NL8700159A - Bedieningsinrichting voor een beweegbaar deel, bestemd voor het openen en sluiten van een opening, in het bijzonder een voertuigschuif/hefdak. - Google Patents

Description

» « ί NL 34032-dV/jp . Bedieningsinrichting voor een beweegbaar deel, bestemd voor het openen en sluiten van een opening, in het bijzonder een voertuig-schuif/hefdak.

De uitvinding heeft betrekking op een bedieningsinrichting voor een beweegbaar deel, bestemd voor het openen en sluiten van een opening, in het bijzonder een vöertuig-schuif/hefdak, voorzien van een motor, die het beweegbare 5 deel aandrijft, waarbij de aansluitklemmen van de motor door middel van een ompoolschakelaar naar keuze aan verschillende polen van een. spanningsbron kunnen worden gelegd en waarbij een eerste ompoolschakelaar is aangebracht, die wordt bediend via een door de motor aangedreven besturingsorgaan en die bij 10 het bereiken van de gesloten stand door het beweegbare deel de aansluiting van de motor op de polen van de spanningsbron onderbreekt.

Een dergelijke bedieningsinrichting is bekend uit het Duitse Auslegeschrift 2.454.723. Bij deze bekende bedie-15 ningsinrichting is de ompoolschakelaar een dubbelpolige, met de hand bedienbare schakelaar, die bij in bedrijf zijnde motor de motorstroom voert en die in het bereik van de bestuurder van het motorvoertuig moet worden gemonteerd. De eerste omschake-laar bestuurt hierbij een impulsrelais, waarvan een contact in 20 de aansluitleiding van de motor is opgenomen. Deze bekende bedieningsinrichting heeft, hoewel relatief eenvoudig uitgevoerd, een aantal nadelen. In de eerste plaats is het bezwaarlijk een schakelaar, die hoge stromen moet schakelen, binnen het bereik van de bestuurder te monteren, aangezien de hier-25 voor benodigde kabels een relatief grote diameter moeten hebben en storingen in andere, in de nabijheid gelegen elektronische apparatuur kunnen worden veroorzaakt. Bovendien is een met de hand bedienbare, dubbelpolige ompoolschakelaar relatief duur. Het bij de bekende bedieningsinrichting toegepaste im-30 pulsrelais is een relatief duur relais, dat storingsgevoelig is. Bovendien is het schakelen van een dergelijk impulsrelais goed hoorbaar, zodat de automobielfabrikant, die hoge eisen stelt aan het comfort in de passagiersruimte van het motorvoertuig, gedwongen is het relais op een afgelegen plaats in 35 het motorvoertuig te monteren, hetgeen de mOntagekosten verhoogt .

q m- De uitvinding beoogt een bedieningsinrichting van de o J Ü t ! b 2 - 2 - in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij de genoemde bezwaren op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze zijn ondervangen.

Hiertoe heeft de bedieningsinrichting volgens de 5 uitvinding het kenmerk, dat de ompoolschakelaar aan weerszijden van de motor een wisselcontact van een relais omvat, welke wisselcontacten elk bij niet-bekrachtigd bijbehorend relais de bijbehorende aansluitklem van de motor met de ene pool van de spanningsbron en bij bekrachtigd relais met de andere pool van 10 de spanningsbron verbinden, waarbij de bekrachtigingswikke-lingen van de beide relais enerzijds met de ene pool van de spanningsbron zijn verbonden en anderzijds via een met de hand bedienbare tweede omschakelaar met geopende ruststand afwisselend op de andere pool van de spanningsbron aansluitbaar zijn, 15 waarbij een schakelcircuit is aangebracht, waarin de eerste omschakelaar is opgenomen en dat bij het bereiken van de gesloten stand door het beweegbare deel de bekrachtigingswikkeling van het relais, die niet voor het bedienen van het beweegbare deel door de tweede omschakelaar met de andere pool van de 20 spanningsbron is verbonden, met deze andere pool verbindt.

Op deze wijze wordt een bedieningsinrichting verkregen, waarbij de motorstroom door relais wordt geschakeld, terwijl de met de hand bedienbare tweede omschakelaar, die als enkelpolige schakelaar is uitgevoerd, slechts de bekrachti-25 gingsstromen voor de relais behoeft te voeren. In plaats van het impulsrelais worden twee standaard-relais toegepast, die aanzienlijk minder storingsgevoelig zijn dan een impulsrelais. Bovendien werken dergelijke relais nagenoeg geruisloos, zodat de relais bij het schuif-hefdak kunnen worden gemonteerd.

30 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrich ting is het schakelcircuit voorzien van een diodebrug en een hulprelais met een maakcontact, waarbij de anode/katode-knooppunten van de diodebrug elk zijn verbonden met de op de tweede omschakelaar aangesloten zijde van een van de bekrach-35 tigingswikkelingen van de relais, terwijl de bekrachtigingswikkeling van het hulprelais via de eerste ompoolschakelaar verbindbaar is met de beide andere knooppunten van de diodebrug, waarbij het maakcontact van het hulprelais parallel is geschakeld aan het contact van de eerste omschakelaar, dat ge-40 sloten is in de geopende stand van het beweegbare deel. Hier- 8700159 * * - 3 - door kan de bedieningsinrichting geheel met standaardonderdelen met hoge betrouwbaarheid worden uitgevoerd, zodat de bedieningsinrichting tegen een lage kostprijs kan worden vervaardigd en een storingsvrije werking is gewaarborgd.

5 De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een voorkeursuitvoeringsvorm van de bedieningsinrichting volgens de uitvinding schematisch is weergegeven.

Fig. 1 is een schema van de voorkeursuitvoerings-10 vorm van de bedieningsinrichting volgens de uitvinding.

Fig. 2-4 tonen schematisch een schuif-hefdak in verschillende mogelijke standen.

In Fig. 1 is een bedieningsinrichting voor een schuif-hefdak 1 weergegeven voor het openen en sluiten van 15 een opening in een niet nader weergegeven dak van een motorvoertuig. Het schuif-hefdak 1 is aandrijfbaar door middel van / een elektromotor 2, die via een schematisch aangeduide koppeling 3 met het schuif-hefdak 1 is verbonden. De aansluitklem-men van de elektromotor 2 zijn elk via een wisselcontact 4 20 respectievelijk 5 aansluitbaar op de minpool 6 en de pluspool 7 van een niet weergegeven spanningsbron. De wisselcontacten 4 en 5 vormen tezamen een ompoolschakelaar, via welke de elektromotor 2 voor bedrijf in de ene of de andere draairichting = op de spanningsbron aansluitbaar is.

25 De wisselcontacten 4 en 5 behoren bij relais 41 respectievelijk 51, waarvan de bekrachtigingswikkelingen enerzijds direkt op de minpool 6 zijn aangesloten, terwijl de andere zijde van de bekrachtigingswikkelingen 41 en 51 via een met de hand bedienbare omschakelaar 8 op de pluspool 7 aan-30 sluitbaar is. De omschakelaar 8 heeft een door een niet getekende veer bepaalde, geopende ruststand, die in Fig. 1 is getekend.

Op de met de omschakelaar 8 verbonden zijde van de bekrachtigingswikkelingen 41,51 zijn de anode/katode-aanknoop-35 punten van een diodebrug 9 aangesloten, terwijl de beide andere knooppunten van de diodebrug 9 zijn verbonden met de contacten 10 en 11 van een omschakelaar 12, via welke de be-krachtigingswikkeling van een hulprelais 13 op deze beide knooppunten van de diodebrug 9 aansluitbaar is. De andere zij-40 de van de bekrachtigingswikkeling van het hulprelais 13 is 8: C 9 tk - 4 - rechtstreeks op de minpool 6 aangesloten. De omschakelaar 12 is bedienbaar door een schematisch aangeduid besturingsor-gaan 14, dat door de motor 2 wordt bediend. In de in Fig. 1 weergegeven stand van de omschakelaar 12 bevindt het schuif-5 hefdak 1 zich in een geopende stand. Het hulprelais 13 heeft een maakcontact 15, dat parallel is geschakeld aan het contact 10 van de omschakelaar 12.

Wanneer het schuif-hefdak 1 vanuit de in Fig. 3 getekende gesloten stand naar de in Fig. 2 getekende opengescho-10 ven stand moet wordt verplaatst, wordt de met de hand bedien-bare omschakelaar 8 bediend voor het bekrachtigen van het relais 41, waardoor het wisselcontact 4 de ene aansluitklem van de elektromotor 2 aan de pluspool 7 legt, terwijl de andere aansluitklem van de elektromotor via het wisselcontact 5 met 15 de minpool 6 verbonden blijft. Op het bijbehorende anode/ katode-knooppunt van de diodebrug 9 verschijnt eveneens een positieve spanning, die wordt doorgegeven aan het contact 10 van de omschakelaar 12. Aangezien het schuif-hefdak 1 zich in de gesloten stand bevindt, ligt de contactarm van de omscha-20 kelaar 12 nog tegen het contact 11, zodat het hulprelais 13 nog niet wordt bekrachtigd. De positieve spanning op de be-krachtigingswikkeling 41 kan via de diodebrug 9 niet aan de bekrachtigingswikkeling 51 worden doorgegeven. Zodra het schuif-hefdak 1 uit de gesloten stand komt, gaat de contact-25 arm van de omschakelaar 12 naar het contact 10, zodat het hulprelais 13 wordt bekrachtigd en het maakcontact 15 wordt gesloten. Het openen van het schuif-hefdak 1 wordt beëindigd door het loslaten van de omschakelaar 8 of door het bereiken van een niet weergegeven aanslag, in welk geval de elektro-30 motor 2 op gebruikelijke wijze kan worden uitgeschakeld.

Teneinde het schuif-hefdak 1 weer in de gesloten stand te brengen, wordt de omschakelaar 8 bediend voor het bekrachtigen van de bekrachtigingswikkeling 51, waardoor het wisselcontact 5 de bijbehorende aansluitklem van de motor 2 f 35 met de pluspool 7 verbindt en de andere aansluitklem via het wisselcontact 4 met de minpool 6 verbonden blijft. De motor draait nu in omgekeerde richting en verplaatst het schuif-hefdak 1 uit de in Fig. 2 weergegeven geopende stand naar de in Fig. 3 weergegeven gesloten stand. Door het bedienen van 40 de omschakelaar 8 wordt via het bijbehorende anode/katode- 87 0 0j h % - 5 - knooppunt van de diodebrug 9 weer een positieve spanning aan het contact 10 gelegd, zodat het hulprelais 13 wordt bekrachtigd en het maakcontact 15 wordt gesloten. Wanneer de gesloten stand volgens Fig. 3 wordt bereikt, wordt de contactarm van 5 de omschakelaar 8 van het contact 10 naar het contact 11 om-gelegd, waarbij echter het hulprelais 13 via het maakcontact 15 bekrachtigd blijft. Bovendien wordt de positieve spanning op het contact 10 via het maakcontact 15 en het contact 11 en de diodebrug 9 doorgegeven aan de bekrachtigingswikkeling 41, 10 zodat het wisselcontact 4 wordt omgelegd. Hierdoor wordt de motor 2 via de aansluitingen op de pluspool 7 kortgesloten en de beweging van het schuif-hefdak 1 gestopt.

Wanneer nu de omschakelaar 8 wordt losgelaten en opnieuw wordt bediend voor het bekrachtigen van de bekrachti-15 gingswikkeling 51, dan wordt het schuif-hefdak 1 naar de in Fig. 4 getekende stand verplaatst. Ook in dit geval zal het hulprelais 13 pas worden bekrachtigd, wanneer het schuif-hefdak uit de gesloten stand is verplaatst, zodat het relais 41 niet wordt bekrachtigd.

20 Om het schuif-hefdak 1 weer naar de gesloten stand volgens Fig. 3 te zwenken, wordt de omschakelaar 8 bediend voor het bekrachtigen van de bekrachtigingswikkeling 41·.. Bij het bereiken van de gesloten stand zal de contactarm van de omschakelaar 12 weer van het contact 10 naar het contact 11 25 worden verplaatst, waarbij het hulprelais 13 via het maakcontact 15 bekrachtigd blijft en nu het relais 51 wordt bekrachtigd via de positieve spanning op het contact 10, het maakcontact 15, de omschakelaar 12 en de diodebrug 9.

Uit het voorgaande blijkt, dat de uitvinding een 30 bedieningsinrichting voor een schuif-hefdak verschaft, dat geheel met standaardondèrdelen is opgebouwd, zodat de bedieningsinrichting tegen relatief lage kosten kan worden vervaardigd. Voorts kan de met de hand bedienbare omschakelaar 8 als enkelpolige schakelaar zijn uitgevoerd, die slechts de be-35 krachtigingsstromen voor de relais 13, 41 en 51 behoeft te voeren, zodat deze zonder bezwaar binnen het bereik van de bestuurder van het motorvoertuig kan worden gemonteerd. De . met deze schakelaar te verbinden aansluitdraden kunnen met relatief kleine diameter zijn uitgevoerd, hetgeen een verdere 40 kostenbesparing betekent. Bovendien werken de toegepaste stan- en. ;n ·» * - 6 - daardrelais nagenoeg geruisloos, zodat zij zonder bezwaar nabij het schuif-hefdak 1 kunnen worden gemonteerd. Dergelijke standaardrelais hebben bovendien een zeer betrouwbare werking, zodat een storingsvrije werking van de bedieningsinrichting 5 is gewaarborgd.

De uitvinding is niet beperkt tot het in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeeld, dat binnen het kader der uitvinding op verschillende manieren kan worden gevarieerd.

p ί Λ λ .s ~ j> %· %: : yj

Claims (2)

1. Bedieningsinrichting voor een beweegbaar deel, bestemd voor het openen en sluiten van een opening, in het bijzonder een voertuig-schuif/hefdak, voorzien van een motor, die het beweegbare deel aandrijft, waarbij de aansluitklemmen 5 van de motor door middel van een ompoolschakelaar naar keuze aan verschillende polen van een spanningsbron kunnen worden gelegd en waarbij een eerste omschakelaar is aangebracht, die wordt bediend via een door de motor aangedreven besturingsor-gaan en die bij het bereiken van de gesloten stand door het 10 beweegbare deel de aansluiting van de motor op de polen van de spanningsbron onderbreekt, met het kenmerk, dat de ompoolschakelaar aan weerszijden van de motor een wissel-contact van een relais omvat, welke wisselcontacten elk bij niet-bekrachtigd bijbehorend relais de bijbehorende aansluit-15 klem van de motor met de ene pool van de spanningsbron en bij bekrachtigd relais met de andere pool van de spanningsbron verbinden, waarbij de bekrachtigingswikkelingen van de beide relais enerzijds met de ene pool van de spanningsbron zijn verbonden en anderzijds via een met de hand bedienbare tweede 20 omschakelaar met geopende ruststand afwisselend op de andere pool van de spanningsbron aansluitbaar zijn, waarbij een scha-kelcircuit is aangebracht, waarin de eerste omschakelaar is opgenomen en dat bij het bereiken van de gesloten stand door het beweegbare deel de bekrachtigingswikkeling van het relais, 25 die niet voor het bedienen van het beweegbare deel door de tweede omschakelaar met de andere pool van de spanningsbron is verbonden, met deze andere pool verbindt.

. 2. Bedieningsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het schakelcircuit is voorzien van 30 een diodebrug en een hulprelais met een maakcontact, waarbij de anode/katode-knooppunten van de diodebrug elk zijn verbonden met de op de tweede omschakelaar aangesloten zijde vaneen van de bekrachtigingswikkelingen van de relais, terwijl de be-krachtigingswikkeling van het hulprelais via de eerste ompool-35 schakelaar verbindbaar is met de beide andere knooppunten van de diodebrug, waarbij het maakcontact van het hulprelais parallel is geschakeld aan het contact van de eerste omschakelaar, dat gesloten is in de geopende stand van het beweegbare deel. f! ' 0