NL8602143A - Werkwijze voor het doseren van porties deeg en stelsel voor het uitvoeren van deze werkwijze. - Google Patents

Description

A

i -1- VO 8315

Werkwijze voor het doseren van porties deeg en stelsel voor het uitvoeren van deze werkwijze.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het doseren van porties deeg op een in een oven te brengen bakoppervlak, waarbij de porties deeg met alle een in wezen gelijk volume vanuit een doseerinrichting 5 in rijen naast elkaar op het bakoppervlak worden gedeponeerd, van welke doseerinrichting de gedoseerde volumes geregeld kunnen worden.

Bij de produktie van bakprodukten zoals allerhande soorten koekjes, wafels en dergelijke die in een 10 verpakking aan de consument wordt aangeboden, is de producent wettelijk verplicht er voor te zorgen dat elke verpakking het zgn. gegarandeerd gewicht bevat.

Bij het bakproces wordt gebruik gemaakt van volumedoseermachines. Deze volumedoseermachines doseren 15 vanuit doseercilinders de porties te bakken deeg in tevoren bepaalde volumes en deponeren de porties rij per rij op een bakplaat of een staalband, waarna de bakplaat of de staalband de oven ingaat. Een probleem dat optreedt bij dergelijke volumedoseermachines, is 20 dat het soortelijk gewicht van het deeg niet altijd constant is, o.a. tengevolge van temperatuurvariaties van het deeg en schommelingen in de samenstelling daarvan, zodat een regelmatige bijregeling van het volume van de cilinders in de doseermachine die het volume van 25 de porties deeg bepalen nodig is.

Het bijregelen van het volume van de doseerci-linders van de volumedoseermachines kan echter pas plaatsvinden als gebleken is dat het, na het gehele bakproces verkregen produkt een afwijkend gewicht heeft, zodat 30 de feitelijke bijregeling sterk naijlt ten opzichte van het feitelijk gewenste moment van bijregeling. Om 8602143 f * « -2- er zeker van te zijn dat het verkregen bakprodukt toch altijd aan het gegarandeerde gewicht voldoet, wordt daarom bij de produktie van dergelijke bakprodukten een overdosering toegepast van het ongebakken deeg.

5 D.w.z. dat men meer ongebakken deeg dan strikt noodzakelijk is, de oven invoert, deze overdosering bedraagt vaak 7 a 8% en bij sommige soorten deeg zelfs 10 a 15%. Het gevolg hiervan is dat elke verpakking zeker het gegarandeerde gewicht zal bevatten maar meestal meer, hetgeen 10 voor de producent nadelig is daar hij meer ingrediënten moet aankopen en gebruiken dan strikt nodig is, waardoor de kostprijs van het produkt onnodig stijgt.

Dit probleem kan worden ondervangen door het gewicht van de aan de oven toe te voeren porties 15 deeg te meten, waardoor het mogelijk is om de doseermachine te voorzien van een terugkoppelsignaal, waarmee de volumes van de doseercilinders daarvan kunnen worden bijgestuurd. Een dergelijke werkwijze is vanzelfsprekend alleen mogelijk wanneer het verband tussen het gewicht van een ongebakken 20 portie deeg en het gewicht van het daaruit na het bakproces verkregen produkt nauwkeurig bekend is. De temperatuurregeling in moderne ovens is echter zo nauwkeurig dat men dit verband exact heeft kunnen bepalen, terwijl dit verband ook constant gehouden kan worden.

25 Bij een bekende werkwijze voor het bepalen van het gewicht van de porties deeg die door een doseermachine op een bakplaat worden gedeponeerd, wordt het bekende gewicht van een lege bakplaat afgetrokken van het gewicht van een met porties deeg gevulde bakplaat.

30 Hieruit kan dan het totale gewicht van alle porties deeg en dus het gemiddelde gewicht van een portie deeg worden berekend. Deze werkwijze is echter onnauwkeurig omdat het gewicht van het deeg gering is ten opzichte van het gewicht van de bakplaat en omdat er gewichtsver-35 schillen bestaan tussen 'de bakplaten onderling. Bovendien is deze werkwijze omslachtig omdat steeds een volle 8602143 f -3- .

bakplaat, voordat deze in de oven wordt gebracht, gewogen moet worden.

Wanneer gebruik wordt gemaakt van een staalband oven om de porties deeg te bakken, waarbij op een staalband 5 in een continu proces porties deeg door een doseermachine worden gedeponeerd, is de bekende werkwijze onbruikbaar omdat het onmogelijk is om in een dergelijke oven het gewicht van de staalband of van een gedeelte van de staalband te wegen, nadat hierop porties deeg zijn gedepo-10 neerd.

De uitvinding beoogt te voorzien in een werkwijze die het zowel bij het doseren van deeg op een bakplaat als bij het doseren op een staalband mogelijk maakt het gewicht van de gedoseerde hoeveelheden deeg 15 direkt bij het doseren nauwkeurig te bepalen, zonder dat dit grote investeringen aan weeg- en/of regelapparatuur vraagt.

De uitvinding voorziet daartoe in een werkwijze van voornoemde soort, waarbij één van de porties deeg 20 op een rij wordt gedeponeerd op een buiten het bakoppervlak opgestelde weeginrichting, waarna het gewicht van die portie wordt bepaald en uit het gewicht een controlesignaal wordt afgeleid dat een maat is voor het gewicht, met welk controlesignaal de door de doseerinrichting afgegeven 25 volumes worden geregeld.

Om de werkwijze volgens de uitvinding te kunnen uitvoeren wordt de doseermachine uitgerust met een doseercilinder die een portie deeg niet op de staalband of bakplaat, maar daarnaast, op een weeginrichting deponeert.

30 Hiertoe kan de doseermachine voorzien worden van een extra doseercilinder maar het is ook mogelijk om het aantal porties deeg op een rij op de bakplaat of staalband met één te verminderen, zodat die portie gewogen kan worden. Na de meting is de gewogen portie deeg niet 35 verloren, omdat deze met behulp van een op zich bekende inrichting teruggevoerd kan worden naar de voorraadhouder 8602143 -4- .

S' van de doseerinrichting.

Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt uitgegaan van het feit dat alle cilinders van een doseer-machine identiek zijn, zodat ook het volume en het gewicht 5 van alle porties deeg op één rij, die door de doseercilinders op de staalband of bakplaat werden gedeponeerd, in principe gelijk zijn. Een meting van het gewicht van één portie geeft dus voldoende informatie over het gewicht van de overige porties op één rij.· De weeginrich-10 ting is bij voorkeur zo uitgevoerd dat zij een uitgangssignaal afgeeft dat evenredig is met het gemeten gewicht, welk uitgangssignaal kan dienen voor het automatisch bijregelen van het nuttig volume van de doseercilinders van de volumedoseermachine. Het volstaat vanzelfsprekend 15 het nuttig volume van alle doseercilinders in dezelfde mate bij te regelen.

Het uitgangssignaal van de weeginrichting kan via de besturingseenheid van de volumedoseermachine de doseercilinders bijregelen of kan aangelegd worden 20 aan een centrale besturingseenheid, die naast de volumedoseermachine ook nog alle functies van de oven bestuurt. Geconstateerd is dat een steekproefgewijs controleren van het gewicht van de deegporties voldoende is.

Volgens de uitvinding is het dan ook mogelijk 25 om de steekproeven geautomatiseerd te laten verlopen, waarbij de herhalingsfrequentie via de besturingseenheid van de volumedoseermachine of via de centrale besturingseenheid van de oven, naar behoefte willekeurig in te stellen is.

30 De werkwijze volgens de uitvinding heeft het grote voordeel dat deze zonder problemen is uit te voeren bij zowel een staalbandoven als bij bakplaten, dat deze zeer snel is, omdat het bijregelen van het volume van de doseercilinders kan gebeuren tussen het 35 deponeren van twee rijen deegporties op de staalband of bakplaat, en dat de gewichtsmeting plaatsvindt aan 8602143 f -fj- de ingang van de oven, dus voordat het deeg wordt gebakken, en niet aan de uitgang van de oven, hetgeen een grote tijdsvertraging zou opleveren. De gewichtsbepaling kan aan de ingang van de oven plaatsvinden omdat, zoals 5 bovenstaand reeds werd vermeld, het verloop van het bakproces zeer nauwkeurig kan worden geregeld.

De uitvinding voorziet tevens in een stelsel voor het doseren van porties deeg op een in een oven te brengen bakoppervlak, omvattende een doseerinrichting 10 met een voorraadhouder voor deeg en een aantal doseercilin-ders, vanuit welke porties deeg met alle een in wezen gelijk volume in rijen naast elkaar op het bakoppervlak gedeponeerd kunnen worden, waarbij voorzien is in middelen om het volume van de door de doseerinrichting afgegeven 15 porties deeg te regelen, een buiten het bakoppervlak geplaatste weeginrichting, een doseercilinder die een portie deeg op de weeginrichting kan deponeren en middelen om uit het gemeten gewicht een controlesignaal af te leiden dat een maat is voor het gewicht en om dit controle-20 signaal toe te voeren aan de regelmiddelen voor het volume.

Onder verwijzing naar de tekening zal de uitvinding verduidelijkt worden aan de hand van de beschrijving van een voorkeursuitvoering van het stelsel volgens 25 de uitvinding.

In de tekening toont de figuur een schematische voorstelling van een stelsel voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding. In de figuur is schematisch de ingangszijde van een staalbandoven getoond 30 met een volumedoseerinrichting 1, die is voorzien van een voorraadhouder 3 van waaruit deeg wordt toegevoerd aan een willekeurig aantal doseercilinders 2a-2n en een extra doseercilinder 2n+l. Naast de doseerinrichting, op één lijn daarmee, is een weeginrichting 4 aangebracht.

35 De doseercilinders 2a-2n deponeren deegporties, zoals de porties 22a-22n, op een staalband 10 die in de richting 8602143 't -6- van de pijl 11 in de staalbandoven 12 schuift. De doseer-cilinder 2n+l deponeert eenzelfde portie deeg, als die welke worden afgegeven door de doseercilinders 2a-2n, op de weegschaal van de weeginrichting 4 die naast de 5 staalband 10 is gelegen, alwaar het gewicht van deze portie wordt bepaald. Na de weging wordt de portie deeg van de weeginrichting 4 via een op zich bekende inrichting op een op zich voor deskundigen voor de hand liggende wijze naar de voorraadhouder 3 van de doseerinrichting 10 1 teruggevoerd.

Het verwijzingscijfer 5 duidt een op zich bekende omvormer aan die een uitgangssignaal afgeeft dat evenredig is met het gewicht van de portie deeg dat op de weeginrichting 4 is gedeponeerd. Via een leiding 15 6 wordt dat uitgangssignaal aan de controleeenheid 7 van de volumedoseermachine 1 toegevoerd, welke controleeenheid op op zich bekende wijze het volume van de door iedere doseercilinder 2a-2n+l afgegeven hoeveelheid deeg kan regelen. Wanneer het door de weeginrichting 20 4 gemeten gewicht gelijk is aan het gewenste gewicht van een portie deeg, behoeft vanzelfsprekend geen bijrege-ling van de door de doseercilinder afgegeven hoeveelheid deeg plaats te vinden. Slechts bij afwijkingen in het gewenste gewicht vindt bijregeling plaats. Het zal duide-25 lijk zijn dat in plaats van bij een staalbandoven ook bij conventionele bakplaten de werkwijze volgens de uitvinding met hetzelfde effekt toepasbaar is.

86 0 2 1 4 3

Claims (7)

1. Werkwijze voor het doseren van porties deeg op een in een oven te brengen bakoppervlak, waarbij de porties deeg met alle een in wezen gelijk volume vanuit een doseerinrichting in rijen naast elkaar op 5 het bakoppervlak worden gedeponeerd, van welke doseerinrichting de gedoseerde volumes geregeld kunnen worden, met het kenmerk, dat één van de porties deeg op een rij wordt gedeponeerd op een buiten het bakoppervlak opgestelde weeginrichting, waarna het gewicht van die 10 portie wordt bepaald en uit het gewicht een controlesignaal wordt afgeleid dat een maat is voor het gewicht, met welk controlesignaal de door de doseerinrichting afgegeven volumes worden geregeld.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat slechts bij bepaalde rijen deegporties een portie deeg op de weeginrichting wordt gedeponeerd.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de op de weeginrichting gedeponeerde portie deeg na het wegen wordt teruggevoerd naar een bij de 20 doseerinrichting behorende voorraadhouder.

4. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat een portie deeg behorende bij één rij wordt gewogen en het controlesignaal aan de doseerinrichting wordt toegevoerd voordat de volgende rij porties 25 deeg op het bakoppervlak wordt gedeponeerd.

5. Stelsel voor het doseren van porties deeg op een in een oven te brengen bakoppervlak, omvattende een doseerinrichting met een voorraadhouder voor deeg en een aantal doseercilinders, vanuit welke porties 30 deeg met alle een in wezen gelijk volume in rijen naast elkaar op het bakoppervlak gedeponeerd kunnen worden, waarbij voorzien is in middelen om het volume van de door de doseerinrichting afgegeven porties deeg te regelen, met het kenmerk, dat voorzien is in een buiten het bakop- 8602143 -8- f > pervlak geplaatste weeginrichting, dat de doseerinrichting is voorzien van een doseercilinder die een portie deeg op de weeginrichting kan deponeren en dat voorzien is in middelen om uit het gemeten gewicht een controlesignaal 5 af te leiden dat een maat is voor het gewicht en om dit controlesignaal toe te voeren aan de regelmiddelen voor het volume.

6. Stelsel volgens conclusie 5, met het kenmerk/ dat het bakoppervlak een continue, door een tunneloven 10 lopende staalband is.

7. Stelsel volgens conclusie 6, waarbij de doseerinrichting nabij een uiteinde van de tunneloven boven de staalband is geplaatst, met de doseercilinders in een rij dwars op de langsas van de staalband, met het 15 kenmerk, dat de weeginrichting naast de zijkant van de staalband, op een lijn met de doseerinrichting is geplaatst. 8602143