NL8401845A - Tapinrichting voor bier. - Google Patents

Description

its * Λ N196

Johannes Antoinetta Michael Ummels Westerhoven 5 Tapinrichting voor bier

De uitvinding heeft betrekking op een tapinrichting voor bier welke tenminste een tapkraan bevat en een voorraadvat (biertank) alsmede een bierleiding die de 10 tapkraan verbindt met het voorraadvat (biertank), op een bierleiding geschikt voor het gebruik in een dergelijke inrichting en op een gesloten koelruimte voor een dergelijke inrichting waarin zich het biervoorraadvat (biertank) bevat.

15 Inrichtingen van deze soort treft men veel aan in horecabedrijven die zich bevinden in een gebouw, bijvoorbeeld in een hotel of restaurant, als ook tijdelijk opgesteld bij evenementen. In het bijzonder bij de laatstgenoemde evenementen is het vaak moeilijk om er voor te 20 zorgen om het bier dat getapt wordt aan een tijdelijk opgestelde tapkast, voldoende koud is. Bovendien is het vaak moeilijk voor de exploitant te bepalen hoeveel bier inderdaad gebruikt zal worden, in het bijzonder hoeveel glazen per uur getapt moeten worden. Bij het gebruik van 25 de bekende losse vaten, met een inhoud van + 50 1, moet daardoor vaak gewisseld worden van vat. Het verwisselen van vat neemt vrij veel tijd in beslag en gedurende deze tijd kan er uiteraard niet getapt worden. Meestal heeft men derhalve een dubbele installatie. Bovendien moet men 30 het bier voordat men het aan de cliënten kan voorzetten, enige tijd laten stromen. Di*t bier gaat dus verloren en jaagt de kosten van het bedrijf op. Men heeft hierin wel voorzien door gebruik te maken van grotere tanks, bijvoorbeeld van 500 of 1000 1 maar daarbij doet zich 35 dan natuurlijk in het bijzonder het probleem van de 8401845 tJ· * -2- koeling voor. De voorraadtank moet namelijk zeer goed gekoeld worden en zelfs bij een zeer goede koeling kan in de bierleiding van het voorraadvat naar de tapkraan een aanzienlijke verwarming van het bier optreden, hetgeen 5 uiteraard ongewenst is. In vaste installaties zoals die in horicabedrijven binnen een gebouw aangetroffen worden doen deze problemen zich, zij het in wat mindere mate, eveneens voor. Ook daar wordt tegenwoordig reeds in vele bedrijven gebruik gemaakt van grotere tanks van bijvoorbeeld 500 tot 10 1000 1. In bedrijven waar veel getapt moet worden stelt men vaak twee van zulke tanks naast elkaar op.

Voor het koelhouden van de inhoud van een tank heeft men gebruik gemaakt van in de tank gelegen koelelementen, bijvoorbeeld spiralen of een dubbelwandige cylinder 15 waar koelwater door gestuurd wordt. Door een goede isolatie van de tanks en van de leiding naar de tappunten heeft men de problemen-enigszins ondervangen maar een koeling door middel van koelwater bleef steeds onontbeerlijk. Om het gebruik van koelwater te voorkomen of althans te reduceren 20 heeft men ook voorgesteld de tanks op te stellen in een gesloten koelkamer die bijvoorbeeld in een kelder werd gebouwd. Ook dan echter bleek men zonder waterkoeling niet uit te komen. De koeling van dit benodigde water wordt tot dusver algemeen verkregen door het water te sturen door 25 spiralen die zich bevinden in een open bak met water dat gekoeld wordt met een koelmedium, dat in spiralen welke zich eveneens in de waterbak bevinden stroomt en verbonden zijn met een koelinstallatie bijvoorbeeld met een compres-. sor. Hoewel het eigenlijke koelwatersysteem dus gesloten 30 is, is deze bak met koelwater steeds open. Daardoor treedt gemakkelijk vervuiling en bacteriegroei op. Het water in deze koelbak staat dus weliswaar niet in direkt contact met het bier maar het is voor de handliggend dat een groei van bacteriën en vervuiling ontoelaatbaar is, mede door wet-35 telijke voorschriften.

8401845 * \ -3-

Het bier wordt steeds onder een druk liggende tussen 1,5 en 2,5 bar vanuit de voorraad onverschillig of deze zich in een klein vat of grote tank bevindt, naar de tapkranen gevoerd. Voor het correct tappen van een glas 5 bier is het noodzakelijk dat deze tapkranen snel geopend en gesloten kunnen worden. Bij het snel sluiten treedt dan in de bierleiding een schokgolf op. Afgezien van het feit dat een dergelijke schokgolf een mechanische belasting voor het systeem betekent wordt ook de kwaliteit van het bier daar-10 door verminderd. Om deze schokgolf op te vangen wordt van oudsher een deel van de bierleiding tussen het voorraadvat en de tappunten als zogenaamde remspiraal uitgevoerd. De diameter en het aantal wikkelingen van een dergelijke spiraal is afhankelijk van de gebruikte druk op het bier en 15 van de afstand tussen de remspiraal en het voorraadvat en tussen de remspiraal en de tappunten. Voor de constructie van een dergelijke spiraal zijn empirisch verkregen gegevens in een tabel vastgelegd. Soms worden twee of wel meer spiralen in de bierleiding aangebracht.

20 Door het grote oppervlak van de spiralen moeten juist deze spiralen bijzonder goed gekoeld worden. Men heeft ze bij de meeste installaties derhalve geplaatst in de waterbak waarin ook de koelspiralen voor het koelwater ondergebracht zijn. Deze bak bevindt zich, mede om de 25 remspiralen dichtbij de tappunten te kunnen plaatsen, meestal in de tapkast onder de tapkranen. De afstand van het open water in de bak tot de tapkranen is derhalve steeds klein waardoor het moeilijk is aan de zeer hoge eisen van reinheid te voldoen. Men is derhalve gedwongen 30 het water in de koelbak regelmatig en zeer frequent te verversen.

Daar de afstand tussen de open waterbak en het voorraadvat (biertank) in de meeste gevallen vrij groot is, is het gebruikelijk de bierleiding(en) tezamen met de koel-35 waterleiding, die naar het voorraadvat (biertank) gaat, 8401345 -4- V * naast elkaar onder te brengen in een omhulling welke van een isolatiemantel is voorzien. Dit geheel wordt meestal "python" genoemd; deze term zal ook in de hiernavolgende beschrijving gebruikt worden. Een dergelijke python bevat 5 dus steeds een toevoerleiding en een terugvoerleiding voor het koelwater, naast de bierleiding. Het aantal bierlei-dingen in de python is uiteraard afhankelijk van het aantal tappunten en het aantal voorraadvaten. De circulatie in het watercircuit wordt verzorgd door een pomp.

10 In de praktijk is gebleken dat een python zoals hiervoor beschreven weliswaar een verbetering geeft maar toch niet garandeert dat het bier, in het bijzonder bij wat grotere afstanden tussen voorraadvat en tappunten, voldoende koel uit de tapkranen komt. Dit geldt in het bijzonder 15 wanneer pas een nieuw voorraadvat of voorraadtank is aangesloten. Het duurt dan vrij lang voordat het bier op taptem-peratuur is. ·

Bij een tapinrichting volgens de uitvinding voor bier worden de hierboven opgesomde bezwaren grotendeels 20 vermeden en andere voordelen, welke hier later nog toegelicht zullen worden,‘ verkregen.

Een tapinrichting voor bier volgens de uitvinding bevat tenminste een tapkraan, een met een mantel omgeven bierleiding (python) die de tapkraan verbindt met een 25 biertank welke gelegen is binnen een gesloten koelruimte en is daardoor gekenmerkt dat in de gesloten koelruimte, naast de biertank, een hol, gesloten koelelement aanwezig is dat in goed warmtegeleidende verbinding staat met de buitenwand van de biertank en waarin zich een leiding bevindt voor een 30 koelmedium, bijvoorbeeld freon, alsmede een bierleiding, die enerzijds verbonden kan worden met de biertank en anderzijds met de bierleiding in de python, die binnen het koelelement, tenminste over een gedeelte, als remspiraal uitgevoerd is en waarbij zowel de ruimte in het koelelement 35 als de ruimte binnen de mantel van de python een deel 8401845 * ^ -5- vormen van een gesloten koelwatercirculatiecircuit.

Met een inrichting volgens de uitvinding wordt een open waterbak zoals die tot nu toe gebruikelijk was, geheel vermeden. Tevens wordt een bijzonder goede koeling 5 verkregen van de bierleiding tussen voorraadvat of voor-raadtank en de tappunten. De bierleiding in de python, welke in dit geval een natte python genoemd kan worden, wordt bijzonder goed gekoeld doordat het koelwater aan alle kanten om de bierleiding(en) stroomt. Om een goede circu-10 latie zowel in het koelelement als in de python te realiseren wordt volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding het koelwater toegevoerd door een binnen het holle koelelement of de python gelegen toevoerpijp, die het water aan het einde (in de stroomrichting gezien) van het 15 koelelement of de python in de mantel van het koelelement of de python brengt. Er wordt dus gekoeld volgens het tegenstroomprincipe.

De koelwaterstroom wordt bij voorkeur opgewekt met een pomp. De door deze pomp geleverde koelwaterstroom 20 kan in twee parallelle takken gescheiden worden waarvan de ene door het koelelement loopt en de andere door de python.

Men kan echter ook de constructie zodanig uitvoeren dat hetzelfde water zowel door het koelelement als door de python stroomt. Dit kan constructieve voordelen opleveren.

25 De gesloten koelruimte bij een inrichting volgens de uitvinding kan een gesloten, bijvoorbeeld roestvrij stalen, bak zijn waarbinnen de biertank(s) en het koelelement zijn opgesfeeld.

Uit hygiënische overwegingen (vaak wettelijk 30 voorgeschreven) en voor het behoud van de zuivere smaak van het bier, wordt ook de biertank meestal uit roestvrij staal vervaardigd. Roestvrij staal heeft namelijk praktisch geen invloed op bier dat daarmee in contact staat.

De goed warmtegeleidende verbinding tussen het 35 koelelement en de biertank kan, wanneer het koelelement zich op enige afstand van de biertank in de koelruimte 8401845

V

-6- bevindt, gerealiseerd worden door middel van een goed warmtegeleidend element, bijvoorbeeld een aluminium profielbalk, die enerzijds verbonden is aan het koelelement en anderzijds aan de buitenwand van de biertank.

5 Indien twee biertanks in een koelruimte opge steld zijn kan men een enkel koelelement gebruiken om beide tanks te koelen. Men verbindt dan het ene koelelement door middel van twee verbindingselementen, bijvoorbeeld aluminium profielbadken, met de buitenwand van elk der 10 tanks.

Heeft men in een koelruimte twee tanks opgesteld, hetgeen meestal het geval is, dan kan men volgens de uitvinding een bijzonder voordelige, economische, constructief elegante en uitstekende koeling gevende uitvoeringsvorm 15 realiseren, in het bijzonder wanneer de beide biertanks bestaan uit langwerpige, praktische parallel opgestelde cilinders. Men gebruikt dan de ruimte die gevormd wordt tussen tenminste een deel van de biertanks als koelelement. Deze ruimte wordt dan begrensd door tegenover elkaar gele-20 gen delen van de wanden van de biertanks, door twee tegenover elkaar gelegen, vloeistofdicht aan de biertanks verbonden platen en door twee afsluitplaten aan de einden van de ruimten. In het aldus gevormde koelelement bevinden zich dan, zoals boven is aangegeven, een leiding voor een 25 koelmedium en de bierleidingen, voorzien van remspiralen, die met de beide tanks verbonden zijn. De ruimte in het koelelement staat in verbinding met een watertoevoer en een waterafvoer waardoor het koelwater in- respectievelijk afgevoerd wordt. Volgens een bijzonder voordelige uitvoe-30 ringsvorm van een dergelijke, tussen twee biertanks gelegen koelruimte wordt deze ruimte verdeeld in een bovenruimte en een onderruimte die ieder een bierleiding, elk met een remspiraal> bevatten. De ruimten in de beide delen staan aan een zijde met elkaar in verbinding zodat de 35 koelwaterstromen in de beide delen van de ruimte in tegengestelde richtingen kunnen lopen. Volgens een bijzondere 8401845 ? % -7- uitvoeringsvorm van een dergelijk koelelement bevindt zich in beide gescheiden ruimten een leiding voor een koelmedium, bijvoorbeeld freon.

De leiding voor het koelmedium, bijvoorbeeld 5 freon, kan, op op zichzelf bekende wijze aan de buitenzijde voorzien zijn van oppervlaktevergrotende, in het bijzonder draadvormige, warmteoverdrachtelementen. Dergelijke leidingen zijn in de handel verkrijgbaar bijvoorbeeld onder de naam "Spiro-elementen".

10 De koelruimte waarin zich de biertanks bevinden wordt bij voorkeur aan de binnenzijde met een warmte-isolerende laag bedekt.

De natte python volgens de uitvinding bevat bij voorkeur een roestvrij stalen pijp. De mantel van de python 15 kan uit kunststof vervaardigd zijn. Evenals bij de bekende zogenaamde "droge pythons" heeft ook de natte python volgens de uitvinding bij voorkeur een omhulling van goed-warmteisolerend materiaal.

Op de gesloten koelruimte die zoals 20 bovenaangegeven bij voorkeur bestaat uit een roestvrij stalen omhulling kunnen verdeelkasten aangebracht zijn met diverse aansluitingen voor het koelwater, het bier, het koelmedium en de natte pythons. Deze verdeelkasten zijn voorzien van de benodigde kranen voor het in- of uitscha-25 kelen van bepaalde delen van de diverse circuits.

De druk waarmee het bier van de biertanks naar de tapkranen gebracht wordt kan verkregen worden door een compressor of met behulp van gasflessen. Daar bier gevoelig is voor lucht gebruikt men in het algemeen koolzuur dat uit 30 koolzuurflessen stamt. Men kan, bijvoorbeeld door een compressor geleverde, lucht gebruiken voor de druk indien men gebruik maakt van op zichzelf bekende plasticzakken die in de biertanks geplaatst worden. De luchtdruk wordt dan gezet tussen de metalen wand van de biertank en de plastic-35 zak. Bij iedere vulling van de biertank wordt een schone 8401845 -8- 1 ^ 9 plasticzak geplaatst. Deze plasticzak moet uiteraard luchtdicht in de tank geplaatst worden. Daartoe is een mangat-deksel aanwezig zowel in de biertank als in de wand van de koelruimte. Beide deksels kunnen een constructief geheel 5 vormen. Dit mangatdeksel bestaat bij voorkeur uit een doorzichtige kunststof bijvoorbeeld een acrylaat.

Een inrichting volgens de uitvinding heeft nog het bijzondere voordeel dat onder de tapkast de ruimte geheel vrij blijft en dat het samenstellen van de gehele 10 installatie bijzonder eenvoudig is en dus bijvoorbeeld ook gemakkelijk uitgevoerd kan worden bij evenementen. In de tapkast hoeft men slechts de natte pythons aan te sluiten die aan de andere zijde verbonden worden met de gesloten koelruimte.

15 Indien twee biertanks binnen de gesloten ruimte aangebracht zijn kan men deze tanks vullen door een toevoer leiding die beurtelings met de ene of de andere tank verbonden kan worden. Het vullen van grotere tanks bijvoorbeeld van 500 tot 1000 1, vindt tegenwoordig vrijwel 20 uitsluitend plaats vanuit tankwagens. Deze kunnen via een verbindingsslang met de biertanks verbonden worden.

De uitvinding zal nu toegelicht worden aan de hand van een tekening waarin: figuur 1 , ter illustratie van het principe van de 25 uitvinding, geschematiseerd een beeld geeft van een complete inrichting volgens de uitvinding; figuur 2 een dwarsdoorsnede geeft van een voor-keursuitvóeringsvorm van een koelruimte met twee biertanks en 30 figuur 3 een beeld geeft van een opengelegd deel van een natte python.

In figuur 1 is met 1 een tapkraan aangeduid welke via de bierleiding 2 in verbinding staat met de biertank 3. Deze biertank 3 is gelegen binnen de gesloten koelruimte 4. 35 Deze koelruimte heeft een wand van bijvoorbeeld roestvrij 8401845 ♦ 'ψ -9- staal en een daar in gelegen isolatie. De koelruimte rust met de voeten 5 op de vloer 6. Binnen de koelruimte bevindt zich het holle gesloten koelelement 7 waarin zich een leiding 9 bevindt voor een koelmedium, bijvoorbeeld freon, 5 die in verbinding staat met een koelinstallatie 10, bijvoorbeeld een compressorkoelinstallatie. De leiding 9 kan indien gewenst ook de vorm van een spiraal hebben en kan voorzien zijn van oppervlakte vergrotende middelen bijvoorbeeld een draadstelsel dat met de wand van de leiding 9 in 10 goed warmteleidend contact staat. De bierleiding 2 loopt zoals uit de tekening blijkt door het koelelement 7 en heeft daar gedeeltelijk de vorm van een remspiraal 11. Met 12 is een koelwatertoevoerleiding aangeduid die aan het einde 13 open is en water in de mantel van het koelelement 15 7 brengt. Dit koelwater wordt afgevoerd bij 14. De koel-waterleiding 12 en de terugvoer 14 zijn via het aansluit-blok 15 verbonden met een koelwaterpomp 16.

De warmtegeleidende verbinding tussen het koelelement 4 en de biertank 3 wordt bij de weergegeven 20 uitvoeringsvorm verkregen door middel van een element 8, bijvoorbeeld bestaande uit een aluminium profielbalk. De keuze van aluminium berust op het feit dat aluminium een zeer goede warmtegeleider is. Indien zich in de koelruimte 4 twee naast elkaar gelegen biertanks bevinden kan elk van 25 deze tanks via een goed warmtegeleidend verbindingselement, overeenkomend met element 8, met het koelelement 7 in verbinding staan.

De bierleiding 2 loopt vanaf de koelruimte 4 door de natte python 17 naar de tapkraan 1. Binnen de mantel van 30 de python 17 bevindt zich de koelwatertoevoerleiding 18 voor de python 17. Deze leiding is aan het einde 19 open en het koelwater omspoelt dan in de python de bierleiding 2.

Bij 20 vloeit het koelwater terug in het blok 15 en zo naar de koelwaterpomp 16. In de tekening zijn dus twee koel-35 watercircuits aanwezig namelijk een door het koelelement 7 8401845 * · -10- en een door de python 17. Deze twee circuits kunnen indien gewenst een geheel vormen. Eventueel kan men aan het blok 15 zodanige omschakelinrichtingen aanbrengen dat deze wijziging later te realiseren is. De python 17 is met een 5 flensconstructie aan het blok 15 verbonden. Dit is vanzelfsprekend noodzakelijk omdat de koelruimte en het tappunt meestal vrij ver van elkaar liggen. De python heeft een zodanige constructie, bijvoorbeeld door het gebruik van flexibele koelwaterleidingen en bierleidingen dat hij 10 gemakkelijk daar gelegd kan worden waar de meest geschikte plaats is. Voor tijdelijke installaties bij evenementen is dit van bijzonder belang.

Het bier wordt door gasdruk, bijvoorbeeld kool-zuurdruk, verkregen in de installatie 21 door de bierlei-15 ding 2 waarin de remspiraal 11, naar het tappunt 1 gevoerd. De installatie 21 kan een luchtcompressor zijn of koolzuur-flessen bevatten. Indien, zoals bovenaangegeven gebruik gemaakt wordt van een plastic binnenzak in de tank 3 kan de installatie 21 met lucht werken. Met 22 is een vulkraan 20 aangeduid voor het toevoeren van bier vanaf bijvoorbeeld een tankwagen. Het rechter gedeelte van de bierleiding 2 in de buurt van de tank 3 is in de tekening buiten de koelruimte 4 aangebracht. Deze leiding kan vanzelfsprekend ook binnen de koelruimte geplaatst worden. Met 23 is een man-25 gatdeksel aangeduid waardoor het inwendige van de tank 3 bereikbaar wordt. Dit is in het bijzonder noodzakelijk voor het plaatsen van een eventueel te gebruiken plastic binnenzak en voor het schoonmaken van de tank.

De werking van de inrichting zoals· weergegeven 30 kan als volgt samengevat worden. Na het schoonmaken van het inwendige van de tank 3 en het eventueel plaatsen van een binnenzak wordt bier toegevoerd vanuit een tankwagen via de toevoerkraan 22. Op een geschikte plaats is vanzelfsprekend een ontluchtingskraan nodig. Deze is eenvoudigheidshalve 35 niet weergegeven. Na het vullen van de tank 3 wordt het 8401845 * * -11-

V

koelwatercircuit (indien nog niet ingeschakeld) en het bierciruit aangezet. Door het koelwater dat zowel in het koelelement 7 als in de python 17 de bierleiding omspoelt wordt de gehele bierleiding gekoeld. Na verloop van tijd 5 heeft het koelelement een van te voren vastgestelde tempera tuuur bereikt. Door de warmteoverdracht via de balk 8 wordt de biertank langzamerhand ook op deze zelfde temperatuur gebracht. Met de inrichting zoals weergegeven wordt een zeer gelijkmatige biertemperatuur bereikt aan de 10 tapkraan. Door de compacte bouw van de gehele installatie en door de zeer effectieve koeling is het rendement van de installatie zeer hoog waardoor een energiebesparing van 50% mogelijk is* Voor een installatie met twee 500 1 biertanks is een koelcompressor van 0,5 pK en een koelwatercircula-15 tiepomp van 1,25 A meestal voldoende.

Een groot voordeel van de weergegeven installatie volgens de uitvinding is dat, indien de installatie al gekoeld is, slechts een zeer korte onderbreking van het tappen nodig bij het vullen van de tank met vers bier is.

20 In figuur 2 is een dwarsdoorsnede gegeven door een koelruimte met twee biertanks. De koelruimte heeft een bijvoorbeeld roestvrij stalen wand 24 welke aan de binnenzijde een isolatiemantel 25 draagt. De twee biertanks zijn aangeduid met de verwijzingscijfers 26 en 27. Het koelele-25 ment is hier gevormd uit de ruimte tussen de biertanks 26 en 27. Deze ruimte is aan de bovenzijde afgesloten met een plaat 28 en aan de onderzijde met een plaat 29. Deze platen zijn aan de biertanks vloeistofdicht verbonden, bijvoorbeeld door lassen. Aan de kopeinden is deze ruimte even-30 eens vloeistofdicht gesloten door bijvoorbeeld een las-verbinding met de platen 28 en 29 en met de wand van de biertank 26 respectievelijk 27. De ruimte is door een tussenschot 30 in twee delen verdeeld. Dit tussenschot loopt aan een kopeinde niet geheel door tot de afsluit-35 platen van het koelelement. In de ruimte tussen het schot 8401845 -12-

·_/ V

30 en de plaat 28 bevindt zich een leiding 31 voor een koelmedium, bijvoorbeeld freon. In dezelfde ruimte bevindt zich een bierleiding waarvan de remspiraal met 32 is aangeduid. In de andere ruimte bevindt zich eveneens een 5 bierleiding waarvan de remspiraal met 33 is aangeduid. Het koelwater wordt door een leiding die met 34 is aangeduid toegevoerd. Via de opening tussen de beide ruimten van het koelelement aan het van de toeschouwer afgekeerde einde stroomt het water naar de bovenste ruimte en wordt daar via 10 ©en leiding 35 afgevoerd. De verdere inrichting van de installatie kan praktisch dezelfde zijn als weergegeven in figuur 1. De werking van de inrichting is ook geheel overeenkomstig aan de werking van de in figuur 1 beschreven uitvoeringsvorm.

15 In figuur 3 is een beeld gegeven van een open gelegde natte python voor het gebruik met twee biertanks en t twee tappunten. In deze figuur is 36 de mantel van de python, bijvoorbeeld bestaande uit kunststof, bijvoorbeeld polyethyleen. Om deze mantel 36 bevindt zich de isolatie-20 laag 37. Binnen de mantel 36 bevinden zich de twee bier-leidingen 38 respectievelijk 39. Door deze leidingen stroomt het bier, bij het tappen, in de richting van de pijlen. Met 40 is een koelwatertoevoerleiding aangeduid welke aan de rechterzijde verbonden is met een koelwater-25 pomp. Aan het linkereinde is deze koelwatertoevoerleiding 40 open waardoor het water uit de leiding 40 kan stromen in de ruimte binnen de mantel 36 van links naar rechts. Duidelijkheidshalve is de mantel 36 in de figuur onderbroken; in werkelijkheid strekt de mantel 36 sich verder· uit naar 30 links en is daar gesloten. De bierleiding 40 eindigt op enige afstand voor deze afsluiting. De bierleidingen 38 en 39 worden door deze afsluitwand vloeistofdicht doorgevoerd. Het koelwater dat tussen de leidingen 38, 39 en 40 en de mantel 36 naar rechts stroomt wordt via een leiding, welke 35 niet weergegeven is, teruggevoerd naar de pompinstallatie, 84 0 1 8 4 5 tr ^ -13- bijvoorbeeld zoals in figuur 1 is weergegeven.

Bij een tapinrichting volgens de uitvinding, zijn nog vele elementen noodzakelijk en soms wettelijk voorgeschreven onder andere voor het spoelen van de installatie, 5 voor het meten van de druk, voor het meten van de hoeveelheid getapt bier enzovoort. Deze zijn niet weergegeven in de tekeningen daar "zij op conventionele manier uitgevoerd kunnen worden. In vele gevallen zal het ook gewenst zijn een aantal afsluiters aan te brengen voor het maken van 10 verbindingen tussen de diverse delen van de installatie.

8401845

Claims (11)

1. Tapinrichting voor bier bevattende tenminste een tapkraan, een, met een mantel omgeven, bierleiding 5 (python) die de tapkraan (-kranen) verbindt met een biertank welke gelegen is binnen een gesloten koelruimte, met het kenmerk, dat in de gesloten koelruimte, naast de biertank(s) een hol gesloten koelelement aanwezig is dat in goed warmtegeleidende verbinding staat met de buitenwand 10 van de biertank(s) en waarin zich een leiding bevindt voor een koelmedium, bijvoorbeeld freon, alsmede een bierleiding die enerzijds verbonden kan worden met de biertank en anderzijds met de bierleiding in de python, en binnen het koelelement, tenminste over een gedeelte, als remspiraal 15 uitgevoerd is en waarbij zowel de ruimte in het koelelement als ook de ruimte binnen de mantel van de python een deel « vormen van een gesloten koelwatercirculatiecircuit.

2. Tapinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de koelwaterruimte binnen het koelelement en 20 binnen de python tezamen een doorlopend koelwatercircuit vormen.

3. Gesloten koelruimte geschikt voor het gebruik in een inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat zich twee aparte, praktisch parallel opgestelde 25 cilindrische biertanks binnen de koelruimte bevinden en een koelelement aanwezig is dat met beide biertanks in goed warmtegeleidende verbinding staat.

4. Gesloten koelruimte volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het koelelement gevormd wordt door 30 tenminste een deel Van de ruimte tussen de biertanks.

5. Gesloten koelruimte volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de ruimte van het koelelement begrensd wordt door tegenover elkaar gelegen delen van de wanden van de biertanks, door twee tegenover elkaar gelegen, vloei- 35 stofdicht aan de biertank verbonden platen en door twee afsluitplaten aan de einden van de ruimte. 8401845 -15-

6. Gesloten koelruimte volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de ruimte binnen het koelelement verdeeld is in een bovenruimte en een onderruimt die ieder een bierleiding, elk met een remspiraal, bevatten.

7. Gesloten koelruimte volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de ruimten in de beide delen aan een einde met elkaar in verbinding staan zodat de koelwaterstromen in de beide delen van de ruimte in tegengestelde richtingen kunnen lopen.

8. Gesloten koelruimte volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat elk der beide delen van het koelelement een leiding voor een koelmedium, bijvoorbeeld freon, bevat.

9. Gesloten koelruimte volgens conclusie 3, 4, 5, 15 6, 7 of 8, met het kenmerk, dat zich in het koelelement naast de bierleiding en de leiding voor het koelmedium, bijvoorbeeld freon, een watertoevoerpijp bevindt die aan de toevoerzijde buiten het koelelement en de koelruimte eindigt en aan de andere zijde open eindigt in het koelele-20 ment, zodat toegevoerd water de bierleiding(en) en de daarin gevormde remspiraal, en de leiding(en) voor het koelmedium, bijvoorbeeld freon, omspoelt alvorens door een retourleiding teruggevoerd te worden.

10. Gesloten koelruimte volgens conclusie 3, 4, 5, 25 6, 7, 8 of 9, met het kenmerk, dat de leiding voor het koelmedium, bijvoorbeeld freon, aan de buitenzijde voorzien is van oppervlaktevergrotende, bijvoorbeeld draadvormige, warmteoverdrachtselementen.

11. Bierleiding (python) voor een inrichting 30 volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat zich binnen de mantel naast de bierleiding(en) een watertoevoerpijp bevindt die dichtbij elke tapkraan open eindigt in de ruimte binnen de mantel zodat toegevoerd water de bierleiding (en) op de terugweg omspoelt. Eindhoven, 1 juni 1984 8401845