NL8600280A - Toebehoren voor rijwielen. - Google Patents

Description

' JP

N.0.33663 1

Toebehoren voor rijwielen.

De uitvinding heeft betrekking op toebehoren voor tweewielers, driewielers, motorfietsen en dergelijke.

5 De diefstal van lampen en andere toebehoren van tweewielers is een vaak voorkomend probleem. Verschillende oplossingen zijn daarvoor voorgesteld, omvattende lampen waarvan de belangrijkste onderdelen gemakke-Tijk losgenomen kunnen worden door de berijder wanneer het rijwiel wordt geparkeerd. De bestaande lampontwerpen van dit soort echter zijn 10 nogal ongemakkelijk en lomp.

Een ander bekend probleem is het bevestigen van lampen en andere toebehoren zoals hoorns, richtingaanwijzers, op rijwielen. AT naar gelang het ontwerp van het rijwiel en de wensen van de gebruiker, kunnen toebehoren voor rijwielen in een zeer groot aantal standen worden be-15 vestigd. Bestaande bevestigingen en lampsteunen vertonen een beperkte veelzijdigheid, en zijn niet altijd gemakkeTijk te gebruiken. Zij hebben ook de neiging om de verf van het frame van het rijwiel te beschadigen.

Een eerste doel van de onderhavige uitvinding is een verbeterde 20 lamp te verschaffen die enerzijds gemakkelijk verwijderd kan worden van een rijwiel, en die anderzijds beveiligheid is wanneer hij achterblijft op het rijwiel.

Een ander doel van de onderhavige uitvinding is een bevestigings-steun voor toebehoren te verschaffen die veelzijdig is en gemakkelijk.

25 Volgens een eerste eigenschap van de onderhavige uitvinding worden een toebehoren voor een rijwiel en een bevestigingssteun voorzien van respectievelijke aanvullende op elkaar passende gedeelten teneinde het toebehoren aan de steun te bevestigen, en een bij voorkeur daarmee een geheel vormend vergrendelingsmechanisme wordt verschaft teneinde het 30 toebehoren in zijn geheel te vergrendelen ten opzichte van de steun, waardoor het toebehoren in zijn geheel, indien gewenst, verwijderd kan worden van de steun.

De vergrendelingsmiddelen bevatten bij voorkeur een sleutel waarmee een slot kan worden bediend dat ondergebracht is in het toebeho-35 ren.

Volgens een andere eigenschap van de onderhavige uitvinding bezit een rijwiellamp of een ander toebehoren een regel schakel aar die een sleutel schakelaar bevat met een verwijderbare sleutel welke ook een vergrendelingsmechanisme bedient dat, wanneer het vergrendeld is, het 40 toebehoren betrouwbaar vastzet aan het rijwiel en de onderdelen van het fl 5 o Λ 9 -· ··, W ·Λί 'V ** ' ï i 2 lichaam van het toebehoren aan elkaar bevestigt, welke sleutel verwijderd kan worden in de vergrendelde toestand. Zo kan de gebruiker de sleutel verwijderen, waarbij het toebehoren achtergelaten wordt op het rijwiel in een toestand waarin het niet kan worden verwijderd of 5 geopend, zonder fysiek geweld; ook kan het toebehoren niet worden geschakeld. Dit toebehoren is bestemd om gebruikt te worden met een bevestigingsmiddel, in het bijzonder met een bevestigingssteun, waarvan elk verwijderbaar klemmiddel of instelmiddel zo uitgevoerd is dat het niet toegankelijk is wanneer het toebehoren zich op zijn plaats be-10 vindt. De sleutel schakel aar kan gebruikt worden om het toebehoren geheel los te nemen van zijn steun, zodat het, in verband met een volledige beveiliging, kan worden verwijderd, of zodat de steun kan worden ingesteld of verwijderd.

Volgens weer een andere eigenschap van de uitvinding bevat een be-15 vestigingssteun voor een toebehoren van een rijwiel, bijvoorbeeld een lamp, een stel klemelementen, waarmee rond een buis of dergelijke van het frame van het rijwiel een scharnierorgaan kan worden vastgeklemd dat instelbaar op een van deze is bevestigd, en middelen waarmee het' scharnierorgaan losneembaar kan worden bevestigd aan een toebehoren.

20 Bij voorkeur bevatten de genoemde bevestigingsmiddelen een uitsteeksel dat op het toebehoren past en dat kan samenwerken met een vergrende-lingsmechanisme 'teneinde het toebehoren aan de steun te bevestigen. Bij voorkeur is het vergrendelingsmechanisme zoals hierboven uitgevoerd.

Bij voorkeur wordt het uitsteeksel gevormd door een plat of een in 25 wezen plat blad of een stift die gemonteerd is op een klemorgaan van de steun, zodat hij rond een as kan scharnieren die in wezen evenwijdig loopt aan het blad zelf, doch die bij voorkeur excentrisch is aangebracht. Normaal zal deze as in wezen loodrecht lopen ten opzichte van het frame-orgaan van het rijwiel waarop de steun is vastgeklemd.

30 Bij voorkeur past het blad in een bijbehorende sleuf in het li chaam van het toebehoren, bij voorkeur in de onderzijde daarvan, en bezit een inkeping of een andere vorm die samenwerkt met een vergrende-lingsorgaan in een lichaam.

Bij voorkeur zijn schroeven, of andere middelen die verschaft zijn 35 voor het vastklemmen van de steun op het frame van het rijwiel, en voor het in de gewenste richting vastzetten van het bevestigingsuitsteeksel, zo geplaatst dat zij niet toegankelijk zijn wanneer het toebehoren bevestigd is op de steun. Indien derhalve het toebehoren vergrendeld is op zijn plaats op de steun, kunnen noch het toebehoren noch de steun 40 zonder fysiek geweld worden verwijderd.

& y %β ν L o v

1 A

3

Met een steun van het beschreven soort kan het toebehoren in een groot aantal standen en richtingen geplaatst worden ten opzichte van het frameorgaan van het rijwiel waarop de steun is gemonteerd, en daardoor kunnen de steun en het toebehoren gemakkelijk op praktisch elk ge-5 deel te van het rijwiel frame, of op een toebehoren zoals een bagagedrager, worden bevestigd.

Voorbeelden van uitvoeringen van de uitvinding zullen nu beschreven worden onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen.

Fig. 1 toont een uiteengenomen aanzicht van een eerste uitvoering 10 van een kop- of achter!amp van een rijwiel volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een verticale dwarsdoorsnede van een koplamp van een rijwiel volgens de uitvinding, gemonteerd op een steun volgens de uitvinding.

Fig. 3 toont een gedeeltelijke dwarsdoorsnede van een achter!amp 15 voor een rijwiel volgens de uitvinding.

Fig. 4 toont een zijaanzicht van de lamp en de steun.

Fig. 5 toont een uiteengenomen aanzicht van de steun.

Fig. 6 toont de onderzijde van de lamp.

Fig. 7 toont een dwarsdoorsnede van de koplamp van een rijwiel, 20 gezien van boven af.

Fig. 8 toont een vergroot bovenaanzicht van een nokplaat van de schakelaar en het vergrendelingsmechanisme.

Fig. 9 toont de lamp die vastgeklemd is aan het frame van een rijwiel.

25 Fig. 10 toont een verloopstuk waarmee de steun bevestigd kan wor den op een bagagedrager.

De in fig. 1 afgebeelde lamp bezit een lichaam 1 van gevormd kunststofmateriaal, bestaand uit drie hoofdonderdelen, namelijk een bovenste schaal 2, een onderste schaal 3 en een een voorste hoofdomlijs-30 ting 4. De bovenste en onderste schalen samen vormen in wezen een rechthoekige doos waarin droge cellen 5 zijn opgenomen samen met con-tactveren en aansluitinrichtingen (niet afgebeeld) en een mechanisme voor het schakelen en vergrendelen dat hieronder zal worden beschreven.

35 De omlijsting 4 is iets dieper dan de doos die gevormd wordt door de schalen van het lichaam en vormt een reflector 6 en een lensplaat 7.

Tussen de omlijsting 4 en de schalen 2, 3 bevindt zich een af-standstuk 8 waarin geschikte contactveren en aansluitinrichtingen voor 40 de droge cellen zijn aangebracht. In het midden van het afstandstuk 8 z: ? j £ s o 'i ΐ 4 bevindt zich een opening waardoor een elektrische aansluiting is gemaakt met een lampfitting 9 en een lamp 10.

De bovenste en onderste schalen van het lichaam bezitten op elkaar passende sponningen langs hun randen zodat de rand van de bovenste 5 schaal in de rand past van de onderste schaal. De zo gevormde doos past op de open zijde van het afstandstuk 8 dat op zijn beurt in de hoofdomlijsting 4 past. De ondersche schaal, de omlijsting, de reflector, de lensplaat en het afstandstuk zijn duurzaam samengesteld, terwijl de bovenste schaal een afzonderlijk verwijderbaar onderdeel blijft dat een 10 deksel vormt.

Voor een beter ui ter!ijk, bezit het afstandstuk 8 een flens 11 die vrij ligt tussen de doos van het lichaam en de hoofdomlijsting 4, en bezit hij een constrasterende kleur. De doos van het lichaam bijvoorbeeld en de hoofdomlijsting kunnen mat-zwart zijn of antracietkleurig, 15 terwijl het afstandsstuk geel, oranje of goudkleurig kunststofmateriaal kan zijn.

De omlijsting 4 strekt zich uit onder de onderste schaal 3 en bevat een achterste afsluitplaat 39 (fig. 2) in zijn onderste gebied, zodat het lichaam van de lamp volledig afgesloten is in de samengestelde 20 toestand.

De lensplaat is convex en het bovenste gedeelte van het gestel 4 bezit overeenkomstig een gekromde rand die overeenkomt met de vorm van de lens. De achterste afsluitplaat 39 van de omlijsting 4 strekt zich schuin uit naar achteren toe en is convex, waarbij het onderste gedeel-25 te van het afstandstuk 8 overeenkomstig concaaf is gevormd. De vrijlig-gende zijflenzen 11 van het afstandstuk 8 zijn verticaal en strekken zich in een rechte lijn uit van de bovenkant naar de onderkant van het lichaam van de doos (zie fig. 4).

De lamp wordt aan en uit geschakeld door een schakel mechanisme aan 30 de achterzijde van de doos van het lichaam, dat bediend wordt door een arm 12, die geplaatst is in een half-cirkelvormige uitsparing 13 in het bovenste oppervlak van de bovenste schaal, aan de achterkant daarvan.

Het schakelmechanisme zelf kan van elk geschikt soort zijn.

In de bodem van de onderste schaal bevindt zich, op een plaats 35 tussen de droge cellen 5, een in langsrichting uitstrekkende rechthoekige opening. Daarin is een rechthoekig blad of lip 15 opgenomen van een bevestigingssteun, die gescheiden is van de lamp.

Direkt aangrenzend aan de achterzijde van de voet en van het blad, bezit de bovenste schaal een daarmee een geheel vormend cilinderslot 40 met een draaibare cilinder 18 van het slot, waarbij de as van de cilin-$ .o n ‘ï 3 o -'y 'v.^ V' <*/ .«I . - v « 5 z * der evenwijdig Toopt aan de achterste omhoog gerichte rand van het blad 15. Bij* het onderste uiteinde van de cilinder 18 van het slot bevindt zich een vergrendelingstong 19 met de vorm van een kwadrant. Een sleutel blad 20, dat een geheel vormt met de schakel arm 12, strekt zich uit 5 in de cilinder 18 van het slot, zodanig dat de cilinder 18 en derhalve de vergrendelingstong 19 slechts kunnen draaien wanneer het sleutel blad is ingestoken.

De cilinder van het slot wordt op zij'n plaats gehouden in de bovenste schaal van het lichaam bijvoorbeeld door een aanwijsplaat welke 10 de aanduidingen bezit voor de stand van de schakelaar, en deze is duurzaam bevestigd in de uitsparing 13 voor de schakelaar boven de cilinder van het slot. De aanwijsplaat is op zijn plaats vastgezet, bijvoorbeeld door middel van ultrasonisch lassen. De verschillende onderdelen van de lamp kunnen aan elkaar bevestigd worden door ultrasonisch lassen, door 15 lassen met behulp van oplosmiddel, hechtmiddelen of elke andere geschikte manier.

Het mechanisme voor de schakelaar en vergrendelen bezit drie standen.

In een eerste stand ligt de tong 19 vrij van het blad 15. Deze 20 stand van de vergrendelingstong is afgebeeld in fig. 1. In deze stand kan de lamp van het blad 15 afgetild worden, en de bovenste schaal 2 kan verwijderd worden van de onderste schaal 3.

In deze eerste stand houdt het slot de bovenste en onderste schalen niet samen, doch dit wordt verzekerd door een grendel of klem (niet 25 afgebeeld). De lamp kan derhalve, wanneer hij losgenomen is van het rijwiel, gebruikt worden als een zaklantaarn. Om de bovenste schaal los te nemen, bijvoorbeeld om het lampje of de batterijen te vervangen, wordt de klem of de grendel losgemaakt. De klem of de grendel klikt weer terug in de stand wanneer de bovenste schaal weer teruggezet wordt 30 op de onderste schaal, en wordt positief op zijn plaats gehouden door de grendel of door de tong 19 wanneer het slot zich in de tweede of derde stand bevindt.

Door de arm 12 van de schakelaar en de sleutel over 90° te verdraaien, wordt de tong 19 samengebracht met een inkeping 21, in de bo-35 venste achterzijde van het blad 15. De tong 19 wordt positief vastgehouden in de bovenste schaal van het lichaam, en derhalve zijn in deze stand de bovenkant en de schalen van het lichaam positief vergrendeld aan de steun waar het blad 15 onderdeel van vormt. Indien de onderste schaal van het lichaam voorzien is van een voet 16, kan deze voet ook 40 een inkeping 49 voor het vergrendelen bezitten bij zijn achterkant zo- . - . " /Ί '· u • f 6 als afgebeel.d In fig. 1, welke in verband met een aanvullende beveiliging samenwerkt met de vergrendelingstong. In deze stand van de arm 12 staat de schakelaar uit, en de arm en het blad van de sleutel kunnen uit de cilinder 18 worden getrokken, waarbij de lamp vergrendeld op de 5 steun achterblijft. In deze toestand kan de lamp niet worden verwijderd of geopend, zonder fysiek geweld, en kan ook niet worden ingeschakeld, indien geen sleutel, die bij het slotmechanisme past, beschikbaar is. Daardoor wordt een zeer goede beveiliging verschaft tegen diefstal van de lamp of van zijn inhoud.

10 Wanneer de arm 12 van de schakelaar, en derhalve de tong 19 in de vorm van een kwadrant over een verdere 90° worden verdraaid, sluit de tong de schakelaarcontacten van de lamp, welke aangebracht zijn in de onderste schaal van het lichaam. In deze toestand blijft de tong samenwerken met de inkepingen die aangebracht in het blad 15 en de voet 16. 15 In deze toestand kunnen de arm van de schakelaar en het blad van de sleutel verwijderbaar zijn van de cilinder van het slot, doch bij voorkeur worden zij vastgehouden.

In de onvergrendelde eerste stand, worden de arm van de schakelaar en het blad van de sleutel bij voorkeur vastgehouden in de cilinder van 20 het slot, teneinde niet per ongeluk los te raken van de lamp.

Het zal duidelijk zijn dat de arm 12 van de schakelaar bediend kan worden om de Tamp in en uit te schakelen, wanneer de lamp losgenomen is van de lampsteun.

De uitsparing 13 voor de arm van de schakelaar is voorzien van 25 aanduidingen teneinde de respectievelijke standen van de arm 12 van de schakelaar aan te duiden, namelijk "onvergrendeld", "vergrendeld, lamp uit", "vergrendeld, lamp aan".

In verband met het gemak bij het vervaardigen, is het kwadrant 19 van de vergrendelingstong uitgevoerd als een onderdeel dat gescheiden 30 is van de cilinder 18 van het slot zoals afgebeeld in fig. 1, en deze onderdelen worden aan elkaar bevestigd wanneer de lamp wordt samengesteld.

De fig. 2 t/m 8 tonen details van een voorkeursuitvoering van de uitvinding. Onderdelen die overeenkomen met die afgebeeld in fig. 1 35 zijn aangeduid met overeenkomstige verwijzingstekens.

De in fig. 2 afgebeelde lamp bezit een lichaam 1 van gevormd ABS-materiaal, en bestaat uit de bovenste schaal 2, de onderste schaal 3 en de hoofdomlijsting 4. De bovenste en onderste schalen vormen samen een in wezen rechthoekige doos waarin droge cellen 5 opgenomen zijn te-40 zamen met contactveren en aansluitinrichtingen en het mechanisme voor 83 « ίΊ Ί Λ * » 7 het schakelen en vergrendelen.

De omlijsting 4 is iets dieper dan de doos die gevormd wordt door de schalen 2, 3 voor het lichaam, en bevat de reflector 6 die vervaardigd is van polystyreen dat voorzien is van een metaal laagje en een 5 lensplaat 7 vervaardigd van OROGLAS (handelsmerk) of een ander acryl.

De lamp van fig. 2 is een koplamp, en bezit derhalve en in wezen platte heldere lens.

Tussen de omlijsting 4 en de schalen 2, 3 bevindt zich het af-standstuk 8 dat vervaardigd is van ABS, acetaat of een andere kunststof 10 waarin geschikte contactveren en aansluitinrichtingen voor de droge cellen zijn ondergebracht. In het centrum van het afstandstuk 8 bevindt zich een opening waarin een verwijderbare lampfitting 9 en een lamp 10 met een vooraf bepaald brandpunt zijn aangebracht.

De bovenste en onderste schalen van het lichaam bezitten op elkaar 15 passende sponningen langs hun randen, zodat de rand van de onderste schaal in de rand van de bovenste schaal past, met uitzondering van een tong 63 aan de achterzijde die in de achterste rand past van de onderste schaal, teneinde te verhinderen dat de bovenste schaal naar achteren schuift ten opzichte van de onderste schaal. De zo gevormde doos 20 past op de open kant van het afstandstuk 8 dat op zijn beurt in de hoofdomlijsting 4 past. De onderste schaal 3, de omlijsting 4, de reflector 6, de lensplaat 7 en de het afstandstuk 8 zijn duurzaam samengesteld, terwijl de bovenste schaal 2 een afzonderlijk wegneembaar on- * derdeel blijft dat een deksel vormt.

25 In verband met een verbeterd uiterlijk bezit het afstandstuk 8 een flens 11 die vrij ligt tussen de doos van het lichaam en de hoofdomlijsting 4, en die een contrasterende kleur bezit. De doos van het lichaam en de hoofdomïijsting kunnen bijvoorbeeld mat-zwart of antracietkleurig zijn, terwijl het afstandstuk geel, oranje of goudkleurig 30 kunststofmateriaal kan zijn. Bij voorkeur bezitten de doos van het lichaam en de hoofdomlijsting een matte afwerking.

De omlijsting 4 strekt zich uit onder de onderste schaal 3 en bevat een achterste afsluitplaat 39 (fig. 2) in zijn onderste gebied, zodat het lichaam van de lamp volledig afgesloten is wanneer hij samenge-35 steld is.

De lensplaat is convex en dienovereenkomstig bezit het bovenste gedeelte van de omlijsting 4 een gekromde rand die overeenkomt met de c vorm van de lens. De achterste afsluitplaat 39 van de omlijsting 4 strekt zich schuin uit naar de achterkant en is convex, waarbij het on-40 derste gedeelte van het afstandstuk 8 overeenkomstig concaaf is ge- .

· ' .> ^ ^ -> Λ

^ ;>* J v U

» * 8 vormd. De vrijliggende zij flenzen 11 van het afstandstuk 8 zijn verticaal en strekken zich van de bovenkant naar de onderkant uit van de doos van het lichaam, in een rechte lijn (zie fig. 4).

De lamp wordt aan en uit geschakeld door een schakelmechanisme aan 5 de achterzijde van de doos van het lichaam, bediend door de arm 12 die geplaatst is in een ondiepe half-cirkelvormige uitsparing 13 in het bovenoppervlak van de bovenste schaal, aan de achterzijde daarvan. Het schakelmechanisme zelf kan van elk geschikt soort zijn.

Op de bodem van de onderste schaal, op een plaats tussen de droge 10 cellen 5, bevindt zich een zich in langsrichting uitstrekkende rechthoekige opening 14. Daarin is het rechthoekige blad 15 opgenomen van de bevestigingssteun, gescheiden van de lamp.

De onderste schaal bezit een naar boven gerichte over het algemeen rechthoekige voet 16 waarin het blad 15 is opgenomen.

15 Direkt aangrenzend aan de achterzijde van de voet en van het blad 15, bezit de bovenste schaal een daarmee een geheel vormende cilindrische huls 17 waarin zich een verdraaibare cilinder 18 van het slot bevindt, waarbij de as van de cilinder evenwijdig loopt aan de achterste omhooggerichte rand van het blad 15. Bij het onderste uiteinde van de 20 cilinder 18 van het slot bevindt zich een nokplaat 44, met de algemene vorm van een kwadrant. Het blad 20 van de sleutel vormt een geheel met de arm 12 van de schakelaar, en strekt zich uit in de cilinder 18 van het slot, en de huls 17 en de cilinder 18 bevatten een vergrendelings-mechanisme voor de cilinder zodat de cilinder 18 en derhalve de nok-25 plaat 44 slechts kunnen verdraaien wanneer het blad van de sleutel is ingestoken. ___

De verschillende onderdelen van de lamp kunnen aan elkaar bevestigd worden door ultrasonisch lassen, lassen met behulp van een oplosmiddel, hechtmiddelen of op elke andere geschikte wijze.

30 De nokplaat 44 bezit een opening 45, waarvan in het bovenste uiteinde het onderste uiteinde van de cilinder 18 van het slot is bevestigd door een vasthoudinrichting met een zodanige vorm dat hij ingedrukt kan worden en vastklikt, zodat de cilinder 18 van het slot en de nokplaat 44 stevig zijn samengevoegd. Het bovenste uiteinde van de nok-35 plaat, dat aan deze opening grenst, is zo gevormd dat hij een schouder verschaft die samenwerkt met het onderste uiteinde van de huls 17 van het slot, teneinde de nokplaat en derhalve de cilinder van het slot op hun plaats te houden in de bovenste schaal 2 van het lichaam. Op een lager niveau bezit de nokplaat een vergrendelings kwadrant 46 met een 40 getrapt profiel, dat een eerste vergrendelingschouder 47 bepaalt die 8300230 » « 9 bestemd fs om samen te werken met inkeping 49 die aangebracht is in de achterzijde van de voet 16, en een onderste tweede schouder 48 die bestemd is om samen te werken met de inkeping 21 van het blad 15. Op zijn zijde tegenover het kwadrant 46 bezit de nokplaat een omhoog gerichte 5 vinger 50 die het uitwendige oppervlak van de huls 17 van het slot overlapt, en die voorzien is van een palneus 51 bij zijn bovenste uiteinde, welke tegen de huls 17 drukt vanwege de veerkracht van het materiaal van de nokplaat, dat bijvoorbeeld vervaardigd is van gevormd acetaat. De huls 17 bezit drie in hoekrichting zich op een afstand van el-10 kaar bevindende uitwendige inkepingen 52 waarmee de neus 51 naar keuze kan samenwerken teneinde de nokplaat in een van drie mogelijke standen (zie fig. 7) te plaatsen. Aangrenzend aan de vinger 50 bevindt zich een zich in horizontale richting uitstrekkende tong 53 die zich op een afstand bevindt van een uiteinde van het kwadrant 46.

15 In een geheel met de basis van de onderste schaal 3 van het li chaam is een hoek of klauw 64 uitgevoerd, die een opstaande stift bevat die een geheel vormt met de basis van de onderste schaal van het lichaam, en een horizontale poot 65 die naar de zijkant uitsteekt vanaf het bovenste uiteinde van deze stift en die zich op een afstand bevindt 20 boven het inwendige oppervlak van de onderste schaal van het lichaam.

Deze poot 65 hangt over de onderste schouder 48 van de nokplaat, en houdt derhalve de nokplaat positief vast, en daarmee het slot en de bovenste schaal van het lichaam, in de onderste schaal van het lichaam.

Het mechanisme voor de schakelaar en het vergrendelen bezit vier 25 standen.

In een eerste stand (die tegen de richting van de wijzers van de klok in over 90° verplaatst is ten opzichte van de stand afgebeeld in fig. 7), is het kwadrant 46 vrij van het blad 15 en voet 16. In deze stand kan de lamp van het blad 15 worden afgetild.

30 In deze eerste stand houdt het slot de bovenste en onderste scha len samen, aangezien het kwadrant 46 nog steeds onder de poot 65 gestoken is van de vasthoudstift 64. Om de bovenste schaal van het lichaam vrij te geven van de rest van de lamp, moet de sleutel tegen de richting van de wijzers van de klok in verder over 15° worden gedraaid, 35 teneinde het kwadrant 46 zo te draaien dat hij vrij ligt ten opzichte van de poot 65.

In de beschreven eerste stand, grenst de’ tong 53 van de nokplaat aan een stijl 66 die een geheel vormt met de bodem van de onderste schaal van het lichaam. Wanneer het slot over een verdere 15° wordt 40 verdraaid teneinde het kwadrant 46 vrij.te geven ten opzichte van de Γ Η Λ * - · - - ·,' ü

# X

10 vasthoudstijl 64, drukt de tong 53 tegen de stijl 66 en wordt daardoor omgebogen, waarbij de veerkracht van de tong 53 een terugstel!ende veerwerking verschaft zodat wanneer de gebruiker de sleutel loslaat, het slot automatisch terugkeert naar de eerste stand.

5 Wanneer de bovenste schaal van het lichaam teruggeplaatst wordt op de rest van de lamp, moet de gebruiker het slot verdraaien over de hierboven beschreven 15° zodat het kwadrant 46 voorbij de poot 65 kan worden ingestoken, waarna door verdraaiing van de nokplaat (door de gebruiker of door de terugstel!ende veerwerking van de tong 53) het 10 kwadrant 46 onder de vasthoudstift 65 brengt. Aan de andere kant, en bij voorkeur, kunnen de poot 65 en/of het radiale eindoppervlak van het kwadrant 46, bij het uiteinde in de richting van de wijzers van de klok van het kwadrant, schuine nokoppervlakken bezitten, die zo gevormd en geplaatst zijn dat wanneer de bovenste schaal van het lichaam op de on-15 derste schaal van het lichaam wordt geplaatst met het slot in de eerste stand, de nokwerking tussen de poot 65 en de rand van het kwadrant 46 het kwadrant 46 tegen de richting van de wijzers van de klok in doet verdraaien en daardoor langs de poot 65 doet verschuiven zodat hij daarna daaronder gestoken wordt met een klikwerking vanwege de terug-20 stellende veerwerking van de tong 53.

Door het verdraaien van de arm 12 van de schakelaar en de sleutel over 90° in de richting van de wijzers van de klok van de eerste stand naar een derde stand (afgebeeld in fig. 7) wordt het kwadrant 46 samengebracht met de inkeping 21 in de bovenste achterzijde van het blad 15 25 en de inkeping 49 in de bovenste achterzijde van de voet 16, zoals afgebeeld in fig. 2* De nokplaat 44 wordt positief vastgehouden in de bovenste schaal van het lichaam zoals hierboven is beschreven, waardoor in deze stand de bovenste schaal en de schalen van het lichaam positief vastgehouden worden op de steun waarvan het blad 15 onderdeel vormt. In 30 'deze stand van de arm 12 is de lampschakelaar 38 uit, en de arm en het sleutel blad kunnen uit de cilinder 18 worden getrokken, waarbij de lamp vergrendeld achterblijft op de steun. In deze toestand kan de lamp niet worden verwijderd of worden geopend, zonder fysiek geweld, en kan ook niet worden ingeschakeld, indien geen bijpassende sleutel voor het 35 slotmechanisme beschikbaar is. Daardoor wordt een zeer goede beveiliging verschaft tegen diefstal van de lamp of van zijn inhoud.

Wanneer de arm 12 van zijn schakelaar en derhalve het kwadrant 46 over een verdere 90° worden verdraaid in de richting van de wijzers van de klok naar een vierde stand, werkt de radiale voorrand van het kwa-40 drant 46 samen met een blad 68 van een contactveer welke het beweegbare ;ji30 * 11 » * contact vormt van de schakelaar 38, teneinde het vrije uiteinde van het contactblad 68 tegen een vast contact 69 te drukken van de schakelaar 38, waardoor de schakelaar wordt gesloten en de lamp wordt ingeschakeld . Deze schakelaarcontacten zijn bevestigd in de onderste schaal van 5 het lichaam en zijn aangesloten op de droge cellen via geschikte vaste contactlippen 70. Uit fig. 7 is duidelijk dat wanneer de schakelaar 38 open is, het beweegbare contactblad 68 tegen de hiervoorgenoemde stift 66 rust en daardoor wordt gelocaliseerd. Het zal duidelijk zijn dat in-dien de poot 65 op het kwadrant 46 voorzien is met een zoals hierboven 10 beschreven nokoppervlak, de stift 66 een hoogte moet bezitten die voldoende is om samen te werken met de tong 53 zodra de rand van het kwadrant 46 in aanraking komt met de poot 65 wanneer de bovenste schaal van het lichaam weer op de onderste schaal van het lichaam wordt geplaatst. In deze stand blijft het kwadrant 46 samenwerken met de inke-15 pingen 21, 49 die aangebracht zijn in het blad 15 en de voet 16. In deze stand worden de arm van de schakelaar en het blad van de sleutel vastgehouden in de cilinder van het slot.

In de onvergrendelde eerste stand worden de arm van de schakelaar en zijn sleutelblad vastgehouden in de cilinder van het slot, zodat de-20 ze niet per ongeluk kunnen losraken van de lamp.

Het zal duidelijk zijn dat de arm 12 van de schakleaar bediend kan worden om de lamp in en uit te schakelen, wanneer de lamp losgenomen is van de lampsteun.

De uitsparing 13 voor de arm van de schakelaar is voorzien van 25 aanduidingen teneinde de verschillende standen van de arm 12 van de schakelaar aan te duiden.

In verband met het gemak bij het vervaardigen, is de nokplaat 44 ter vergrendeling vervaardigd als een apart onderdeel ten opzichte van * ‘ de cilinder 18 van het slot zoals afgebeeld in fig. 2, en deze onderde-30 len worden aan elkaar bevestigd door middel van een klikvergrendeling wanneer de lamp is samengesteld.

Fig. 2 en 7 tonen een koplamp voor een rijwiel, een heldere lens en een sterk richtinggevoelige reflector. De reflector kan van elk geschikt ontwerp zijn, bij voorkeur bevat hij echter geneste veelvoudige 35 reflectoroppervlakken met een verschillende straal, in een trapsgewijze uitvoering zodanig dat hij continu lijkt met betrekking tot het licht dat uitgezonden wordt door het lampje. Zo een samengestelde reflector kan, door de geschikte keuze van de stralen en de brandpunten van de verschillende reflectorsegmenten, een zeer goed gerichte bundel ver-40 schaffen met behulp van een verhoudingsgewijze kleine reflector, hoewel

*s A

— ·:· O

12 lenselementen met een focusserende werking ook kunnen worden verschaft en zo een reflector kan in het bijzonder een zeer goede verdeling van bundel verschaffen met behulp van een horizontale rechthoekige lampopening zoals die welke afgebeeld is'.

5 Dezelfde basisuitvoering voor de lamp kan ook gebruikt worden voor een achter!amp; de reflector 16 met richtingswerking en een heldere lens 7 zijn dan vervangen door een eenvoudiger en minder richtingsgevoel iger reflector 6a, en een lens 7a met een reflector en diffunderende elementen voor het licht, bijvoorbeeld vervaardigd van rood gekleurd 10 acrylmateriaal zoals Oroglas (handelsmerk).

Het achterste uiteinde van zo een achter!amp is afgebeeld in fig. 3. In dat geval is te zien dat de reflector 6a verhoudingsgewijze ondiep is en weggesneden is aan de zijkanten en aan de bovenkant en de onderkant, zodat het rode licht duidelijk te zien is vanaf de zijkanten 15 van de lamp, in verband met de veiligheid.

De lampsteun is zo ontworpen dat een zo groot mogelijke veelzijdigheid en beveiliging'van de bevestiging wordt verschaft.

Het blad 15 vormt een geheel met een arm 22 die radiaal uitsteekt ten opzichte van een schijf 23 met een ring met zaagvormige insnijdin-20 gen in zijn onderzijde. De schijf 23 is bijvoorbeeld door middel van een centrale schroef (niet afgebeeld) bevestigd aan een over het algemeen plat bovenoppervlak van een bovenste klemzadel 25 met een over het algemeen rechthoekig profiel. Het platte bovenste oppervlak van het zadel 25 bezit een ring 24 met zaagvormige insnijdingen die naar het van 25 zaagvormige insnijdingen voorziene onderoppervlak van de schijf 23 gekeerd is zodat de laatste positief vergrendeld of geplaatst kan worden met elke gewenste richting ten opzichte van het zadel 25, door de schroefbevestiging tussen de schijf 23 en het zadel 25 los te maken, de schijf 23 te verdraaien, en de schroef opnieuw vast te zetten. Dit kan 30 uitgevoerd worden terwijl de lamp losgenomen is van de steun. Zoals te zien is in fig. 2 is, wanneer de lamp vergrendeld is op de steun, de schroefbevestiging tussen de schijf 23 en het zadel 25 geheel bedekt en niet toegankelijk.

Het zadel 25 is door middel van een stel klemschroeven verbonden 35 aan een onderste klemzadel 27 met een halfcirkelvormig profiel met daarmee een geheel vormende stiften 28 die op een lijn liggen met de voeten 41 in het bovenste zadel 25, teneinde een nauwkeurige plaatsing van de zadels te verschaffen. De schroeven 26 strekken zich door het bovenste zadel uit in deze stiften, en dan in de schroefdraden van het 40 onderste zadel, bijvoorbeeld van moeren die ingebed zijn in, of op een Q Ή ^ v d o y . .

« 13 andere manier bevestigd zijn in het onderste zadel 27.

De klemzadels bezitten op eTfcaar passende platte oppervlakken aan hun zijkanten en elk bezit een half-cirkelvormige zitting 42, waardoor een in wezen cirkel vormige klemopening wordt gevormd welke bevestigd 5 moet worden op een frame-onderdeel 29 van een rijwiel zoals afgebeeld is in fig. 9. De steun wordt op het frame-onderdeel vastgeklemd door middel van de schroeven 26. Net zoals de schroefbevestiging voor de scharnierschijf 23, worden de schroeven 26 bedekt door het lichaam van de lamp en deze zijn derhalve volledig ontoegankelijk wanneer de lamp 10 bevestigd is op de steun. Aangezien het lichaam van de Tamp positief vergrendeld is op de steun, is het, indien de sleutel schakel aar 12, 20 verwijderd is, onmogelijk om de steun los te nemen. De onderzijde van de onderste schaal 3 van het lichaam van de lamp bezit een uitsparing 37 (fig. 6) welke zo gevormd is dat de schijf 23 en de arm 22 daarin 15 kunnen worden opgenomen, teneinde het voor een mogelijke dief moeilijk te maken om een gereedschap in te steken teneinde het lichaam van de lamp en de steun van elkaar te scheiden. De uitsparing kan symmetrisch zijn zodat de Tamp omgedraaid kan worden ten opzichte van de steun.

In de afgebeelde uitvoering bezit het blad 15 zijribben 54 in ver-20 band met een verhoogde sterkte, en hij bezit een lichte tapse vorm bij zijn uiteinden en zijden, waarbij de voet 16 overeenkomstig naar binnen toe tapsvormig verloopt. Deze tapse vormen dragen bij tot het uit de vorm nemen van de onderdelen, en maken het voor de gebruiker ook makkelijker om het blad in de voet 16 te plaatsen.

25 Het blad 15 en zijn arm 22 vormen een geheel met de schijf 23, en aan de andere kant kan de schijf 23 een apart onderdeel zijn waaraan, op een willekeurig geschikte manier, het blad 15 en de arm 22 zijn bevestigd.

Om het vormen van de integrale arm, het blad en de schijf uit 30 kunststofmteriaal te vergemakkel ijken, kan de schijf 23 een opening bezitten onder inkeping 21 zodat een eenvoudige kern of pen voor de vorm de ondergesneden inkeping kan vormen.

In de afgebeelde uitvoering bestaat het bovenste zadel 25 van de klem uit een cirkel vormige schijf 55 met een omhoog gerichte rand 56 35 die in radiale richting op afstand ligt van de ring met zaagtandvormige uitsnijdingen 24, welke laatste zich boven het niveau bevindt van de rand 56. De verhogingen 57 voor de schroeven 26 strekken zich uit tussen de rand 56 en de verhoogde zaagtandvormige uitsnijdingen 24. De onderzijde van het zadel 25, en de bovenzijde van het onderste zadel 27 40 zijn voorzien van daarmee een geheel vormende ribben in verband met een 14 grotere stijfheid.

Het vergrendelingsblad en de kleinzadels kunnen van elk willekeurig geschikt materiaal vervaardigd worden, bijvoorbeeld van een lichte me-taallegering, kunststofmateriaal, met kunststof bekleed metaal enz..

5 Voorkeursmaterialen omvatten polycarbonaat voor blad 15 en scharnier 23, en ABS of "Babyblend" (handelsmerk) voor de zadels. Bij voorkeur zijn de oppervlakken van de klemmen voorzien van voeringen 30 teneinde de wrijving op het frame van het rijwiel te verhogen en het risico van het beschadigen van de verf van het rijwiel te verlagen. De zadels en 10 voeringen kunnen gekleurd zijn, zodat zij passen bij het kleurenschema van het lichaam van de lamp, waarbij de zadels bijvoorbeeld mat-zwart zijn en de voeringen geel.

De steun kan vastgeklemd worden aan het frame-onderdeel in elke richting rond deze laatste, en daarna kan het blad 15 ingesteld worden 15 in elke hoekstand ten opzichte van de steun. Dientengevolge kan de lamp ingesteld worden met bijna elke stand ten opzichte van het frame-onderdeel 29 van het rijwiel waarop de steun is bevestigd, en tengevolge daarvan bezit de gebruiker een zeer wijde keuze van plaatsen voor het bevestigen van de lamp op een rijwiel, aangezien de lamp ingesteld kan 20 worden in elke geschikte stand, praktisch onafhankelijk van de stand van het frame-onderdeel. De lamp kan zo bijvoorbeeld bevestigd worden op de voor- of achtervork, de verticale stang van het stuur, het stuur, de zadel pen of de hoofdonderdelen van het frame. Voor het bevestigen op frame-onderdelen met een kleine dwarsdoorsnede, kan een cilindervormig 25 verloopstuk 43 worden verschaft dat tussen de klemzadels past en dat een klemopening bepaald met een kleinere diameter.

De voeringen 30 bevatten bij voorkeur een stel half-cirkelvormige vormstukken van een geschikt elastomeer of zacht kunststofmateriaal, bijvoorbeeld " "Thermoflo" met een klasse van 091, van thermoplastisch 30 rubber dat vervaardigd is door Evode. De inwendige oppervlakken van de voeringen zijn van indeukingen voorzien, teneinde de wrijving op het frame van het rijwiel te verbeteren. De twee half-cirkelvormige voeringen vormen een geheel met elkaar, door middel van een daarmee een geheel vormend scharnier 58 teneinde het vervaardigen te vergemakkelijken 35 en het risico voor het verloren gaan van de voeringen te verkleinen; de veerkracht van het scharnier 58 zal de voeringen aangedrukt trachten te houden in de respectievelijke klemzittingen 42.

Er wordt op gewezen dat de klemzittingen 42 een schotel vorm of een vorm met uitsparingen bezitten, die elk een kleinere straal bezitten 40 bij de rand dan op een plaats tussen de twee tegenover elkaar liggende Q - λ . ,··». .a ^ w - V o. c c 0 15 randen, en de voeringen 30 bezitten uitwendige oppervlakken die overeenkomstig convex zijn in een axiale dwarsdoorsnede, zodat de voeringen positief en nauwkeurig gelocaliseerd worden in de klemzittingen.

De fig. 2 en 4 tonen klemverloopstukken 43 waarmee het mogelijk is 5 om de steun op frame-onderdelen te klemmen met een kleinere diameter. Bij voorkeur zijn de verloopstukken 43 over het algemeen overeenkomstig met de voeringen 30, en vervaardigd van hetzelfde of een overeenkomstig materiaal. Zoals afgebeeld zijn de verloopstukken 43 over het algemeen half-cirkelvormige elastomere onderdelen, die aan een zijde aan elkaar 10 bevestigd zijn door een daarmee een geheel vormend scharnier 59. Teneinde de verloopstukken 43 in de voeringen 30 te localiseren, bezitten de laatsten centrale gaten 60 waarin uitwendige radiale pennen 61 worden opgenomen, die in een geheel gevormd zijn met de verloopstukken 43.

15 Teneinde een verloopstuk op een bagagedrager of een steun voor een mand te bevestigen, kan deze bijvoorbeeld zoals afgebeeld in fig. 10 uitgevoerd zijn, waarin een draagframe 31 van draad is afgebeeld. De draden zijn te dun om de steun daar direkt of met behulp van de hierboven genoemde verloopstukhuls aan te bevestigen. In plaats daarvan is er 20 een stel indentieke verloopstukstaven 32 verschaft waartussen een gedeelte van het draagframe is vastgeklemd. Elke verloopstuksstaaf bezit een centraal gebied 33 met een uitwendig profiel dat overeenkomt met de inwendige oppervlakken van de kleinzadels, een local is at iepen 34 in de nabijheid van het ene uiteinde die bestemd is om gestoken te worden in 25 een localisatiegat 35 in het andere uiteinde van de andere verloopstuk-staaf, en over de halve breedte aangebrachte tongen 36 voor het locali-seren in een hoekrichting welke een zijdelingse localisering verschaffen ten opzichte van elkaar. De verloopstukstaven zijn op tegenovergestelde zijden aangebracht van het draagframe, waarbij pennen 34 in de 30 gaten 35 gestoken zijn en de resp. tongen samenwerken rond geschikte draden van het draagframe teneinde het uiteinde te localiseren, vervolgens worden de zadels van de steun rond de centrale gebieden 33 aangebracht van de verloopstukstaven en worden aan elkaar bevestigd door middel van de klemschroeven 26, waardoor de verloopstukstaven op het 35 draagframe worden vastgeklemd. De gebruiker kan de hoekrichting van de steun kiezen rond de verloopstukstaven (in de mate die mogelijk is in verband met willekeurige aangrenzende draden van het dragerstel), en kan ook de stand kiezen van het blad 15 op de steun.

Het blad van de steun kan vervangen worden door een vasthouduit-40 steeksel met een verschillende vorm, bijvoorbeeld in de vorm van een

J

I ' - 16 stift, of een blad dat een rechte hoek maakt met het afgebeelde blad doch dat nog steeds evenwijdig loopt aan de draaiingsas van het blad op het bovenste klemzadel.

Het zal duidelijk zijn dat door deze uitvinding een lamp voor een 5 rijwiel en bevestigingsmiddelen daarvoor zijn verschaft, met een zeer grote veelzijdigheid en betrouwbaarheid.

Hoewel in deze beschrijving een lichaam voor een lamp met een bepaald ontwerp is gegeven, zal het duidelijk zijn dat het ontwerp van het lichaam van de lamp, bijvoorbeeld de uitvoering van de reflector 10 daarvan en het lensgedeelte, gevarieerd kan worden zonder buiten de omvang van de uitvinding te treden.

De uitvinding is in het bijzonder beschreven met betrekking tot het bevestigen van een kop- of achter!amp voor een rijwiel. Een overeenkomstige steun kan echter gebruikt worden teneinde een ander toebe-15 horen op rijwiel, driewieler of motorfiets te bevestigen, met gebruikmaking van overeenkomstige vergrendelingsmechanismen die aangebracht zijn in dergelijke toebehoren. Slechts als voorbeeld kunnen overeenkomstige bevestigings- en vergrendelingsconstucties verschaft worden voor hoorns, richtingaanwijzers, reflectors, naamplaten en andere versierin-20 gen, waarbij uitstekende armen of vlaggen gebruikt worden om rijwielen beter zichtbaar te maken, op bagagedragers, voor bellen enz..

Het slot hoeft geen cilinderslot te zijn doch kan elke andere vorm van een door een sleutel bediend slot bezitten, of een cijfercode-slot zijn.

«·*ν Z”'1 “V*1 *' \J J* Ij:

Claims (16)

1. Toebehoren voor een rijwiel gekenmerkt door de combinatie van een steun om het genoemde toebehoren op een rijwiel te bevestigen; 5 respectievelijke complementaire op elkaar passende gedeelten die aangebracht zijn op het genoemde toebehoren en op de genoemde bevestigings-steun teneinde het toebehoren op de steun te bevestigen; en een vergrendel ingsmechanisme dat uitgevoerd is en geschikt is om het toebehoren in zijn geheel op de steun te vergrendelen, waarbij wanneer het 10 toebehoren onvergrendeld is, dit in zijn geheel verwijderd kan worden van de steun zonder dat de steun wordt Tosgemaakt van het rijwiel.

2. Combinatie volgens conclusie 1 waarbij het vergrendelingsmechanisme een geheel vormt met ofwel de toebehoren danwel de steun.

3. Combinatie volgens conclusie 2 waarbij het vergrendelingsmecha-15 nisme een geheel vormt met het toebehoren.

4. Combinatie volgens conclusie 3 waarbij het toebehoren een elektrisch toebehoren is, en waarbij een schakelmechanisme aangebracht is in het toebehoren, en het schakelmechanisme en het vergrendelingsmecha-nisme bediend worden door een gemeenschappelijk bedieningsorgaan.

5. Combinatie volgens een van de voorgaande conclusies waarbij het vergrendelingsmechanisme een cilinderslot bevat.

6· Combinatie volgens een van de voorgaande conclusies waarbij het toebehoren een gedeelte bezit dat open gemaakt kan worden en waarin het vergrendelingsmechanisme zodanig is uitgevoerd en aangepast dat, wan-25 neer het vergrendeld is, het gedeelte dat geopend kan worden, gesloten wordt gehouden.

7. Combinatie volgens een van de voorgaande conclusies waarbij de genoemde complementaire op elkaar passende gedeelten een opneeminrich-ting bevatten die aangebracht is in het genoemde toebehoren, en een 30 uitsteeksel op de genoemde steun dat in de genoemde opneeminrichting kan worden gestoken, waarbij het genoemde vergrendel ingsmechanisme aangebracht is in het genoemde toebehoren en het genoemde uitsteeksel een vorm bezit waarmee hij positief vastgehouden kan worden in de opneeminrichting van het toebehoren door middel van het vergrendelingsmechanis-35 me.

8. Combinatie volgens een van de voorgaande conclusies waarbij de steun losneembare elementen bevat, en waarbij de genoemde losneembare elementen zodanig uitgevoerd zijn dat ze niet toegankelijk zijn wanneer het genoemde toebehoren bevestigd is op de steun.

9. Combinatie volgens een van de voorgaande conclusies waarbij de V J - ·,! U λ i ν steun een stel tegenover elkaar liggende klemelementen bevat teneinde de steun op zijn plaats vast te klemmen, en een scharnierorgaan dat instelbaar bevestigd is op een van de genoemde klemelementen en dat voorzien is van een van de genoemde respectievelijke complementaire op el-5 kaar passende gedeelten, waardoor het genoemde scharnier de mogelijkheid verschaft om de stand van het toebehoren in te stellen ten opzichte van de genoemde steun.

10. Elektrisch toebehoren voor een rijwiel dat een regel schakel aar bevat met een sleutel schakel aar en een verwijderbare sleutel, bevesti- 10 gingsmiddelen om het toebehoren op het rijwiel te monteren, en een vergrendel ingsmechanisme waarmee de bevestiginsmiddelen worden vergrendeld waardoor het toebehoren op het rijwiel wordt vastgezet, en waarbij het vergrendelingsmechanisme door de genoemde sleutel kan worden bediend, waarbij de sleutel weggenomen kan worden in de vergrendelde toestand 15 van het vergrendelingsmechnisme.

11. Toebehoren volgens conclusie 10 waarbij de schakelaar zich in de uitgeschakelde toestand bevindt wanneer het vergrendelingsmechanisme onvergrendeld is.

12. Toebehoren volgens conclusie 10 of 11 waarbij het genoemde toe-20 behoren losneembare elementen bezit, en waarbij het genoemde vergrendelingsmechanisme geschikt is om de losneembare onderdelen ten opzichte van elkaar te vergrendelen, wanneer zij in vergrendelde toestand verkeren.

13. Bevestigingssteun voor een toebehoren voor een rijwiel, met een 25 stel tegenover elkaar liggende klemelementen die vastgeklemd worden op een rijwiel, een scharnierorgaan dat instelbaar bevestigd is op een van de genoemde klemelementen, en middelen om het scharnierorgaan losneembaar te bevestigen aan het genoemde toebehoren.

14. Steun volgens conclusie 13 waarbij de genoemde bevestigingsmid-30 delen een uitsteeksel bevatten dat uitgevoerd is zodanig dat het op een overeenkomstige opvanginrichting past in het genoemde toebehoren.

15. Steun volgens conclusie 14 waarin het genoemde uitsteeksel een plat of in wezen plat blad is dat gemonteerd is op een van de genoemde klemelementen zodanig dat het blad rond een as kan scharnieren die in 35 wezen evenwijdig loopt aan, doch excentrisch aangebracht is ten opzichte van het blad.

16. In combinatie, een lamp voor een rijwiel en een bevestigingssteun voor het bevestigen van de lamp op een rijwiel, en waarbij: de genoemde lamp een lichaam bevat met een wegneembaar gedeelte dat toe- 40 gang verschaft tot het inwendige van het lichaam, waarbij het lichaam λ ·\ n r\ ·~\ λ w V ·> ‘~a %) 'J « een opening daarin bevat, schakelmiddel en in het lichaam, en een bedie-ningsmechanisme dat bevestigd is in het wegneembare lichaamsgedeelte welk mechanisme een cilinderslot bevat, een sleutel voor het genoemde slot, en bedieningsmiddelen die bediend kunnen worden door het ver-5 draaien van de sleutel in het slot, welke bedieningsmiddelen een element bevatten dat de schakelaar bedient, en een vergrendelingselement aangrenzend aan de genoemde opening; en waarbij de genoemde steun tegenover elkaar liggende eerste en tweede klemzadels bevat, middelen teneinde de zadels rond een frame-onderdeel van het rijwiel te klemmen, 10 een scharnierorgaan dat bevestigd is op een eerste zadel van de zadels en dat daarop naar keuze met verschillende hoekstanden kan worden aangebracht rond een scharnieras, en een uitsteeksel op het genoemde scharnierorgaan dat zich evenwijzig uitstrekt aan de scharnieras en in een verschoven stand ten opzichte daarvan, waarbij het genoemde uit-15 steeksel een vorm bezit die complementair is met de genoemde opening in het lichaam van de lamp en die daarin kan worden gestoken, en die verder een vorm bezit die zo uitgevoerd is dat hij positief kan samenwerken met het genoemde vergrendelingselement en dit kan vasthouden wanneer het genoemde uitsteeksel in het lichaam van de lamp is gestoken en 20 de sleutel wordt gebruikt om het bedieningsmechanisme te vergrendelen. ++++++++++ 3 ; : ' 2 s o