NL8620219A - Inrichting voor het dragen van een door informatiesymbolen voorgestelde boodschap met een montagegedeelte en een informatiedragend gedeelte dat op het montagegedeelte kan worden geschoven. - Google Patents

Description

; 8620219 » V.O. 9019

Inrichting voor het dragen van een door informatiesymbolen voorgestelde boodschap met een montagegedeelte en een informatiedragend gedeelte dat op het montagegedeelte kan worden geschoven.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het dragen van een door informatiesymbolen voorgestelde boodschap en omvat een montagegedeelte en een informatiedragend gedeelte dat op het montagegedeelte kan worden geschoven. Daartoe zijn het montagegedeelte en het in-5 formatiedragend gedeelte voorzien van aan elkaar aangepast geprofileerde gedeelten waarbij het informatiedragend gedeelte alleen dan op het montagegedeelte kan worden geschoven tijdens relatieve verplaatsing van in hoofdzaak vlakke tegen elkaar aanliggende oppervlaktegedeelten van het montagegedeelte en het informatiedragend gedeelte.

10 Diverse uitvoeringen van draaginrichtingen van bovenomschreven soort zijn bekend. Dergelijke inrichtingen worden gebruikt zowel voor het dragen van permanente boodschappen alswel voor het dragen van boodschappen die naar wens kunnen worden vervangen door andere boodschappen. Dergelijke inrichtingen voor het dragen van een door informatiesymbolen 15 voorgestelde boodschap zijn in het algemeen niet voorzien van middelen voor het vergrendelen van het informatiedragend gedeelte ten opzichte van het montagegedeelte. Wegens deze reden kunnen niet daartoe gemachtigde personen het informatiedragend gedeelte op eenvoudige wijze wegnemen.

Daarom zijn verschillende technieken voorgesteld dienende om de twee delen 20 met betrekking tot elkaar te vergrendelen. Dergelijke bekende technieken zijn echter niet volledig bevredigend gebleken. Ofwel het informatiedragend gedeelte is ontsierd door zichtbare schroeven, ofwel niet daartoe gerechtigde personen zijn desondanks in staat gebleken om het bevestigings-mechanisme onklaar te maken.

25 Een inrichting voor het dragen van een door informatiesymbolen voorgestelde boodschap is volgens de uitvinding gekenmerkt door een van buitenaf onzichtbaar magnetisch ontgrendelbaar vergrendelmechanisme dat is ingericht om de onderling verplaatsbare oppervlaktegedeelten automatisch te vergrendelen wanneer het informatiedragend gedeelte in de ge-30 wenste' positie op het montagegedeelte is geschoven. Bij een boodschap-draaginrichting volgens de uitvinding is een vergrendeling van de twee onderling verschuifbare gedeelten verzekerd zonder dat het zichtbare informatiedragend gedeelte is ontsierd. Bovendien wordt het wegnemen van 8620218 -2- « het informatiedragend gedeelte door niet daartoe gerechtigde personen bemoeilijkt aangezien aan deze personen niet bekend is waar het magnetisch ontgrendelbaar vergrendelmechanisme zich bevindt zodat het ook niet bekend is op welke wijze een magneet moet worden geplaatst om het grendel-5 mechanisme te ontgrendelen.

Eén vergrendelmechanisme kan volgens de uitvinding zijn uitgevoerd in de vorm van een magnetische plaat die kantelbaar is gemonteerd in een eerste uitsparing die is gevormd in êén van de twee onderling verplaatsbare oppervlaktegedeelten, waarbij deze plaat kan zijn voorzien van een 10 uitstekend gedeelte dat is ingericht om samen te werken met een soortgelijk gevormde uitsparing in het tweede gedeelte van de twee onderling verplaatsbare oppervlaktegedeelten, waarbij het grendelmechanisme verder omvat een veer die zodanig met de magnetische plaat samenwerkt dat het uitstekend gedeelte automatisch in de genoemde tweede uitsparing zal 15 snappen wanneer de twee onderling verplaatsbare oppervlaktegedeelten in een bepaalde positie met betrekking tot elkaar zijn gebracht. Een dergelijk vergrendelmechanisme is bijzonder eenvoudig van constructie en kan op economische wijze worden vervaardigd.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding bezit de 20 magnetische plaat een rechthoekige vorm waarbij een gedeelte van deze plaat langs een transversale buiglijn die zich bevindt in de beurt van het midden van de plaat is omgebogen, welke plaat aan elke logitudinale zijde verder is voorzien van een buitenwaarts gericht zich bij de buiglijn bevindend uitsteeksel welke uitsteeksels worden opgenomen in dien-25 overeenkomstig gevormde holtes die zich in onderling tegengestelde richtingen uitgaande van de eerste uitsparing uitstrekken in één van de twee onderling verplaatsbare oppervlaktegedeelten, welke holtes een zodanige diepte bezitten beschouwd in een richting loodrecht op het bijbehorende oppervlaktegedeelte, dat de plaat in deze holtes wordt gedragen met de 30 buiglijn ongeveer samenvallend met het buitenoppervlak van het desbetreffend oppervlaktegedeelte.

Het van de plaat deel uitmakend uitsteeksel door middel waarvan de oppervlaktegedeelten met betrekking tot elkaar worden vergrendeld kan zijn uitgevoerd in de vorm van een buitenwaarts uitstekend smal flens-35 gedeelte dat verloopt langs het ene uiteinde van de in zijn longitudinale richting beschouwde plaat, zodat een vergrendelmechanisme is verkregen g & 9 d 9 i ft P P L w s « * -3- ( waarbij het plaatuitsteeksel dat samen met de bijbehorende tweede uitsparing een vergrendeling kan vormen bijzonder eenvoudig en doelmatig kan functioneren wanneer de twee onderling verplaatsbare gedeelten worden verplaatst in een richting samenvallende met de longitudinale richting van de plaat.

5 Tevens kan in het kader van de uitvinding de veer zijn uitge voerd in de vorm van een schroeflijnvormige veer die bijvoorbeeld door middel van een soldeerverbinding is bevestigd aan de plaat en wel aan die zijde daarvan die is toegekeerd naar de bodem van de eerste uitsparing en welke veer het plaatuiteinde waar zich het voor het vergrendelen van 10 de oppervlaktegedeelten dienend uitsteeksel bevindt wegdrukt van het bodemgedeelte van de eerste uitsparing en wel doordat deze plaat om zijn buiglijn wordt geroteerd of gekanteld. Aldus is een langs magnetische weg ontgrendelbare plaat met bijbehorende veer verkregen die constructief eenvoudig is en gemakkelijk kan worden gemonteerd.

15 Tevens is het in het kader van de uitvinding mogelijk om de kantelbaar gemonteerde plaat met de bijbehorende eerste uitsparing uit te voeren als een afzonderlijke moduul die kan worden bevestigd aan het mon-tagegedeelte of aan het informatiedragend gedeelte. Aldus is het mpgelijk dat een moduul met daarvan deel uitmakend grendelmechanisme van een en 20 dezelfde afmeting kan worden vervaardigd en welke is te gebruiken in combinatie met montagegedeeltenof informatiedragende gedeelten van verschillende afmetingen aangezien in het desbetreffende gedeelte slechts een uitsparing die correspondeert met de moduul aanwezig dient te zijn.

De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht 25 met verwijzing naar de tekening waarin: fig. 1 een vooraanzicht weergeeft van een voorkeursuitvoeringsvorm van een boodschap-draaginrichting volgens de uitvinding; fig. 2 een van links beschouwd zijaanzicht weergeeft van de inrichting volgens fig. 1; 30 fig. 3 een op vergrote schaal getekend gedeelte weergeeft in vooraanzicht van de in de figuren 1 en 2 weergegeven inrichtingen waarbij het informatiedragend gedeelte is weggenomen; fig. 4 een doorsnede volgens de lijn IV-IV in fig. 3 weergeeft, waarbij het informatiedragend gedeelte in de gewenste positie is ge-35 plaatst en een magnetisch ontgrendelbaar vergrendelmechanisme is weerge-

@ & e) Λ O Ü H

i p t U L $ 9 * -4- geven in de vergrendelstand; en fig. 5 een soortgelijk aanzicht weergeeft als dat volgens fig. 4, waarbij echter het vergrendelmechanisme is ontgrendeld door middel van een magneet die op het informatiedragend gedeelte is geplaatst.

5 De in de figuren 1 t/m 5 weergegeven boodschap-draaginrichting om vat een montagegedeelte 1 dat is uitgevoerd in de vorm van een rechthoekige plaat die zoals in fig. 2 door onderbroken lijnen is aangegeven is voorzien van openingen 2 door middel waarvan dit montagegedeelte door middel van schroeven aan een wand kan worden bevestigd. De inrichting 10 omvat verder een informatiedragend gedeelte 3 dat is uitgevoerd in de vorm van een rail. Het montagegedeelte 1 en het informatiedragend gedeelte 3 zijn zodanig geprofileerd (zwaluwstaartvormig profiel) dat het informatiedragend gedeelte door verplaatsing in de richting zoals aangegeven in fig. 1 door de pijl 5 op zijn plaats kan worden geschoven 15 op het montagegedeelte zodanig dat dit volledig is bedekt. Het montagegedeelte 1 en het informatiedragend gedeelte 3 hebben bij voorkeur dezelfde lengte. Zoals is weergegeven in de figuren 3 t/m 5 is die zijde van het montagegedeelte 1 die is bedoeld om te worden toegekeerd naar het informatiedragend gedeelte 3 voorzien van een eerste rechthoekige uit-20 sparing 4. De uitsparing 4 is bij het midden van elke longitudinale zijde die zich uitstrekt evenwijdig aan de longitudinale zijde van het montagegedeelte, voorzien van een transversale holte 5 waarvan het bodemgedeelte is bedoeld als draagleger voor zich buitenwaarts uitstrekkende uitsteeksels 7 en 8 die aan elke zijde van een magnetische rechthoekige plaat 9 zijn be-25 vestigd; de diepte van elke van de holtes beschouwd in een richting loodrecht op het oppervlak van het montagegedeelte 1 correspondeert ongeveer met de dikte van de plaat 9. Zoals in het bijzonder in de figuren 4 en 5 is geïllustreerd omvat de plaat 9 een over een geringe hoek en om een transversale buiglijn 10 die in fig. 3 door een onderbroken lijn is weer-30 gegeven, gebogen gedeelte. Bij het ene uiteinde van de plaat 9 bevinden zich verder een rechtopstaand flensgedeelte 11 en een volgens een schroeflijn gewikkelde veer 12 (welke slechts schematisch is getekend) die in de nabijheid van de flens 11 echter aan de daarvan afgekeerde zijde van de plaat daaraan is bevestigd.

35 De eerste uitsparing 4 bezit een zodanige diepte, beschouwd in een richting loodrecht op het oppervlak van het montagegedeelte, dat de 8120219 -5- » plaat 9 vrij kantelbaar is om een draaiïngsas die ongeveer samenvalt met de buiglijn 10, een en ander zodanig dat het ene uiteinde van de plaat 9 samen met het oppervlak van het montagegedeelte in een en hetzelfde vlak zijn gelegen, terwijl het andere uiteinde van deze plaat 9 5 zich naar de bodem van de uitsparing 4 uitstrekt, en wel wanneer deze plaat 9 zich in de ene uiterste stand bevindt terwijl wanneer deze plaat 9 zich in de andere uiterste stand bevindt het andere uiteinde van deze plaat samen met het oppervlak van het montagegedeelte 1 in een en hetzelfde vlak zijn gelegen, terwijl het eerstgenoemde uiteinde zich dan 10 uitstrekt naar de bodem van de uitsparing 4.

Blijkens de figuren 4 en 5 is in het informatiedragend gedeelte 3 een tweede uitsparing 13 gevormd voor het ontvangen van het flensgedeelte 11 van de plaat, waarbij deze tweede uitsparing 13 is uitgevoerd als een transversale sleuf in die zijde van het informatiedragend gedeelte 3 15 die naar het montagegedeelte 1 is toegekeerd.

Wanneer de magnetische plaat 9 zich op zijn plaats bevindt in de eerste uitsparing 4 en het informatiedragend gedeelte 3 naar zijn plaats wordt geschoven op de bovenzijde van het montagegedeelte 1, wordt het flensdragende uiteinde van de plaat 9 omlaag gedrukt, waarbij wanneer 20 het uiteinde van het informatiedragend gedeelte 3 deze flens 11 heeft gepasseerd, de flens 11 automatisch in de uitsparing 13 snapt wanneer het informatiedragend gedeelte 3 de gewenste positie heeft bereikt. De flens 11 blijft in de tweede uitsparing 13 opgesloten als gevolgvanck.door deveer:12 uitgeoefende drukkracht, totdat het andere uiteinde van de 25 plaat 9 wordt beïnvloed door een magneet 14 met een voldoende veldsterkte. Zoals is weergegeven in fig. 5 is de magneet 14 op het informatiedragend gedeelte 3 geplaatst. De juiste positie van de magneet 14 is niet rechtstreeks zichtbaar. Teneinde deze magneet 14 op de juiste plaats te zetten kan gebruik worden gemaakt van een met deze magneten 30 verbonden mal (niet weergegeven) waardoor is verzekerd dat de magneet 14 met betrekking tot voorafbepaalde referentieranden zoals bijvoorbeeld de longitudinale en transversale zijden van het informatiedragend gedeelte, correct wordt gepositioneerd.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de beschreven boodschap-draag-35 inrichting een montagegedeelte van de olie gehard masoniet en een informatiedragend gedeelte van aluminium, terwijl de magnetische plaat 9 is 8620219 t -6- vervaardigd uit normaal staalplaat met een dikte van 1,5 mm.

Ter illustratie van de uitvinding is een specifieke uitvoeringsvorm beschreven. Talrijke wijzigingen zijn mogelijk zonder het kader van de uitvinding te verlaten. Het montagegedeelte en het informatiedragend 5 gedeelte van de boodschap-draaginrichting kunnen andere vormen en afmetingen hebben dan die zijn beschreven; van belang is dat het vergrendel-gedeelte is verbonden met die oppervlaktegedeelten die langs elkaar schuiven wanneer het informatiedragend gedeelte 3 op het montagegedeelte 1 wordt geplaatst. Zoals in fig. 3 door de onderbroken lijnen 15 is aan-10 gegeven kan het grendelmechanisme waarvan deel uitmaken de plaat 9, de uitsparing 4 en de holtes 5 en 6, als een moduul zijn uitgevoerd met voorafbepaalde rechthoeksafmetingen waarbij deze moduul passend is in een uitsparing in een montagegedeelte van willekeurige afmetingen. . Zulks heeft het voordeel dat wanneer montagegedeelten met verschillende 15 afmetingen moeten worden toegepast de fabricage van de afzonderlijke onderdelen voor het ontvangen van de magnetische plaat en daarbij behorende delen is vereenvoudigd.

8 Λ Λ Λ Λ <i (¾ 6 £ Ü & ί

Claims (6)

1. Boodschap-draaginrichting omvattende een montagegedeelte (1) en een informatiedragend gedeelte (3) dat is ingericht om op het montagegedeelte (1) te worden geschoven, waarbij het montagegedeelte (1) en het informatiedragend gedeelte (3) onderling met elkaar samenwerkende pro-5 fielgedeelten omvatten waarbij het informatiedragend gedeelte alleen dan op het montagegedeelte (1) kan worden geduwd zolang onderlinge verplaatsing van in hoofdzaak vlakke tegen elkaar aanliggende oppervlaktegedeel-ten van het montagegedeelte (1) en het informatiedragend gedeelte (3) mogelijk is, gekenmerkt door een van buitenaf onzichtbaar, magnetisch 10 ontgrendelbaar vergrendelmechanisme (9, 11, 13) dat is ingericht om de onderling verplaatsbare oppervlaktegedeelten automatisch ten opzichte van elkaar te vergrendelen wanneer het informatiedragend gedeelte in de gewenste positie is gebracht.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat van het 15 grendelmechanisme deel uitmaken een kantelbare magnetische plaat (9) die is gemonteerd in een eerste uitsparing (4) die zich bevindt in een van de twee onderling verplaatsbare oppervlaktegedeelten, welke plaat (9) is voorzien van een uitstekend gedeelte (11) dat in combinatie met een soortgelijk gevormde tweede uitsparing (13) die zich bevindt in het twee-20 de van de twee onderling verplaatsbare oppervlaktegedeelten een vergrendeling kan vormen, en een veer (12) die de magnetische plaat (9) zodanig beïnvloedt dat het uitstekend gedeelte (11) automatisch in de tweede uitsparing (13) zal snappen wanneer de twee onderling verplaatsbare oppper-vlaktegedeeltonmet betrekking tot elkaar in de gewenste positie zijn ge-25 bracht.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de magnetische plaat (9) een in hoofdzaak rechthoekige vorm bezit en langs een transversaal verlopende buiglijn (10) die zich in dichte nabijheid van het midden van de plaat bevindt is omgebogen, welke plaat (9) aan elke 30 longitudinale zijde daarvan een verder buitenwaarts gericht uitstekend gedeelte (7, 8) bevat ter plaatse van de buiglijn, welke uitstekende gedeelten (7, 8), worden gedragen in aangepaste holtes (5, 6) die zich IS 2 ö 2 1 § -8- i vanaf de eerste uitsparing (4) uitgaande in tegengestelde richtingen uitstrekken en in een van de twee onderling verplaatsbare oppervlaktege-deelten zijn uitgespaard, welke holtes (5, 6) een zodanige diepte, beschouwd in een richting loodrecht op het desbetreffende oppervlaktege-5 deelte, bezitten, dat de plaat (9) in de holtes (5, 6) wordt gedragen zodanig dat de buiglijn en het oppervlak van het desbetreffende opper-vlaktegedeelte vrijwel in één en hetzelfde vlak zijn gelegen.

4. Inrichting volgens de conclusies 2 of 3, met het kenmerk dat het uitstekend gedeelte (11) van de plaat (9) en dat dient om de opper- 10 vlaktegedeelten met betrekking tot elkaar te vergrendelen, is uitgevoerd in de vorm van een buitenwaarts uitstekend smal flensgedeelte (11) dat langs één uiteinde van de plaat (9) wanneer deze wordt beschouwd in zijn longitudinale richting, is aangebracht.

5. Inrichting volgens de conclusies 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat 15 de veer (12) is uitgevoerd als een schroeflijn gewikkelde veer die, bijvoorbeeld door solderen, is bevestigd aan de plaat en wel aan die zijde daarvan die is toegekeerd naar de bodem van de eerste uitsparing, welke veer het uiteinde van de plaat waar zich het uitstekend gedeelte voor het met betrekking tot elkaar vergrendelen van de oppervlaktegedeelten, 20 bevindt van de bodem van de eerste uitsparing (4) afdrukt waarbij deze plaat om de buiglijn wordt gekanteld.

6. Inrichting volgens de conclusies 2, 3, 4 of 5, met het kenmerk dat de kantelbaar gemonteerde plaat (9) met de bijbehorende eerste uitsparing (4) deel uitmaakt van een afzonderlijke moduul (15) die in het 25 montagegedeelte of in het informatiedragend gedeelte kan worden bevestigd. 8620219