NL8603159A - Afvoerinrichting voor een continu-sterilisator. - Google Patents

Description

Μ

85.5125/M/vL

y -1-

Afvoerinrichting voor een continu-sterilisato r.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting soms "continu sterilisator" genoemd voor het thermisch behandelen van in kunststofzakken verpakte vloeistoffen, omvattende een behandelingsruimte en een eindloze transporteur met vast daar-5 in aangebrachte gootvormige dragers voor het opnemen, vervoeren en weer afgeven van de zakken, waarbij de opening van elke drager evenwijdig ligt aan het vlak door de transporteur die een traject binnen de behandelingsruimte en daarbuiten een koelsec-tie, een losstation, een laadstation en een opwarmsectie door-10 loopt, waarbij het losstation is gelegen voorbij een omleid-wiel van de transporteur, aan het einde van een in neerwaartse richting door de transporteur langs dit wiel doorlopen bocht die is voorzien van een concentrisch gebogen element voor het tijdelijk afsluiten van de neerwaarts hellende drageropeningen.

15 Een vroegere uitvoering van een inrichting van deze al gemene soort, echter in de toepassing voor farmaceutische vloeistoffen in flessen werd beschreven door Ing. K. RUIG in het tijdschrift PHARMA-International Nr. 1, 1968. Dezelfde auteur heeft vier jaar later in hetzelfde tijdschrift PHARMA-Inter-20 national Nr. 5, 1972 nog aanvullende gegevens beschreven in de toepassing voor het steriliseren van infusievloeistoffen in kunststofzakken. Tot dusver is weinig of geen aandacht besteed aan de problemen die optreden bij het uit de continu-sterilisa- tor afvoeren van kunststofzakken. Deze problemen hangen samen 25 met de hogere glijweerstand van dergelijke zakken, in vergelijking met de meer gebruikelijke glazen potten of flessen resp. blikjes waarin meestal de te steriliseren produkten zijn verpakt. In het losstation glijden of rollen deze flessen en dergelijke gemakkelijk uit de dragers.

30 Voor het afvoeren van de behandelde voorwerpen voert men de transporteur door een zodanige bocht, dat de opening van de dragers neerwaarts is gericht, zodat de voorwerpen ten gevolge van de zwaartekracht uit de dragers rollen of schuiven. Teneinde het moment van uittreden 8603159 <* -2- duidelijk te bepalen, wordt het genoemde concentrisch gebogen afsluitelement in deze bocht toegepast, zodat de voorwerpen weliswaar de neiging vertonen uit de dragers te treden, doch dit uittreden pas tot stand komt direkt na 5 het passeren van het gebogen afsluitelement. Ten gevolge van de stroefheid van de buitenzijde van de kunststofzakken kunnen bij het passeren van de dragers langs het afsluitelement, problemen ontstaan door het vastklemmen van de stroeve kunststofzakken tussen het stilstaande oppervlak van het 10 afsluitelement en de randen van de opening van de voortbewegende dragers. Deze problemen zijn specifiek voor kunst-stofzakken en zullen over het algemeen niet bij ronde en gladde voorwerpen (flessen of blikjes) optreden.

De uitvinding beoogt het hierboven geschilderde 15 probleem te vermijden, waartoe de inrichting zich volgens de uitvinding onderscheidt, doordat het afsluitelement in de bocht bij het losstation is voorzien van een aantal rollen die evenwijdig liggen aan de dragers en die zijn verbonden met een aandrijving voor het roteren van de rol-2D len met een omtrekssnelheid overeenkomend met de voortbeweging van de transporteur.

Bij voorkeur zijn de rollen opgenomen in een juk dat draaibaar is gelegerd om de hartlijn van het ter plaatse van de bocht aanwezige keerwiel. Dit betekent dat 25 het afsluitelement niet meer bestaat uit een vaste plaat-constructie (zoals tot dusver gebruikelijk) doch uit een verdraaibare sector waarvan de stand gemakkelijk kan worden aangepast aan de plaats waar de kunststofzakken moeten worden afgeworpen.

30 Voor het geval men te allen tijde de betrokken bocht wenst te kunnen inspecteren en een onverhoopte storing wil kunnen opheffen, verdient het aanbeveling dat het juk is voorzien van een verlenging voorbij zijn draaipunt waarbij een bedieningscilinder aanwezig is voor het in de 35 bewegingsrichting van de transporteur zwenken van het juk met de rollen.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening die een schema toont van de conti-nu-sterilisator en een aanzicht van het daarin toegepaste 40 losstation.

860 3 1 5 3 -3-

Fig. 1 is een schematisch zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van de continu-sterilisator.

Fig. 2 is een schematisch zijaanzicht op sterk vergrote schaal van het losstation uit de inrichting van fig. 1.

5 De opbouw van een vroegere uitvoering van een continu- sterilisator is in belangrijke mate reeds beschreven in het hiervoor genoemde tijdschrift PHARMA-International Nr. 1, 1968. Deze sterilisator bestaat uit een viertal torens A-D die elk zijn onderverdeeld in een aantal kolommen. De kolommen 1 en 2 10 vormen de eerste toren A, de toren B bestaat uit de kolommen 3 en 4 terwijl de torens C en D opgebouwd zijn uit de kolommen 5 en 6 resp. 7 en 8. De toren A vormt de opwarmsectie, de toren B de behandelingsruimte, de toren C is een overgangszone en de toren D vormt de koelsectie.

15 De sterilisator is voorts voorzien van een eindloze transporteur 9 die een lusvormig traject binnen de opwarmsectie A, de behandelingsruimte B, de overgangsruimte C en de koelsectie D doorloopt. Voorts passeert de transporteur een laadsta-tion 10 en een losstation 11. De transporteur 9 die geleid wordt 20 langs een groot aantal wielen 12 is aan de onderzijde van de inrichting gesloten met het onwerkzame verbindingsdeel 13 van het traject. Tijdens bedrijf ontstaat op gebruikelijke wijze een drukbeheersend vloeistofslot of hydrostatisch been in de kolommen 2 en 7. De transporteur 9 is over zijn gehele lengte 25 voorzien van gootvormige dragers 14, schematisch weergegeven in fig. 2 en meer uitvoerig beschreven in octrooiaanvrage Nr. (dossier 855121).

Zoals te zien in fig. 2 is het losstation 11 gelegen voorbij het rechts bovenaan in fig. 2 afgebeelde omleidwiel 12.

30 Voorbij dit wiel beweegt de transporteur 9 zich in neerwaartse richting overgaand in een bocht 15. De gootvormige dragers 14 vertonen een opening 16 die kan worden afgesloten door een deksel of vizier 17. Dit vizier is in het lusvormig traject binnen de torens A-D gesloten en op een korte afstand voorbij het 35 hierboven genoemde omleidwiel 12 is in het neerwaarts gerichte trajectdeel 18 een biet afgebeelde) voorziening aanwezig voor het openen van het vizier 17. De hiervoor vereiste middelen 8603159 -« -4- zijn beschreven in de hiervoor reeds genoemde samenhangende octrooiaanvrage Nr.

In de bocht 15 is een concentrisch met het keerwiel 12' gebogen afsluitelement 19 aanwezig, dat is 5 voorzien van een aantal rollen 20. Deze rollen die evenwijdig liggen aan de dragers 14, zijn elk voorzien van een rondsel dat in ingrijping is met een gemeenschappelijke aandrijving uitgevoerd als een groot tandwiel 21 concentrisch met het keerwiel 12' voor het roteren van de rollen 10 20 met een snelheid overeenkomend met de voortbeweging van de transporteur 9. De rollen zijn opgenomen in een juk 22 bestaande uit twee sectorvormige wangen 23 gelegen ter weerszijden van de transporteur 9 en draaibaar ondersteund om de hartlijn 24 van het ter plaatse van de bocht 15 aanwezige keerwiel 12'. Het juk 22 is voorzien van een verlenging 25 voorbij zijn draaipunt 24. Een bedienings-cilinder 26 is aanwezig voor het in de bewegingsrichting van de transporteur 9 zwenken van het juk 22 met de rollen 20.

20 Het losstation 11 is tenslotte nog voorzien van een afvoerbaan 27 die beweegt in een richting dwars op het vlak door de transporteur 9. De kunststofzakken die zich bevinden in de dragers 14 krijgen in de bocht 15 de neiging uit de dragers te schuiven. Deze tendens 25 wordt tijdelijk tegengewerkt door de aanraking met de rollen 20 tot op het moment dat de drager buiten het juk 22 komt en de opening 16 van de betrokken drager vrijwel vertikaal neerwaarts is gericht en de in deze drager aanwezige kunststofzakken op de afvoerbaan 27 kunnen vallen. De betrek-30 kelijk stroeve buitenkant van de kunststofzakken is oorzaak van een mogelijk klemraken van de zak bij het doorlopen van de bocht 15. De aanwezigheid echter van de aangedreven rollen 20 voorkomt dit verschijnsel en zorgt voor een doeltreffend lossen van deze zakken op de afvoerbaan 27. De 35 bedieningscilinder 26 maakt het mogelijk het afsluitelement 19 te zwenken in de bewegingsrichting van de transporteur 9 wanneer een inspectie van de binnen de bocht 15 aanwezige dragers 14 nodig mocht zijn.

40 -conclusies- 8603158

Claims (3)

1. Inrichting voor het thermisch behandelen van in kunststofzakken verpakte vloeistoffen, omvattende een 5 behandelingsruimte en een eindloze transporteur met vast daarin aangebrachte gootvormige dragers voor het opnemen, vervoeren en weer afgeven van de zakken, waarbij de opening van elke drager evenwijdig ligt aan het vlak door de transporteur die een traject binnen de behandelingsruimte en 10 daarbuiten een koelsectie, een losstation, een laadstation en een opwarmsectie doorloopt, waarbij het losstation is gelegen voorbij een omleidwiel van de transporteur, aan het einde van een in neerwaartse richting door de transporteur langs dit wiel doorlopen bocht die is voorzien van 15 een concentrisch gebogen element voor het tijdelijk afsluiten van de neerwaarts hellende drageropeningen, met het kenmerk, dat het afsluitelement (19) in de bocht (15) bij het losstation (11) is voorzien van een aantal rollen (20) die evenwijdig liggen aan de dragers 20 (14) en die zijn verbonden met een aandrijving (21) voor het roteren van de rollen met een omtrekssnelheid overeenkomend met de voortbeweging van de transporteur (9).

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de rollen (20) zijn opgenomen in een 25 juk (22) dat draaibaar is gelegerd om de hartlijn (24) van het ter plaatse van de bocht aanwezige keerwiel (12').

3. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat het juk (22) is voorzien van een verlenging (25) voorbij zijn draaipunt (24) en dat een bedie- 30 ningscilinder (26) aanwezig is, voor het in de bewegingsrichting van de transporteur (9) zwenken van het juk met de rollen (20). 8603158