NL8601082A - Inrichting voor de opslag en de koeling van bier bestemd voor het toevoeren aan een tapkraan. - Google Patents

Description

t i N637

Johannes Antoinetta Michael Ummels Westerhoven

Inrichting voor de opslag en de koeling van bier bestemd 5 voor het toevoeren aan een tapkraan.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor de opslag en de koeling van bier en het toevoeren daarvan aan een tapkraan via een watergekoelde bierleiding 10 (python). Tevens heeft de uitvinding betrekking op een tapinstallatie voorzien van een dergelijke inrichting.

In de op 2 januari 1986 ter visie gelegde Nederlandse octrooiaanvrage nr. 8401845 is een tapinrich-ting voor bier beschreven welke tenminste een tapkraan 15 bevat en een voorraadvat welke onderling verbonden zijn door een door'water gekoelde bierleiding. Het voorraadvat is daarbij opgesteld in een gesloten koelruimte en wordt gekoeld door een hol gesloten koelelement dat in goed warmte-geleidende verbinding staat met de buitenwand van 20 het voorraadvat. In dit koelelement bevinden zich een, tenminste gedeeltelijk als zogenaamde remspiraal uitgevoerde, bierleiding alsmede een leiding waardoor een koelmedium, bijvoorbeeld freon, stroomt. Het koelelement wordt doorstroomd door water dat door het contact enerzijds 25 met de koelmediumleiding en anderzijds met het voorraadvat, de inhoud daarvan koelt. Het koelelement kan daarbij een verschillende vorm hebben maar volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van deze bekende inrichting wordt gebruik gemaakt van de ruimte die ontstaat tussen twee naast elkaar 30 gelegen voorraadtanks. Deze ruimte wordt afgesloten en fungeert dan als hol gesloten koelelement waarin de hierboven opgesomde pijpen aanwezig zijn.

Hoewel met de hierboven beschreven installatie zeer goede resultaten bereikt konden worden was de 35 constructie daarvan slechts economisch verantwoord voor horecabedrijven waarin grote hoeveelheden bier verbruikt worden. Hierbij moet gedacht worden aan tanks met een 860 1 082 ? t N637 -2- inhoud van 500 tot 1000 liter. Voor kleinere horecabedrijven kan in het algemeen volstaan worden met een voorraadvat van 150 tot 300 liter. Ook daarbij is het echter gewenst dat twee of soms meer van dergelijke voorraadvaten gebruikt 5 worden om bij het toevoeren van een nieuwe voorraad bier aan een leeg voorraadvat, de tap niet te onderbreken. Een inrichting volgens de uitvinding is bijzonder geschikt voor dergelijke kleinere horecabedrijven.

De uitvinding is daarop gebaseerd dat bij 10 dergelijke, kleinere installaties het koelelement niet in direkt contact behoeft te staan met het voorraadvat en dat het voorraadvat of de voorraadvaten niet in een gesloten koelruimte behoeven te worden opgesteld mits de nodige voorzieningen voor het koel houden van het bier getroffen 15 worden zoals die hier later, in het bijzonder in het kenmerkende deel van de conclusies, nog nader uiteengezet zullen worden. Een wezenlijk verschil van een inrichting volgens de uitvinding met de hierboven beschreven bekende inrichting is voorts nog dat het water dat de bierspiralen 20 omspoelt en daardoor koelt zelf gekoeld wordt door een warmtewisselaar die zich buiten de ruimte bevindt waarin de bierspiralen ppgesteld,zijn. Daardoor wordt absolute zekerheid verkregen dat het bier niet in contact kan komen met een eventueel lekkende leiding waarin het* koelmedium 25 aanwezig is. Daar bij een inrichting volgens de uitvinding geen direkt contact bestaat tussen het voorraadvat (de voorraadvaten) en het koelelement en het bier toch goed gekoeld moet worden zijn verdere voorzieningen nodig en volgens de uitvinding wordt daartoe aan de onderzijde van 30 elk voorraadvat een koelruimte aangebracht die door water " doorstroómd wordt en tegen de ondër'zijde van het vo'orraad-vat aanligt. Voorts wordt de wand van het voorraadvat en eveneens de onderzijde van deze koelruimte van een warmte-isolerende laag voorzien bij voorbeeld van polyurethaan-35 schuim. Ook het gehele koelelement is voorzien van een

a ;· Γ ! /Μ V

• A

Ν637 -3- X ' Η* dikke warmte-isolerende laag die eveneens uit polyurethaan-schuim kan bestaan.

De remspiralen in het koelelement worden enerzijds verbonden met de bierleiding in de python en 5 anderzijds met een uitvoeropening aan de onderzijde van het voorraadvat.

Zoals hieronder nog zal worden uiteengezet is een koelcircuit aanwezig, dat door water doorstroomd wordt door middel van een pomp, dat in elk geval de koelbodem van het 10 voorraadvat, de binnenruimte van het koelelement waarin de remspiralen zijn opgesteld en een ruimte die de leiding waarin het koelmedium, bijvoorbeeld freon, 'stroomt betrekkelijk nauw omgeeft, bevat. Met voordeel kan ook het koelcircuit van de python in het gehele circuit opgenomen 15 zijn. Men heeft dan slechts een koelwaterpomp nodig.

Een inrichting volgens de uitvinding voor de opslag en de koeling van bier en het toevoeren daarvan aan een tapkraan via een watergekoelde bierleiding (python) is daardoor gekenmerkt dat de inrichting bevat tenminste een 20 vertikaal opgesteld, tegen warmte-overdracht geïsoleerd, voorraadvat en een praktisch evenwijdig daarmee opgesteld koelelement bestaande uit een isolatiemantel en een daar binnen gelegen gesloten binnenpijp, waarin zich tenminste een bierleiding in de vorm van een remspiraal bevindt welke 25 binnenpijp een koelwater-toevoeropening aan de onderzijde en een koelwater-afvoeropening aan de bovenzijde heeft en waarbij buiten tegen de binnenpijp en binnen de isolatiemantel van het koelelement, een warmtewisselaar is opgesteld bestaande uit een binnenbuis voor het doorvoeren 30 van een koelmedium, bijvoorbeeld freon, en een deze buis omgevende mantel, waarbij de ruimte tussen de binnenbuis en de mantel enerzijds verbonden is met de koelwater-afvoeropening van de binnenpijp waarin zich de remspiraal (-spiralen) bevindt (bevinden) en anderzijds met een, aan 35 de onderzijde van het (de) voorraadvat (en) aanwezige koel- 8501082 N637 -4- *

v V

ruimte.

Bij een inrichting volgens de uitvinding met twee naast elkaar geplaatste voorraadvaten wordt een compacte en effectieve opstelling verkregen wanneer het koelelement 5 zich tussen beide vaten bevindt. De bierleiding die aan de onderzijde het koelelement verlaat kan daarbij met voordeel voorzien worden van een draaibare koppeling en een zwenkarm waarmee de koppeling met een van de twee voorraadvaten tot stand kan worden gebracht. Op deze wijze kan bijvoorbeeld 10 bij het vullen van een vat het andere vat in gebruik genomen worden zodat de tap niet onderbroken wordt.

De bij voorkeur U-vormige warmtewisselaar, die zoals hierboven reeds uiteengezet, bestaat uit een binnenpijp die door een mantel omgeven is, heeft bij 15 voorkeur warmte-overdrachts-versterkende elementen, bijvoorbeeld in draadvorm, die vast bevestigd zijn aan de binnenpijp. Het koelwater stroomt langs de binnenpijp en de warmteoverdrachtselementen en wordt daardoor zeer goed gekoeld.

20 De koeling van de bodem van de voorraadvaten kan bijvoorbeeld plaatsvinden door tegen de onderzijde een koelspiraal aan te brengen. Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt deze koelspiraal gevormd tussen twee evenwijdige platen waarin 25 een dwarsschot aanwezig is dat de spiraalvormige door- stroomleiding daarin geeft. Een van deze platen kan gevormd worden door de onderzijde van het voorraadvat zelf. Indien meerdere remspiralen in het koelelement aanwezig zijn wordt met voordeel gebruik gemaakt van een verdeelpijp die zich 30 in het koelelement bevindt en centraal aangesloten kan worden aan het voorraadvat (en); bij deze constructie kan men dan vanuit een voorraadvat via diverse remspiralen meerdere..tapkranen voorzien van bier. Bij voorkeur worden in de verbindingen van de verdeelpijp met de remspiralen 35 kranen aangebracht die buiten het koelelement bedienbaar zijn. Deze kranen kunnen ook uitgevoerd worden als drieweg- q q "> λ λ Γ) 'J i -- . ^ Ö L· N637 -5- kranen waardoor een remspiraal geheel uitgeschakeld en met een spoelleiding verbonden kan worden; men kan dan de gehele leiding vanaf de tapkraan tot en met de remspiraal doorspoelen. De uitvinding zal nu toegelicht worden aan de 5 hand van een tekening waarin: figuur 1 de algemene opstelling van een inrichting volgens de uitvinding met twee voorraadvaten weergeeft; figuur 2 een dwarsdoorsnede geeft door een 10 koelelement met de daarin aanwezige warmtewisselaar; figuur 3 een zijaanzicht geeft van de warmtewisselaar volgens figuur 2; figuur 4 een bovenaanzicht geeft van een koelruimte onder een voorraadvat; 15 figuur 5 schematisch een dwarsdoorsnede geeft door een koelelement dat een verdeelpijp bevat voor meerdere remspiralen.

In figuur 1 zijn met 1 en 2 de twee voorraadvaten voor het bier aangeduid en met 3 het daartussen gelegen 20 koelelement. Dit koelelement is aan de onderzijde voorzien van een tuit 4 welke tuit 4 in verbinding staat met een zwenkarm 6 waarin een terugslagklep 5. Deze zwenkarm 6 kan hetzij in verbinding gebracht worden met tank 1 via de kraan 7 hetzij met tank 2 via de kraan 8. Via deze 25 kranen 7 en 8 kunnen ook de tanks, bijvoorbeeld vanuit een tankwagen, met bier gevuld worden. In de tanks kunnen zich, op bekende wijze, plastic zakken bevinden waarin het-bier opgeslagen wordt. Door druk via de kranen 9 .....- en 10 kan het bier vanuit de voorraadvaten 1 en 2 in 30 de remspiraal of spiralen in het koelelement 3 geperst worden. Aan de bovenzijde verlaat het bier het koelelement en gaat naar de python 11 die eindigt bij de tapkraan 12. Deze python die door water gekoeld wordt kan een constructie hebben zoals weergegeven in de 35 hierboven vermelde ter visie gelegde Nederlandse octrooiaanvrage nr. 8401845. Aan de onderzijde hebben de 8501082 w' V» N637 -6- voorraadvaten 1 en 2 een afgesloten ruimte 13 respectievelijk 14 waarin koel water via de toevoeren 15 en de afvoeren 16 circuleert.

In figuur 2 is schematisch een dwarsdoorsnede 5 door het koelelement 3 weergegeven. Dit element heeft een buitenwand 17, bijvoorbeeld bestaande uit aluminium, waarin zich de binnenpijp 18 bevindt. In het inwendige van deze pijp 18 is de bierleiding in de vorm van een remspiraal 19 opgesteld. Het bier treedt aan de 10 onderzijde bij 20 in de remspiraal en wordt bij 21 gevoerd naar de bierleiding in de python. De binnenpijp 18 wordt doorstroomd door water dat bij 22 binnenkomt en de. ruimte 18 bij 23 verlaat. Bij 23 stroomt het water dan naar de warmtewisselaar die bestaat uit een buitenmantel 24 en een 15 binnenpijp 25 waarin een koelmedium, bijvoorbeeld freon, stroomt. Het koelwater verlaat de warmtewisselaar bij 26.

Vandaar wordt het koelwater geleid naar de toevoeren 15 (figuur 1) van de koelbodems van de voorraadvaten. Tussen de binnenpijp 25 en de mantel 24 zijn de warmte-overdrachts 20 vergrotende elementen 27, hier in draadvorm, aangebracht.

Deze elementen zijn vast verbonden met de pijp 25. De gehele ruimte, .omgeven door de wand .17 is gevuld met isolatiemateriaal, bijvoorbeeld polyurethaanschuim. De koelwatertoevoer vindt zoals boven aangegeven bij 22 25 plaats. Dit koelwater kan direkt van een pomp komen en bij 26 naar de koelbodems van de voorraadvaten gevoerd worden.

Vanuit deze koelbodems wordt dan via de afvoeren 16 (figuur 1) de terugkeer naar de pomp bewerkstelligd. Men kan echter ook het koelwater van de pomp eerst door de koelwatermantel 30 van de python sturen en vandaar via 22 dezelfde weg laten 'volgen ais hierboven beschreven. Ónder alle omstandigheden......

echter wordt volgens het tegenstroomprincipe gekoeld.

In figuur 3 is in dwarsaanzicht de warmtewisselaar van figuur 2 nogmaals weergegeven. Uit deze 3301082 «r tf N637 -7- figuur blijkt duidelijk dat de warmtewisselaar U-vormig is.

De verwijzingscijfers corresponderen met die van figuur 2.

In figuur 4 is schematisch een bijzondere uitvoeringsvorm van een koelruimte onder een voorraadvat 5 weergegeven. Deze ruimte bestaat uit twee min of meer evenwijdige platen, waarvan een de bodem van het vat zelf kan zijn, en is door het tussenschot 30 zodanig verdeeld dat een spiraalvormig kanaal gevormd wordt vanaf de watertoevoer 15 naar de waterafvoer 16. Met 31 is de 10 toevoer aangeduid die in verbinding gebracht kan worden met het koelelement bijvoorbeeld zoals in figuur 1 aangegeven.

In figuur 5 is schematisch een koelelement weergegeven geschikt voor het bedienen van twee tapkranen.

In wezen komt dit koelelement overeen met het koelelement 15 zoals weergegeven in figuur 2. De verwijzingscijfers corresponderen derhalve met de verwijzingscijfers van deze figuur 2. In de binnenpijp 18 bevindt zich echter niet een remspiraal zoals in figuur 2 aangeduid met 19 maar twee remspiralen namelijk 32 en 33. Deze zijn ter vereenvoudi-20 ging met enkele lijnen aangegeven. Naast de binnenpijp 18 bevindt zich de verdeelpijp 34 waarop de remspiralen 32 en 33 aangesloten zijn. Deze verdeelpijp kan bij 20 aangesloten worden op een voorraadvat en stuurt het bier via de kranen 35 respectievelijk 36 naar de 25 remspiralen 32 respectievelijk 33. Deze kranen zijn buiten het -koelelement bedienbaar. · - . ......-

De in de tekening weergegeven uitvoeringsvormen zijn slechts als voorbeeld bedoeld; de uitvinding wordt slechts beperkt door de hierna volgende conclusies.

1 ή 3 ί ·* - V V Zm

Claims (11)

1. Inrichting voor de opslag en de koeling van bier en het toevoeren daarvan aan een tapkraan via een 5 watergekoelde bierleiding (python), met het kenmerk, dat de inrichting bevat tenminste een vertikaal opgesteld, tegen warmte-overdracht geïsoleerd, voorraadvat en een praktisch evenwijdig daarmee opgesteld koelelement bestaande uit een isolatiemantel en een daarbinnen gelegen gesloten 10 binnenpijp'waarin zich tenminste een bierleiding in de vorm van een remspiraal bevindt, welke binnenpijp een koelwater-toevoeropening aan de onderzijde en een koelwaterafvoer-opening aan de bovenzijde heeft en waarbij buiten tegen de binnenpijp en binnen de isolatiemantel van het koelelement, 15 een warmtewisselaar is opgesteld bestaande uit een binnenbuis voor het doorvoeren van een koelmedium, bijvoorbeeld freon, en een deze buis omgevende mantel, waarbij de ruimte tussen de binnenbuis en de mantel enerzijds verbonden is met de koelwaterafvoeropening van de binnenpijp waarin zich 20 de remspiraal (-spiralen) bevindt (bevinden) en anderzijds met een, aan de onderzijde van het (de) voorraadvat (en) aanwezige koelruimte.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting twee praktisch evenwijdig 25 opgestelde voorraadvaten heeft en het koelelement tussen beide vaten is opgesteld.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het koelwatercircuit van de bierleiding en het koelwatercircuit van het koelelement een doorlopend koel- 30 watercircuit vormen.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de binnenbuis van de warmtewisselaar aan de buitenzijde, dat wil zeggen in de mantelruimte, voorzien is van oppervlaktevergrotende, bijvoorbeeld draadvormige, 35 warmte-overdrachtselementen. 8801082 N637 -9-

5. Inrichting volgens conclusie 1 , 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de warmtewisselaar U-vormig is.

6. Inrichting volgens conclusie 1, 2, 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat de koelruimte bij het (de) voorraadvat 5 (en) een dubbelwandige ruimte is die door een dwarsschot spiraalvormig ingedeeld is.

7. Inrichting volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5 of 6, met tenminste twee remspiralen in het koelelement, met het kenmerk, dat zich in het koelelement een verdeelpijp 10 bevindt die centraal aangesloten kan worden aan het (de) voorraadvat (en) en in verbinding staat met de remspiralen.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat zich in de verbindingen van de verdeelpijp met de remspiralen, separaat buiten het koelelement bedienbare, 15 kranen bevinden.

9. Inrichting volgens conclusie 2, 3, 4, 5, 6, 7 of 8, met het kenmerk, dat de bierleiding aan de onderzijde van het koelelement, voorzien is van een draaibare koppeling en een zwenkarm waarmee een van de twee voorraad- 20 vaten aangeschakeld kan worden.

10. Inrichting volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, · 8 of 9, met het kenmerk, dat het (de) voorraadvat (en) een inhoud hebben van 150-300 liter.

11. Tapinstallatie voor bier bevattende tenminste 25 een tapkraan en een watergekoelde bierleiding (python), met het kenmerk, dat de bierleiding verbonden is aan een inrichting volgens een of meer der voorafgaande conclusies. Eindhoven, 22 april 1986