NL8602884A

NL8602884A - Werkwijze voor het vervaardigen van een polyvinylchloride voorwerp.

Info

Publication number: NL8602884A
Application number: NL8602884A
Authority: NL
Original assignee: Wavin Bv
Priority date: 1979-06-14
Filing date: 1986-11-13
Publication date: 1987-04-01
Also published as: NL180764B; NL8003469A; NL185220C; NL180764C

Description

vdV/Ba/kvg/8 6 5 O 92 Korte aanduiding:

Werkwijze voor het vervaardigen van een polyvinylchloride-voorwerp

De aanvrage heeft betrekking op een werkwijze ; voor het vervaardigen van een polyvinylchloridevoorwerp door extrusie of spuitgieten van polyvinylchloride gemengd met een glijmiddel en een deeltjesvormige kleurstofsamenstelling welke samenstelling ten minste 40 gew.% 5 kleurstofpigmenten en ten hoogste 60 gew. % van een glycerolstearaatverbinding bevat.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit het Britse octrooischrift 1.538.718 waarin beschreven wordt dat men een mengsel van kleurstofpigment met een gesmolten 10glycerylhydroxystearaat-verbinding over een driewals menginrichting leidt waarvan de voorste walsen verhit zijn tot een temperatuur van 117°C-230°C, dat wil zeggen boven het smeltpunt van het glycerylhydroxystearaat en de laatste wals beneden het smeltpunt van het 15glycerylhydroxystearaat gehouden wordt zodat men een vaste kleurstofsamenstelling verkrijgt.

De aldus verkregen vaste kleurstofsamenstelling is deeltjes vormig en kan worden toegepast bij het door extrusie of spuitgieten vormen van kunststof voorwerpen.

20 De hiervoor geschetste samenstelling heeft het nadeel dat het beschreven glycerolstearaat niet goed verdraagbaar is met andere voor het extruderen of spuitgieten vereiste toevoegsels indien de kunststof waaruit het voorwerp gevormd moet worden poly-25vinylchloride is.

In de Nederlandse octrooiaanvrage 80.034.69,van aanvraagster waaruit de materie van de onderhavige aanvrage is afgesplitst, is vermeld dat voor bovengenoemd verdraagbaarheidsprobleem een oplossing wordt verschaft 30 indien de glycerolstearaat verbinding die wordt toegepast bestaat uit glycerolmonostearaat. Door deze 8602884 -2- maatregel worden zeer goede resultaten wat betreft verdraagbaarheid en kleuring bereikt tijdens en direct na het vormingsproces.

Gebleken is echter dat onder bepaalde omstandigheden een sterk uitzweten van het glijmiddel uit het gevormde 5 voorwerp wordt geconstateerd waardoor de toepassingsmogelijkheden van de voorwerpen beperkt worden.

Verrassenderwijs heeft aanvraagster nu gevonden dat voor bedoeld probleem een oplossing wordt verschaft indien in de werkwijze volgens de uitvinding de glycerolstearaatverbinding bevattende kleurstof-samenstelling toegevoegd wordt in een zodanige hoeveelheid dat de totale hoeveelheid glycerolmonostea-raat die aanwezig is in het uiteindelijk gevormde polyvinylchloridevoortbrengsel maximaal 5% gew. bedraagt.

In het bijzonder is de werkwijze volgens de uitvinding zodanig dat 3 tot 4% gew. glycerolmonostea-raat, berekend op het polyvinylchloride aanwezig is in het gevormde polyvinylchloride voortbrengsel.

Bij toepassing van bovenvermelde maatregelen, ? Π waarbij de hoeveelheid glycerolmonostearaat m het gerede voorwerp beperkt is tot maximaal 5%, worden voorwerpen verkregen waarin uitzweten van het glycerolmonostearaat niet meer optreedt.

In het bijzonder is vastgesteld, dat bij het O c toevoegen van een kleurstofsamenstelling volgens de uitvinding, met een glycerolmonostearaat en kleurstof-deeltjes aan bijvoorbeeld te extruderen of te spuitgieten polyvinylchloride betere resultaten bereikt worden dan bij het afzonderlijk toevoegen van de beide bestanddelen ^van de volgens de uitvinding verkregen kleurstof samenstelling.

Daar het glycerolmonostearaat een goede glij-middelwerking bezit, wordt bovendien bij het toevoegen van de kleurstofsamenstelling tegelijkertijd met de kleurstof, tevens een glijmiddel aan het polyvinyl- 8602884 -3- chloride toegevoegd.

De genoemde kleurstofsamenstelling kan aan het te extruderen of te spuitgieten polyvinylchloride toegevoegd worden tijdens het mengen, maar ook direkt aan de extruder of spuitgietinrichting.

5 Opgemerkt wordt dat in de oudere niet vóórgepu bliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 7904675 een werkwijze beschreven is voor het bereiden van een kleurstofsamenstel ling voor het kleuren van extrudeerbare thermoplastische kunststoffen door mengen van kleurstof-10 deeltjes met een gesmolten organische verbinding, gevolgd door stolling van het gevormde vloeibare mengsel waarbij de organische verbinding uit glycerol-monostearaat bestaat.

Voorts is uit de Nederlandse octrooiaanvrage 6703760 bekend om mengsels van poedervormige anorganische of metaalzeepstabilisatoren met vulstoffen, kleurstoffen en antistatica onder roeren te vermengen met een granu-leermiddel in de vorm van een organische verbinding die een koolwaterstofrest met een smeltpunt boven 40°C bevat 20 onder verwarming tot boven het smeltpunt van het granuleer-middel gevolgd door stollen. Als granuleermiddel wordt een aantal organische verbindingen met glijmiddelwerking genoemd, waarbij deze organische verbinding een ester van een vetzuur met een alkohol of een ester van een 25 meerwaardige alkohol met een vetzuur zoals glycerolmono-stearaat kan zijn. Glycerolmonostearaat is echter alleen genoemd en niet in de voorbeelden toegepast, terwijl juist nu gevonden is dat glycerylmonostearaat een veel betere bekleding van afzonderlijke kleurstofdeeltjes met 50 glycerolmonostearaat geeft dan de andere in deze aanvrage genoemde organische verbindingen en derhalve een veel betere kleuring van kunststoffen gewaarborgd is aangezien zich in de kleurstofsamenstelling met glycerolmonostearaat geen conglomeraten van kleurstofdeeltjes meer bevinden.

De werkwijze volgens de uitvinding maakt het ook 8602884 -4- mogelijk om de kleurstofdeeltjes te mengen met het goedkope glycerolmonostearaat bij veel lagere temperaturen, zodat de eigenschappen van de kleurstofdeeltjes niet nadelig beïnvloed worden tengevolge van hoge temperaturen- Bovendien kunnen met een dergelijke 5 kleurstofsamenstelling goed kleurbestendige polyvinyl-chlorede produkten verkregen worden.

Doelmatig werkt men met kleurstofsamenstelling, die tot 75% gew.% kleurstof bevatten, terwijl de rest uit glycerolmonostearaat bestaat daar deze samenstellingen gemakkelijker tot kleinere deeltjes verwerkt kunnen worden. De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden.

Voorbeeld I

15 75 Kg ftalocyanine-blauw wordt gemengd met 50 kg glycerolmonostearaat waarna men het mengsel uitgiet in een vorm, zodat gevormde samenstellingen verkregen worden met een zeer bepaald gewicht. De produkten worden als zodanig direkt toegevoegd aan de extruder voor het 20 extruderen van polyvinylchloride dat normale toevoegsels bevat. Het glycerolmonostearaat werkt als glijmiddel; de totale hoeveelheid glycerolmonostearaat in het gedxtru-deerde polyvinylchioridevoorwerp bedraagt 3 gew. %.

2^ Voorbeeld II

50 Kg zwart ijzeroxyde wordt gemengd met 50 kg gesmolten glycerolmonostearaat. Na mengen wordt het gesmolten mengsel uitgegoten in een vorm en de gevormde samenstellingen fijngemaakt ter verkrijging van 50 granulaatdeeltjes. Bij toevoegen van deze granulaatdeeltjes aan een met polyvinylchloride gevoede extruder, verkrijgt men een zeer geschikte kleuring terwijl de gekleurde buis optimale eigensschappen bezit.

Om uitzweten van glycerolmonostearaat te voorkomen is het 3 5 in het algemeen aan te bevelen om de totale hoeveelheid glycerolmonostearaat in het eindprodukt te beperken tot 8602884 -5- 5% gew. berekend op het polyvinylchloride.

Voorbeeld III

75 Kg titaandioxyde wordt gemengd met 25 kg gesmolten glycerolmonostearaat en het gesmolten mengsel 5 uitgegoten in een vorm. Men verkrijgt op deze wijze gevormde samenstellingen die men toevoegt aan een met polyvinylchloride gevoede extruder. De totale hoeveelheid glycerolmonostearaat in de geëxtrudeerde buis bedraagt 4 gew. %.

8602884

Claims

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een polyvinylchlo-ridevoorwerp door extrusie of spuitgieten van povinylchloride gemengd met een glijmiddel en een deeltjesvormige kleurstofsamenstelling welke samenstelling ten minste 40 gew.% kleurstofpigmenten en 5 ten hoogste 60 gew.% van een glycerolstearaatverbinding bevat, met het kenmerk, dat de glycerol-stearaatverbinding bevattende kleurstofsamenstelling toegevoegd wordt in een zodanige hoeveelheid dat de totale hoeveelheid glycerolmonostearaat die aanwezig 10 is in het uiteindelijk gevormde polyvinylchloridevoort-brengsel maximaal 5 gew. % bedraagt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat 3 tot 4 gew. % glycerolmonostearaat, 15 berekend op het polyvinylchloride aanwezig is in het gevormde polyvinylchloride voortbrengsel. 8602884