de sensor niet kan verstoren.
In een gunstige uitvoering van de inrichting vol-30 gens de uitvinding zijn middelen aangebracht die de bewegingen van de transporteur zodanig besturen, dat tijdens het vullen van de ruimte de transporteur aan de vrije zijden van de door de inrichting gedeponeerde hoop produkten van beneden af de natuurlijke taludlijn van de produkten volgt.
35 Hierdoor wordt voorkomen dat landbouwprodukten aan de naar de vrije zijden van de gedeponeerde hoop naar beneden rollen en zodoende alsnog zouden kunnen worden beschadigd.
Bij voorkeur sturen besturingsmiddelen de bewegin-40 gen van de transporteur in afhankelijkheid van de ingestelde maximum vulhoogte van de landbouwprodukten in de ruimte.
07 CC£5 δ -3-
Volgens de uitvinding wordt een inrichting voor het met kneusbare landbouwprodukten, zoals aardappelen, uien en dergelijke, vullen van een ruimte verschaft, waarmede te allen tijde een voor de produkten onschadelijke valhoogte kan 5 worden gehandhaafd, terwijl een zeer gelijkmatige vulling van de ruimte kan worden bereikt. Hierdoor wordt het percentage van door het vullen beschadigde produkten tot een minimum teruggebracht.
De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de 10 hand van de tekening, die een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het met kneusbare landbouwprodukten, zoals aardappelen, uien en dergelijke, vullen van een ruimte volgens de uitvinding weergeeft.
Fig. 1 is een zijaanzicht van een inrichting voor 15 het met kneusbare landbouwprodukten, in het bijzonder aardappelen, vullen van een ruimte volgens de uitvinding.
Fig. 2 is een bovenaanzicht van de inrichting volgens fig. 1.
Fig. 3 is een op grotere schaal weergegeven zijaan-20 zicht van een gedeelte van de inrichting volgens fig. 1, waarin een nabij het afvoereinde van de transporteur aangebrachte sensor is geïllustreerd.
Fig. 4 is een schema van de besturingsmiddelen voor het sturen van de bewegingen van de inrichting volgens fig. 1. 25 Fig. 5 is een op kleinere schaal weergegeven boven aanzicht van de inrichting volgens fig. 1 in bedrijf in een ruimte.
Fig. 6 is een langsdoorsnede van een eindgedeelte van een ruimte, waarin zich door de inrichting gedeponeerde 30 landbouwprodukten bevinden.
In de tekening is een inrichting 1 weergegeven, die in het bijzonder is bedoeld voor het met aardappelen vullen van een opslagbox. Deze inrichting 1 is voorzien van een gestel 2, dat een transporteur 3 ondersteunt. Het gestel 2 is 35 uitgevoerd met een zwenkwiel 4, alsmede met wielen 5, waarvan ten minste een wiel aandrijfbaar is bijvoorbeeld met behulp van een hydromotor 27 (fig. 4). De wielen 5 kunnen in twee standen worden gesteld: een eerste stand (in fig. 2 met streeplijnen weergegeven), waarin de inrichting 1 in de 40 richting van zijn langsas kan worden verreden, en een tweede stand (in fig. 2 met doorgetrokken lijnen aangeduid), waarin δη b, r, * r.
f l.' . t\ -4- de inrichting 1 om een verticale as 6 in een horizontaal vlak kan worden verzwenkt.
De transporteur 1 is voorts om een horizontale as 7 verzwenkbaar met het gestel 2 verbonden. Twee, elk aan een 5 zijde van de transporteur 3 aangebrachte, hydraulische of pneumatisch bedienbare cilinder-plunjersamenstellen 8 dienen voor het om de horizontale as 7 verzwenken van de transporteur 3.
De transporteur 3 is uitgevoerd met een hoofdframe 10 9 en een in de langsrichting van de transporteur 3 verschuifbaar in het hoofdframe 9 geleid subframe 10. Door het met behulp van een aandrijfbaar instelwiel 23 ten opzichte van het hoofdframe 9 verschuiven van het subframe 10 kan de transporteur 3 in en uit worden geschoven. De transporteur 3 15 is voorzien van een trogvormige, met meeneemorganen uitgevoerde transportband 11, welke over een aandrijfrol 12 en om-keerrollen 13, 14 en 15 is geleid. Hierbij zijn de rollen 12 en 15 draaibaar in het hoofdframe 9 gelagerd, terwijl de rollen 13 en 14 draaibaar door het subframe 10 zijn ondersteund. 20 Tussen de omkeerrollen 14 en 15 vormt de transportband 11 een lus, die dient voor het compenseren van de bij het in- en uitschuiven ontstane lengteverandering van de transportband 11 tussen de rollen 12 en 13 .
Nabij het aanvoereinde van de transporteur 3 is een 25 trechtervormige opvangbak 16 aangebracht, die met zijn open onderzijde op de transportband 11 aansluit en waarin via verdere niet weergegeven transportorganen toegevoerde aardappelen kunnen worden gedeponeerd.
De in het voorgaande beschreven transporteur 3 kan 30 aldus met behulp van aandrijfbare verstelorganen horizontaal en verticaal verzwenken, almede in- en uitschuiven, teneinde het afvoereinde van de transporteur 3 horizontaal en verticaal te kunnen verplaatsen.
Volgens de uitvinding is de inrichting uitgevoerd 35 met besturingsmiddelen waarmede de genoemde bewegingen van de transporteur 3 tijdens het vullen van een opslagbox automatisch kunnen worden bestuurd. Hiervoor wordt in het bijzonder naar fig. 4 van de tekening verwezen.
Tot de besturingsmiddelen behoort een op zichzelf 40 reeds bekend begrenzingssysteem voor het begrenzen van de ho- 870 C 23 8 -5- .
rizontale verzwenking van de transporteur 3r bestaande uit een aan het hoofdframe 10 van de transporteur bevestigde in-frarood-zender-ontvanger 17, een loodrecht op de infrarode straal hiervan opgestelde, nabij het afvoereinde van de 5 transporteur aangebracht reflectieorgaan 18 en een hiermede verbonden zijwaartse aanslag 19. Indien deze aanslag 19 met een zijwand van de opslagbox in aanraking komt en binnenwaarts wordt bewogen, zal het reflectieorgaan 16 worden verdraaid, waardoor de infrarood-zender-ontvanger 17 geen infra-10 rode straal meer terugontvangt, en een signaal wordt afgegeven. Ook is het mogelijk dat ter activering van het begren-zingssySteem bij de maximum verzwenkhoek een paal wordt geplaatst, die de infrarode straal kan onderbreken.
De besturingsmiddelen omvatten verder een nabij het 15 afvoereinde van de transporteur 3 aangebrachte ultrasone sensor 20 (zie in het bijzonder fig. 3). Deze ultrasone sensor 20 tast de door de inrichting 1 in de opslagbox gedeponeerde aardappelen af, teneinde de afstand hiervan tot het afvoereinde van de transportband 11 te meten. Hiermede is de 20 valhoogte van door de transportband afgegeven aardappelen te bepalen.
De besturingsmiddelen omvatten voorts een met één van de cilinder-plunjersamenstellen 8 samenwerkend aftast-element 21 voor het bepalen van de elevatiehoek van de 25 transporteur 3. Dit aftastelement bestaat uit een met de cilinder verbonden inductieve opnemer, die, op regelmatige afstanden over de lengte van de plunjer verdeeld aangebrachte, indicatie-elementen kan aftasten. De opnemer is aangesloten op een telorgaan 22 voor het tellen van de door de opnemer 30 afgegeven pulsen.
Een verder onderdeel van de besturingsmiddelen wordt gevormd door een met het instelwiel 23 voor het in- en uitschuiven van de transporteur 3 samenwerkend aftastelement 24. Dit bestaat uit een inductieve opnemer, die een op het 35 instelwiel aangebracht indicatie-element kan detecteren, en aldus het aantal omwentelingen van het instelwiel 23, corresponderend met een bepaalde in- of uitschuiving van de transporteur, kan waarnemen. De opnemer van het aftastelement 24 is aangesloten op een telorgaan 25 voor het tellen van de 40 door de inductieve opnemer afgegeven pulsen.
87C0::P
i v: -6-
De sensor 20 en de telorganen 22 en 25 van de af-tastelementen 1 en 24 zijn verbonden met ingangen van een programmeerbaar besturingssysteem 26 of een microprocessor.
De uitgangen van het besturingssysteem 26 zijn aangesloten op de aandrijvingen voor de verschillende verstelorganen, name-5 lijk op de hydromotor 27 voor de wielen 5, een pomp 28 voor de cilinder-plunjersamenstellen 8 en een electromotor 29 voor het instelwiel 23. De door de sensor 20 en de telorganen 22 en 25 aan het besturingssysteem 26 toegevoerde signalen worden hierin omgezet in besturingscommando's voor de aandrij-10 vingen, die de transporteur via de bijbehorende verstelorga-nen kunnen doen bewegen.
De werking van de inrichting 1 voor het vullen van een opslagbox 30 is in de fig. 5 en 6 geïllustreerd en is als volgt.
15 Allereerst wordt de inrichting 1 nabij een eindwand van de opslagbox 30 geplaatst, zodanig dat de transporteur 3 in geheel uitgeschoven toestand deze eindwand kan bereiken.
De transporteur 3 wordt in de laagste, geheel uitgeschoven stand met het vrije uiteinde hiervan nabij een van de zijwan-20 den van de opslagbox 31 gestart. De aangevoerde aardappelen zullen hierbij aan het afvoereinde van de transportband 11 over een geringe afstand naar beneden vallen en op de bodem van de opslagbox terechtkomen. De sensor 20 nabij het uiteinde van de transporteur 3 zal waarnemen dat na een bepaalde 25 tijd zoveel aardappelen op de bodem van de opslagbox zijn gedeponeerd, dat een bepaalde minimum afstand tussen de aard-appelstapel en het afvoereinde van de transportband 11 wordt bereikt. De sensor 20 geeft daarop een signaal aan het besturingssysteem 26, dat de hydromotor 27 van het wiel 5 in 30 werking stelt, totdat de transporteur 3 zover is verzwenkt dat de sensor 20 geen aardappelen meer binnen een bepaald verticaal bereik waarneemt. Dit herhaalt zich een aantal malen todat de aanslag 19 met de zijwand van de opslagbox 30 in aanraking komt, waarna de horizontale verzwenking wordt 35 gestopt. Vervolgens wordt de transporteur 3 automatisch over een voorafbepaalde afstand - corresponderend met bijvoorbeeld een of twee omwentelingen van het instelwiel 23 - ingeschoven en wordt de bovenbeschreven horizontale verzwenkbeweging in tegenovergestelde richting voortgezet. Op deze wijze ontstaat 40 het in fig. 5 met een streeplijn 31 aangeduide zigzagvormige strooipatroon.
8700233 -7-
Zodra de transporteur 3 in de geheel ingeschoven toestand met een van de zijwanden van de opslagbox 31 in aanraking komt, is een, voor de beginpositie van de inrichting 1, maximaal oppervlak van de bodem met een laag aardappelen 5 bedekt en dient een volgende laag te worden aangebracht. Hiertoe wordt de transporteur 3 over een voorafbepaalde hoek - corresponderend met bijvoorbeeld de afstand tussen twee naburige indicatie-elementen op de plunjer van het cilinder-plunjersamenstel 8 - verticaal omhoog verzwenkt. Indien de 10 inrichting 1, zoals in fig. 5 is weergegeven, nabij een van de zijwanden van de opslagbox 30 is opgesteld en de transporteur 3 zich evenwijdig aan deze zijwand uitstrekt, kan de transporteur 3 direct geheel worden uitgeschoven naar de eindwand van de opslagbox 30, waarna op dezelfde wijze als 15 hiervoor is beschreven een nieuwe laag aardappelen kan worden . aangebracht. Indien evenwel de transporteur 3 schuin naar een zijwand is gericht, zoals in de stand volgens fig. 5, kan niet direct een uitschuiven van de transporteur 3 plaatsvinden. In plaats daarvan stelt het besturingssysteem 26 de aan-20 drijving voor de horizontale zwenkbeweging korte tijd in werking, zodat de transporteur 3 binnenwaarts van de zijwand af wordt bewogen. Vervolgens wordt transporteur 3 uitgeschoven. Wanneer de transporteur niet voldoende binnenwaarts is verplaatst en bij het uitschuiven wederom met de zijwand van de 25 opslagbox in aanraking komt, wordt de transporteur nogmaals binnenwaarts verzwenkt.
Bij het aanbrengen van de volgende lagen aardappelen zal de transporteur 3 niet meer geheel worden ingeschoven. Het besturingssysteem is namelijk zodanig geprogram-30 meerd, dat aan de naar de inrichting 1 toegekeerde zijde van de stapel aardappelen een taludlijn met een hoek van ongeveer 45° wordt gevolgd (zie fig. 6). Deze hoek is de zogenaamde natuurlijke taludhoek van een berg aardappelen. Een grotere hoek is niet mogelijk daar de aardappelen dan vanzelf naar 35 beneden rollen. Bij het toenemen van de hoogte van de aard-appelstapel in de opslagbox wordt de transporteur derhalve telkens maximaal minder ver ingeschoven bij het aanbrengen van een volgende laag.
Voorts wordt nog opgemerkt, dat met een schuine 40 stand van de transporteur 3 bij het inschuiven hiervan tevens 87C(ii;:8 -8- een verplaatsing in de hoogterichting van het vrije uiteinde van de transportband 11 optreedt.Teneinde te voorkomen, dat de bovenzijde van de lagen gedeponeerde aardappelen schuin aflopen, is het besturingssysteem 26 zodanig geprogrammeerd 5 dat in afhankelijkheid van de elevatiehoek van de transporteur 31 na een bepaalde inschuiflengte een verticale correc-tieverzwenking plaatsvindt ter compensatie van het door het inschuiven ontstane hoogteverschil.
Indien de gedeponeerde aardappelhoop in de opslag-10 box 31 de vooraf ingestelde hoogte heeft bereikt en de transporteur de laatste horizontale zwenkslag heeft voltooid, geeft een in de inrichting aangebracht alarm een akoestisch signaal ten teken dat de programmacyclus is afgewerkt.
De inrichting dient dan te worden gestopt en over 15 een afstand achterwaarts te worden verreden. In deze nieuwe positie wordt het vullen van de opslagbox weer voortgezet met de transporteur 3 in de laagste stand. De transporteur schuift hiertoe zover uit, dat de sensor 20 het begin van de reeds gedeponeerde stapel aardappelen detecteert, waarna met 20 het aanbrengen van de eerste laag wordt aangevangen. Bij elke volgende laag zal de transporteur aan het begin steeds verder uitschuiven, daar ook thans de natuurlijke taludlijn van de reeds aanwezige stapel aardappelen wordt gevolgd.
Op de bovenbeschreven wijze kan de gehele opslagbox 25 worden gevuld.
Volgens de uitvinding is een inrichting voor het met kneusbare landbouwprodukten, in het bijzonder aardappelen, vullen van een opslagbox verschaft, met behulp waarvan het vullen nagenoeg volledig automatisch kan plaatsvinden, 30 terwijl voortdurend een nauwkeurig bepaalde valhoogte van de landbouwprodukten kan worden aangehouden. Tevens kan een hoop worden verkregen met een gelijkmatige hoogte.
De uitvinding is niet beperkt tot het in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, dat op verschillende 35 wijzen binnen het kader van de uitvinding kan worden gevarieerd.
870 0 23 8

Claims (14)

1. Inrichting voor het met kneusbare landbouwpro-dukten, zoals aardappelen, uien en dergelijke, vullen van een ruimte, voorzien van een door een gestel ondersteunde transporteur, waarvan het afvoereinde met behulp van aandrijfbare 5 verstelorganen in horizontale en verticale richting verplaatsbaar is, met het kenmerk, dat de inrichting is uitgevoerd met besturingsmiddelen voor het automatisch besturen van de verplaatsingsbewegingen van het afvoereinde van de transporteur.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat nabij het afvoereinde van de transporteur een sensor is aangebracht voor het ter plaatse meten van de valhoogte van de aan het afvoereinde van de transporteur afgegeven landbouwprodukten.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de genoemde sensor uit een ultrasone sensor bestaat.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, m e t het kenmerk, dat de sensor uitgangssignalen afgeeft 20 in afhankelijkheid waarvan de besturingsmiddelen de horizontale beweging van de transporteur besturen.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de transporteur verticaal verzwenkbaar is, met het kenmerk, dat het verstelorgaan voor de 25 verticale verzwenking samenwerkt met een aftastelement voor het bepalen van de elevatiehoek van de transporteur.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij het verstelorgaan voor de verticale verzwenking van de transporteur bestaat uit ten minste êén pneumatisch of hydraulisch bedien- 30 baar cilinder-plunjersamenstel, met het kenmerk, dat de plunjer op regelmatige afstanden over de lengte hiervan is voorzien van indicatie-elementen, die door een met de cilinder verbonden opnemer aftastbaar zijn, terwijl de opnemer is aangesloten op een telorgaan van de besturingsmiddelen 35 voor het tellen van de door de opnemer afgegeven pulsen.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de transporteur in- en uitschuifbaar is, met het kenmerk, dat het verstelorgaan voor het 87C· ' ' : -10- in- en uitschuiven van de transporteur samenwerkt met een aftastelement voor het bepalen van de uitschuiflengte van de transporteur.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het 5kenmerk, dat op het als instelwiel uitgevoerde ver- stelorgaan ten minste één indicatie-element is aangebracht, dat door een stationaire opnemer aftastbaar is, terwijl deze stationaire opnemer is aangesloten op een telorgaan van de besturingsmiddelen voor het tellen van de door de opnemer 10 afgegeven pulsen.
9. Inrichting volgens conclusie 2, 6 en 8, met het kenmerk, dat de sensor en de telorganen zijn aangesloten op een programmeerbaar besturingssysteem of een microprocessor, dat of die de aandrijving van de verschillen- 15 de verstelorganen kan besturen.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de transporteur horizontaal en verticaal ver-zwenkbaar, alsmede in- en uitschuifbaar is uitgevoerd, met het kenmerk, dat middelen zijn aange- 20 bracht voor het automatisch over een voorafbepaalde afstand inschuiven van de transporteur tussen heen en weer gaande horizontale zwenkslagen.
11. Inrichting volgens een der conclusie 10, met het kenmerk, dat middelen zijn aangebracht 25 voor het automatisch enigszins horizontaal binnenwaarts ver-zwenken en uitschuiven van de transporteur aan het einde van een horizontale slag bij maximaal ingeschoven transporteur, waarbij het uitschuiven van de transporteur stopt wanneer de sensor nabij het uiteinde van de transporteur op een vooraf- 30 bepaalde verticale afstand opgestapelde landbouwprodukten detecteert.
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat middelen zijn aangebracht die de bewegingen van de transporteur zodanig bestu- 35 ren, dat tijdens het vullen van de ruimte de transporteur aan de vrije zijden van de door de inrichting gedeponeerde hoop produkten van benden af de natuurlijke taludlijn van de pro-dukten volgt.
13. Inrichting volgens een der voorgaande conclu- 40 sies, met het kenmerk, dat de besturingsmidde- 8"f β Λ ‘'i X Q ί Μ y ^ -11- len de bewegingen van de transporteur sturen in afhankelijkheid van de ingestelde maximum vulhoogte van de landbouwpro-dukten in de ruimte.
14. Inrichting volgens een der voorgaande conclu-5 siesr met het kenmerk, dat een akoestisch alarm is aangebracht, dat een signaal geeft wanneer een programma-cyclus geheel is afgewerkt. O *7 fi f. v v & Q i w V - i. -
NL8700238A 1987-01-30 1987-01-30 Inrichting voor het met kneusbare landbouwprodukten, zoals aardappelen, uien en dergelijke, vullen van een ruimte. NL8700238A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8700238A NL8700238A (nl) 1987-01-30 1987-01-30 Inrichting voor het met kneusbare landbouwprodukten, zoals aardappelen, uien en dergelijke, vullen van een ruimte.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8700238A NL8700238A (nl) 1987-01-30 1987-01-30 Inrichting voor het met kneusbare landbouwprodukten, zoals aardappelen, uien en dergelijke, vullen van een ruimte.
NL8700238 1987-01-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8700238A true NL8700238A (nl) 1988-08-16

Family

ID=19849498

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8700238A NL8700238A (nl) 1987-01-30 1987-01-30 Inrichting voor het met kneusbare landbouwprodukten, zoals aardappelen, uien en dergelijke, vullen van een ruimte.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8700238A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0666018A1 (de) * 1994-02-08 1995-08-09 CLAAS Kommanditgesellschaft auf Aktien Vorrichtung zur automatischen Befüllung von Ladebehältern

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0666018A1 (de) * 1994-02-08 1995-08-09 CLAAS Kommanditgesellschaft auf Aktien Vorrichtung zur automatischen Befüllung von Ladebehältern

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3999674A (en) Bale loader and shredder
US3889796A (en) Harvester boom control
US5502949A (en) Fruit bin filler
US4923128A (en) Bale shredding and dispensing device for use with a tractor
NL8401437A (nl) Inrichting voor het in dozen pakken van gevulde zakjes.
NL8900234A (nl) Inrichting voor het in een rij verzamelen van zakjes en het afleggen van de gevormde rij.
NL8005666A (nl) Inrichting voor het oprollen van cylindrische balen hooi of stro voor het direct op de plaats van bestemming gedoseerd verdelen van de verkregen produkten of stoffen.
US4965982A (en) Fruit bin filler
US5575134A (en) Apparatus and method for filling a bin
US4875327A (en) Container filling apparatus and method
NL8700238A (nl) Inrichting voor het met kneusbare landbouwprodukten, zoals aardappelen, uien en dergelijke, vullen van een ruimte.
EP0111446A1 (de) Verfahren zum Abpacken von Schlauchbeuteln in Schachteln, sowie Vorrichtung zur Durchführung des Verfahrens
US5794415A (en) Apparatus for packing layered fruit into bins
US3578146A (en) Filler for bins
US5927927A (en) Automatic cart loading machine and method
US3779405A (en) Vehicle unloading apparatus
US20160039619A1 (en) Workstation for unloading a pallet
US3767073A (en) Apparatus for emptying a crate filled with fruit
US4392688A (en) Crop or product carrier
BE1019369A3 (nl) Automatisch vulsysteem voor losse stortgoederen.
GB2424407A (en) Container filling device
EP1007410B1 (en) Improved apparatus for automatically filling containers with individual products, in particular vegetables and the like
CH632209A5 (en) Machine for emptying crates filled with loose material
NL1013356C1 (nl) Kantelinrichting voor het gedoseerd uitstorten van voorwerpen uit een bak.
NL1028666C2 (nl) Inrichting voor het lossen van bagage.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed