NL8600355A

NL8600355A - Inrichting voor het weergeven van televisiebeelden en afbuigeenheid daarvoor.

Info

Publication number: NL8600355A
Application number: NL8600355A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1986-02-13
Filing date: 1986-02-13
Publication date: 1987-09-01
Also published as: DE3762937D1; KR870008360A; JPS62193050A; EP0232948B1; US4755714A; EP0232948A1; KR940011568B1

Description

PHN 11.642 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Inrichting voor het weergeven van televisiebeelden en afbuigeenheid daarvoor.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het weergeven van televisiebeelden met een beeldbuis, in de hals waarvan zich een elektronenkanonsysteem voor het uitzenden van tenminste één elektronenbundel naar een beeldscherm bevindt, en met een rond de 5 omhulling van de beeldbuis aangebrachte elektromagnetische afbuigeenheid die een eerste afbuigspoel omvat en een 'tweede coaxiaal ten opzichte van de eerste afbuigspoel, en dichter bij de omhulling van de beeldbuis, gelegen afbuigspoel, elk met een, naar het beeldscherm gekeerd, voorste uiteinde en een achterste uiteinde, waarbij de tweede afbuigspoel van 10 het zadeltype is.

Bij monochrome beeldbuizen is het elektronenkanonsysteem ingericht voor het produceren van één elektronenbundel. Bij kleurenbeeldbuizen is het elektronenkanonsysteem ingericht voor het produceren van drie elektronenbundels.

15 Bij monochrome beeldbuizen voor bijvoorbeeld data display toepassingen, als ook voor t.v. projectiebuizen, is het streven ernaar om een afbuigeenheid toe te passen met afbuigspoelen die een zodanige veldverdeling geven, dat de spotkwaliteit op alle plaatsen van het beeldscherm, ook in de hoeken, zo perfect mogelijk is.

20 Sinds enige tijd worden kleurenbeeldbuizen toegepast waarbij drie ruimtelijk van elkaar gescheiden elektronenkanonnen op één lijn liggen. Een dergelijke beeldbuis staat bekend als in-line kleurenbeeldbuis. Bij de in-line kleurenbeeldbuis is het streven ernaar om een afbuigeenheid toe te passen met afbuigspoelen die een 25 zodanige inhomogene veldverdeling geven dat de bundels van de elektronenkanonnen bij afbuiging over het gehele scherm samenvallen. Daartoe moet in het bijzonder het (door de tweede afbuigspoel op te wekken) lijn-afbuigveld aan de kanonzijde van het afbuigjuk tonvormig zijn en naar de schermzijde toe kussenvormig, en moet juist omgekeerd 30 het (door de eerste afbuigspoel op te wekken) beeldafbuigveld aan de kanonzijde kussenvormig en meer naar de schermzijde toe tonvormig zijn.

De mate van kussen- en tonvormigheid is zodanig dat bij j.; :c 35 s ΡΗΝ 11.642 2 .· yc Λ afbuiging de konvergentiefouten van de door de elektronenkanonnen uitgestraalde elektronenbundels gecorrigeerd worden, waardoor op het scherm van de beeldbuis beelden met tevredenstellende konvergentie-eigenschappen geproduceerd kunnen worden. Beeldbuis afbuigjuk 5 combinaties van dit type noemt men zelfkonvergerend.

Is op de boven beschreven wijze de spotkwaliteit (bij monochroom buizen), of de konvergentie (bij kleurenbuizen) gewaarborgd (in de praktijk moeten daartoe de afbuigspoelen vaak met hulpmiddelen voor. het versterken van de kussen- en/of tonvormigheid van de 10 afbuigvelden, welke hulpmiddelen bijvoorbeeld in de afbuigvelden geplaatste plaatjes van zacht-magnetisch, metallisch materiaal kunnen zijn, gecombineerd worden), dan blijkt vaak nog aan de zijden van het beeldscherm een storende (kussenvormige) rastervertekening (noord-zuid, respectievelijk oost-west rastervertekening) op te treden die 15 gecorrigeerd moeten worden.

Tot nu toe werd het corrigeren van de rastervertekening gezocht hetzij in het toepassen van permanente magneten (zg. raster magneten), hetzij in het aanbrengen van een zodanige draadverdeling in de lijn- en/of de beeldafbuigspoel, dat bij bekrachtiging een sterke 20 6-pool component wordt geproduceerd. Nu bij nieuwere typen beeldbuizen het beeldscherm steeds vlakker wordt, gaan de bekende correctiemethoden te kort schieten.

De uitvinding wijst een nieuwe weg, waarmee zowel het produceren van sterke 6-pool componenten als het toepassen van 25 rastermagneten vermeden kan worden.

Een inrichting van de in de aanhef beschreven soort heeft daartoe volgens de uitvinding als kenmerk, dat het voorste uiteinde van de tweede afbuigspoel dichter bij het beeldscherm ligt dan het voorste uiteinde van de tweede afbuigspoel, dat tussen de voorste uiteinden van 30 de eerste en de tweede afbuigspoel een eerste ringvormige kern van magnetiseerbaar materiaal is geplaatst die uitsluitend groepen geleiders van de tweede afbuigspoel omvat, en dat een tweede ringkern van magnetiseerbaar materiaal, die zowel groepen geleiders van de eerste als van de tweede afbuigspoel omvat, dichter bij het kanonsysteem is 35 geplaatst dan de eerste ringvormige kern.

De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat de ligging van de dipoolvelden van de eerste en tweede afbuigspoel ten opzichte λ - ·’ - ·? . .· .» > η <r* * PHN 11.642 3 van elkaar bepalend is voor de verhouding tussen de noord-zuid en dé oost-west rastervertekening. Door volgens de uitvinding het dipoolveld van de tweede afbuigspoel (in het algemeen is dit het lijndipoolveld) verder naar het beeldscherm te laten doorlopen dan het dipoolveld van de 5 eerste afbuigspoel (in het algemeen is dit het beelddipoolveld) kan de noord-zuid rastervertekening klein gemaakt worden ten opzichte van de oost-west rastervertekening. Dit middel is echter alleen dan effectief genoeg als om het deel van de tweede afbuigspoel dat zich tussen het voorste uiteinde van de eerste afbuigspoel en het beeldscherm uitstrekt 10 een ringvormige kern van magnetiseerbaar materiaal is aangebracht.

Enerzijds versterkt deze ringkern, die dus alleen groepen geleiders van de tweede afbuigspoel omvat, het veld van de tweede afbuigspoel. Deze versterkende werking is extra effectief, omdat de ringkern direct om de groepen geleiders van de tweede afbuigeenheid ligt, zonder dat daar 15 groepen geleiders van de eerste afbuigeenheid tussen liggen. Anderzijds verzwakt deze ringkern het deel van het veld van de eerste afbuigspoel dat zich tussen het voorste uiteinde daarvan en het beeldscherm uitstrekt. Deze verzwakkende werking is in het bijzonder van belang in het geval dat de eerste afbuigspoel van het toroldaal gewikkelde type 20 is. Het deel van het veld van een toroldaal gewikkelde afbuigspoel dat zich voorbij het voorste (en achterste) uiteinde daarvan uitstrekt, is namelijk sterker dan het deel van het veld van een afbuigspoel van het zadeltype dat zich voorbij het voorste (en achterste) uiteinde uitstrekt.

25 De uitvinding betreft tevens een afbuigeenheid voor toepassing in een inrichting als boven beschreven.

Een uitvoeringsvorm van de uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening.

Fig. 1 toont schematisch een bovenaanzicht van een 30 dwarsdoorsnede door een televisiebeeldbuis waarop een afbuigeenheid is gemonteerd.

Fig. 2A toont het door de lijnspoel van de afbuigeenheid van fig. 1 opgewekte dipoolveld.

Fig. 2B toont het door de beeldspoel van de afbuigeenheid 35 uit fig. 1 opgewekte dipoolveld.

Fig. 1 toont een televisieweergeefinrichting met een kleurenbeeldbuis 1 van het drie-in-lijn type met een halsgedeelte 2

V J 'J

.r «Λ o PHN 11.642 4 waarin een elektronenkanonsysteem 3 is geplaatst voor het produceren van drie in één vlak liggende elektronenbundels en met een beeldscherm 4 waarop repeterende groepen van rode, blauwe en groene fosfor elementen zijn aangebracht vóór een kleurselectie-elektrode. De uitvinding is 5 echter niet tot een televisieweergeefinrichting met een kleurenbeeldbuis beperkt. De beeldbuis 1 kan op alternatieve wijze een monochrome beeldbuis zijn met een daarvoor geschikt elektronenkanonsysteem 3 en met een beeldscherm met één soort fosforelementen.

Rond de omhulling 5 van de beeldbuis 1 is een 10 afbuigeenheid 6 aangebracht. Deze omvat een lijnafbuigspoel gevormd door twee lijnafbuigspoeleenheden 7, 8 en een beeldafbuigspoel gevormd door twee beeldafbuigspoeleenheden 9, 10. Coaxiaal om de lijnafbuigspoel en de beeldafbuigspoel, die in de figuur beide als spoelen van het zadeltype weergegeven zijn, is een ringkern 11 van zacht-magnetisch 15 materiaal geplaatst. Onder spoelen van het zadeltype worden spoelen verstaan die gevormd worden door twee tegenover elkaar gelegen zich in de longitudinale richting uitstrekkende groepen geleiders die aan hun uiteinden met elkaar verbonden zijn door dwars op de longitudinale richting staande boogvormige groepen van geleiders.

20 Het voorste uiteinde 12 van de lijnafbuigspoel met de spoeleenheden 7, 8 ligt dichter bij het beeldscherm 4 dan het voorste uiteinde 13 van de beeldafbuigspoel met de spoeleenheden 9, 10. Tussen de voorste uiteinden 12 en 13 is een ringvormige kern 14 van magnetiseerbaar materiaal geplaatst die alleen groepen geleiders van de 25 spoeleenheden 7, 8 van de lijnafbuigspoel omgeeft. In de getoonde uitvoeringsvorm is de ringkern 4 geplaatst op de buitenzijde van een holle kunststofdrager 16 tegen de binnenzijde waarvan de lijnafbuigspoel eenheden 7, 8 zijn gemonteerd. De lijnafbuigspoel strekt zich verder naar het beeldscherm uit dan de beeldafbuigspoel. Dit betekent dat bij 30 bekrachtiging van de respectievelijke afbuigspoelen het lijn-dipoolveld verder naar het beeldscherm 4 doorloopt dan het beelddipoolveld. Deze situatie is weergegeven in Fig. 2A en Fig. 2B.

De sterkte H2 van het lijndipoolveld dat door de afbuigeenheid 6 langs de Z-as wordt opgewekt is in Fig. 2A weergegeven, de sterkte V2 van 35 het beelddipoolveld dat door de afbuigeenheid 6 langs de Z-as wordt opgewekt in Fig. 2B. Met een dergelijke onderlinge ligging van de dipoolvelden kan de noord-zuid rasterfout zeer klein worden gemaakt ten '*» -* ; ) o o PHN 11.642 5 opzichte van de oost-west rasterfout. Deze laatste kan eventueel met behulp van een elektrische schakeling gecorrigeerd worden.

Vooral in televisieweergeefinrichtingen met een beeldbuis met een vlakker scherm (z.g. FS type beeldbuis) dan voorheen 5 gebruikelijk was is de uitvinding met voordeel toepasbaar.

. , -/

Claims

1. Inrichting voor het weergeven van televisiebeelden met een beeldbuis, in de hals waarvan zich een kanonsysteem voor het uitzenden van tenminste één elektronenbundel naar een beeldscherm bevindt, en met een rond de omhulling van de beeldbuis aangebrachte 5 elektromagnetische afbuigeenheid die een eerste afbuigspoel omvat en een tweede, coaxiaal ten opzichte van de eerste afbuigspoel en dichter bij de omhulling van de beeldbuis gelegen afbuigspoel, elk met een, naar het beeldscherm gekeerd, voorste uiteinde en een achterste uiteinde waarbij de tweede afbuigeenheid van het zadeltype is, met het kenmerk, 10 dat het voorste uiteinde van de tweede afbuigspoel dichter bij het beeldscherm ligt dan het voorste uiteinde van de tweede afbuigspoel, dat tussen de voorste uiteinden van de eerste en tweede afbuigspoel een eerste ringvormig kern van magnetiseerbaar materiaal is geplaatst die uitsluitend groepen geleiders van de tweede afbuigspoel omvat, en 15 dus een tweede ringkern van magnetiseerbaar materiaal, die zowel groepen geleiders van zowel de eerste, als de tweede afbuigspoel omvat, dichter bij het kanonsysteem is geplaatst dan de eerste ringvormige kern.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 20 eerste afbuigspoel toroidaal op de tweede ringvormige kern is gewikkeld.

3. Afbuigeenheid voor toepassing in een inrichting volgens conclusie 1 of 2. t J '31 -*-·ή w